BINNENLAND.
Plaatselijk Nieuws.
voor deelneming aan den strijd tegen
de Perzische regeering te waarschu
wen. Deze stap moest echter achter
wege blijven wegens het plotselinge
vertrek van Mohamed Ali uit Weenen.
Dat is wel een merkwaardige mede-
deeling van de Russische regeering.
Rusland was dus op de hoogte van
het verblijf van den ex-sjah in Rus
land en van diens agitatie tegen de
Perzische regeering, maar toen het
er op aankw am om hem een krachtige
waarschuwing te doen toekomen, was
de Russische regeering plotseling het
spoor van den gezochte kwijt. Dat is
zeker wel opmerkelijk voor een re
geering, die over een zoo voortreffe-
lijken inlichtingendienst beschikt als
de Russische, zoodat zelfs de meest
obscure revolutionnair nauwelijks een
schuilplaats voor hare vervolgingen
kan vinden. Geen wonder, dat de
Foss, Zgt. deze oflicieuse vei klaring
een blamage voor de Russische re
geering noemet.
De toestand op Haïti.
Uit nadere berichten blijkt, dat het
Amerikaansche jacht, hetwelk de taak
op zich nam om de Europeescbe be
volking te beschermen, behoort aan
een makelaar in efiecten te New-York,
Richard Dick.
Deze had zijn jacht met een klein
kanon bewapend en seint nu onop
houdelijk naar Washington, om hem
te vergunnen, zoo noodig het vuur
op de opstandelingen te openen, ten
einde de Amerikaansche ingezetenen
te beschermen.
Dit verzoek is niet door de Ameri
kaansche regeering ingewilligd. Een
kruiser is gezonden om de rol, welke
de strijdlustige jacbteigenaar op zich
wilde nemen, zoo noodig te vervullen.
Intusscben heeft de houding van
den heer Dick in de Unie groote
instemming gewekt. Men houdt zich
daar nu onledig met de oplossing der
vraag, hoe het best een bevredigende
toestand zou kunnen worden ge
schapen in Haiti, dal na de opening
van het Panama-kanaal in belangrijk
heid nog zal toenemen.
Annexatie ware wel het meest naar
den zin van velen in Amerika, waar
men zich nogal vroolijk maakt over
het groot doen van presidenten en
generaals in bedoelde negers-republiek.
Groote brand te Konstantinopel.
De brand, die Maandagochtend is
uitgebroken, heeft een ontzettenden
omvang aangenomen ten gevolge van
den hevigen wind en het gebrek aan
water.
Meer dan tweeduizend buizen of
winkels zijn verwoest. Vele scholen en
kazernes en officiers bureelen van den
generalen staf van het Eerste Leger
korps zijn verbrand. Er zijn maat
regelen genomen om de gebouwen
van de ministeries van Oorlog en
Financiën te beschermen.
Men tracht thans den brand in zijn
voortgang te stuiten door de huizen
omver te halen, maar de vlammen
verspreiden zich steeds verder, vooral
in den omtrek van de oude bi ug over
den Gouden Hoorn.
Er wordt beweerd, dat de brand,
die aan geen ongeluk moet zijn te
wijten, op drie verschillende plaatsen
is uitgebroken.
Verscheidene wijken zijn in de asch
gelegd.
De archieven en documenten, die
in de bureelen van den generalen staf
bewaard werden, zijn in veiligheid
gebracht.
maar net gemeubileerde kamer. Hij
gevoelt zich eenzaam en verlaten, en
weet niet waarheen hij gaan zal, om
afleiding te zoeken. Wel heeft zijn
patroon, een oud en deftig heer, hem
gezegd, dat hij aankomen moest, zoo
dikwijls hij er lust toe gevoelde; maar
hij doet dit niet, daar die heer zelf
eene eenzame kamer bewoont, en hij
wel kan nagaan, dat die uitnoodiging
niet veel meer dan eene beleefdheid
was.
