NIEUW 1
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Woensdag 24 Juli 1912.
41e jaargang.
FEUILLETON.
No. 59.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
VERVLOEKT EN VERSTOOTEN.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door bet geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 6 9.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Uil New York komt bericht, dat
Roosevelt en de zijnen hard aan het
werk zijn voor het programma, dat
de derde partij, de progressieve, zal
voeren in den verkiezingsstrijd. De
verschillende wetgeving in de ver
schillende staten maakt het onmogelijk,
overal door de Unie hetzelfde pro
gramma te gebruiken.
Er schijnt oneenigheid tusschen
den ukolonel" en zijn staf ontstaan
to zijn betreffende de houding, welke
geraden moet wordenaandiemenschen,
die in de republikeinsche conventie
gekozen waren voor Roosevelt; naar
aanleiding daarvan schijnen er eenige
dagen lang geen besprekingen tusschen
Roosevelt en zijn mensehen te hebben
plaats gehad. Roosevelt moet nu
hard werken aan zijn speech, op de
conventie zijner partij, begin Augustus
in Chicago te houden, die hern tol
candidaat moet benoemen. Het zal
niet gemakkelijk voor hem zijn zóó
te spreken dat hij zoowel het conser
vatieve Oosten als het vooruitstrevende
Westen ter wille is en dat zijn pro
gramma nóch te dicht bij dat van
Taft, nóch bjj dat van de democraten
staat.
Koning Alfons van Spanje en zijn
vrienden is een aardige ontvangst
beieid op een van zijn autotochtjes
in de provincie Segovia. Toen zij een
dorpje binnen kwamen, werden zij
begroet door een groote menigte, die
hen hield voor de plaatselijke afge
vaardigden in het parlement. Koning
Alfons ging toen in zijn auto staan
en sprak de menschen toe. Zij hadden
een kleine vergissing begaan, zei bij;
hij was niet hun afgevaardigde of
iets van dien aaid, maar slechts hun
koning, die mot twee vrienden hun
mooie dorp kwam zien.
De mijnsteden Mazuma en Sevent-
boughs, in den staat Nevada, zijn door
wolkbreuken en wervelstormen bijna
geheel verwoesl. Dertig lijken zijn tot
nu toe gevondener worden honderden
menschen vermist, die zonder twijfel
allen zijn omgekomen. Eenig^ honder
den zijn gewond. De toegang tot de
ruïnen der stad is zeer moeilijk, alles
ligt in puin, terwijl de straten zijn
overstroomd.
Van de omliggende sledeDzijn levens
middelen, genoesheeren en verpleeg
sters gezonden. De geredden zoeken
met lantaarns tusschen de puinhopen
naar familieledener heerscht een
onbegrijpelijke verwarring. Door hel
plotseling stijgen van het water van
de Humboldt-rivier zagen vele bewo
ners zich den weg tot redding afge
sneden en kwamen om.
De berichten over de ramp zijn nog
zeer verward, daar alle verbindingen
met de verwoeste plaatsen verbroken
zijn.
Invaliditeits- en Ouderdoms-
verzekering.
De eerste bijeenkomst van de
voorbereidingscommissie voor de in
validiteits- en ouderdomsverzekering
op j.l. Maandag was gewijd aan al-
gemeene beschouwingen.
Het verluidt dat daarbij op den
Minister van Landbouw, Nijveiheid
en Handel van verschillende zijden
aandrang werd geoefend om de lage
loonen vrij te stellen van premie
betaling.
De commissie, die met bijzitters
en plaatsvervangers bijeenkwam, was
vrij voltallig.
De Minister deed zich bijstaan door
een drietal hoofdambtenaren van zijn
departement.
Volgens sommigen zou de commissie
wellicht deze week gereedkomen met
haren arbeid, volgens anderen zou
daartoe nog wel een gedeelte van de
volgende, zoo niet de geheele volgende
week noodig zijn.
Be Iluiiiieschans bij het
Uddelermeer.
Men schrijft uit Apeldoorn aan 't
Handelsblad
Nu de opgravingen, door dr. A. E.
