NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht Qakmsmt BERICHT. Vliegongelukken. EEN PAPIEREN ERFENIS. No. 48. Zaterdag 17 Juni 1911. Veertigste jaargango VERSCHIJNT WOENSDAfi EN ZATERDAG „Hereenigd", door E. HOLT. BUITENLAND. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER. Bure«u: Langestraat 77. Telephoonng. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. No. 11 van den 3den Jaargang van am j f Y 'r^if ft fj*!1} fa I -mr is heden aan onze geabonneerden ver zonden en bevat o. a. de volgende Illustraties XXIe openbare Uitvoering van het Nederl. Gym.-Vei bond op het sportter rein «Houtrust« te 's-Gravenhage, met een 13 lal fraaie foto's waaronder: de ontvangst ten stadhuize van de verschillende Vertegenwoordigers en diverse actueele kiekjes van de oefe ningen aan rek en ringen, enz. enz. De door »le Petit Journal" georga niseerde wedvlucht Parijs-Rome- Turijn, waaraan verschillende Aviateurs deelnamen. Vliegongelukken van de laatste weken met foto's van den verongeluk ten Italiaanschen vlieger Luit. Bague de vernielde machine van Wijnmalen; en de val van Latham. Het Koninklijk bezoek aan Amster dam met een 9-tal foto's w.o.: de aankomst voor het paleis op den Dam; het uitrijden met de galakoets het Prinsesje op het balconoverzicht van de enthousiaste menigte; Prinses Juliana in het vondelpark, enz. enz. De vereeniging van Hotel-, Restau rant- en Koffiebuishouders van den Haag en omstreken. Fred. Markussen, de Deensche Wor stelaar die met veel succes te den Haag opgetreden is. Hel bezoek van Prins Hendrik aan Urk, met een drietal foto's; waaronder; de Prins in de Marinesloepde Pi ins bezoekt met den Burgemeester het eiland en de bewoners van Urk in hunne typische kleederdrachten. Voorts een zevental portretten van bekende landgenooten. Ten slotte: Rubriek van «Redacteur X«, waarbij elke week een REMONTOIR-HORLOGE wordt uitgeloofd. Het Kindernummer »Ons Pnnsesje« met geïilustr. kinderlectuur waarbij eveneens elke week een remontoir- hnrloge wordt uitgeloofd. Ten slotte het vervolg van onzen nieuwen roman, getiteld: De geabonneerde wonende wenscht zich te abonneeren op het weekblad „PAK ME MEE", tegen den prijs van 3'/, cents thuis bezorgd. Twintigste eeuw!! Eeuw van voor uitgang, van vooruitgang met reuzen schreden op het gebied der techniek! Eeuw van luehlverovering! Nietwaar, kunnen wij niet aldus de twintigste eeuw noemen? Met recht meenen we. We zijn den zomer weder genaderd. Vliegdemonstraties zullen weer hier en daar worden gehouden, en ons land, aanvankelijk een beetje achter- aan-komend op het gebied van vliegen, heeft verleden jaar getoond belang te stellen in ge vliegkunst en zal het ook wederom dit jaar doen. Bekwame vliegers heeft ons kleine Nederland reeds geleverd denk slechts aan Henri Wijnmalen, den winner van de vlucht ParijsBrusselParijs en zeer waarschijnlijk zullen nog meer bekwame vliegers worden gevormd, want óók in óns land begint men langzamerhand méér voor de vlieg kunst te gevoelen, begint men zich langzamerhand óók méér op de vlieg kunst toe te leggen. Zoo gaat bet óók in andere lauden. Overal doet men z'n best het vliegen en de lucht scheepvaart minder gevaarlijk te ma ken, door aan de vlieg- en luchtschepen die vei beteringen aan te brengen, welke men voor een veilige tocht noodig acht. Wilden we vroeger niet aan een verovering der lucht door den mensch gelooven, 't lijkt nu reeds waarschijnlijk dat de mensch in dit zijn pogen zal slagen Te betieuren is het dat zoovele' meest jonge menschenlevens bij het vliegen worden vernietigd. Een klein manqnement aan de machine, een verkeerde manoeuvre kan reeds oor zaak zijn van den val van het vlieg- schip, en wanneer de val van een eenigszins groote hoogte komt, dan mag van geluk worden gesproken dat de inzittende of de inzittenden er het leven niet bij verliezen. Reeds velen hebben zoo hun leven verloren. En dan de vliegdemonstraties!!! Het bij deze demonstraties aanwezige pu bliek, staat ook dat niet bloot aan groot gevaar? Heeft het vliegongeluk in Frankrijk, waarbij de Fransche minister van oorlog om bet leven kwam en de minister-president zulke zwaie verwondingen opliep, niet be wezen dat dit gevaar niet denkbeeldig is? Is ook onlangs in Rusland niet een vliegmachine in het publiek neer gevallen en vonden ook bij dit ongeluk niet velen den dood; werden bierbij niet nog meerderen zwaar gekwetst? Er zijn er misschien, die ons van pessimisme zullen beschuldigen. Wij werpen dan zoo'n beschuldiging echter van ons. 