NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Plaatselijk Nieuws. FEUILLETON. HET OUDE KASTEEL No. 68. Zaterdag 21 Augustus 1912. 41e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. PREMIE Qafcrnwe, Amersioortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Laugestraat 77. Telephooun. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer Tl, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. voor de lezers van deze courant Het beden verschenen 21e nummer van den vierden jaargang van mm mmAtAAMJ «i'fêiKart bevat o.a. Het Mijn-ongeluk in de mijn «Lotha- ringen" bij Boehum in Westfalen, bij welke ramp meer dan 100 mijnwerkers het leven lieten, met 2 foto's. De meisjes van de Vereeniging «Voor de Jeugdn te Amsterdam, in het kamp te Rhenen. De Internationale Onderwijzersvereeniging. De Hen drik Conscience feesten te Antwerpen met 2 foto's en een portret van Hendrik Conscience. De drukte te Londen op het Piccadilly-Plein. Het bezoek van H. M. de Koningin aan de Land bouwtentoonstelling te Zutfen, met 3 foto's. Portret van den 13 Augus tus overleden Franschen Componist Jules Massenet. Generaal Booth, in zijn werkkamer te Hadley-Wood. De nieuwste New-Yorker «Wolken krabber" (het Woolworth-Gebouw). Een viertal kunstjes, die op het oog heel gemakkelijk lijken. Strijd tusschen een driejarigen worstelaar en een boeienkoning. Het 50-jarig jubileum van den Lutherschen predi kant, Ds. Chr. Plaat. Koning Alfons XIII van Spanje, die een echte sport man is, in gesprek met de Fransche aviatrice, Mr. Dreacourt. De Nieuw ste Mode van 1912, eene Premie voor de lezers van «Pak me Mee". Es- peranto-Cursus (tiende les). Voorts: Portretten vanbekendeland- genooten. Het vervolg van de Ge denkschriften van Madame Steioheil, met illustratie, voorstellende: de cel, waarin Madame Stoinheil opgesloten werd. Heldenfeiten uit het leven van Ridders van de Militaire Willems orde, met 2 Portretten. Ten slotte de rubriek van Redac teur X. en het Kindernummer «Ons Prinsesje" met onderhoudende en leerzame kinderlectuur. De geabonneerde wonende wenscht zich te abonneeren op het weekblad „PAK ME MEE", tegen den prijs van 3'/i cents thuis bezorgd. Agenda voor de openbare ver gadering van den Raad der gemeente Amersfoort op Dinsdag, 27 Augustus 1912, des namiddags te half 2 uur, 1. Installatie van den heer P. van Achterbergh als lid van den gemeen teraad. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders lot het geven van eervol ontslag op verzoek aan Mej. G. T. W. Mezger, als onderwijzeres aan de openbare jongensschool, aan A. Pot als onderwijzer aan de openbare jon gensschool, aan P. Kortland als onder wijzer aan de openbare school aan de Hellestraat en aan T. Beverloo als onderwijzer aan de openbare school aan de Puntenburgerlaan. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot bet geven van eervol ontslag op verzoek aan den leeraar aan de Burgeravondschool C. J. F. Prins. 4. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Hoogduitsche taal en letterkunde aan het Gymnasium en de Hoogero Burgerschool. (Vacature W. Emmens.) 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de salarisregeling voor den leeraar in de plant-en dierkunde aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toekenning vau de periodieke verhooging van jaarwedde aan de leeraren A. G. van Os en Dr E. J. Beumer, en tot vaststelling hunner jaarwedden en pensioensgrond slagen. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot reorganisatie van de brandweer. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot betaling van een honorarium voor het rapport in zake de reorganisatie van de brandweer. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van een adres van L. baron van Hogendorp en II. J. de Kempenaer betreffende bet plaatsen van 2 lantaarns op den Dtrechtschen straatweg. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der veror dening tot voorkoming, wering en beteugeling vsn mazelen en andere besmettelijke ziekten. 11. Voorstellen van Burgemeester en Wethouders betreffende de vast stelling van het werkliedenreglement. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de bezoldiging van de boden ter secretarie. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het in gebruik'nemen van de onderwijzerswoning, gelegen naast het stadhuis. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende tijdelijke voor ziening in de behoefte aan lokaliteit voor de Handelsschool. