NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Bericht aan odïb lezers.
een beschuldigde.
Ni). 79.
Woensdag 2 October 1912.
41e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
O
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephoonil. O'J
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Onder verwijzing naareene desbetref
fende aankondiging in ons blad, ves
tigen wij de bijzondere aandacht onzer
lezers op onze fraai Geïllustreerde
Premie: ePAK ME MEEe. die wij
ingevolge overeenkomst met den Uit
gever, in de gelegenheid zijn, onzen
abonné's voor 3 cent pq^veek, in-
plaats van 5 cents aan te bieden.
Voor hen, die op onze premie nog
niet zijn ingeteekend, stellen wij gaarne
een exemplaar aan ons Bureau be
schikbaar, overtuigd, dat zij, na ken
nismaking, bet in ons blad vooi komend
inteekenbiljet, van naam en woon
plaats voorzien, te onzen kantore zul
len doen bezorgen.
De Uilgever.
Onrustbarende tijdingen.
Het valt niet te ontkennen dat de
ontwikkeling der dingen op liet Bal
kanschiereiland een bedenkelijke wen
ding neemt. De giootste schuld aan
den pessimistischen indruk, die zich
thans van de wereld meester maakt,
draagt wellicht de Servische minister
president Pasjtits, die aan een jour
nalist gezegd heeft dat de politieke
toestand in Turkije voortdurend ver
ergert, zoodat op het Balkanschier
eiland niemand meer zich tot rustig
toekijken kan bepalen. Het voortbe
staan van den Servischen stam in
Turkije moet verzekerd woiden, en
dit is slechts mogelijk door de vorming
van autonome provinciën opethnogra-
fiscben en historischen grondslag. De
Serviërs verlangen de volstrekte auto
nomie voor Oud-Servië. En wat dies
meer zij.
Wellicht zou men toch aan deze
beschouwingen van een Servischen
minister niet bijster veel waarde toe
kennen »ze zeggen zoo veel tegen
woordig», in Servië indien geen
teekenen van andere zijden dezelfde
richting uitwezen. De geruchten over
bepaalde afspraken tusschen Servië
Montenegro, Bulgarije en Griekenland
hebben eenige dagen geleden een
vasteren vorm aangenomen overigens
is iedereen overtuigd^^^deze vier,
indien het maar ee^H^^kan zullen
samengaan zootil^ei^^en Turkije
een slag te slaan is.» Dan Is er de
terugslag van de troepenconcentratie,
i sinds eenigen lijd door de Por te oil
iderriomen in Macedonië, waarbij nog
komt de aankondiging van groote
manoeuvres bij de Bulgaarsche grens
een terugslag, die duidelijk wordt
door aanzienlijke troepenverplaatsingen
van Bulgaarsche zijde. En met bet
Bulgaarsche leger is niet te spotten.
Wel heeft de Bulgaarsche gezant te
Petersburg geruststellende verklarin
gen afgelegd. Deze gaan echter ver
gezeld van menig voorbehoud ten aan
zien van Turkije's houding en bedoe
lingen, zoodat de waarde daarvan al
heel gering is. Blijken de geruchten
over mobiliseering in het wilajet
Adrianopel juist, dan staat de gezant
voor niets in.
Ook de mededeelingen betreffende
het overleg tusschen de groote mo
gendheden, waarover in ons vorig
nummer een beschouwing werd ge
geven, duiden wel aan, dat voorshands
geen Europeesche verwikkelingen naar
aanleiding van de Oostersche quaestie
dreigen, maar wat het behoud van
de rust in den Balkan zelf betreft,
geven ze geenerlei waarborg.
En ten slotte zij vermeld, dat in
en bij Albanië telkens wer teekenen
van toerigheid zijn wa* te nemen.
Zoo maakt Soeleiman Batoesj daar
tegenwoordig propaganda voor het
Comité, en men zegt, dat er al 600
pond besteed is voor de stichting van
zes politieke vereenigingen van de
oppositie, in verschillende plaatsen in
den omtrek van Uskub.