J. Holwerda, directeur van het Rijks
museum van Oudheden te Leiden, om
en nabij het Uddelermeer geëindigd
zijn, is betgeen aan oudheden in de
Hunneschans gevonden is, in een kast
in de boschwachterswoning van den
heer D. van 't Slot, bij 't Uddeler
meer, bijeengebracht en met eenige
topografische kaarten tentoongesteld.
Daar zijn tevens geëxposeerd interes
sante folo's, betrekking hebbende op
de opgravingen, een reconstructie van
de Oud-Saksische burcht, benevens
het afgietsel van een lijk, in gehurkt
zittende houding, in een van de onder
zochte graven gevonden en een model
van een der koepelgraven.
De waterstand van het Uddelermeer
is blijkens de gevonden veenbeddinger
vroeger ruim 1.70 M. hooger geweest
dan thans. Do gracht, die vroeger
veel dieper was dan tegenwoordig,
was toen tot manshoogte gevuld
met water.
De uitgangspoort van de burcht
was door met lichter zand gevulde
paalgaten duidelijk aangegeven. Een
aarden dam, nog aanwezig, voerde in
de poort over de gracht. De vroegere
constructie van den walmuur werd
door dwarsleuven er doorbeen onder
zocht. Hij bestond uit een plaggen-
bouw als kern, waarop een dubbele
palissadentij stond. Deze palissadenrij
was door dwarsbalken verankerd.
Buiten de Hunneschans ziet men
lage aarden walletjes er op aansluiten
en zich in rechte richting uitstrekken.
Voor deze walletjes bleek over de
geheele uitgestrektheid een palissade
te hebben gestaan, waarvoor de met
donkere aarde gevulde greppel zich
duidelijk in de lichte aarde afteekende.
In de Schans werden twee soorten
Saksische woningen gevonden. Tevens
werden er ronde aschhaarden gevon
den, waarin de resten der houtskolen
nog duidelijk zichtbaar waren. Bij
elke aschhaard bevond zich een paal
gat, waaruit de conclusie mag getrok
ken worden, dat over die stookplaat
sen heen tontvormige hutten hebben
gestaan, klaarblijkelijk in den vorm
van het in de kast opgestelde huturntje
Verder gaven de regelmatige paalgaten
zeer duidelijk de plaats aan van de
veelhoekige huizen, die rondom bet
binnenplein stonden en welke uit
I hout en leem waren opgebouwd. Bij
enkele van die huizen zijn ook graven
gevonden. Daarin lagen overblijfselen
van lijken, in gehurkte houding, met
de knieën opgetrokken. Op de ten
toongestelde foto's zijn duidelijk die
lijken te zien, terwijl van een dier
lijken, zooals gezegd, een afgietsel in
gips genomen is, dat mede wordt
geëxposeerd.
Binneo en buiten de schans werden
resten van een praehistorischen rond
bouw gevonden, waarin de met don
kere aarde gevulde palissadengreppel
duidelijk zichbaar was. Deze rondbouw
is uit dezelfdo cultuur als de koepel
graven buiten de schans, gelijk blijkt
uit het voorkomen van heizelfde soort
aardewerk daarin. In den Noordwest-
hoek werd een ander praehistorisch
huttendorpje gevonden. Daar lagen een
aantal komvormige kuilen in den grond
uitgegraven, waarboven hutten hadden
gestaan. De kuilen maakten het moge
lijk in die hutten te verblijven. Op de
aanwezige futo's ziet men duidelijk de
donkere vulling van zulk een hutkom,
waarboven zich een oei bank gevormd
had.
Ook werd daar in de buurt een
drietal graven gevonden, waarin als
bijgaven zeer mooie stukken aanwezig
waren van hetzelfde typische aarde
werk, ook in Drenthe gevonden, dat
kenmerkend is voor de oudste be
woners van ons land, die ook in
Drenthe de Hunnebedden bouwden.
