HIEUW E IÉT Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. |pj gflfememee i^'ö. 4:2. Zaterdag 25 Mei 1912. 41e jaargang. FEUILLETON. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG PREMIE BUITENLAND. VERVLOEKT EN VERSTOOTEN. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het gebeele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 11. Telephoonno. 69. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. voor de lezers van deze courant Het heden verschenen 8e Nummer van den vierden Jaargang van Dit zeer actueel nummer bevat o.a. Het Drama in de Villa te Nogerit bij Parijs, met een tiental interessante foto's, voorstellende Garnieren Valet. de beruchte aute-bandieten, en hunne beminden: schilden, in gebruik bij de politie. De verwoesting, teweegge bracht door de dynamiet en kogels. Het huis na de ontplofling, enz. De Portretten van Fredenk VIII, den over leden Koning van Denemarken en van zijn opvolger Cristiaan X. De toe gang tot de vertrekken in het Vaticaan te Rome en de Pauselijke eerewacht. -De Jeanne d'Arc-feesten te Orleans. De groote Huisvlijttentoonstelling te Gouda, met portretten vari de be stuursleden. De uitstervende Geisja- Romantiek met 10 foto's en een hoogst interessant artikel. Opening van bet Clubhuis der afdeeling Amersfoort vau de Nederlandsche Padvinders- Organisatie. Vertr ek van den decla mator Albert Vogel te 's-Gravenhage. De Morgue te Parijs. Portret van Charles Péchard, Commissaris van politie te Parijs. Voetbalwedstrijd te Rotterdam op Hemelsvaartsdag Sparta tegen Ajax. Studenten-roei- wedstrijden aan de Zweth. Concours Hippique te Breda. HetK oninklijk Paar aan boord van de »Heemskerck". Voorts: bekende landgenooten en het vervolg van de Gedenkschriften van Madame Steinheil, met hetpoitret Félix Faure, den toenmaligen President van de Fransche Republiek. Helden feiten uit het leven van Ridders van de Militaire Willemsorde. Ten slotte de Rubriek van Redacteur X en het Kindernummer »Ons Prinsesje", met onderhoudende en leerzame kinderlectuur. De geabonneerde wonende wenscht zich te abonneeren op het weekblad „PAK ME MEE", tegen den prijs van 3'/j cents thuis bezorgd. Er Italië en Turkije. zijn aanwijzingen, dat Italië ook tot de bezetting van de laatste nog aan Turkije gebleven eilanden zal overgaan. Dit zijn Nikaria, Chios, Psara, Mytilene, Lemnos, Imtros en Tenedos. Nikaria is minder kaal dan de meeste van de nabuiige eilanden; er zijn daar nog schoone bosschen. De bevolking, ongeveer 14 000 zielen, heeft in bet oosten niet den besten naarnde Nikariërs gaan door voor twistzoekers en drinkers. Veel brengt de sponsvisscberij, waarvan zij leven, niet op. Behalve eenige gendarmes, is er geen Turksch garnizoen. Bij Nikaria of Ikaria laat de sage de wassen vleugels van Ikaros door de zonnestralen smelten en den onge- lukkigen voorlooper van de beden- daagscbe vliegers in zee vallen. Psara, ten westen van Chios, is een klein eiland met weinige arme visschers, schippers en smokkelaars. De bescheiden welstand van de be volking is in 1824 na de verwoesting van vele kleine Grieksche rebellen- scbepen en verovering van het eiland door de Turken, geheel vernietigd. Lemnos, Imtros en Tenedos liggen I het dichtst bij de Dardanellen men j neemt aan, dat zij het laatst bezocht I zullen worden, Het zijn daarvan Chios en Mynlone, die nu bijzonder belang inboezemen. Chios is. ondanks de vreeselijke stormen die tengevolge van den grooten Grieken-opstand van de twintiger jaren der vorige eeuw over het eiland woedden, nog een welvarend land gebleven, welks dichte bosschen van vijgenboomen, olijf- boornen en oranjeplantages jaarlijks eene, veilige winst leveieri en welks wijnen en hars belangrijke uitvoer artikelen zijn geworden. Het aantal daar wonende mohammedanen is sedert eenigen tijd verminder d sinds de uitbarsting van den Italiaanschen oorlog zijn nog meer mohamme- daansche gezinnen vertrokken. De stad Chios heeft 15,000 bijna uit sluitend Grieksche bewoners. In de oude burg der Ginstiniani vinden de Italianen nog Genueescbe wapens uit den tijd van de Frankische heer schappij die daar 700 jaren geleden begon eii tot 1506 duurde. Ten noorden en ten zuiden liggen kleine eilanden in de zeeëngte, die Chios van het vasteland scheidt; men zegt, dat de Turken maatregelen hebben genomen om de tusschenruimten door mijnen te versperren. Wanneer dat juist is en de Turken tegelijk