NIEUW 1 Nieuws- @i Advertentieblad voor de Provincie Utrecht Qakmemt FEUILLETON. No. 40. Zaterdag 18 Mei 1912. 41e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG PREMIE BINNENLAND. VERVLOEKT EN VERSTOOTEN. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau Luiisestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en -vignetten naar plaatsruimte. voor de lezers van deze courant Het heden verschenen 7e Nummer van den vierden Jaargang van Omt&yxtnnhMnfl Dit zeer actueel nummer bevat o.a.: Het bezoek van H. M. de Koningin aan Parijs, met de portretten van de vijf hooggeplaatste politie-ainbte naren, aan wie de zorg voor de veilig heid van ons Koningspaar, tijdens Hun verblijf te Parijs is toevertrouwd. Grafmonument van politie-ambtrriaren te Parijs. Draadlooze telegrafie in volle zee, in vet band met dé ramp van de Titanic'', met. verschillende foto's. Druivenkweekerij in het Westland. Brand te Alkmaar, met 2 fotos. De Nederlandsche Zwem- bond. Universiteits-Roeiwedstrijden op Hernelsvaartsdag bij de Zweth. Het monument te Enscbedee. ter herinnering aan den grooten btand van 7 Mei 1862. Albert Vogel, ge ïnterviewd, vóór zijn reis om de wereld, met een 3-tal foto's. De Haagsche Politie-Esperanto-Club. Voorts be kende landgeriooten en het vervolg van de Gedenkschriften van Madame Steinheil, met 3 foto's, voorstellende Marguenthe Steinheil en haar dochter en de kostbare geschenken van Presi dent Faure. Heldenfeiten uit het leven van Ridders van de Militaire Willemsorde, met foto. Ten slotte de Rubriek van Redacteur X. en het Kindernummer »Ons Prinsesje", met onderhoudende en leerzame kinderlectuur. Mededeelingcn van <le Koninklijke Nederl. Landbouwvereeniging. In verband met de voorbereiding van de excursie naar Zuid-Zweden heeft de secretaris der K. N. L. een reis daarheen gemaakt. Daarbij is gebleken, dat de Landbouwvereeni ging te Malmö, secretaris de heer G. Leufven. en verschillende inrich tingen en landbouwbedrijven bet reis gezelschap op bijzonder voorkomende wijze zullen ontvangen. Algemeen bleek daar echter de vrees te bestaan, dat door ons gezelschap de smetstof van mond- en klauwzeer zou kunnen wor den overgebracht. Na ampele be spreking werd vastgesteld, dat de K. N. L. iederen veehouder, wiens vee aan mond en klauwzeer lijdende is of geweest is sedeit korten tijd en iedeien veehouder, afkomstig uit een slieek. waar het mond- en klauwzeer in hevige mate Iteerschende is, van deelneming aan de excursie zal uit sluiten. Het Dagelijkscb Bestuur der K. N. L. besloot in zijne vergadering van 10 Mei 1912 aan deze bepaling streng de hand te houden, ook tegen over personen, waarvan bet tijdens de reis mocht blijken, dat zij in strijd met deze bepaling zijn medegegaan. Voor ts werd in genoemde vergade ring van bet Dagelijksch Bestuurder K. N. L. de lijst van deelneemsters en deelnemers onherroepelijk gesloten. Middenstandsvoorlichting. Overeenkomstig de toelichting tot de Staatsbegrooting voor het loopande jsar, is door den Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel eene Commissie uit den Middenstand ge vormd, in welker handen gesteld is de regeling van de voorlichting van den harideldrijvenden en industrieelen middenstand, welke bij wijze van proef sedert twee jaren door tusschenkomst van den Middenstandsbond werd ge geven. Deze Commissie bestaat uit de heerenJ. Das Dzn., M. van Hout, H. K. Koppel, J. S. Meuwsen, W. Nieuwenhuizen en J. A. A Verbeek, die den beer Mr. J. C. A. Everwijn hebben verzocht als Voorzitter der Commissie op te treden, terwijl de vergaderingen der Commissie op uit- noodiging van den Minister worden bijgewoond door den beer Dr. D. Bos, Voorzitter van de Commissie voor de Middenstandsenquête, F. C. Kist, w. i., j Nijveiheidsconsulent en R. P. J. Tutein I Noltbenius c. i., Voorzitter van de Staatscommissie voor den Midden stand. Deze Commissie voor de Midden- slandsvoorlichting heeft thans besloten dat harerzijds medewerking zal worden verleend tot het doen houden van voordrachten over de navolgende onderwerpen 1. Middenstands- en vakorganisatie. 2. Bedrijfscoöperatie (gemeenschap pelijke inkoop, gemeenschappelijk ge bruik van machines, gemeenschappelijk gebiuik van werkplaatsen, gemeen schappelijke productie, gemeenschap pelijke veikoop). 3. Crefiietcoöperatie. 4. Giro- en chequeverkeer. 5. Warenkennis en vervalschingen. 6 Nut van het boekhouden, prijs berekening. Moderne hulpmiddelen bij de administratie. 