NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Nu. 14.
Zaterdag 17 Februari 1912.
41e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
PREMIE
BINNENLAND.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
VERVLOEKT EN VERSTOOTEN.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonuo. 60.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/. Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lezers van deze courant.
Het heden verschenen nummer van
it-fr>U»iTnrr-i ri "rf» u'sirhHntl
is geheel aan den zeldzaroen Winter
dag van den 4en Februari I9l2 ge
wijd, en mag een, in alle opzichten
goed geslaagd »IJ-en Sneeuwnummei"
genoemd worden.
Niet minder dan 42 prachtige foto's
van ijs- en -Sneeuwgezichten komen
daarin voor en zal dit nummer voor
alle landgenooten eene blijvende her
innering zijn aan dien ongeëvenaarden
Winterdag.
Vooral de serie «Den Haag in
Sneeuw" verdient afzonderlijke ver
melding.
De ondergeteekende wenseht bij
zijne Courant geregeld de geïllu
streerde Premie „Pak me mee" te
ontvangen.
Woonplaats: Naam:
Plan 1913.
In de tweede vergadering der Cen
trale Commissie voor Plan 1913, te
Utrecht gehouden, werd besloten, de
volgende mededeeling openbaar te
maken
«Het Uitvoerend Comitéder Centrale
Commissie voor Plan 1913 ontving
den volgenden brief van het bestuur
der Carnegie-Sticbting
In de dagbladen is opgenomen een
mededeeling van het UitvoerendComité
van «Plan 1913", waarin voor de te
maken reclame als hoofdaanleiding
aangewezen wordt de opening van het
Vredespaleis.
Met het oog hierop meent het bestuur
der Carnegie-stichting u te moeten
doen opmerken, dal het, ofschoon
krachtig aansturende op een opening
van het Vredespaleis in Augustus 1913,
vooralsnog en waarschijnlijk nog ge
durende geruimen tijd geen zekei heid
daaromtrent kan geven en dus alle
verantwoordelijkheid dienaangaande
moet afwijzen.
«De Centrale Commissie begrijpt
volkomen dat thans nog geen zekei heid
is te geven omtrent het tijdstip der
opening, daar op de voltooiing van
een giootsch bouwwerk verschillende
onbeiekenbare factoren invloed kunnen
oefenen.
«Zij beseft echter eveneens, dat,
moest zij wachten op die zekerheid,
er geen tijd meer zou zijn om nog
iets bijzonders voor te bereiden voor
het jaar, dat het Vredespaleis zal zien
voltooien.
«Zij meent dus te mogen vertrouwen,
dat, waar het der Carnegie-stichting
vei klaart; «krachtig aan te sturen op
de opening van het Viedespaleis in
Augustus 1913«, het weikelijke tijd
stip wel niet veel van hel begroote
zal verschillen.
«En in dit vertrouwen vindt zij de
aanleiding om een ieder op te wekken,
er aan mede te wet ken, om Neder
land in 1913 den vieemdeling zoo
te toonen, dat deze getuigen moet:
«dit land is de eer waard van te
mogen bezitten het eeiste monument
der internationale rechtspleging t
Verder zullen de volgende vereeni-
gingen worden aangezocht, zich in de
Centrale commissie te doen vertegen
woordigen Koninklijke Nederland-
sche LandbouwvereentgingAlgemeen
Nederlandsch Verbond Nedei landsche
Vereenigtng voor Locaalspooorwegen
en TramwegenVereeniging vqor
stoomvaartbelangen Koninkl. Nederl.
Zeil- en Roeivereeniging; Ned. Ver.
voor Luchtvaart.
Mededeeling werd gedaan, dat de
opwekking van het Centraal Comité
om te onderzoeken, of in 1913 plaatse
lijk iets ware op touw te zetten, dat
kenmerkend is voor de streek en in
bijzondere mate belangwekkend voor
de vreemdelingen, algemeen weerklank
heeft gevonden. In 17 plaatsen vari
ons land is reeds iets in vooorbereidiug
terwijl in eentge groote steden meer
dan eene tentoonstelling zal worden
gehouden.