Half liggende zit hij op zijne canapé,
met de oogen op het plafond gevestigd,
en maakt bij zichzelvende niet onjuiste
opmerking, dat hij een vrij vervelend
leven heeft. Op dit oogenblik komt
hem Anna voor den geest. Hij begint
te bedenken, dat hij eigenlijk een gekke
streek heeft begaan, door haar te
schrijven over zijne liefde. Had zij hem
niet al lang kunnen antwoorden, als
ze iets voor hem gevoelde? Wacht
eens, wanneer heeft hij haar gezien,
nadat hij haar geschreven heeft. Twee
malen. Toen was ze zeer vriendelijk.
Hij gelooft ook wel, dat hij haar
krijgen zal. O ja! daar twijfelt hij
niet aan. Maar och, er zijn nog meer
knappe meisjes in de wereld... en Philip's
eerste indruk is weêr vervlogen.
De groote bazaar is gebeel^yerwoest.
Twee soldaten zijn levend verbrand.
Men vreest dat het aantal slachtoffers
aanzienlijk zal zijn. De brandweer van
Engelscbe en iJuitscbe schepen nam
aan bet blusschingswerk deel.
Volgens de laatste berichten is men
de brand eindelijk meester. De schade
moet meer dan een millioen Turksche
ponden bedragen.
De Koninklijke Familie te Soestdijk
Men schrijft aan bet N. v. d. D.
't Is Zondagmiddag. Onophoudelijk
snorren de auto's langs de Soest-
dijker straatweg. De Janpleziers met
hun zingende vracht komen van beinde
en ver aanrollen. De rijtuigen en
fietsers bewegen zich allen in dezelfde
richting. Van alle kanten komen de
wandelaars aanstappen.
Het groote paleis oefent een won
derbare aantrekkingskracht uit. De
honderden bezoekers trotseeren de
Julihitte en staren door het groote
bek naar het verblijf der kleine Prin
ses, waarvan de groote deuren ge
sloten blijven.
Tegen 5 uur komt onverwachts een
pony-wagentje den voortuin binnen
rollen. De blinkende zwarte pony,
trolsch op het voorrecht gemend te
worden door de Koningin zelf, trip
pelt met zijn korte pootjes langs de
paden en blijft staan bij het groote
bloemperk. De Koningin stapt uit en
de langverwachte Prinses wordt uit
het wagentje getild.
Met vlugge pasjes gaat het in de
lichting van bet hek. De Koningin
kan de kleine baast niet bijhouden
Vlak bij het hek blijft Juliaantje staan
en kijkt parmantig naar de menigte,
alsof zij zeggen wil»Hier ben ik nu
Een gejuich stijgt op, bet is een
kreet van blijdschap over eindelijk
vervulde verwachting.
De vriendelijke attentie der Koningin
werd algemeen hoog gewaardeerd.
Z. K. II. Prins Hendrik maakte des
middags een automobieltocht in de
provincie Utrecht. Des avonds 8 uur
deden de Koningin en de Koningin-
Moeder een rijtoer door de bosschen
van het domein Soestdijk.
Den 10 en Augustus wordt het
Koninklijk Gezin op Het Loo terug
verwacht.
Promotie bij het leger.
Er kan in het a.s. najaar een zeer
groote promotie bij liet leger worden
verwacht.
Het moet in het voornemen van
den minister van oorlog liggen alle
opper- en hoofdofficieren, die dit jaai
58 jaar geworden zijn en twee jaar
in bun rang zijn geweest, op pensioen
te stellen. Hbld.
Esperanto.
Na afloop van het 7e internationale
Esperanto-congres te Antwerpen zullen
enkele Esperantisten uit Denemarken.
Duilschland, Frankrijk, Polen, Rusland,
Schotland en Amer'ka van 27 Augus
tus tot 1 Sept. Den Haag en omstreken,
benevens Amsterdam, Marken enz
komen bezichtigen.
Esperautisten of andere belangstel
lenden kunnen aan de uitstapjes deel
nemen.