De kommen in die praehistorische
hutten waren bekleed met hout, waar
van de sporen duidelijk te vinden
waren, zoodat zoo'n hut geheel en al
te reconstrueeren was.
Buiten de schans werd nog gevonden
een praehistorische brandplaats eu
sporen van een schutting. Aan de
buitenzijde van de schans werden ook
nog heuveltjes onderzocht, waarvan
sommige slechts bleken te bestaan uit
opgestoven zand en andere ineenge
storte koepelgraven bleken te zijn,
waarin zich in 't midden het lijk in
gehurkte houding bevond.
Het geëxposeerde aardewerk is in
4 groepen afgedeeld, n.l.
1. Saksisch en vroeg-middeleeuwsch
aardewerk
2. Aardewerk uit de praehistorische
hutten en graven;
3. Voorwerpen uil de koepelgraven
4. Aardewerk uit de praehistorische
palissaden.
Met de foto's en reconstructies vormt
dit een uitgebreide en leerzame col
lectie, die in een klein bestek bijeen
gebracht, veel opheldert over het leven
in en het wezen van de Hunneschans
in vroegere eeuwen.
Weldra zal op de Hunneschans een
bord verrijzen, dat belangstellenden
verwijst naar de woning van den
boschwachter, die zeer welwillend
iedereen toegang zal geven tot de
kamer, waar de collectie is geëxposeerd.
Opgepast t
Men schrijft aan sDe Tijda
Wie er conservatief zijn in hunne
praktijken, zeker niet het gilde der
oplichters. Zoo er een ras is, dat geheel
met zijn tijd medegaat, dan zijn het
wel deze sinjeurs. Ziehier de jongste
truc, toegepast door een goed gekleed
heer, reiziger van een Parijsch huis in
ngloeilichtartikelen». Zijn slachtoffers
zijn gewoonlijk aannemers, van wie
bekend is, dat er bij hen wel wat te
halen valt. Dezen tracht hij over te
halen om op te treden als agent van
bet Parijsche huis, waarvan bij brieven
toont met allerlei verleidelijke opschrif
ten als zoovele waarborgen van soli
diteit.
Om het agentschap aanlokkelijk te
Een Roman uit de laatste Peolsche Revolutie
van
julius aliczhy,
49) (slot).
«Jezus Maria het is IwanU
schreeuwde Dewbinsky. Hij lichtte de
klink op, de deur sprong open
Sara wierp zich in de armen haars
vaders en Dewbinsky aan de voeten
van Anka, die hem oprichtte en hem
zijne vrijheid aankondigde. Ver
scheidene soldaten hielden brandende
fakkels, waarmede zij de aangekomenen
voorgelicht hadden de geheele
plaats was tooverachtig verlicht.
Geen taal is in staat zulk een
tooneel te schetsen. Eenige minuten
lang hoorden men niets dan onder
broken zinsneden. «Genade I De keizer 1
mijn vaderI O mijne dochter!»
Orlanoff en Iwan werden door den
graaf omarmd en geliefkoosd, als waren
zij zijn broeders, heide bedienden had
den veel te verhalen. Nadat zij te
Warschau de gevangenneming en ver
banning van hun meester vernomen
hadden, waren zij geheel troosteloos
en radeloos geweest. Eindelijk hadden
zij het besluit genomen naar Peters
burg te gaan, om misschien daar door
een verwant van den graaf diens be
genadiging of strafvermindering te
bewerken„want Dubrovizo was na de
veroordeeling van hun meester als
staatseigendom in beslag genomen.
In de dagbladen lazen zij, dat Anka
door de grootvorstin ontvangen was
geworden, en Dewbinsky begenadigd
was. Zij begaven zich nu tot den vorst
en vernamen dat de jonge vorstin en
Sara zelf den gevangenen de vrijheid
wilden brengen. Beiden verzochten om
de gunst als bedienden de twee dames
te mogen vergezellen, hetgeen hun
gaarne bewilligd werd.
Nooit had een hut gelukkiger men
schen omslotennooit was er een
sneller overgang van het diepste
ongeluk tot onverwacht geluk.
