NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BERICHT.
No. 26.
Zaterdag 1 April 1911.
Veertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
„flereenigd," door E. DOLT.
BUITENLAMP
FEUILLETON.
DE MOEZJIEKS.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauUangestraat 77. Telephooniio. 69.
ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
No. 1 van den 3den Jaargang van
«rrrilliiiiVnrr-iriTdrm ntsnhUnrl
is heden aan onze geabonneerden ver
zonden en bevat o. a. de volgende
Illustraties
K. Ph. Kempers -j-, gep. Generaal-
Majoor der Infanterie, oveileden den
20sten Maart j.l.
H. M. de Koningin op baar wande
ling gekiekt door onzen fotograaf, op
den hoek van het Heulstraatje en
Noordeinde.
Een interessante opname van het
in aanbouw zijnde Vredespaleis.
Het gedenktceken voor Clement
van Maasdijk.
Groote biand op de Brouwersgiacbt
te Amsterdam, met 2 foto's.
Het portret van wijlen Prinses Pau
line, wier stoffelijk overschot dezer
dagen te Delft zal worden bijgezet.
De leden der Rorterdamsche Bach-
Vereeniging.
De Voetbalwedsrijd België-Holland,
met 3 interessante kiekjes.
De afdeehng volksgymnastiek van
de Amsterdamscbe Gymnastiek-Onder-
.w ijzers-Vereen iging.
Om den Zilveren Nieuws v. d.
Dag-bal.
De corfbalclubs D V. D. en D. E. S.
in 't veld.
De Fransche vliegenier Renaux met
zijn passagier, de heer Senoucqiie, op
zijn tocht van St. Cloud naar Cler
mont-Ferrand.
Een aardig kiekje uit de Far-West.
Honden ten toonstelling te Rotterdam.
Het nieuwe Jubana-dok te Am
sterdam.
De Vliegmachine «Helpman.
Optocht der vrijwillige brandweer
te Heerenveen, ter eere van haar
25-jarig jubileum, op 20 Maart j.l.
Zes portretten van bekende land-
genooten.
Het vervolg van den roman «813#;
de rubriek van Redacteur X en het
Kindernummer «Ons Prinsesje.#
Ten slotte het begin van onzen
nieuwen, boeienden roman, getiteld
Be geabonneerde I
wonende
wenscht zich te abonneeren op het
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prijs van 3'/i cents thuis bezorgd.
Opstand in Albanië.
De opstand der Malissoren inOpper-
Albariië neemt zulk een omvang aan,
dal de Regeering zich in de laatste
dagen gereed maakt een aanzienlijke
troepenmacht naar Albanië te zenden.
Klein-Aziatiscbe redilregiruenlen zijn
leeds op weg, en de generaal Torgut-
pasja, die den rorigen opstand in Al
banië onderdrukte, heeft lastgekregen,
opnieuw het bevel over de naar Alba
nië vertrekkende troepen op zich te
nemen.
Een aantal Albaneezen is naar
Montenegro gevlucht, en vandaar uit
worden strooptochten op Tuiksch ge
bied ondernomen. Zoo zijn alle Tui k-
scbe blokhuizen in de Casa Tuzi door
de Albaneezen ingenomen en Tuzi
door hen bezet, waarbij zij veel wape
nen en ammunitie en drie kanonnen
buit maakten.
Volgens berichten uit Saloniki wordt
de toestand met den dag slechter,
zoodat de regeering gedwongen is
scherper maatregelen te nemen.
In dit verband moeten waarschijnlijk
de mobilisatieberichten uit Konstanli-
nopel en andere plaatsen worden op
gevat.
De toestand in Noord-Afrika.
Uit de jongste berichten uitMatok-
ko, hoe vaag en ^ei ward deze ook
meerendeels zijn, blijkt in ieder geval
voldoende, dat de toestand, waarin
Moelay Hafid verkeert, niet roos
kleurig is.