Plaats van samenkomst is bet Espe
ranto Oficejo, Prinsestraat 48, te
's-Gravenbage, alwaar men inzage kan
riemen van het prugramma.
Hij wordt in zijne overpeinzing ge
stoord, door het binnentreden van
twee jongelieden, die met hem op
hetzelfde kantoor zijn.
De een is een echte dandy, met een
paar levenslustige oogen tusschen zijne
gefriseerde lokken. Hij treedt zonder
complimenten op Philip toe, en ter
wijl de ander volgt alsof hij op sleep
touw was genomen, reikt hij hem de
hand toe.
«Bonjour! Ik dacht wel dat je
landziekig op je kast zoudt zitten,
en daarom heb ik tegen Diederik ge
zegd, weet je wat, laten we eerst
eens naar Phil gaan. Jajongen, famil-
jaar weg, dat zie je. Je noemt mij
Jaap, en hem Diederik. Z'n eigenlijke
naam is wel Derk, maar dien kennen
we hier niet, en jou noemen we en
retour Phil.»
«Dat is best," antwoordt de nieuwe
ling.
"Best of niet, daar vragen we ni ;t
naarwe doen 't en daarmee uit. Kom,
als je je hier nou zit te vervelen, loop
dan liever met ons mee, wil je?"
"Ja," zegt Philip wijfelende, "ik
was juist van plan om wat te gaan
lezen.»
»Wat lozen...I" zegt de ander af keu-
2 Augustus te Baarn.
De Oranje-commissie te Baain heelt
het voornemen, den verjaardag van
H. M. de Koningin-Moeder te vieren
met een nationale ringrijderij voor
paren in tweewielige rijtuigen, des
avonds gevolgd door een concert met
vuurwerk. H. M. de Koningin, H. M.
de Koningin-Moeder en Z. IC. H. de
Prins hebben bet voornemen te ken
nen gegeven, naar de ringrijderij te
komen zien.
Een Nederlaiidsche geleerde naar
Duitschland.
Reuter seint uit Berlijn, dat dr. J.
Mai quart te Leiden tot buitengewoon
hoogleeraar voor de Iranische taal is
benoemd aan de Berlijnsche Universi
teit.
Alaltliezcr ridders.
In aansluiting op een vorig bericht,
dat de Ridderdag van Malthezer Rid
ders zal gehouden worden op 3 Augus
tus e.k. te Utrecht, kan nog het vol
gende worden medegedeeld:
Om tien uur zal dien dag in de
kathedraal de aartsbisschop van
Utrecht eene Pontificale H. Mis op
dragen, waarbij de ridders zullen
tegenwoordig zijn.
Na afloop zullen zij een bezoek
brengen aan het nieuwe St.-Antoriius-
Gaslbuis, waarna zij om één uur als
gasten van dei: aartsbisschop de lunch
zullen gebruiken in bet bisschoppelijk
paleis.
Om 3 uur wordt de algemeene ver
gadering gehouden en om 6 uur de
riddermaaltijd, waaraan zal worden
deelgenomen door Z. K. H. den Prins
der Nederlanden.
Het volgende adres is verzonden
aan den Raad dezer Gemeente:
geven met. verschuldigden eerbied
te kennen de ondergeteekenden J. J.