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onbewoonbaarverkla ring van de perceelen Wolkerstraat no. 1, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 47 en 49 en Muurhuizen no. 127, 129, 131, 133. 16. Vaststelling van het 3esupple- toire kohier der inkomstenbelasting, dienst 1912. In hun antwoord op de verslagen van de afdeelingsvergaderingen, ge- honden op 6en 7 Augustus 1.1. schrijven Burgemeester en Wethouders het navolgende Met genoegen werd door ons kennis genomen van den lof, waarmede gesproken is over het rapport in zake de reorganisatie van de brand weer. In 't algemeen komt het ons voor, dat er geen bezwaar bestaat aan het College van Burgemeester en Wet houders de bevoegdheid toe te kennen, aan corporatiën, welke ten doel hebben eerste hulp bij ongelukken te verleenen, onder nader vast te stellen voor waarden, toegang te geven tot het terrein van den brand. Naar onze meening kan op dit onderwerp terug gekomen worden bij de vaststelling van den tengevolge der reorganisatie, noodzakelijke, nieuwe verordening op de brandweer. In bet bepalen van den onderlingen afstand van de brandkranen ligt steeds iets willekeurigs. Vertrouwd mag worden, dat met den aangenomen afstand van ongeveer 80 M. voldoende water onder genoegzamen druk gegeven kan worden. De vraag of maatregelen zullen getroffen worden, opdat politieagenten, die verwond worden of schade beloopen aan hunne uniformen, van gemeente wege verpleegd of schadeloos gesteld worden, zal door ons onder de aandacht van het hoofd der politie worden gebracht. Nadere overweging van hun rapport heeft de rapporteurs de wenscbelijk- heid doen uitspreken de alarmeering nog een weinig uit te breiden boven het in het rapport voorgestelde. Zij achten bet n.l. zeer gewenscht ook' de woningen van den hoofd-inspecteur, I inspecteur en van een tiental agenten te voorzien van een alarmbel, ten einde spoediger de beschikking over een grooter aantal politieagenten te hebben. Deze uitbreiding lijkt ons eene verbetering, terwijl de kosten, vermoedelijk niet meer dan f60. bedragende, geen beletsel behoeven te vormen. Op grond van het bovenstaande hebben wij derhalve de eer U voor te stellen. 1. te besluiten tot eene reorganisatie van de brandweer overeenkomstig het rapport d d. 3 Juni 4912, gewijzigd, voor zooveel betreft de alarmeering, overeenkomstig het bovenstaande, en ons College te machtigen tot aankoop van het benoodigde materiaal, 2. ons College te machtigen tot het sluiten eener overeenkomst met de Nederlandsche Bell Telefoon-Maat schappij, waarvan het concept is aangeboden bij ons voorstel van 14 Juli 1912, afd. I. no. 285. Ten aanzien van de beantwoording der opmei kingen betreffende het con cept-Werkliedenreglement zij opge merkt, dat wij daartoe in overleg zijn getreden met de raadscommissie, welke het reglement ontworpen heeft Wij waren toch van oordeel, dat de behandeling van het reglement ge makkelijker zou zijn, indien de be schouwingen, voorkomende in het afdeelingsverslag, door de commissie en ons college gezamenlijk werden beantwoord. Eene oflicieele erkenning van de vakvereenigingen door uitdrukkelijke bepalingen in het reglement, achtte de eene helft der leden van de ge combineerde vergadering ongewenscht. Deze leden verwachten, dat een ver zoek van eene vakvereeniging om door Burgemeester en Wethouders, een commissie tot bijstaud of een directeur van een tak van dienst, over eenige aangelegenheid gehoord te worden, in den regel zal worden ingewilligd. De hier gevolgde practijk is hiermede in overeenstemming. Een verplichting daartoe in een reglement op te leggen, achten deze leden ongewenscht en niet in het belang van den dienst. De andere leden daarentegen achten eene erkenning door middel van uit drukkelijke bepalingen in het reglement wel wenschelijk. Zij zijn van oordeel, dat daarmede het belang van den dienst gebaat zal worden. Deze erkenning moet echter, naar de 6) «Ge moogt niet alleen gaan,» her nam hij na een pauze, «ik zal n op den berg geleiden.» Dit weigerde zij niet en spoedig waren zij op weg. Bertha was door een poortje aan de westzijde van het kasteel, welk poortje gewoonlijk niet gesloten werd, uitgegaan. Daarheen liep een smal steil pad, langs een diepen afgrond, uit wel ken het ruischen van een wilde beek klonk. Sprakeloos gingen beide gelieven naast elkander, naar de geheimzinnige taal van den nacht luisterend. In de kruinen der boomen ruischte het melo dieus, een nachtegaal sloeg, en on telbare