Dinsdagavond kwam te Tanger een
koerier uit Fez aan, met het bericht
dat de stammen weigeren met den
sultan to onderhandelenzij hebben
Monlay Hafid hun voornemen aange
kondigd hem in zijn hoofdstad aan te
vallen. Het een en ander heeft ver
schillende te Fez wonende Europeanen
aanleiding gegeven voor alle zekerheid
maar hun intrek te nemen in de con
sulaten.
Het ergste schijnt wel het bericht,
dat het Shei iffijnsche leger, op twee
uur afstand van de hoofdstad gebivak
keerd, zich niet verplaatsen kanten-
gevolge van de hevige regens, welke
het terrein in een moeras herschapen
hebben.
De vraag lijkt echter gewettigd of
dit noodweer de aanvallers zelf ook
niet in hun bewegingen belemmert?
Intusschen is wederom een Fransch-
man het slachtoffer geworden van de
anarchie, welke nog steeds in het
Marokkaansche keizerrijk heerscht.
De heer Boyer, leverancier van het
leger te Casablanca, is door Marok
kanen in een hinderlaag gelokt en
vermoord.
Officier en soldaat.
De moord op den Duitscheri luite-
nantkolonel von Schlichtirig. die te
Konstantinopel door een Albaneeschen
soldaat doodgeschoten werd, wekt in
Duitscbland algemeen leedwezen, te
meer, omdat de getroffen Duitsche
officier in zijn vaderland uitstekend
aangeschreven staat. «Het is voor een
officier,* zegt de «Frankf. Ztg «die
in zijn soort pionier voor het Duitsche
vaderland was, een bard lot midden
uit zijn dankbaren werkkring te wor
den weggerukt door een noodlottig
toeval. Want anders zal men de zinne-
looze daad van den Albanees niet
kunnen opvatten daar de overste ster
vend verzekerd heeft, dat de mede-
deeling van den dader, door den Duit-
schen officier mishandeld te zijn, on
waar is.«
Maar toch kan men uit het gebeurde
een les trekken. De Duitsche officieren
hebben wel eens gewoonten, die in
Duitscbland onopgemerkt blijven, maar
die een vreemdeling afschrikken. [Jet
aanraken van hun ondergeschikten,
ials is bet ook om een houding te
verbeteren, moet voor den zoon van
een wild en in primitief eergevoel op
gegroeid volk een doodelijke beleediging
zijn, vooral wanneer de geloovige
Mohammedaan daarin de aanraking
van den door hem als onrein beschouw
den Giaour ziet. Het is daarom wen-
schelij,k dat Duitsche officieren zich
leeren bepeiken in het aanraken van
hunne soldaten, en vooral dat zij bun
hebbelijkheden weten af te leeren,
wanneer zij, zooals de overste von
Schlichting, in vreemden dienst zijn
en dan met vreemden opvattingen
en eigenaardigheden rekening moeten
houden.
Dat deze quaestie niet tot eenige
politieke of diplomatieke moeilijkheden
kan leiden is duidelijk. De Turksche
regeering beeft alles gedaan wat zij
doen kon om leedwezen over het voor
val te beluigen. De moordenaar, Hadji
Ben Ibrahim Resul, is hedenmorgen
standrecbterlijk doodgeschoten.
De Tsaar en de Rijksraad.
Het verzoek om ontslag als presi
dent van den Rijksraad, door Akimof
bij den Tsaar ingediend is afgewezen;
de Tsaar verzekerde hem, dat zijn
vertrouwen in den Rijksraad onge
schokt is, en als gevolg daarvan heeft
de Rijksraad onder hoera l-kreten ge
weigerd over de crisis te spreken. Maar
met hoerageroep is de crisis niet uit
de wereld te brengen, al zijn in de
gelederen der oppositie bewijzen van
verslapping melkbaar.
De nationalisten vei zekeren, dat de
positie van Stolypin bevestigd en
versterkt is, maar de Kadetten en
en Octobristen willen de agitatie tegen
hem niet opgeven.