van Doorn, H. N. Prins en E. van
Kolfschoten, vormende het Dagelijksch
Bestuur der vereeniging Vergunmng«
alhier, ten deze domicilie kiezende ten
huize van den tweeden ondergeleekende
aan de Arnhemschestraat no 30
dat zij na kennis genomen te
hebben van hel bij uw geaebt college
ingediend verzoekschrift van het alhier
gevestigd Drankweer-comilé om te
willen bepalen, dat voortaan op lotings
dagen voor de militie de gelegenheden
met vergunning tot den verkoop van
sterkedrank in het klein gesloten zul
len zijn door deze de vrijheid
nemen de bedenkingen,, die tegen de
inwilliging van dat verzoek bij hen
zijn gerezen, aan uw oordeel te onder
werpen
1. dat ook door hen wordt betreurd,
wanneer jeugdige menschen misbunk
van sterkedrank maken, maar dat dit
euvel op lotingsdagen zich veel grooter
doet aanzien dan bet in werkelijkheid
plaats vindt, uit oorzaak, dat vele
lotelingen. al hebben ze hoegenaamd
geen alcuhol gebruikt, blijkbaar in de
meening verkeeren, dat een waggelende
houding nu eenmaal behoort aange
nomen te worden, door hem, die zich
rnet een getrokken nummer voor de
Militie siert op pet of hoed;
2. dat wanneer werkelijk gevaar
van dronkenschap op die dagen voor
die jeugdige menschen is verbonden,
het volgens de meening van de onder
geteekenden tot de taak hunner ouders,
opvoeders of vrienden behoort, hen
op zulke dagen te vergezellen en voor
genoemd euvel te bewaren
3. dat de personen die het Drar k-
rend, «lees, als je bij moeder t'huis
bent; maar apropos, heb je mooie
boeken
"Walter Scott, Dickens, de verzen
van Tollens..."
»Ja, van al dat gesnor ken ik niks,"
zegt Jaap, «maar heb je de Duizend
en ééne Nacht niet, hé?"
«Neen, die heb ik niet!»
»Niet? Heb je er dan nooit van
gehoord ook?"
»Ja, dat wel."
»Yan die feeënkoningin! Jongen,
kerel, dat is een meid, heals melk
en bloed. Heb ik 't je verleden niet
laten lezen Diederik, wat
"Jongen, ja," antwoordt de ge
vraagde.
»En was 't niet mooi»
«Jongen, ja!»
»Nou, en as hij 't zeit,» gaat Jaap
voort, »dan kun je 't wel gelooven
want dat is nou een kerel, die zoo
saai is as een stuk hout. Maar zeg
eens, heb je geen Paul de Kocks, da's
wat goeds. Maar ik merk wel, je bent
nog niet waar je wezen moet. Zeg,
ga je nu meê, dan zal ik jelui wel op de
hoogte brengen.»
Philip bezocht onder het geleide
van zijn nieuwen vriend en diens tra-
weer-comité vormen zich tot taak
moesten stellen, op die dagen zich to
geven aan die jongelingen, die zonder
geleide aan de loting deelnemen. Daar
door werden door hen in toepassing
gebracht de middelen, waai door alleen
voor elk beginsel blijvend succes is
verbonden, n I. overredingskracht en
voorbeeld. Thans echter is het een
jacht op uiterlijk succes; men roert
de trom en maakt veel geschreeuw
gelijk de lieden die op de markt staan
om de aandacht op zich te doen
vestigen. Het gaat er niet om, hen
te bereiken die zich bedrinken, maar
het vraagt verordeningen en stelt zich
blijkbaar tevreden indien slechts ons
nadeel wordt toegebracht;
4. dat de exploitanten van zaken
met vergunning niet het minste be
lang hebben bij hen die zich bedrin
ken, daar de aanwezigheid van dezul
ken de andere bezoekers hun gele
genheden doet verlaten;
5. dat de in deze bedoelde exploi
tanten meer dan in eenig ander be
drijf aan belastingdruk zijn onder
worpen en wel zóo, dat er door de
meesten niet dan een zeer karig be
staan wordt verworven en het naar
bun bescheiden meening niet aangaat
en een groote onbillijkheid zoude zijn,
t6 bevelen, hun zaken te moeten slui
ten lerwille van eenige jongelui, die
mogelijk misbruik zullen maken van
sterkedrank
6. dat, hield het Drankweer-comité
rekening met de werkelijkheid, het
zoude weten, dat het sluiten onzer
localiteiten de jonge menschen doet
gaan naar gelegenheden die aari de
controle der politie ontsnappen zaken
die de bezoekers brengen tot misbruik,
en het gevaar voor dronkenschap blijft
voortbestaan in de gelegenheden met
verlof waar bieren en diverse wijnen(?)
vei kocht woiden.