«En nu weg!" riep Anka en ver
toonde de door den gouverneur van
Siberië reeds onderteekende pas.
Iwan en Orlanoff hielpen den graaf
in eene slede en Baruch met Sara
in een andere stijgen want heide
begenadigden waren van vreugde bijna
onmachtig zich te bewegen. Prachtige
pelzen lagen gereed, om allen voor de
hevige koude te beschermen, en voor
waarts vlogen de sleden over de met
sneeuw bedekte steppen en mijlen
lange ijsvelden uit het vreeselijke land.
Anka verhaalde onder weg den graaf,
hoe genadig de Czaar jegens haar ge
weest washoe hij zelfs den volgenden
dag door, een eigenhandig geschreven
ukaze al de goederen van den graaf
hem wedergegeven had; maar zij
verzweeg evenmin, dat zij den Czaar
beloofd had, haar toekomstigen echt
genoot van alle verdere deelname aan
den opstand af te houden, die overigens
in de laatste stuiptrekkingen lag.
Sara vernam van haar vader, dat
Seniawitsch, de Polen verraden en
daarvoor den dood gevonden had. De
jonge dochter bad vurig om vergeving,
dat zij haar vader hare liefde voor
Seniawitsch verzwegen had. Dat gebrek
aan oprechtheid had immers al deze
rampen veroorzaakt.
«Gij hebt voor uw misslag genoeg
geleden,» zei de grijsaard; «danken
wij God voor de beproeving, die ons
gelouterd heeft, danken wij hem, dat
hij alles zoo genadig beschikt heeft!
XXII.
Ongeveer drie uren van Bern ligt
een nederig dorpje in een dal, door
hetwelk zieh een smalle beek kronkelt.
Een brug voert er over, die werkelijk
alleen uit beleefdheid jegens het hel
dere water gebouwd schijnt te zijn, om
het de beschaming te besparen van
door iederen kleinen knaap of straat
jongen van het dorp overgesprongen
te worden.
Een weinig links bij de kerk ligt de
pastorie, door dennenboomen omgeven
voor het huis bevindt zich een grasperk.
Iets verder opwaarts naar den heuvel,
die het kleine dorp begrenst, staat
een huis, hetwelk algemeen het «Pool-
sche heerenhuis" wordt genoemd. Het
is eerst voor weinige weken in den
tegenwoordigen toestand gebracht.
Groote bloempotten met heerlijke
bloemen en bloeiende boomen omgeven
het huis als met een sierlijken gordel.
Twee in Zwitserschen stijl gebouw
de vleugels, die met het hoofd
gebouw door overdekte galerijen ver
honden zijn, geven aan dit huis boven
anderen een deftig aanzien.
Op deze bezitting trad de gewezen
dictator van Polen, Marian Langiewicz
toe, die sinds een jaar in Zwitserland
de wijk had genomen en op een uur
afstand van het dorpje woonde.
Het was een wonderschoone zomer
dag. Het voetpad was met jeugdig
gras bezoomd, waaruit bijna onmerk
bare bloempjes te voorschijn kwamen.
Rechts en links stond de bloeiende
klaver Langiewics trad langzaam en
in gedachten op den tuin van het
heerenhuis toe. Het pad liep onder
reeds van huiT bloesem beroofde prni-
menboomen en voorbij eenvlierhoschje;
onverwacht zag men achter een met
wijnstokken bedekten kleinen heuvel
een prachtig klein prieel. Op een
bank zat een jonge dame, een be
koorlijke gestalte, naast een fijn ge
kleed heer, haar echtgenoot, die haar
met zalige blikken aanschouwde.
Het was graaf Dewbinsky met zijne
gade Anka; hij had voor den zomer
dit huis gehuurd.
Langiewicz hield een nogenblik stand,
en aanschouwde, zelf ongezien, de
twee gelukkige menschen. Daarop
naderde hij; Dewbinsky zag p.
«Goedeu dag, generaal!" riep hij.
«het is lief van u, dat ge heden zoo
vroeg komt!» De jonge gravin