't Is ons doel niet de zaak alleen van de slechtste kant lebezien. volstrekt niet, maar waar bij de luchtscheepvaart zooveel ongelukken mogelijk zijn, ongelukken, waarbij menschen om bet leven kunnen komen daar meenen wij op deze mogelijke ongelukken te moeten wijzen en te vragen: zou men niet iets, of, beter gezegd, zou men nog niet meer kunnen doen, om ze zoo mogelijk te voor komen? Er wordt reeds veel gedaan, om ze te voorkomen, maar wij vragen :zou er nog niet meer kunDen worden gedaan? Om te beginnen bij de vliegers zelf! Ieder die wil mag vliegen. Om te vliegen is een van overheidswege uitgereikt bewijs, dat men ook kan vliegen, niet noodig. En toch: is bet eigenlijk niet noodig dat elke vlieger in het bezit van zoo'n bewijs moest zijn? Men moet tegenwoordig voor bijna alles en nog wat examen doen om het bewijs te leveren dat men kan wat men wil. i Waarom eischt men ook van een vlieger niet een bewijs van zijn be kwaamheid? Wel is waar zouden ongelukken ook dan nog mogelijk zijn, maar onbekwame vliegers zouden niet mogen vliegen en men zou de ongelukken dus voor een deel toch voorkomen. Men heeft inspecteurs van arbeid enz. om de maebines in fabrie ken en werkplaatsen te inspecteeren, opdat er toch geen ongelukken zullen gebeuren. Waarom ook geen contróle op de motoren enz. der vliegmachines? In Engeland heeft men een vlieg- wetje gekregen. In dat wetje wordt verboden te vliegen op een wijze, die gevaarlijk geacht kan worden voor het publiek. Ook kan de minister, wanneer hem zulks noodzakelijk voor komt, bet vliegen boven zekere ter reinen verbieden. Met het eerste zal zeker worden bedoeld het roekelooze vliegen van sommige vliegers, de kunstvertooningen dus eigenlijk, ter wijl met die zekere terreinen waar schijnlijk steden enz., dus plaatsen waar veel menschen bijeen zijn. bedoeld worden. Door roekeloos vliegen ktinnen ge makkelijk ongelukken gebeuren en daarom is 't goed dat men in deze zijn maatregelen heeft genomen. De mogelijkheid van een ongeluk, voort spruitende uit een andere oorzaak dan roekeloosheid, blijft natuurlijk nog bestaan. Om de gevolgen van zoo'n val nu zoo minienm te doen zijn, daarom zal zeker het vliegen boven die «zekere terreinen! zijn verboden [dan is de kans, om ook anderen door I de val van het vhegschip te verplet teren, tenminste zoo gering mogelijk. Veiligheidsmaatregelen van over heidswege zijn bij het vliegen beusch niet overbodig, ook in ons land niet. EWOUD YPSILON. Berichten uit Portugal doen vermoe den dat het Voorloopige Bewind de toestand in het land toch niet zoo ongevaarlijk, acht, als het in de ofii- cieele communiqué's wel wil doen voorkomen. De dienstplichtige studenten te Lis sabon hebben order gekregen, zich onmiddellijk bij hun regiment te mel den, op stralle van als deserteur beschouwd te worden. De verloven van alle officieren zijn ingetrokken. De minister van binnerilandsclie zaken is naar het Noorden, waar een monarchistische samenzweering zou ontdekt zijn, vertrokken. Sterke troepenafdeelingen worden uit de zuidelijke provinciën Porto gedirigeerd. Zij voeren snelvuurgeschut mede. De meest bedreigde punten schijnen de plaatsen AlmeidaenChaves in Noord-Portugal te zijn. De samen zweerders blijken vooral volgelingen gekweekt te hebben onder de land weertroepen. Het heet, dat de bekende artilleriekapitein Paiva Couceiro aaft bet hoofd van een sterke kolonne royalisten op het punt staat de Por- tugeesche grens over te trekken. Uit Port au Prince wordt gemeld, dat Castro, de ex-president van Vene zuela. daar is aangekomen in een oude Italiaanscbe kanonneerboot, die de Duitsche vlag voerde. De bood had groote voorraden wapens en munitie aan boord. De regeering te Washington heeft Castro te verstaan gegeven, dat hij zich niet in de Amerikaanscbe wateren moet vertoonon. 