Redenen waarom zij U beleefd ver
zoeken, afwijzend op bet verzoekschrift
van het plaatselijk Drankweer-comité
te beschikken.
't Welke doende, enz.
De heer Jhr. G. de Jonge van
Zwijnsbergen werd te Zeist gekozen
als bestuurslid der afdeeling Gooi-en
Eemland der Ned. Ver. tot bescherming
van dieren, in de plaats van den heer
C. Prince.
Van de drie examens van 1322
Juli afgenomen door den Bond van
Leeraressen bij het Huisboudonderwijs
ter verkrijging van de bevoegdheid van
leerares in een der vakken van het
huishoudonderwijs, werd het eerste
afgenomen aan de Nieuwe Huishoud
school te Amsterdam, de twee laatste
aan de Amersfoortsche Industrie- en
Huishoudschool.
Er hadden zich 27 candidaten aan
gemeld, waarvan 21 slaagden. Hiertoe
behoort o. a. mejuffrouw M. P. van der
Knoop te Leusden, leerlinge der In
dustrie- en Huishoudschool alhier.
Op het Concert hedenavond te
geven door het stafmuziekkorps van
het 5e Reg. Inf., directeur de heer
G. Bikkers, op het teri as der sociëteit
«Amicitia" zal het navolgend pro
gramma worden uitgevoerd:
1. sPadvindersmarsch" v. d. Werf.
2. Ouverture »Le Domino noil" Auber.
3. »An der schonen blauen Donaua
Walzer Strauss.
4. Grande Fantaisie sur de motifs de
l'opéra «Robert le Diabft» Meijerbeer.
Pauze.
5. Ouverture vJessondaa Spohr.
6. Sextuor de l'opera «I.ucie de Lam-
mermoora Donizetti.
7. oCavatina» Raff. Bikkers.
8. Fantaisie sur l'opéra »La Fille de
Mad. Angotn Lecocip
want," voor de eerste maal Frascati.
Hij meende, dat bij in de toovertuinen
van de eeD of andere feeënkoningin
verplaatst was. En weinige uren later
bezocht hij met hen, ook voor de
eerste maal in zijn leven, een van die
huizen, waarvan gij, zorgvolle ouders,
en zoo terecht, uwe zonen zoo gaarne
zoudt willen terughouden. Die glin
sterende gaslampen, die brandende
waslichten, die schijnbare feeëngestal-
ten met de vurig schitterde oogen en
den hoogen blos op het gelaat. Hoe
alleen stond hij daar, al gingen zijne
vrienden hem voor, al heerschte daar
eene vrijheid, waarvan hij geen denk
beeld had gehad. En toen de avond
voorbij was, en hij daar aan zijne ge
dachten overgegeven, op zijne leger
stede lag uitgestrekt, toen kon hij,
helaasdie indrukken niet meer uit
wissehen. Ja, hij gevoelde een afkeer
van hetgeen hij gezien had, maar er
was in zijn binnenste eene snaar aan
geraakt, wier trilling hij niet meer
kon doen ophouden.
Op een zekeren morgen werd er
een kaartje hij de dames Rietvorst
binnengebracht, met de vraag of er
ook belet was voor dien heer.
De sergeant-majoor J. van Dor-
molen van het 5e regiment infanterie
is te Kampen gedetacheerd, ter ver
vanging van den adjudant onderofficier
C Bruens, die wordt ingedeeld bij
de Militaire Scboolcompagnie alhier.
De adj ondeioff F. H de Bruyn
is, op zijn verzoek, overgeplaatst van
de schbolcompagnie bij den staf van
het le bataljon, terwijl de adj. ond.
J. C Bruns van bet le bataljon is
werkzaam gesteld op het bureel van
de boofdadministratie. in plaats van
adj. ond. Spits, die op pensioen is ge
steld.