lichtkevers en nachtvlinders zweefden in de rondte. Een blauwach tige damp, een soort van nevel lag op de bergtoppen en hing boven de stad. Hoe dichter zij bij het kasteel kwa men, des te helderder glinsterden zijne muren in het maanlicht. Somwijlen stonden zij stil en zagen op het land schap neder, dat zoo vreedzaam sliep, terwijl in hun borst geweldige mach ten streden. Het pad liep soms dicht langs den afgrond en werd dan zoo smal, dat zij niet naast elkander konden gaan. Dan ging "Walter vooruit en gaf Bertha rugwaarts de hand. Eindelijk stonden zij voor het poortje en namen een lang, zeer lang afscheid als voor eeuwig, «kom in de eerste dagen niet boven,» zeide zij. «Ik zal met mijn vader spreken en u door mijn trouwe Martha bericht zenden. Wacht tot zoolang en onderneem niets. Nog eens, vertrouw op u zeiven, op mij en onze liefde.» Een innige kus en zij was ver dwenen. Walter stond als vastgewor- teld voor het poortje, en niet eerder dan toen de torenklok het tweede uur sloeg, herinnerde hij zich, dat ook hij moest terugkeeren. Nauwelijks had hij zijne plaats verla ten of uit het struikgewas ter zijde ver scheen een hooge gestalte, die voorzich tig in dc schaduw blijvend, het poortje naderde. Bijna zes dagen waren verstreken en nog had Walter de beloofde boodschap niet ontvangen. Aanvankelijk zocht hij zich met allerlei gissingen te troosten, maar toen hij geen reden tot troost meer vond werd hij ongerust en den zesden dag bekroop hem zelfs een on verklaarbare angst. Hij kon het niet langer te huis uithouden, besloot zelf de boodschap te halen en begaf zich des namiddags op weg naar het kasteel. Toen hij door de poort ging, wan delde de slotvoogd bedaard en beraden als altijd op de binnenplaats. «Ik zoek u, mijnheer,» riep Walter hem haastig toe, en zijn gezicht gloeide van opgewondenheid. «Wilt gij het museum zien?« vroeg de ander koel en bleef staan. Walter werd door dezen toon bijna verbitterd. «Neen,» zeide hij heftig, «ik kom heden wegens een andere zaak,» en zich matigend, voegde hij er bij «voor eene persoonlijke.» «Daarmede heb ik niets te maken,» antwoordde de slotvoogd en fronsde het voorhoofd. «Zoo ge echter wegens mijne dochter zijt gekomen, wil ik u zeggen, dat het geheel noodeloos is. Ik heb u onlangs verklaard, dat ik haar voor u beschermen zou en heb het gedaan. Bertha ziet ge nooit weder.» «Niet weder?» kreet Walter en het werd donker voor zijn oogen. «Watj hebt ge gedaan vroeg hij vervolgens wild. «Niets, wat mij niet geoorloofd is,» antwoordde de slotvoogd met een ste- kenden blik, en ging zonder zich verder om Walter te bekommeren, het huis binnen. Deze stond een oogenblik als wezenloos. En toen hij langzamer- hand bij zijn zinnen kwam, gevoelde hij zich onuitsprekelijk ongelukkig. Nu eerst zag hij hoe innig hij Bertha be- j minde, en tegelijk de onmogelijkheid de stijfhoofdigheid van haar vader te bui gen. Duidelijk begreep hij dathjj slechts door hem zijne geliefde kon terug krijgen en dit zonder een wonder niet geschie den zou. Wat de slotvoogd ook mocht gedaan hebben het was iets dat een wederzien der minnenden voorshands verhinderen zou. En wat kon hij daartegen doen Tegenover den ijze ren wil van den slotvoogd was hij mach teloos. Dat bewustzijn en de smart over het verlies maakten hem radeloos. Vruchte loos beproefde hij de vroolijke tevreden heid weder te erlangen, welke hem vóór zijn eerste bezoek in het kasteel eigen was geweest. Ook het verblijf in de stad werd hem onaangenaam. In bijzonder treurige oogenblikken pakte hij dan wel zijne koffers en be sloot te vertrekken, maar zoodra het oogenblik daar was, werd hij besluite loos. Een blik op het kasteel deed hem weder blijven en tegelijk fluisterde hem de hoop de reeds meermalen en gaarne gehoorde, maar nooit geloofde woorden toeHet is niet onmogelijk den vader over te halen, beproef het maar 1 Dan bleef hij altoos weder; maar hoe dikwijls hij ook in het kasteel kwam, het was zonder gevolg. De slotvoogd wees hem telkens koel af, en weigerde alle uitlegging. Eens zag Walter de oude Martha, Bertha's dienstmaagd, bij het verlaten der kerk. Hij naderde haar en bad en smeekte haar hem eenige inlichtingen te geven. Hij bood haar zooveel geld als zij slechts begeeren mocht, maar het hielp niet, hij beproefde haar hart te verteederen vruchteloos. De oude bleef halsstarrig zwijgen bij de verzeke ring dat zij den slotvoogd een eed had moeten doen. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1