De beweging die in Ulster tegen
zelfbestuur voor Ierland gaade is,
heeft Zaterdag haar hoogtepunt
bereikt in de plechtigheid waarmede
de overeenkomst tol bestrijding van
Home Rule te Belfast onderteekend
is. In Ulster Hall, die den vorigen
avond het tooneel van een gioote
demonstratie was, werd Zaterdag
morgen een godsdienstoefening gehou
den waarbij talrijke woordvoerders
van de beweging tegenwoordig waren
De zaal was in overeenstemming met
de plechtigheid versierd, en overa
was de Union Jack aangebracht. Op
een verhooging was een pieekstoel ge
plaatst. Rechts daarvan, deetreplaats
zou worden ingenomen door Edward
Carson, terwijl de Lord Mayor van
Belfast ter linkerzijde zetelde.
Toen Loid Beiesford de zaal bin
nentrad, werd hij met luid gejuich
ontvangen, doch een der leiders
berispte de aanwezigen over dit sto
rend manifesteeren wat z. i. niet te
pas kwam in een vergadering, die
een dergelijk plechtig"karakter droeg
Ondanks deze vermaning rees er
wederom gejuich uit de menigte op,
toen Edwart Carson de zaal betrad;
doch de kreten werden spoedig onder
drukt. Achter Sir Edward werd de
mooie Oranjevlag gedragen, dezelfde,
die bij den slag aan de Boyne ge
wapperd heeft.
De godsdienstoefening die spoedig
aanving het niet na diepen indruk te
maken. Doch toen de prediker in zijn
rede uitriep»Wij willen geen zelf
bestuur» vergaten de aanwezigeu ten
derden male de berisping, hun te
voren toebedeeld en applaudiseerden
zij luide. De dienst werd besloten met
het aanheffen van bet volkslied door
alle aanwezigen.
Daarna werd sir Edwerd Carson,
door een eerewacht van 200 personen
naar het raadhuis geleid. Daar had
men in de marmeren hal, een tafel
geplaatst die met de Union Jack ge
drapeerd was, terwijl in de zijgangen
lange rijen van lessenaars geplaatst
waren waar het formulier voor de
overeenkomst ter teekeninggereed lag.
Sir Edward Carson betrad de hal
het eerst, terwijl Lord Londonderry
hem volgde. Hij trad naar voren en
schreef zijn handteekening, de eerste
onder de oveieenkomst onder een
doodelijke stille.
De tweede die toekende was Lord
Londonderry.
Ook te Dublin en in andere Iersche
en Engelsche plaatsen werden gods
dienstoefeningen gehouden, die druk
bezocht waien, waarna de overeen
komst door zeer velen geteekend is
De Fransche en Duitsche gedele
geerden op het vredescongres te Ge
nève hebben een tweetal resoluties ter
kennis van het congres gebracht, die
met stormaebtigen bijval ontvangen
zijn. In de eerste wordt stelling ge
nomen tegen hel drijven naar een
oorlog en tegen het aanwakkeren van
de vijandige gezindheid tusschen beide
natiën. De genoemde gedelegeerden
verplichten zich, ieder in zijn eigen
land, een dergelijke actie te bestrijden
hetzij dat deze bij de regeering of bij
publicisten tot uiting komt. In de
tweede resolutie geven de Duitsche
en Fransche gedelegeerden als hun
meening te kennen, dat tot een toe
nadering tusschen Duitscbland en
Frankrijk zeker veel zou bijdragen als
aan Elzas-Lotharingen volledige au
tonomie veileend werd, in overeen
stemming met den wensch, die zich
bij de bevolking daarnaar kond doet
Men zal zich herinneren dat na
het overlijden van Graaf Tolstoj een
hoogst onveikwikkelijke twist is uit
gebroken tusscha^; degenen die den
overledene het naast hadden bestaan,
allereerst tusschen 's Graven dochter
Alexandra en haar moeder gravin
Tolstoj. Thans komt evenwel uil
St.-Petersburg het heugelijk bericht
dat moeder en dochter zich verzoend
hebben, en dat Alexandra het land
goed van Tsjertkof, Tolstoj's boezem
vriend, verlaten heeft.