inrichtingen hebben gemaakt die het opruimen van de mijnen door de Italianen be moeilijken, dan zal eene verbinding met het land verzekerd zijn en kan de toestand van de Italianen, die eventueel aan land worden gezet, bedenkelijk worden. Het door eene Gatelusi. Het schijnt, dat Mytilene tot eene nadrukkelijke verdediging is voorbereid, en dat hier minstens 5000 man staan. De Grieken van het eiland, en ook die van Chios, hebben den Turken tot dusver geen reden tot wantrouwen gegeven Het besluit tot uitzetting van alle Italianen uit het Turksche gebied wordt, volgens de Sabah, hiermee gemotiveerd, dat de Italianen op Rhodos in strijd met het volkenrecht alle daar aanwezige burgerlijke ambte naren tot krijgsgevangenen hebben verklaard en naar Italië gebracht hebben; verder heeft de bezetting van Rhodos, die op den uitslag van Rhodos geen invloed zal hebben, den baat tegen de Italianen opnieuw aangewak kerd. Het besluit tot uitzetting is ge nomen op aandrang van het comité. De minister van buitenlandsche zaken was er tegen, maar kon aan den aan drang geen weerstand bieden. De koning van Italië heeft 100.000 frs. ter beschikking van den minister president gesteld voor de door de Turksche regeer ing uitgezette Italianen. De Corriere d'Italia schrijft: «Turkije is als een gewond wild dier. Op den oorlog, die door de Italianen nauw gezet wordt gevoerd naar de regelen, die door de beschaafde volken worden toegepast, antwoordt het met de uit zetting van de Italianen. Turkije be nadeelt daardoor in de eerste plaats zich zelf, want de Italiaansche koloniën Italiaarische beschieting een weinig I waren een organisme van beteekenis beschadigde station voor vonkentele- j door hun handel en hunne economische grafie op Tsjesme, tegenover Chios, I hulpmiddelen. Blijkbaar is men in is hersteld en waarschijnlijk wat verder landinwaarts verlegd. Mytilene is na Rhodos het grootste Turksche eiland. Evenals Chios is het goed bebouwd en rijk. Olie, vijgen, druiven, wijn, oranjeappelen, vormen de uitvoerartikelen. Hier zijn de mohammedanen in wat grooter aan tal gevestigd. Het oude zeeslot draagt nog sedert 1354 het wapen van de Konstantinopel het hoofd kwijt ge raakt. Turkije. Hoewel de Porte niet geheel gerust gesteld schijnt te zijn door de ver zekeringen van Rusland van de troepenconcentratiën, verklaren offi- cieele Turksche klingen de toestand voor verbeterd. De Russische minister van buitenlandsche zaken beeft den Turkschen gezant te Petersburg de verklaring afgelegd, dat de reservisten van het militiedistrict Roskouw en de reservisten van de vloot naar huis zouden worden gezonden. De Russische Zwartezeevloot kruist weder in de Turksche wateren. Ver leden Zaterdag nam zij bij Songaldok duizend ton kolen in. Tot kenschetsing van den toestand in Albanië kan dienen een bericht uit Uskub, inhoudende dat daar wapen rust voor den storm heerscht. De Albaneezenhoofden verzamelen aan alle kanten hunne aanhangers, om tegen Djakowa op te rukken. De korpscommandant to Uskub is uit Albanië teruggekeerd, om toebereid selen te maken voor bet binnenrukken van de troepen in het opgestane ge bied. Een door verscheidene aanzien lijke Arnautenhoofden onderteekend, onder de bevolking verspreid manifest verlangt, onder bedreiging ,met den dood, algemeene deelneming aan deu opstand. De Vossiscbe Ztg. schrijft: De toe stand in Albanië is ernstig. Voorloopig hebben echter geene gevechten plaats. De Albaneezenhoofden verzamelen overal hun aanhang en marcheeren tegen Djakowa. Een door vier aan zienlijke hoofden, met Hassan Bey aan het hoofd, onderteekend manifest spoort onder bedreiging met den doodstraf aan tot een algemeenen opstand. Er wordt met brandschatting en met het uitmoorden van geheele gezinnen gedreigd om tot den opstand aan te vuren. De in de gevechten om den bergpas van Katsjanik beroemd geworden hoofdman Idris Safer is eveneens met zijn aanhang in het gebergte gegaan Albaneesche kringen beweren, dat in de stad Kroja (dis trict Janiua) de onafhankelijkheid van Albanië is uitgeroepen. De Fransche ingenieurs, die voor het maken van het ontwerp van den Adriaspoorweg in Pristina vertoefden, zijn terugge keerd, omdat er aan verder werken voorloopig niet te denken is. Een Roman uit de laatste Poolsche Revolutie VAN JULIUS ALICZNY. 