NIEUWE
'iÊf Nieuws- en Advertentieblad TÉT
voor de Provincie llreeit. ||p
Qakmme,
iVo. 46.
Zaterdag 8 Juni 1912.
41e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
PREMIE
taiBsanSaag:ag
BINNENLAND.
FEUILLETON.
VERVLOEKT EN VERSTOOTEN.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephooun 69.
ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lezers van deze courant
Het heden verschenen 10e Nummer
van den vierden Jaargang van
bevat o.a.
Bezoek van Z. K. H. Prins Hendrik
aan de Kennels der Nederlandsche
Vereeniging voor Roode Kruishonden
en Het Diner de Corps van het
Militaire Huis van H. M de Koningin,
in «de Witte" te 's-Graventiage, met
de portretten der aanwezige 12 leden.
Voorts: de Roeiwedslrijden te
Oudshoorn op 25 Mei en de Voor
wedstrijden van de Olympische Spelen
te Rotterdam op 26 Mei, met 2 foto's.
Gymnastiekfeest van het Neder-
landsch Gymriastiekverbond op den
2den Pinksterdag te Gouda, met 4
foto's. Concours Hippique te Am
sterdam, op Vrijdag, Zaterdag en
Zondag, 31 Mei, 1 en 2 Juni, met
3 foto's. Het Bezoek van H. M.
de Koningin-Moeder aan de Inrichting
voor Kinderen van Freule Boddaert
te Amsterdam, met 2 foto's. De
Friesche Elfstedentocht, met 2 foto's.
De Haagsche Bond van Hotelhou
ders, Restaurateurs enz. Rotter-
damsclre Orkestvereeniging «Sym-
honiarr. Auto-ongelukken, met 2
foto's. Pretro Mascagni, de com
ponist van »Cavalleria Rusticana«.
Een Graafmachine, met 3 foto's.
Een zeldzaam Miinchener Kind'l-beeld.
H. K. H. Prinses Juliana, ontwerp
van den beeldhouwer Von Netzer.
Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman's
75sten verjaardag. De acteur G.
van Staalduynen in den rol van »Lutz«
in Oud-Heidelberg. Esperanto-
Cursus.
Verder: bekende landgenooten en
het vervolg van de Gedenkschriften
van Madame Sieinheil, met een foto.
voorstellende: Facsimile van den brief,
21 Mei 1908 door Mevrouw Steinheil
aan haar Moeder geschreven. Hel
denfeiten uit het leven van Ridders
van de Militaire Willemsorde.
Ten slotte de rubriek van Redacteur
X, en het Kindernummer »Ons Pnn-
sasjert, met onderhoudende en leer
zame kinderlectuur.
De geabonneerde
wonende
wenscht zich te abonneeren op het
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prijs van 3l/i cents thuis bezorgd.
Prinses Juliana en haar
zieke tuinman.
Men schrijft uit Apeldoorn
Een der oudste arbeiders uit het
koninklijk park zekere Van Laar, reeds
in de Pnrisessedagen van H. M. de
Koningin belast met het onderhoud
van den Piinsessetuin voor bet chalet
in het park, vervult ook thans nog
dezelfde functie. Uit den aard der zaak
is de Prinses met dezen man, dien zij
dagelijks ziet en spreekt, zeer goed be
kend en het verwonderde dan ook niet,
dat zij. toen Van Laar door ernstige
ongesteldheid verhinderd was z'n ar
beid voort te zetten, aan zijn plaats
vervanger vroeg: «Waar is toch die
kleine man?"
Men begrijpt het antwoord hierop
en nog denzelfden middag liet H. M.
de Koningin naar 's mans gezondheid
vragen, om den volgenden dag, Don
derdag 30 Mei, persoonlijk een bezoek
aan de eenvoudige woning van den
arbeider te brengen.
Vergezeld van Prinses Juliana en
jonkvr. v. d. Poll reed H. M. per land
auer derwaarts. Op het onverwachts
betrad de Koningin de woning, waai
Zij geruimen tijd aan het ziekbed van
den man vertoefde, naar alles infor
meerde en zich van verschillende zaken
op de hoogte stelde.