Een ander geval dat, in Petersburg.
wekt, is dat van een schatrijke
hofdame, gravin Nierod, die in een
klooster gegaan is en haar gansche
ontzaglijke vermogen aan weldadige
.stichtingen heeft vermaakt. Tot dus
ver was Gravin Nierod een der ela-
gantste verschijningen van Peters-
burg-
Uit Montreal (Canada) wordt
geseind, dat daar aan boord van de
Royal Edward uit Bristol is aange
komen professor Copeland, van de
hoogeschool te Leeds. Hij heeft met
het meesle succes proefnemingen
gedaan met zijn uitvinding om ijsber
gen in den oceaan aan te kondigen.
Het toestel heeft onderweg driemaal,
op de manier van een wekker,
gewerkt. De uitvinding berust op den
electrischen weerstand van het water,
welke grooter wordt naarmate het
zoutgehalte vermindert. Dit laatste
nu doet zich voor in de nabijheid
van een ijsberg.
Op hel vliegveld te Aussig, in
Bohemen, is een ernstig ongeluk vooi-
gevallen. Zekere Illner steeg daar op,
doch zijn motor was niet krachtig ge
noeg, zoodat het vliegtoestel zeer laag
langs den grond bleef zweven.
Een echtpaar dat op liet hek van hun
tuin die aan het vliegveld grenst, ge
zeten was en de proefnemingen gade
sloeg, zag de laag zwevende machine
plotseling op zich toe zwenken. Bei
den trachtten nog opzij te springen,
doch te laat. De schroef raakte hen
en zij werden tegen den grond ge
slagen. De schedel der vrouw werd
verpletterd, zij was onmiddelijk dood.
De man kreeg ook ernstige verwon
dingen aan het hoofd en stierf kort
daarna. De vlieger kwam er zonder
gekwetst te worden af.
Het weer in het buitenland.
Het weer werd er niet beter op.
Op het oogenblik valt in Schotland
en Engeland een fijne regen neer,
sche hofkringen groote beroering terwijl ook in Denemarken en België
2
Zelfs de rechters konden zich niet
onthouden medelijden met haar te
gevoelen. Als een kind zat daar de
beschuldigde, geheel overgegeven aan
hare smart.
De president van het gerechtshof
gunde haar den tijd zich te herstellen,
voor het verhoor begon; met zachte
woorden vermaande hij haar bedaard te
zijn. De beschuldigde stond eindelijk
op, zij scheen zich hersteld te hebben
zij moest evenwel nog op de leuning der
bank leunen, om zich staande te houden.
Op zachte wijze begon de president
het verhoor, nadat de advocaat-generaal
de acte van beschuldiging had voorge
lezen; hij vermaande de jonge moeder
de zuivere waarheid te zeggen.
«Bewijs dat uw berouw waar is,»
sprak hij, «beken uwe daad eD de hoop
dat de wet het moge toelaten jegens
u toegevend te zijn. Hebt gij uw kind
vermoord? Hebt ge het in het water
geworpen?»
De beschuldigde schudde het hoofd,
zij scheen niet in staat te antwoorden.
«Ge hebt het den rechter van instruc
tie zelf bekend,» voer de president
voort. »Het is waar, gij hebt die beken
tenis weder herroepenmaar zoudt gij
de daad bekend hebben, zoo ge niet
schuldig waart?»
Ik heb het niet gedaan,» antwoordde
de beschuldigde. Zij kon slechts met
moeite deze woorden uitbrengen.
De president ging nu met het ver
hoor verder voort.
»Gij zijt zeer jonggehuwd,» zeide hij,
ge waart nauwelijk zeventien jaar oud.
Hebt ge met uw man gelukkig
geleefd
»Ja,» gaf de beschuldigde ten ant
woord.