Het verleende verlof aanTrepofen
Doernovo heeft een eenigszins pikant
tintje gekregen door de volgende ge
beurtenis. Doernovo ontving een brief
van Stolypin, waarin deze hem pret
tige reis wenschte. Doernovo ant
woordde .daarop, dat hij er niet aan
denkt op reis te gaan. Want de beide
leden van den Rijksraad hebben offi
cieel nog geen kennisgeving ontvangen
van hun «verlof# zij hebben dit slechts
uit de officieuse berichten uit de bladen
vernomen, die het op last van Slolypin
mededeelden. Derhalve verklaren zij
hun lidmaatschap te zullen blijven
uitoefenen, en noemen zij openlijk de
geheele geschiedenis een reusachtig
bedrog van den minister-president!
De ministerraad van Spanje heeft
met algemeene stemmen bet ontwerp
aangenomen betreffende de vereeni-
gingen, zoodat dit voor 0 April bij
bel parlement kan worden ingediend.
De Correspondencia heeft van een
der ministers vernomen, dat het ont
werp de volkomen gelijkstelling voor
de wet vastlegt tusschen de congre
gaties en de wereldlijke vereenigingen,
zonder eemg privilege vau de eersten.
In het Kapitool, bet staatsgebouw
te Albany, de hoofdstad van den
Amerikaanscben staat New York is
brand uitgebroken op de derde ver
dieping, waarschijnlijk door een gebrek
aan de electrische geleiding en de
vlammen verspreidden zich zeer snel.
De westelijke vleugel is geheel ver
nield. De fraaie vergaderzalen van
het Huis van volksvertegenwoordigers
en den Senaat hebben veel water
schade geleden De kostbare staatsbi
bliotheek is verbrand en vele hand
schriften en stukken van onschatbare
waarde gingen daarmede verloren.
Men schat de schade op 8 a 10
millioen dollars (20 tot 25 millioen
gulden).
Eenige brandweermannen zijn door
glasscherven gewond en naar men
7)
De dag verstreek. Een lange herfs-
avond brak aan, dien men in de iezba
gebruikte om zijde af te haspelen. Allen
deden er aan mee, behalve Fjokla, die
bij de opzichters was. Dit werk kregen
zij van eene naburige fabriek. Het ge
heele gezin verdiende er bijDa niets
mee: twintig kopeken per week.
»In den tijd van de meesters en
lijfeigenen ging het beter,» zeide Ossip
nadenkend onder het afhaspelen. «Een
mensch werkte, at, dronk, alles op zijn
tijd. Bij bet eten was er tsjtsjie en
kasja; 's avonds ook tsjtsjie en kasja.
Komkommers en kool zooveel je maar
wilde. Je at zooveel je kon, en zooveel
je verkoos; Ze waren strenger; maar
iedereen wist wat lijj te doen had.
In de iezba gaf eene kleine, wal
mende lamp slechts een flauw licht,
en als iemand voor de lamp ging staan,
zoodat een groote schaduw op het
venster viel, dan bemerkte men het
heldere maanlicht.
De grijze Ossip vertelde, langzaam
aan, hoe men leefde voor de emanci
patie, hoe men jaagde om op diezelfde
plaatsen, die nn zoo armoedig en ver
velend zijn, met brakken, hazewinden
en honden van Pskof, en hoeveel wodka
de moezjieks dronken, als er drijfjach
ten gehouden werden. Voorts vertelde
hij, hoe men de slechte dienaren
geeselde en naar het familiegoed van
den heer Heer zond, in het gouver
nement Toer, en hoe men de goede
beloonde.
De babka verhaalde ook iets. Zij
herinnerde zich van alles, wezenlijk
van alles. Zij dischte histories op over
hare meesteres, eene goede, vrome
vrouw, die getrouwd was met een los-
bandigen boemelaar; en al hare doch
ters waren ten slotte ook gehuwd
ach, lieve God, hoe De eene met een
dronkaard, de tweede met een hand
werksman en de derde was geschaakt
(de babka was toen nog jong een J
meisje, en had bij de schaking de
behulpzame hand geboden). Enfin, ze
waren alle drie van verdriet gestorven,1
voor den tijd, net als hare moeder.
