NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht FEUILLETON. No. 39. Woensdag 15 Mei 1912. 41e jaargang. VKHSMT WOENSDAfi EN ZATERDAG BOTER EN KAAS. VERVLOEKT EN VERSTOOTEN. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Lngezjnden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER. Bureau: Laugestraut 17. Telephoouno. 09. ADVERTENTIEN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De tariefnummërs42en43 liereerste goederengi oep van het ontwprp- tarief- wet handelen over boter en kaas. Op deze beide goederensoorten heeft mini ster Kolkman het fiscaal oog gevestigd en blijkens haar wetsvoorstel heeft de regeering het nuttig en noodig ge oordeeld ook die producten van het zuivelbedrijf met een nieuw of ver hoogd invoerrecht te treffen. Boter, thans bij invoei onbelast, zal aan een invoerrecht van 10 gulden per 100 Kilogram onderworpen worden. Kaas, tot nu toe belast rnet 5 gulden per 100 Kilo, zal die heffing verhoogd zien tot 25 gulden. Voor de schat kist wordt uit deze beide tariefnum mers een verhoogde opbrengst van omstreeks honderdduizend gulden ver wacht. Stellige redenen, die het nieuw of verhoogd belasten moeten verklaren, worden in de toelichtende memorie niet vermeld. Wat de kaas betreft wordt volstaan met de mededeeling dat de ingevoerde kaas behoort tot de luxe-genotmiddelen en als zoodanig voor verhoogde belasting in aanmer king komt. Over boter leest men er, dat het is neen artikel, dat in ons land in ruime mate kan worden ver kregen en waarop hier ie lande in de laatste jaren een scherpe conlröle wordt uitgeoefend". Een waarheden- paar, dal nergens op tegenspraak zal stuiten, doch welks vermelding geen enkel argument voor invoerrechten- heffing inhoudt. De verwijzing naar het bestaan der rijksboter-contróle is zelfs al heel naïef, aangezien de inge voerde boter geenszins onttrokken is aan de bepalingen der boterwet. Voor de beoordeeling van de voor stelde invoerrechten op boter en kaas zijn geheel andere overwegingen be slissend. De Minister schijnt geen oogenblik zich ook maar de vraag te hebben voorgelegd of het wel ver standig is te achten dergelijke invoer- lechten te willen heffen in Nederland, dat zijn landbouwers lot voorspoed zag komen dank zij den uitvoer van zuivelproducten. Wie in een glazen huis woont pleegt om goede redenen zich le onthouden van .steengooien. Het schijnt, dat die allereerste les dei- meest eenvoudige voorzichtigheid voor den heer Minister nog iets te moei lijk is geweest. Zal misschien de verklaring (en daarmee tevens de vergoelijking) te vinden zijn in de meening dat de Nederlandsehe landbouwbelangen baat zullen vinden bij een Invoerrecht op boter en kaas? Zullen, met andere woorden, naar de meening van de tariefontwerper deze invoerrechten te beschouwen zijn als de vergoeding voor het aan den landbouw door de tariefwei opgelegd nadeel Binnen het raam der protectionistische stellingen zou dat allicht zoo te plooien zijn het voorgesteld recht zou dan een be schermend recht moeten heelen, den Nederlandschen boter- en kaasprodu cent in bescherming nemend tegen de concurrentie van zijn uitheemsche mededingers. Echter zou dan niet alleen de voortdurende uitbreiding van den Nederlandschen kaas- en boteruitvoer weggecijferd moeten wor den, doch zou rnen ook moeten aan vangen met de bewijsvoering, dat de ingevoerde kaas en boter inderdaad aan het Nederlandsehe zuivelbedrijf een onhoudbare mededinging aan doet. Reeds dit laatste zou voor de ver dedigers der taiiefwet een te zware taak zijn. Immers, de hier te lande ingevoerde