7. Oneerlijke concurrentie. 8. Uitstalkunde. 9. Machinale inrichting van het bediijf cn middelen tot verkrijging van de berioodigde machines. 10. Organisatie van meestercursus- seri, oprichting van vakscholen en leerlingwezen. De voordrachten, waartoe de Com missie hare medewerking verleent, moeten een zuiver zakelyk karakter dragen en zich onthouden van pro- gaganda voor eenige bepaalde ver- eeniging of eenige bepaalde richting. De medewerking van de zijde der Commissie bestaat hierin, dat zij voor hare rekening neemt de vergoeding van reis- en 'verblijfkosten en de eventueele vergoeding van tijdverlies van den spreker. Bedoelde medewer king wordt slechts veileeml op aan vrage van eene Middenstandsvereeni- ging of een groep middenstanders wanneer deze zich bereid verklaren een zaal beschikbaar te stelleu, toe gang te verleenen aan alle midden standers ter plaatse en er voor zorg te dragen, dat in de vergadering geen propaganda voor eene bepaalde ver- eeniging wordt gemaakt Nader zal bekend gemaakt worden, wanneer aanvragen tot liet doen houden van voordrachten bij de Commissie kun nen worden ingediend. Zij, die meenen bevoegd te zijn over een der bovenbedoelde onder werpen voorlichting te verstrekken en bereid zijn, zich biervoor beschikbaar te stellen, worden uitgenoodigd, daar van spoedig schriftelijk mededeeling te doen aan »de Commissie voor de Middenstandsvoorlichtingd (adres 36 Lange Houtstraat te 's-Gravenhage), welke daarna zal beslissen of er aan leiding bestaat den aanvrager op de lijst van spiekers te plaatsen, en met den aanvrager in nader overleg zal treden. Ingeval middenstandsvereenigingen of leden van zulke vereenigingen mochten wenschen, dat op bovenver melde lijst nog andere onderwerpen worden geplaatst of bij de genoemde onderwerpen van algemeenen aard bijzondere onderdeelen speciaal worden vermeld, zal de Commissie daarvaD eveneens gaarne spoedig schriftelijk mededeeling ontvangen. Een bijzondere plechtigheid. Uit Middelburg meldt men: Op het voormalige Israëlietische kerkhof in de Jodengang alhier waar voornamelijk Israëlieten begraven liggen, die gestorven zijn in plaatsen waar zij geen kerkhof hadden, o.a. Antwerpen rust ook het stoffelijk overschot van dr. Samuel Menassen ben Israël, den zoon van den be roemden Amsterdamschen rabbi van dien naam. Deze Israëliet stierf in 1659, toen hij in Engeland vertoefde, om bij Cromwell een poging aan te wenden tot verdediging van de rechten van het Joodsche volk. Het lijk werd toen naar Middelburg overgebracht en hier begraven. Het graf van dezen Israëliet is thans geheel gerestaureerd; de oude zerk is schoongemaakt en op een passend onderstuk gezet, terwijl er om heen een kettinghek werd aangebracht en een opschrift dat aan deze restauratie herinnert. Dinsdag is dit graf opnieuw inge zegend. Voor die plechtigheid waren uit Engeland overgekomen de heeren J. A. J. de Villiers, secretaris van de Hakluyt Society, en de heer Isidore Harris, van de synagoge, in de Berkeley- street te Londen. De commissaris der Koningin was vertegenwoordigd door den heer mr. W. Polman Kruseman, griffier der Staten. Burgemeester en wethouders van Middelburg waren op het laatste oogenblik verhinderd aanwezig te zijn. Op de begraafplaats werd o.a. het woord gevoerd door den heer Cb. Boasson, voorzitter van 't kerkbestuur, door den heer S. Mendels, leeraar by de Israëlietische gemeente, door den vertegenwoordiger van den commis saris der Koningin en door den heer de Villiers. Laatstgenoemde wees er op, dat Menassen ben Israël en zijn zoon in hunne laatste levensjaren zeer veel hebben gedaan niet alleen voor de Joden in Engeland, maar in elk op zicht hun leven hebben gewijd aan de schiedenis der Joden op de geheele wereld. De Engelsche Joden stellen bet op hoogen prijs dat deze plechtigheid hun de gelegenheid geeft om hun hulde te brengen aan Nederland en Oranje, want de Joden in Engeland beschou wen Nederland als de bakermat hun ner vrijheid. Bij de plechtigheid was ook aanwezig de heer Mendes da Costa, als ver tegenwoordiger van de Portugeesch- Een Roman uit de laatste Poolsche Revolutie VAN JULIUS ALICZNY. 