De eerste verfrisschingen bracht H.
M. zelf mede, waarna voor verder com-
foit werd gezorgd, als gemakkelijke,
ligstoel, enz.
De man kon zijn dank niet hartelijkei
uiten dan zijn beste wenschen mede t°
geven voor het prinsesje. H M. beloofde
deze te zullen overbrengen en zou na
hare terugkeer uit Parijs nog eens te
rugkomen.
Maandagmiddag reed Prinses Juliana
weder uit met freule Van de Poll en
mej. Marting naar de woning van Van
Laar. Freule van de Poll ging eenige
oogenblikken naar binnen en keerde
met vrouw Van Laar naar het hof-
rijtuig terug, waar Juliaamje met een
glashelder stemmetje informeerde:
«Hoe is h9t met Van Laar?"
»0," antwoordde de aangesprokene,
«bij zal als het zoo doorgaat, wel gauw
weer bij u in den tuin komen." Dit
vond het Prinsesje zeer goed en onder
wijl het huismoedertje nog w.at door-
keuvelde, liet freule Van de Poll aan
stalten maken tot het vertrek. Met
een hartelijk: «Dag, vrouw Van Laar"
en een bandjeswniven, tot zelfs van
de woning niets meer te zien was,
reed de Prinses van haar eerste zie
kenbezoek naar bet paleis terug.
Vertrek naar Dobbin.
Het Koninklijk echtpaar vertrok
Woensdag avond balfacbt per Konink
lijken trein van Het Loo naar Dobbin.
De Koningin met het Prinsesje reden
in open rijtuig naar het perron, de
Prins en het gevolg gingen te voet.
De burgemeester was ter uitgeleide
aanwezig. Er was veel publiek tegen
woordig, dat de vorstelijks personen
luide toejuichte. Het Prinsesje wuifde
aanhoudend.
Heemschut.
Het in de algemeene vergadering i
van Heemschut, 8 Mei 1.1. uitgebrachte
jaarverslag, geeft een uitvoerig over
zicht van hetgeen door den Bond in
het vereenigingsj aar is verricht. In-
tusschen, schrijft de secretaris, de
heer A. W. Weissman, is slechts een
gedeelte van het programma tot uit
voering kunnen komen. Het bescher
men van bestaande schoonheid, bet
tegengaan van ontsierende reclame,
en het zenden aan de pers van mede-
deelingen tot voorlichting van bet
publiek, ziedaar hetgeen waartoe
Heemschut ziek moest bepalen, omdat
de geldmiddelen het uitvoeren der
andere punten van het programma
niet toelieten.
Wel konden enkele voordrachten
gehouden worden, doch het was on
mogelijk, de technische wetenschap
pelijke en populaire voordrachten,
waarvan het programma spreekt, en
waardoor het publiek de schoonheid
der omgeving moet leeren kennen en
waardeeren, zoo te organiseeren, als
ter bereiking van het doel wenschelijk
zou zijn geweest. Tot het instellen
van den i/Schoonheidsraad", waarvan
zooveel invloed ten goede zou kunnen
uitgaan, kon niet worden besloten.
Zulk een lichaam, dat adviezen zou
kunnen geven, vooral waar nieuwe
bouwwerken moeten worden gesticht
en dat veel ontsiering, die nu uit
onkunde en niet uit onwil plaats
vindt, zou kunnen voorkomen, zou
veel voor bet behoud der schoonheid
van Nederland kunnen doen.
Enkele vlugschriften konden worden
verspreid, doch de middelen reikten
niet, om ze van illustraties te voorzien,
en ook bet uitgeven van een maand
schrift ging boven de krachten van
den bond.
Versterking van de geldmiddelen
waarover Heemschut beschikt is dus
noodig. Daarom richtte het bestuur
zich om vrijwillige bijdragen te vragen
tot velen in den lande, van wie ver
wacht mocht worden, dat zij den
Bond zouden willen steunen. Verschei
dene personen verklaarden zich tot
het geven van een jaarlijksehe bij
drage bereid.