"Verscheidene getuigen hebben ver
klaard, dat uw man ruw en heftig van
aard was en gij daardoor geleden hebt,
reeds in de eerste dagen van uw huwe
lijk. Uw ouders hebben zelfs pogingen
aangewend te verhinderen, dat gij zijne
vrouw werd.»
»Ik beminde hem,» antwooordde zij.
«Uw man verliet u wijl hij elders
meer verdiensten had waart ge daar
mede te vreden
»Ja.»
"Gedurende zijne afwezigheid werd
uw kind geboren gij liet veel
vreugde over die geboorte blijken en
waart zeer liefderijk voor uw kind?"
De ongelukkige jonge vrouw zweeg.
»Was deze vreugde oprecht?" vroeg
de president verder.
„Ja ja, het was de grootste en
zaligste vreugd, welke ik ooit in mijn
leven gekend heb!" riep de beschul
digde, op nieuw in tranen losbarstend
en haar gezicht met de handen bedek
kend.
De president moe9t eenige minuten
lang het verhoor staken tot zij weder
bedaard en kalm was geworden.
»Gij hebt toen met uw kind het dorp
verlaten, om u tot uw man te begeven
en bet hem te laten zien. Gij verliet het
dorp vroolijk en welgemoed,» voer de
president voort.
Grietje knikte toestemmend met het
hoofd.
«Gij kwaamt bij uw man en zijt ver
scheidene dagen bij hem gebleven?"
«Ja.»
Heeft uw man u toen gezegd, dat
hij voornemens was den arbeid spoedig
te staken
»Neen.»
«Hij heeft zich den dag na uwe in
hechtenisneming verwijderd en in weer
wil van alle navorschingen is het niet
mogelijk geweest, hem te ontdekken.
Het gerucht heeft zich verspreid, dat
hij uit wanhoop over uwe daad over
den dood van zijn kind zich het
leven heeft benomen. Ik voeg hier
echter bij, dat zulks tot nu slechts
een gerucht is, want er is geen bewijs
van zijn dood voorhanden zijn lijk is
nergens gevonden geworden.»
De beschuldigde had bij deze woor
den onwillekeurig het hoofd opgehe
ven en staarde den president strak
en angstig aan. Haar borst ademde
sneller.
»Weet ge waar uw man zich be
vindt?» vroeg de president.
»Neen neen,» gaf de gevraagde
haastig ten antwoord hare woorden
verrieden opgewondenheid en angst.
«Waarheen begaf ge u met het kind,
toen gij uw man verlaten hadt?» vroeg
de president verder.
»Ik' keerde met hem terug.»
Gij moest het water overgaan waarin
later het lijk van uw kind gevonden
werd
«Ja.»
»Hoe is het kind in het water ge
komen?»
De aangeklaagde zweeg, zij streek
met de hand over haar voorhoofd, het
beven harer hand verried hare aan
doening.
Andermaal herhaalde de president
zijne vraag.
„Ik weet het niet,« antwoordde de be
schuldigde, en haar blik zweefde als
om hulp zoekend door de zaal.
„Zie, uw eigen blik weerspreekt uwe
woorden. Het beven uwer hand bewijst
het bewustzijn uwer schuld. Zou een
j moeder, die haar kind lief heeft, niet
weten hoe het in het water is geraakt,
'waarin men het dood gevonden heeft I
Hadt ge gebrek toen ge uw man
verliet?»
»Neen.»
»Was uw man niet verheugd over
het kind?»
»Oja!» antwoordde zij. Maar hare
woorden klonken aarzelend.
»Hoe zijt gij er toe gekomen, uw
kind te vermoorden? Leg een oprechte
bekentenis af; geloof niet dat de rech
ters zich laten bedriegen.»
I »Ik heb mijn kind niet vermoord,
ik heb bet innig lief gehad.» riep zij,
en wederom bedekte zij haar oogen
met de handen.
Wordt vervolgd).