I Bovendien werd voor 7internationale
j congressen in 1913 Nederland reeds
i aangewezen.
De Centiale Commissie geeft den
plaatselijken comtté's in overweging
bij de keuze van de soort van ten
toonstelling zich zooveel mogelijk te
houden aan het plaatselijk karakter
en er vooral naar te streven dat bet
gehalte van het ten toon gestelde
zoodanig zij, dat het aanzien van ons
land er door wordt verhoogd.
De sub commissie voor de huis
vesting pleegt overleg met den Hotel-
houdeisbond over middelen ter ver
betering van de hotels.
De su b-com missie der buitenlandsche
reclame bracht verslag uit van de bij
baar ingekomen namen en ontwerpen
eener reclame-plaat. Het denkbeeld
van een der ontwerpers vond algemeen
bijval, over de uitvoering zal echter
nog nader overleg noodig zijn.
De sub commissie voor reclame voor
handel en nijverheid deed eenige
nieuwe denkbeelden aan de hand om
dit doel te bevorderen. Aan bet uit
voerend comité zal praeadvies worden
gevraagd.
De volgende bijeenkomst werd
vastgesteld op 16 Maait te Utrecht.
Na afloop der vergadering ver-
eenigde de voorzitter jhr. C. F. van
de Poll de leden der commissie aan
een maaltijd in Hó'el des Pays-Bas.
welke werd vereerd met de tegen
woordigheid van den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel eu
het hoofd van afdeeling Handel.
De minister nam deze gelegenheid
te baat om zijne ingenomenheid met
Plan 1913 uit te spreken en de Cen
trale Commissie de verzekering te
geven dat zij op den steun der regeering J
zal kunnen rekenen.
Professor Fruin.
De «Staatscourant» bericht dat be
noemd is tot Algemeen Rijksarchivaris
bij het Algemeen Rijksarchief te
's Gravenhage prof. mr. R. Fruin Tb.
Azoon, hoogleeraar aan de gemeente
lijke universiteit te Amsterdam.
Mevr. Doude van Troostwijk f
Een hevige ziekte, welke mevr
Doude van Troostwijk te Madrid over
viel, heeft zulk een snel verloop gehad,
dat de echtgenoote van onzen gezant
aldaar, blijkens Donderdag te 's Gra
venhage ontvangen bericht. Woens
dagavond overleden is.
De heer Van Vollenbouven, gezant
schapssecretaris le klasse te St. Pe
tersburg, vertrekt naar Madrid, ten
einde tijdelijk bij de legatie aldaar
werkzaam te zijn.
Te Goes aldus meldt «De
Zeeuw" is bij het herstellen van
een muur ten Stadhuize een deur
gevonden en geopend, waarachter
aanwezig bleek te zijn een eikenbouten
beeld, voorstellende Aartshertog Maxi-
miiiaan van Oostenrijk (1482), met
de attributen van ridder van het
Gulden Vlies,en op de borst geschilderd
de Dubbele Adelaar. Het beeld is 60
centimeter hoog en is vermoedelijk
een gevelbeeld geweest.
In verband daarmede wordt herin
nerd, dat de latere Keizer Maximili-
aan de echtgenoot van Maria van
Bourgondië eenmaal te Goes beeft
gelogeerd. In bet huis, waar b(j toen
zijn intrek nam, was het wapenbord
van den Vorst, namelijk de twee aren
den, geplaatst; bet bleef daar jaren
lang en gaf aan het buts den naam
van «het buis met de twee arenden."
Of dit beeld met dit huis en de
geschiedenis van het verblijf in dat
huis in eenig verband staat, is echter
niet bekend.
BELGIË.
De staking geëindigd.