En terwijl zij al deze herinneringen j
ophaalde, begon de oude te weenen.
Eensklaps werd er aan de deur ge
klopt en allen sprongen op.
«Oome Ossip, laat mij den nacht
bij u doorbrengen!» hoorde men zeg
gen.
Het was een klein, erg kaalhoofdig,
oud mannetje, de kok van generaal
Joekof, hetzelfde kereltje, wiens pet
verbrand was. Hij ging zitten luisteren
en bogon daarna op zijne beurt herin
neringen op te halen en histories te
vertellen. Nikolaas zat met de beenen
bengelend op den oven te luisteren,
en vroeg hem telkens, hoe men de
spijzen bereidde in den tijd der lijfeigen
schap. zi) begonnen toen te praten
over biefstuk, haché, eóteletten on
over verschillende soepen en sauzen, j
De kok, die ook een uitstekend ge-
geheugen had, sprak over gerechten, I
die nu niet meer in zwang zijn, zooals
bijvoorbeeld een schotel, waar men
ossenoogen voor noodig had, en die
de «reveille» genoemd werd.
»En eóteletten la maréchal, maak
ten ze die ook?» vroeg Nikolaas.
»Neen.»
Nikolaas schudde verwijtend het
hoofd en zeide:
»Nu, dat waren me dan ook koks!»
De kleine meisjes zaten of lagen op
den oven, en keken naar beneden,
zonder zich te bewegen; er waren er
heel wat precies engeltjes in een
wolk. De verhalen vermaakten haar
zij zuchtten, rilden en verbleekten,
nu van plezier, dan van vrees. Zij von
den de geschiedenissen der grootmoe
der de belangwekkendste van alle, en
luisterden naar haar zonder eene be
weging te maken, zonder zelfs te dur
ven ademhalen.
Men ging stilzwijgend te bed en de
oudjes, opgewonden door hunne ver
halen, hadden slechts eene gedachte
wat is de jeugd toch mooi; zij laat
in de herinneringen niets achter dan
leven, vreugde, ontroeringen de
naderende dood, wat is die koud en
schrikwekkend I
Het is maar heter, er niet aan te den
ken. De lamp ging uit; de duisternis,
en de stilte, eD de twee kleine vensters,
helder door de maan verlicht, en het
schommelen der wiegen, brachten hun
ook slechts één ding in de gedachten
dat het leven reeds voorbij was, en
nimmer zou wederkeeren-,Zij slui
meren in, hebben nergens weet meer
van, tot plotseling iets hunnen schou
der raakt, over hunne wangen strijkt
weg is de slaap. Hun lichaam is als
gevoelloos, en in hun hoofd warrelen
gedachten' over den dood. Zij keeren
zich op de andere zijde, en denken
niet meer aan den dood, maar, lang
en aanhoudend, aan gebrek en ellende,
aan levensmiddelen, en de duurte Van
het meel, en dan komt spoedig weer
het oogenblik terug, dat zij het zich
opnieuw herinnerenhet leven is voor
bij, en zal nimmer wederkeeren
«Ach, Heer!» zuchtte de kok.
Er werd zacht, heel zacht tegen het
raampje geklopt. Dat moest Fjokla
zijn, die terugkeerde.
Olga stond op, geeuwde en mom
pelde een gebed; toen ging zij den
grendel afschuiven en opende de deur.
Maar er was niemand, slechts de koude
nachtlucht drong binnen, en de gang
verlicht door de maan. Door de geo
pende deur zag men de stille, verlaten
straat, en de maan zelf, die haar baan
langs den hemel volgde.
»Wie is daar?»
»Ik,» hoorde zij fluisteren, »ik ben
het.»
Bij de deur stond, tegen den muur
geleund, Fjokla, geheel naakt. Zij rilde
van koude, klappertandde en vertoonde
zich in het maanlicht buitengewoon
blank, en schoon, en wonderlijk.
[Wordt vervolgd.)