De heer W. Chr. van Es veld, tijde
lijk leeraar in de oude talen aan het
gymnasium te Sneek, is thans defi
nitief aldaar benoemd.
Aan onzen oud-stadgenoot, dr.
P. Groeneboom, rector aan het gym
nasium te Sneek, die als zoodanig
benoemd is te Groningen, werd eervol
ontslag verleend.
Voor de hoofdacte is geslaagd
de heer C A. Kat, alhier.
Met ingang van 1 Augustus is
tot teekenaar bij het kadaster alhier
benoemd de heer S. Houtman te
Beemster.
Bij de Maandag gehouden her
stemming is in de vacature Jhr. Mr.
J. E. Huydecoper van Maarsseveen
tot lid der Provinciale Staten van
Utrecht gekozen de heer Mr. Dr W. A.
van ZLjsi.
Wanneer zich geen ongeregeld
heden meer voordoen keeren a s. Zater
dag twee compagnieën van het 5e
regiment infanterie, sedert I Juli te
Amsterdam gedetacheerd, alhier in
garnizoen terug.
Aan het bureau Van politie zijn
voor de rechthebbende terug te be
komen: een wagenmoer, een zilveren
broche, twee sleutels en een bril in
étui.
Door de politie is naar haar
ouders te Groningen op transport
gesteld een minderjarig meisje, dat
hier rondzwierf.
De heer P. C. II Briët is gister
avond door »Gemeentebelang« candi-
daat gesteld voor den gemeenteraad.
Onder geleide van hun onder
wijzers zullen de leerlingen van de
twee hoogste klassen der school
Beekstraat a.s. Donderdag een bezoek
brengen aan Amsterdam. Dat Artis
bezocht wordt, is natuurlijk. Door
zelf te sparen err door de giften van
eenige kindervrienden in staat gesteld,
zal dit dagje nog jaren in dankbare
herinnering voortleven.
Onder voorzitting van den heer
'Van Doorn vergaderde gisteravond de
vereeniging «Vergunning'' in de Kroon.
Hoewel er 150 uitnoodigingen waren
verzonden, was de opkomst niet groot,
misschien een gevolg van het warme
weer. dat niet tot vergaderen uitlokte.
De voorzitter betreurde de geringe
opkomst, waai door het doel van de
vergadering niet kon bereikt worden,
nl. hen die nog geen lid zijn tot
aansluiten over te halen. Hierop ver
kreeg de heer Arends het woord, die
het nut van aaneensluiting betoogde
en den wensch uitte, dat de vele
afdeelingen in ons land één mochten
worden.
Cour's Liederen van
Groot-Nederland.
De Vereeniging: Het Nederlandsche
Lied heeft aan hare leden gezonden
«Dien heer?» vroeg tante Letitia,
die het kaartje aannam, «Philip Gran-
kamhoe zullen wij doen, Anna,
vindt gij.»
«Welzeker tante,» antwoordde Anna,
die vroeger hare tante reeds in ver
trouwen had genomen, een weinig
verlegen. »Gij moet u maar houden
alsof ge niets van de zaak weet.»
Philip trad binnen. Hij scheen zich
den korten tijd, dien hij op het kantoor
en onder het geleide van zijn Mentor
bad doorgebracht, wel ten nutte te
hebben gemaakt. Hij had iets meer
gemakkelijks in zijne houding, en alle
stijfheid in zijne kleeding afgelegd.
Hij zag er lang niet onbevallig uit,
maar had nog dien fijnen, blanken
tint, die den aankomenden jongeling
kenmerkt.
Wat was er veel te praten. Philip
hield zich vooral druk met Anna be
zig, en zoodra zij aan het werk was,
richtte hij zijne blikken ter sluiks op
haar. Hij had ook veel te vertellen
van de jongejuffrouwen-kostschool, die
erg in verval begon te komen, en waar
juf Riek nog altijd lijdende was.
Zijn bezoek duurde echter niet lang,
weldra vertrok hij weder, en op reis
naar Amsterdam zat hij zeer in ge-