7 Hij heeft iets, waarop hij roem draagt en waarvan hij gaarne hooren wil, en dat iets is zijn zoon. «Het zal een lieve jongen worden," zegt hij, «en een echt soldaat." Als hij uit de sociëteit, of waar vandaan dan ook, komt, zal hij het eerst naar dien rijkdom gaan zien, om den kleinen Philip te liefkoozen en hem al vroeg te leeren hoe een kind kan verwend worden, om daarna tegen over zijne vrouw plaats te nemen, en dikwerf niets te zeggen en niets te doen. Crankam is eerst laat getrouwd, en als hij u vertelt hoe hij aan zijn vrouw is gekomen, dan vindt hij zelf dat het al zeer vreemd is gegaan: als hij het u vertelt, waar ook dikwerf zijne echt- genoote bij is, zal hij hemelhoog op vijzelen van het heerlijke leven, dat hij en gargon gehad heeft, van enkele hospita's, die als moeders voor hem waren, en overigens van het vrije leven, dat men dan toch maar heeft. Hij had het jaren lang geleid en zou het mogelijk nog hebben gedaan, zoo zij hem niet tegen gekomen was, die nu zijn echtgenoote is. Op een middag toen hij van de sociëteit kwam en juist van plan was het hótel in te gaan, waar hij 's middags dineerde, reed- er een vigelante voorbij, waarvan het paard op hol was. In één oogen- blik had hij het bij den teugel gegre pen, en na een ,eindje meegesleurd te zijn, tot staan gebracht, de dame die er in zat, half bewusteloos er uitge holpen haar gezien en een geheel ander gevoel gekregen. Kortom, al die malligheid was maar een oogenblik hij is getrouwd en heeft nu ook wel een goed leven, maar toch een aller- liefsten jongen. Laten wij nu de Grankams in vrede, om ons weder op de bovenkamers van het huis in eene der stegen van de residentie te begeven. Het is beneden en boven in het ge bouw nog zeer donker, maar onze ver beeld ing loopt geen gevaar van de trappen te vallen. Als we daar dan nu die bovenkamer binnentreden in het achterste gedeelte van het huis, dan zien we den man Bleek bij zijn ellendig lichtje zitten, met het gerim pelde voorhoofd over de tafel gebogen, terwijl zijne vingeren eenige papieren doorbladeren. Hij heeft dit al eenigen tijd gedaan, maar schuift nu die papieren verdrie tig, zoo het schijnt, van zich, om met de ronde brilleglazen op zijn voor hoofd, de enge ruimte van zijn ver trekje te overzien. 't Ziet er al wonderlijk uit hier binnen. Dat vervallen penanttafeltje met zijne gebarsten glazen stolp, waar onder eenige opgezette vogels zitten, en daar naast die eikenhouten kast, opgepakt met kisten en doozen, en verder dat tafeltje en die eikenhouten stoelen, waarboven een vierkante lat is gespijkerd' die behangen is met een aantal duitsche pijpen. «'t Wil niet," zegt hij, een verstoor den blik op de papieren werpende. «En vooral niet, als zij geen meer courage heeft... Eene gulden?... 't isof 't een gewone zaak is wacht, en hij neemt de papieren bij elkander, om ze ineen te rollen en zich met zijn licht gewapend naar de kamer te begeven, die zich 't digst naast de zijne bevindt. «Goeienavond," zegt hij, voorzigtig de deur achter zich sluitende en zich naar de bleeke persoon begevende, die voor de tafel met eenig schrijfwerk bezig zit. -De vrede kome met mij, en de barmhartigheid nestele zich in uw hart!" De copiïst, want deze is het, ziet even omhoog, maar antwoordt niets. Hij zit in een ruimen armstoel en zoo digt met zijne knieën onder tafel ge schoven, dat hij eerst die tafel van zich afschuiven moet om te kunnen opstaan. «Huiselijk genot!" zegt Bleek, den ijverigen man met een valsch gelaat beschouwende. «Huiselijk genot, hé? met de beenen ouder de tafel, iD een hoekje alles digt op mekaar. Hi, hi, ja, ja; en boven alles de genade en de liefde gezeteld daar binnen Hij buigt zich nu tot den man over, en fluistert: altijd het oog op de deur gevestigd houdmde. «Niks gekregen, hoor! hoe sta je met het andere?" «Je liegt!" antwoordde hem de andere, zooveel klem en kracht in zijn stem leggende, als hij dit vermag. «Je hebt eene gulden gekregen maar dat wil je niet weten." «Bedaar!" zegt Bleek, schuchter terugdeinzende, «wie heeft je dat wijs gemaakt «Wie?" zegt de andere, «durft ge dat nog te vragen denkt ge dan dat ik u vertrouw U laat hij er nog eenmaal langzaam op volgen. «Vertrouwenantwoordt Bleek «ik doe het u niet, waarom zoudt ge 't mij doen?... ik heb er u nimmer om gevraagdik vraag niets dan wat barmhartigheid «Ge moest liever zwijgen her haalt de copiïst, «in plaats zoo schijn heilig te zijn." «Laten we daar liever van zwijgen," zegt Bleek, hem geruststellend op den arm kloppende. «Tijd is geld, en al9 gij gelooft, dat ik een gulden zou verdiend hebben, dan zal ik u daarvan de helft niet onthoudenen hij tast nu in zijn zak; maar vindt er niets in dan eenige centen. «Zie hier," zegt Bleek, die centen op zijne uitgestrekte hand voor hem houdende, «dat is het eenige wat ik u zou kunuen geven. Zoo gij mij geen barmhartigheid wilt verleenen; geef mij dan wat vertrouwen, en zoo daar- !voor ook al geen plaats bij u over is'

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1