boter concurreert volstrekt niet met bel goed aangeschreven Nederlandsch product. Een niet gering deel van de thans aan de grens onder het hoofd «invoer" geboekte boter bestaat uit retourzendingen voor Nederlandsehe fabrikanten en hande laars, die hun zendingen terug ont vangen wegens weigering van rem- boursement, verhuizing of betaling- staking der klanten enz. Daarnevens worden ook af en toe partijtjes goede kwaliteit ingevoerd voor exporthuizen die naast <Ie Nederlandsehe boter ook andere leveren, alsook voor scheep- vaartcontractanten. die zich tot deze levering (naast de levering van in- heemsch product) konden verplichten, dank zij de afwezigheid van invoer rechtenheffing. Evenzoo wordt er nu en dan (doch In afnemende hoeveel heid) boter ingevoerd voor de marga- rmefabiicage. Terwijl voort te wijzen is op den invoer van goedkoope boter soorten voor beschuitbakkers en be- schuitfabi ikanten, die voor hun be- diijf geen margarine kunnen gebrui ken en die wegens de hooge prijzen van het gebruik van Nederlandsehe boter moeten afzien. Kortom, de werkelijke invoer be staat deels uit zendingen, die voor handels- en industrieele doeleinden niet gemist kunnen worden, en overi gens uit botersoorten, die in kwaliteit bij de goede Nederlandsehe boter ver achterstaan en wegens dat kwaliteits verschil tegen beduidend lager pryzen worden geleverd. Met andere woorden concurrentie wordt aan de Neder landsehe boter niet aangedaan door het builenlansch product. In verhou ding tot den enormen uitvoer is het invoertotaal van weinig beteekenis. Het belasten van de uitheemsche boter berokkent moeilijkheden aan fabrikan ten en handelaars, zonder dat er eenig landbouwbelang baat in vermag te vinden. Tot dezelfde slotsom komt men ook bij het beantwoorden der vraag of het belang van den Nederlandschen land geheel verschillend van de Nederland sehe. Het is, kort gezegd, een ander product met een andere bestem ming. Dit in het oog houdend ligt de ge volgtrekking alweer voor het grijpen dat er geen sprake is van concurrentie, die aan de Nederlandsehe kaasmakers wordt aangedaan. Bescherming tegen niet bestaande concurrentie is een absurditeit, zelfs voor protectionisten Het bestaan van een invoerrecht op vreemde kaas heeft derhalve op den stand van het Nederlandsehe land bouwbedrijf geenerlei invloed Het is meenen we, op grond van bet voorafgaande, niet voor tegen spraak vatbaar, dat geen Nederlandsch landbouwbelang de invoerrechtenhef- fing voor boter en kaas vordert. Wel is het gemakkelijk aantoonbaar, dat het Nederlandsch landbouwbelang die invoerrechtenheffing verbiedt. Voor deD verkoop der Nederlandsehe boter zijn, naast de binnenlandsche markt, in hoofdzaak vier markten be schikbaar. Wel wordt er ook naar tropische gewesten, alsmede naar Zuid- Afrika, boter uitgevoerd, doch veel omvangrijker is de verkoop in Duitscb- land, Engeland, België en Frank- lijk. O Verlies van één dier markten zou reeds groot nadeel opleveren, verlies van twee of meer markten zou voor den toestand van bet Nederlandsch zuivelbedrijf verwoestende gevolgen hebben. Nu dient men in het oog te houden dat van de genoemde landen alleen bouw wellicht vordert dat de invoer Duitschland een hooger recht heft dan van vreemde kaassoorten door hooger invoerrechtenheffing zal worden be moeilijkt. Reeds beeft de jaarlgkscbe kaasuitvoer een totaal van vijftig millioen kilogram overschreden. De omstreeks tweehonderdduizend kilo gram bedragende invoer is verge leken met zoo grooten export als een druppel in een emmer. Bovendien is het overgroot