Met het rondzenden der aanvragen
wordt geregeld voortgegaan, en het
bestuur spreekt de verwachting uit,
dat nu van de sympathie, welke het
Nederlandsche volk voor Heemschut
voelt, zoo dikwijls ree Is gebleken is,
deze sympathie zich ook zal uiten
door het schenken van jaarlijksehe
bijdragen.
Het behoud der schoonheid van
Nederland is een zaak van zóó groot
belang, dat zij wel een geldelijk offer
waard is. Immers, zou die schoonheid
te loor gaan, zou het karakteristieke
van ons vaderland verdwijnen, dan
zou de aantrekkelijkheid, die het voor
vreemdelingen bezit, verminderen.
En nu tegenwoordig zoo veel gedaan
wordt, om het vreemdelingenverkeer
in ons land te bevorderen, mag wel
worden bedacht, dat het instandhouden
der schoonheid een der meest doel
treffende middelen ter bevordering
van dit verkeer is.
Tot het laatst der achttiende eeuw
is de schoonheid van Nederland vrijwel
ongerept gebleven. Steeds kwam tot
dien tijd, als veranderingen gemaakt
werden, nieuwe schoonheid in de plaats
van de oude die verdween. Maar de
negentiende eeuw zwaaide zonder
mededoogen den moker, dempte wa
teren, deed gedenkteekenen verdwijneD
zouder iets te kunnen voortbengen,
dat met het oude op één lijn mocht
worden gesteld. Overal was de niets
ontziende reclame er op uit, door zoo
schril mogelijke tegenstellingen de
aandacht van den voorbijganger te
trekken.
Zou dit zou doorgaan, dan bleef er
van ons schoon al spoedig niet veel
meer over. De Bond Heemschut stelt
zich ten doel, te waken voor de schoon
heid van Nederland. Moge hij, door
veler medewerking, dit doel bereiken 1
Het tweede Internationale Congres
voor Heemschut zal van 12 tot 15
Juni 1912 te Stuttgart worden ge
houden. De Bond zal daar door den
len Secretaris dertegenwoordigd wor
den. Verschillende belangrijke onder
werpen staan op het programma ver
meld. Over Heemschut en vreemde
lingenverkeer zal Dr. Karl Gionnoni,
Secretaris der Vereeniging «Heimat-
Een Roman uit de laatste Poolsche Revolutie
VAN
JULIUS ALICZNT.
36)
Nu ontstond in de ongelukkige een
reddende gedachte. Zij snelde op haal
bed toe, scheurde met bovenmensche-
lijke kracht het beddetijk in drie deelen,
knoopte de einden aaneen, bond het
eene einde van de stof aan het kruis
hout van het venster, zoo goed het
in den haast geschieden kon, en het
andere eind uit het venster werpend
vertrouwde zij zich aan haar God en
liet zich in het tuintje nederglijden.
Daar ademde zij diep. Zij gevoelde zich
vrij I Maar het grootste gevaar begon
eigenlijk nu eerst. Hoe zou zij uit den
tuin komen, die met een hoogen muur
omgeven was?
Zacht als een schuchtere ree sloop
zij langs den muur en vond tot hare
vreugd een deur, waarin de sleutel zat.
Haastig opende zij zenu was zij wer
kelijk vrij, zy stond in een enge vuile
steeg van het ghetto en begon nu te
loopen.
Dicht bij de kerk van St. Ursula ligt
het Ursulinnen klooster. Het staat aan
den hoek van eeD enge steeg en is door
hooge muren omgevendaar heen richtte
Sara haie schreden. Zij zag somwijlen
schuw om, of ook iemand haar volgde
maar alles was stil om haar heen. Uit
de kerk drong door een venster een flauw
licht. Het was de eeuwige lamp, die voor
een moeder Godsbeeld hing. Het vluch
tend meisje scheen deze lichtstraal als
een bovennatuurlijk teeken; zij greep
den kleinen ijzeren klopper, die aan
de deur hing, en klopte. Maar het
kloppen van haar hart kwam haar nog
sterker voor dan de klank van den
klopper. Na een poos werden slepende
treden in den gang hoorbaar.