Een Reuterteiegram heeft reeds
bet bericht gebracht, dat de staking
in de Borinage ais geëindigd mag
worden beschouwd ten gevolge van
de aanneming van een wetsvoorstel
ter aanvulling van de wet van 5 Juni
1911, regelende de ouderdomspen-
sioneering van mijnwerkers. Het
eenige artikel van het voorstel be
paalt, dat de loonen per week zullen
worden uitbetaald, doch de afhoudin
gen voor bet pensioen per maand
zullen geschieden.
Het is de eerste keer in de Bel
gische parlementaire geschiedenis,
schrijft de Brusselscbe correspondent
van bet Antwerpscbe «Handelsblad»,
dat een ontwerp in zulk een kort
tijdsverloop tot wet werd verheven
ingediend te drie uur, gerapporteerd
te half vier, was het vóór vier uur
met algemeene stemmen aangenomen.
Zeventig mijnwerkers, die te voet uit
het stakingsgebied naar Brussel waren
gekomen om bij de volksvertegen
woordiging aan te dringen op be
slechten van hel geschil, vernamen
met groote vreugde de gevallen be
slissing. in de perstribune werd een
collecte gehouden, om de menscben
met den trein naar de Borinage te
laten terugkeeren.
RUSLAND.
Rusland en Finland.
De Russische ministerraad heeft
eenige gewijzigde bepalingen gemaakt
voor de vertegenwoordiging van Fin
land in bet buitenland. Het is thans
toegestaan dat vertegenwoordigers der
Finscbe staatsspoorwegen, met ver
gunning van den gouverneur-generaal
aan buitenlandsche spoorwegcongres
sen deelnemen, ook wanneer Rusland
op die congressen niet vertegenwoor
digd is. Aanvankelijk was dit verboden,
en mochten Finsche spooi wegambte-
Een Roman uit de laatste Poolsche Revolutie
VAN
JULIUS ALICZNT.
4)
«Rechtvaardige hemel," riep Dew
binsky, «dat is zijn vagevuur hier op
aarde afdoen."
«Het dorp is zoo slecht niet, mijn
heer de graaf; als ge het maar eerst
hebt leeren kennen; de jacht is goed,
er is in de omstreken veel wild, zelfs
beeren."
De graaf liet Orlanoff roepen.
«Ge zijt bier bekend," riep de jonge
kasteelheer hem toe, «kom mee, ik wil
mijn goed en mijne ondergeschikten
nader leeren kennen."
De wind floot steeds scherper, steeds
koelerde sneeuw viel met dichte
vlokken, doch dit schrikte den graaf
niet af. Hij ging van het slot naar
beneden, Orlanoff' volgde hem op de
hieleDongeveer dertig schreden ach
ter hen ging een kozak, om hem te
bewaken.
De eerste gedaante, welke den graaf
ontmoette, was een bedelaresin
armoedige lompen gehuld, drukte zij
haar schreiend kind vaster aan hare
borst en bewasemde zijn bleek hoofd
om de bijna uitgedoofde levensgeesten
op te wekken. Zij scheen zeer ellendig
te zijn, zoo ellendig, dat niemand wist
of ouderdom, ziekte of verdriet de
diepe plooien in dat gelaat gegroefd
hadden. Haar flauwe blik was op deD
grond gericht, als wilde zij hem met
geweld van het kind afwenden. Een
grof laken, bijna een deken gelijkend,
omhulde baar hoofd en hare gestalte
daar onder woei de wind bet groene
rokje om hare beenen en voeten, die
door de gescheurde schoenen zeer
slecht tegen het sneeuwwater beschut
waren.
Poolsche boeren gingen haar voorbij,
wierpen meestal een verachtenden blik
op de ongelukkige, maar niemand
dacht er aan, haar iets te geven- De
voeten schenen haar niet meer te
kunnen dragen; zij zette zich op een
steenen bank voor een huisje neder.