deel der ingevoerde kaas wat haar samenstelling aangaat het nu door de wet-Kolkman voor gestelde. De heffing in België en Frankrijk is iets lager, namelijk 20 francs per honderd kilo, het oogen- schijnlijk gering verschil is in werkelijk heidechtergrooteraangezien het Fran- sche en Belgische invoerrecht het nettogewicht belast en het ontwerp- Kolkman bruto voor netto rekent. Engeland laat den invoer onbelast. Mocht in de toekomst een der drie laastgenoemde staten een nieuw invoer recht op boter willen instellen, of het bestaand invoerrecht willen verzwaren, dan zou het levenslang van den Neder landschen landbouw aan de Neder landsehe regeering den plicht opleggen daartegen bezwaar te maken. Komt evenwel liet ontwerp-Kolkman tot stand en blijft daarin bet tariefnum mer 42 behouden, dan zal de Neder landsehe regeering zich van dien plicht voortaan niet meer kunnen kwijten. Elke andere staat zal Nederland dan kunnen toevoegen zelf hebt ge het slechte voorbeeld gegeven het handels verkeer te belemmeren door een hoog invoerrecht. Met andere woorden het ontwerp-Kolkman geeft het recht van protest uit handen ter wille van een kleine fiscale bate. Nog scherper teekent de ernstige fout dei' regeering zich af in het voor- steld recht op kaas. Voor dit eveneens zoo belangrijk exportartikel is het aantal markten grooter dan voor boter. Wel is waar nemen Engeland, Duitschland, Frank rijk en België ook hier de eerste plaatsen in, doch ook Spanje en enkele andere staten zijn voorname afnemers. Met uitzondering van Engeland wordt overal een invoerrecht op kaas ge heven. Duitschland heft 30 mark, Frankrijk 15 francs, België 12 francs; Spanje 25 peseta's, dus ongeveer f 11.75 per 100 kilogram. In geen dier kaas-importeerende landen is derhalve het invoerrecht zóó hoog als het ont werp-Kolkman goed vindt voor te stellen voor het kaas-exporteerend Nederland. De beraamde vijf en twintig gulden per honderd kilo bruto brengen Nederland wat dit artikel betreft in het handelspohtisch gezelschap van Portugal en Venezuela Nog geen drie jaar geleden heeft de Nederlandsehe regeering bezwaren doen kennen tegen het destijds daar lot uiting gekomen voornemen bet invoerrecht op kaas te verhoogen. Voor Nederland hadden die onder handelingeneen gunstig gevolg. Frank- Een Roman uit de laatste Poolsche Revolutie VAN JULIUS ALICZNY. 29) Aron sprong op en boog bijna tot den grond. «Wel, joden, wat nieuws is er?" «Niets, genadigste heer kommandant, Levi is op veldontdekking uit, het is overal stil zij zullen slapen in het kasteel." De kommandant zette zich in een hoek en hield het oog op de joden. Niemand sprak een woord; zoo ver streek een kwartieruur. Aron gluurde steeds ongeruster naar de deur, maar Barucli Levi kwam niet. «Genadigste heer kommandant," zei Aron eindelijk, nik zal zelf gaan om te onderzoeken wat er met Baruch Levi gebeurd is. nNiet van bier," riep de overste en haalde een pistool tevoorschijn; «mij komt de heele geschiedenis verdacht voor, en zoo ge slechts éen woord ge logen hebt, schiet ik je neder als een hond." Op Arons voorhoofd kwam bij deze woorden het koude doodszweet, kramp achtig trok het hem de keel zamen, krampachtig omklemde zijne hand de leuning van den stoel, als vreesde hij om te vallen. Wederom verstreek een kwartieruur, Baiuch kwam nog altijd niet. De overste opende het venster en floot. Dadelijk antwoordde een an der fluiten van buiten en drie officie ren traden in de kamer. De overste wendde zich tot een hunner en beval «Laat deze twee joden binden." «Gerechte God, waarom I" schreeuwde