32) De toegesprokene was een groot, mager man met zwart haar, donkere wenkbrauwen, stevige gestalte, die echter uit lange gewoonte eenigszins gebogen was, zoodat men den man voor klein kon houden. Zijne kleine grijze oogen glinsterden als die van een tijgerkat. ir Hoe de zaken staan Slecht als ge kniepert, en goed, zeer goed, zoo ge mij het noodige geld wilt geven, om het duifje te halen! Ge weet, gond opent alle deuren maar minstens drie honderd gulden moet ik hebben." Teweles trok een droevig gezicht. "O," zei Ornstein, zijn hoed nemend, «dat is de som, welke ik voor de reis behoefik moet een gesloten reis koets hebben, eeD vertrouwden koetsier en knecht, en wat krijg ik? Ge looft ge, Aron, dat een kleinigheid is, een jong meisje uit het kasteel te stelen gelooft ge dat men vijf jaren tuchthuisstraf zoo licht bij den koop neemt? Want ingeval men mij betrapt verraad ik je niet, maar zeg op mijn eigen hand gehandeld te hebben." "Wat wilt ge als loon?" fluisterde Teweles. «Vijf honderd gulden." »Ik geef je twee honderd." "Niet voor vier honderd negen en negentig." Teweles kende zijn manhij haalde een brieventasch te voorschijn en legde drie banknoten van honderd gulden op de tafel. Ornstein staarde met begeerige blik ken naar het geld. "Beste Teweles, geef toe," zeide hij. "Wat ik gezegd heb, blijft gezegd antwoordde de andere"drie honderd voor de reis, drie honderd voor de moeite. Hier ligt het geld!" De twee eerbare mannen werden het eindelijk eens. Ornstein nam het geld en verwijderde zich. Aron Teweles nam een kandelaar en ging uit zijne kamer, welke hij met een hangslot sloot. Hij ging vervol gens door een korten gang en opende een deur. Een sterke knoflookgeur drong uit de keuken, welke hij nu binnentrad. "Luister, Rebekka, laat den boel staan en volg mij ik zal je den volgende maand twee gulden meer loon geven ik krijg bezoek, een meisje, ge moet er voor zorgen dat zij den drempel niet overschrijdt, als ik wegens zaken uit ben." De keukenmeid ontviel de pot lepel. "Welk een meisje zal dat zijn?" vroeg zij. »Een meisje, schoon als de roos van Jericho en gij zult ze bewaken," mompelde Aron met glinsterendeoogen. De oude vrouw knikte met het hoofd en volgde den vooruitgaanden jood. Deze opende een kamer en bleef bij een in het behang verborgen deur staan. Toen hij op een veer drukte, opende zich de deur en met verbazing zag Rebekka een tweede, haar tot nu onbekend kamertje, welks wanden met hooge, ouderwetsehe spiegels bedekt waren. «Ziet ge, Rebekka, hier zal zij wonen." »Dus opgesloten?" vroeg de jodin. «Als ge het zoo heeten wilt, goed "Twee gulden 's maands is te weinig." "Wil ik je er drie geven?" bromde Aron. "Goed, ge kunt staat op mij maken De deur werd gesloten en het lieve paar keerde weder in de keuken terug. Nog lang sprak Aron met zijne huishoudster; vervolgens ging hij heen en zeide voor zich. Het kost mij veel geld dat schoone Saartje maar waarom zou ik het niet voor haar geven? Zij moet de mijne zijn! Waarom zou ik niet het liefje van een graaf hebben En dan wraak wraak, ellendige Baruch, aan je kind wil ik de slagen wreken, welke ik van de Russen gekregen heb!" En zijne vingers krom den zich kramachtig als de klauwen van een wilde kat. Sara was in zoo verre hersteld, dat zij het bed verlaten en op fraaie dagen in dea tuin van het kasteel kleine wandelingen kon doen. Dagelijks zond zij den trouwen Iwan naar haars vaders huis, om te zien of hij nog niet terug gekeerd was. Zij zon hem gaarne te voet zijn gevallen, om zijne vergiffenis te erlangenwant zijn vloek rustte haar op de ziel, en de ze gedachte vervulde haar meer, dan de herinnering aan Seniawitsch. Dik werf zat zij uren lang iD het kleine paviljoen, de oogen op een punt gericht en prevelde zacht voor zich: "Ver vloekt en verstootenAlles, alles wil ik ondergaan, ja zelfs ellende ter wille der liefde, maar de vloek mijns vaders verdraag ik niet." Daar er echter geen hoop was. dat Levi spoedig weder in zijn huis zou terug keereD, wjjl men er in het dorp algemeen over sprak, dat hij tot de opstandelingen was overgegaan, terwijl Sara's tante reeds den volgenden dag na de heillooze aankomst van Levi en Aron verdwenen was, had Iwan in het naaste stadje kleederen en schoenen, zoo mede een damespels gekocht en al deze voorwerpen heimelijk in het kas teel gebracht. Sedert eenige dagen sloop een boer om het kasteel Wollnaka heen, bracht nu eieren, dan wild of hoenders en bood ze Iwan te koop aan. (Wordt rervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1