30) Seniawitsch en de knecht werden weder vrij gelaten. De graaf bleef eenige dagen te Warschau. In het gezelschap van Russische officieren had hij spoedig de rest van den door Ba- ruch-Levi geleende roebels verspeeld. Tot dezen kon en wilde hij nu niet op nieuw om geld gaan. Na een aan de roulette doorgebrachten nacht zat hij in een kamer van zijn hotel en dacht er over na hoe en waar hij wederom geld kon opjagen, om zijn ledige beurs weder te vullen, toen hem Aron Tewe- les in de gedachte kwam, die ook reeds eenige geldzaken met hem ge daan had. Dadelijk zond hij een kuecht, om hem op te zoeken en bij zich te ontbieden. Aron was, nadat hij in plaats van het beloofde geld een duchtig pak slagen met zijn broeder eerlijk gedeeld had, weder naar Warschau terug ge keerd en de bode vau den graaf vond hem in zijn huis. Na verloop van een uur verscheen Aron Teweles bij Seniawitsch. "Hareeds hier zoo ontving de graaf de met ontelbare buigingen bin nentredende, «kom nader, ik zou gaarne een zaak met je willen doen." Aron beantwoordde de toespraak van den graaf met een half spottenden glimlach; vervolgens zeide hij kuchend en met snaterende stem, terwijl hij een smerige brieventasch te voorschijn haalde. "Met pleizier wil ik mijne rekening met mijnheer den graaf in orde bren gen." De graaf beet zich op de lippen en terwijl hij den eigenlijken zin in het antwoord van den jood niet scheen op te merken, antwoordde hij met schijnbare zorgeloosheid, welke echter zijn misnoegdheid slecht verborg. »Ik moet drie duizend roebels heb ben, meester Aron, en gij kent mij te goed om niet te weten, dat ge niets bij de zaak waagt." «Ik geef u mijn woord, mijnheer de graaf," hernam de jood, «dat mijn beurs even zoo droog is als de jordaan in de heete Augustusmaand. Ik heb eenige dagen geleden een wissel be taald en dat heeft mij geheel op het drooge gebracht." Hij stond langzaam van zijn stoel op, haalde uit zijn por tefeuille een wissel en hield die den graaf voor. Bij het zien er van, werd Seniawitsch's gezicht doodsbleek en hij stak de hand er naar uit; maar Aron trok haastig zijne hand terug en bergde hem weder in zijn portefeuille. «Ik wilde slechts weten, of mijnheer de graaf dit papier kende, dat mij tien duizend roebels heeft gekost. Deze wissel is vijf duizend roebels groot en vervalt binnen drie dagen." «Hoe zijt ge aan dit papien geko men?" «Ik ontving het van Baruch Levi, en daar gij zoo het schijnt, niet wenscht mijnheer den vorst te laten weten, dat gij de acceptatie, welke hij zoo vrien delijk gegeven heeft Ik ben in de macht van dezen jood, dacht de graaf. Vol woede tanden knarsend, maar zijne gevoelens onder drukkend zeide hij «Beste meester Aron, prolongeer den wissel nog op drie maanden en op den vervaltijd zal hij dan prompt betaald worden." «Neen, mijnheer de graaf," ant- woordde Aron, «ik kan niet langer prolongeeren, daar ik, zooals ik reeds gezegd heb, zelf dringend geld behoef en op uwe nauwkeurigheid gerekend heb. Het doet mij leed, mijnheer den graaf te moeten verwittigen dat binnen drie dagen de wissel betaald worden, anders «Anders zou ik den vorst den wissel ter betaling vertoonen en vragen, of de acceptatie die er op staat werkelijk van zijne hand en echt is." De graaf sprong bij deze door Aron langzaam gesproken woorden van zijn stoel op, als of een adder hem ge stoken had. «De vorst Felotiskoff zal natuurlijk ja zeggen en den wissel betalen," her nam Aron bedaard. «Mensch, wilt ge mij razend maken?" «O, o!" riep Aron, «zoo ieder die wissels te betalen heeft, razend wilde worden, wanneer betaling wordt ge vraagd, zou men van elk derde huis een dolhuis maken." «Spaar je scherts!" snauwde Senia witsch hem toe. «Wat eischt ge voor de prolongatie of nog beter, voor de verwisseling tegen een nieuwen wissel?" «Tien duizend roebels," antwoordde de jood, op elk woord drukkend. «Van waar zou ik die som halen?" «Het spel biedt behendigen mannen steeds nieuwe hulpbronnen I" «Ik heb door het spel meer dan twee derden van mijn vermogen verloren." «Dat was de leertijd, het zal wel anders worden. Een speelhuis is een duiventil, waarin de duiven, als zij geplukt zijn, in haviken veranderen." «Geen woord meer I" riep Seniawitsch blozend. «In drie maanden zal het geweten van mijnheer den graaf zoo ruim zijn als mijn roksmouw," antwoordde Aron grijnslachend. In een ander oogenblik zou de graaf den onbeschaamde uit de deur laten werpen, maar hij moest nu trachten den wissel, hoe ook, in zijne handen te krijgen, om hem te kannen vernietigen, want de acceptatie van den vorst was valsch. Aron Teweles scheen zulks ook te vermoeden eu werd door de toegevend heid vau den graaf hierin gesterkt, zoo- dat zijn toon tegenover hem steeds brutaler werd. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1