Aron Teweles. «Welke schuld heb ik aan den ge- heelen schlamassal, ik weet van niets riep jammerend de kroeghouder. Op een wenk snelden vier kozakken toe en bonden het edel broederpaar. De overste gaf den anderen officieren nu zijne bevelen. Hij wilde zich zeker heid verschaffen of er behoorlijk bericht was en beval het kasteel door verras sing te nemen. Spoedig daarop hoorde men aan al de hoeken van het dorp trompetseinen en tromgeroffel. Om heter te kunnen zien, staken de russen een paar hutteil in den brand. Met gevelde bajonnet en hoerakreten bestormde de infanterie het kasteel geen verdediging j geen schot viel 1 Overal vertoonden zich sporen van zoo even vertrokken troepen; op de binnenplaats brandde nog een wachtvuur. De Russen trok ken het eerst den linkervleugel van het kasteel binnen, sloegen de deuren in, verbrijzelden het huisraad, doch vonden noch opstandelingen, noch iets van geldswaarde. Officieren en soldaten waren woedend zich bedrogen te zien. Zij staken het kasteel aan de vier hoe ken in den brand en snelden naar het dorp terug. Eenige boeren, die de schrik uit hunne hutten had verjaagd, werden met geweerschoten begroet. De overste keerde met zijn officieren spoedig in het jodenhuis terug. Aron Teweles en zijn broeder lagen nog ge bonden op den grond en verbeidden bevend en tandenklapperend hun lot. In hetzelfde oogenblik brachten vier ko zakken een knaap, die zich in het slot verscholen had. De overste dreigde hem oogenblikkelijk te laten doodschie ten, zoo hij niet alles wat in het kasteel gebeurd was, naar waarheid verhaalde. De jongen betuigde niets anders te weten, dan dat ongeveer een uur ge leden al de opstandelingen in de groot ste stilte hun paarden gezadeld hadden en een oude jood de geheele bende door de achterdeur naar buiteu had gevoerd. Aron Teweles tandenknarste nu van woede. «Baruch Levi, wee u schreeuwde hij; «ik wil wraak aan je nemen, ik wil je vervolgen tot aan het einde der wereld." «Dat moogt ge schurk!" riep de overste vergramd«doch nu ontvangt ge je loon." Een wenk was vol doende en vier kozakken rukten Aron Teweles den kiel van het lijf, om zijn rug met de knoet te streelen. De ge slagene slaakte een kermend gebrul, waarop de kozakken echter geen acht sloegen. Toen zij genoegzaam hun grimmigheid aan hem gekoeld hadden, wendden zij zich tot Mozes, die onder duizend smeekingen en eeden zijne on schuld wilde betuigen, hetgeen hem echter niet baatte, hij moest zich zoo als zijn broeder, aan de hem opgelegde straf onderwerpA. Beide broeders liet men in hun bloed liggen, zonder zich verder om hen te bekommeren. Een uur later marcheerden de Russen weg, om in de aangeduide richting de op standelingen te vervolgen. XI. De kozakken waren met den gevan gene Seniawitseh en den tuiniersknecht van vorst Felotiskoffte Warschau aan gekomen. De graaf verhaalde aan Murawieff, dat hij het gesprek van Dewbinsky met Langiewicz beluisterd eu geloofd had met de beste bedoeling te handelen, door den kozakken hier van door den knecht kennis te laten geven, om zoo doende de vlucht van Dewbinsky te verijdelen. Waarom deze nog dieuzelfden dag zijn voornemen had uitgevoerd, was hem te onbegrij pelijker geweest, daar bij het voor onmogelijk hield dat iemand Dewbinsky had kunnen waarschuwen. Met de verklaring van den graaf stemde ook die van den tuiniersknecht en de kozakken overeen.. De wacht meester der kozakken moest voor zijne nalatigheid hard boetenMurawief liet hem zonder veel omstandigheden fusil- leeren. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1