"Wie is daar?" vroeg een snaterende
vrouwenstem.
De ijzeren deur opende zich en Sara
trad binnen, Zij was in de hoede
van het Ursulinnen klooster I
Aron Teweles was te huis gekomen
snelde naar zijne kamer en ontstak een
kaars. Vervolgens nam hij een fiesch
wijn, die in een kast stond, goot er
een glas vol van en haalde uit zijn
jaszak een klein kristallen fleschje, dat
een groenachtig, bijna doorschijnend
vocht bevatte. Uit dat fleschje liet hij
twee droppels in het glas vallen.
«Heden zal zij twee droppels hebben,"
zeide hij grijnzend, «heden zal zij een
slaapdrank hebben morgen zal ik
haar tien droppels geven opdat zij
nog vaster slape I" zei met vreeselijke
kalmte de schurk.
Vervolgens riep hij de oude huishoud
ster.
«Rebekka," groette hij haar met kat-
aardige vriendelijke stem, neem dit
glas en breng het Sara; de wijn zal
haar versterkenAls zij gedronken heeft,
moet ge het mij zeggen."
Rebekka nam het glas en ging
heen.
«Verduiveld, zei Aron voor zich,
«het is toch dom verliefd te zijn, de
liefde kan mij aan de galg brengen.
Zoo het meisje ontkwam en mij aan
gaf? het is beter haar stom te maken.
Of zij reeds gedronken heeft?" Zijne
oogen rolden wild.
Plotseling hoorde hij het rinkelen van
een op den grond gevallen glas. Dade
lijk hierop werd de deur open gerukt
en Rebekka met ascbvaal gezicht en
als espenloof bevend, stormde binnen.
«De krankzinnige is ontvloden!"
stamelde zij.
Aron Teweles 'staarde haar een poos
aan, als had hij baar niet begrepen,
i vervolgens liep naar Sara's kamer
de spiegel deur was open bet blind
verschoven; aan het vensterkruis hing
de beddetijk, die tot touw had gediend
de kamer was ledigHij deinsde achter
uit, met de snelheid van een tijger,
wiens buit vlucht, rende hij den trap
I af en in den tuin er was niemand,
de kleine deur stond wagenwijd open.
«Verraden!" brulde hij, en snelde
naar buiten op de straat. Wijd en
zijd was geen mensehelijk wezen Sara
j was ontvloden. Een heftig beven over
weldigde hem, een onuitsprekelijke
angst hij snelde naar zijn kamer
terug; daar stond nog altoos Rebekka
radeloos en de handen wringend.
XIII.
Achter steile rotswanden waren on
geveer twee duizend opstandelingen
gelegerd: ruiters en zeizenmannen de
wapens hadden zij in bundels bijeen
gezet, de paarden gekoppeld. De sol
daten zelf waren aan het koken. Lan-
giewicz, koel, bedaard en trotsch, wan
delde door de rijen, hier een bekende
de hand schuddend, ginder een moedig
eskadron groetend.
Henriette Pustowojtoff volgde hem
in mannelijke kleeding en nam den
dienst van adjudant waar. Onderschei
dene officieren, onder hen de dragers
der beroemdste hoogadellijkste namen
van Polen, zaten aan een ruwe, uit
boomstammen vervaardigde tafel ennut
tigden hun sober maal. Onder hen
bevond zich graaf Seniawitsch, die
met een kleinen troep verdedigers van
het vaderland dien hij had weten bij-
j een te brengen, op raadselachtige wijze
midden door de Russische troepen heen
bij de opstandelingen was gekomen.
Hij had den dictator verklaard, dat de
betere overtuiging in hem de zege had
behaald, en hij zich schaamde ooit de
party der Russen gekozen te hebben
en daardoor verraad aan het vaderland
gepleegd had. Maar hii wilde dezen
misslag herstellen en door dubbelen
ij ver inhalen, wat hij tot hiertoe in
het belang van den geheimen bond ver
zuimd had. Langiewicz moest hem nu
maar op de proef stellen en hem bij
de eerste gelegenheid, bij het eerste