Graaf Dewbinsky trad recht op haar
toe.
«Het gaat u zeer slecht," zeide hij
op zachten, innemenden toon, «kan ik
u helpen Ik ben de heer van bet
kasteel."
«Rechtvaardige God mijner vaderen,
mij helpen 1 Wie zou mij helpen, ik
ben immers een jodin, een arme ver-
stootene vrouw!"
Graaf Dewbinsky zag baar met zijne
heldere groote oogen verwonderd aan
daarop echter gaf bij haar eenige
roebels en zeide tot Orlanoff: «Woont
bier een jood in het dorp?"
«Om u te dienen, mijnheer de graaf,
ginder in dat één verdieping hooge
huis woont Baruch Levi, de brande
wijnstoker."
«Nu," voer de graaf tot de onge
lukkige voort, «ga daar heen en zeg
dat ik bevolen heb, u daar te ont
vangen, en u kost en huisvesting te
verschaffen; koop voorts schoenen en
doek voor het geld, dat ik u gaf."
«God zegene u duizendmaal en moge
u het goede vergelden wat ge aan
eene jodin gedaan hebt; maar zal
Baruch Levi mij gelooven, als ik hem
zeg wat n we genade mij bevolen heeft
«Ga met baar, Orlanoff en zag aan
Baruch Levi, dat ik mij zelf zal komen
overtuigen of hij mijn bevel volbracht
heeft."
Ernstig en zwijgend zette de graaf
zijne wandeling voort. Het tooneel
met de bedelares had hem diep ge
troffen. Op zijne reizen, gedurende zijn
verblijf in de groote steden van Europa
had hij wel de armoede in de ver-
schillendste gedaanten leeren kenneD,
maar nog nooit was zij hem in znlk
een schrikbarende gestalte voor ge-
komen als nu in zijn vaderland, op zijn
landgoed I
I «Arme vrouw," sprak hij halfluid,
«ge zijt een getrouw afbeeldsel van
het arme vaderland! O vczycna!"
zuchtte hij. Een blik op den soldaat,
die steeds op denzelfden afstand achter
hem bleef, veranderde zijn weemoed
in bitterheid. Terwijl de broeders
voor de groote geliefde moeder van
alle zijden zich tot den strijd aan
gordden, moest hij hier blijven in
trage werkeloosheid; terwijl Polen's
dappere zonen bloeden leven opofferden
kon hij hier op zijn kasteel hoogstens
bidden En zoo de groote, beslissende
kamp gelukte, wat zouden zijDe jeug-1
dige gezellen dan van hem zeggen
Het rood der schaamte steeg hem in
het gezicht. Dan kan ik mij zelf ver
bannen uit mijn vaderland," zeide hij
voor zich en ging steeds mismoediger
verder.
Zoo was hij een eindweegs huiten
het dorp gekomen, toen hij plotseling
de klokjes van een slede hoorde, die
met razende snelheid over de vlakte
heen schoot; Orlanoff, die op dat
oogenhlik teruggekomen was, riep
verschrikt;
«Om Godswil, de paarden zijn op
hol. Zoo zij aan het einde der groote
weide komen, moeten zij daar onge
twijfeld van de rotsige glooiing neer
storten, en die in de slede zitten zijn
verloren
De schuwe dieren kwamen reeds
zeer dichtbij sd hadden nu de twee
mannen gezien. Met een snellen sproDg
wilden zij hen voorbij, maar reeds had
de graaf den teugel van het eene paard
gegrepen en evenzoo viel de jager in
de teugels der twee anderen, zoodat
zij hoog op steigerden en de slede na
een geweldigen schok tot staaD kwam.
Maar het was ook meer dan tijd,
want nog eenige seconden en paarden
en slede zouden in den hollen weg
zijn gestort, die langs den kant der
vlakte liep.
In de slede zaten twee vrouwen;
beiden waren in onmachtde koetsier