BINNENLAND.
Plaatselijk Nieuws.
de zaken met de commissies kwamen
regelen.
De moraal van de gebeele zaak is
deze: bandel en nijverheid in hun
geheel zijn niet in contract mei de
regeeringwas dat wel het geval
dan zou er geen reden zijn voor de
tegenwoordige ongerustheid. Zoodra
zij algemeen en vrijen toegang heb
ben tot den wetgever, zal ook alle
wrijving tusschen de zakenwereld en
de politiek verdwijnen.
De tariefquaestie is niet meer wat
zij was voor twintig of dertig jaar.
De voorstanders van de protectie be
weerden toen het er niet toe deed
dat een hooge tariefmuur ons van
het handelsverkeer der wereld scheid
de: want binnen de grenzen was voor
zulk een groot gebied vrijheid van
bandel dat de concurentie in bet land
de prijzen wel laag zou houden; en
zoolang de eene staat met de andere
kon concureeoen, er alleen maar dat
voordeel zou wezen dat een gevolg
is van het beste beheer van betere
administratie en betere productie,
van al die dingen die Amerika groot
hebben gemaakt, en de prijzen laag
hielden omdat het Amerikaansche
vernuft moest concureeren met Ame
rikaansche vindingrijkheid. En ik moet
zeggen dat zoolang dat waar was er
wel wat voor het «beschermend*
tarief was te zeggen.
Maar waar het op aan komt is.
dat juist dat tarief door sommigen is
aangewend om aan de binnenlandsche
concurentie een eind te maken door
de bestaande concurenten te veree
nigen en de opkomst van nieuwen
onmogelijk te maken Onder het hooge
tarief is er een netwerk van combi
naties gevlochten die de markt der
Vereenigde Staten beheerschen en
hunne eigen prijzen bepalen. En wan
neer er dus vroeger over te redenee-
ieii viel dat het hooge tarief geen
dure pi ijzen verooi zaakte, tegenwoor
dig \alt niet te ontkennen dat de
combinaties vaststellen welke prijzen
zullen worden betaald, hoe groot de
productie zal zijn, en bovendien,
welke arbeidsloonen zullen worden
betaald.
De protectionistische politiek, zoo
als die tegenwoordig wordt verkon
digd, heeft niets te maken met de
oorspronkelijke leer van Webster en
Clay. De «jonge industriëna, welke
deze staatslieden wenscbten te steu
nen. zijn groot en grijs geworden,
maar voortdurend hebben zij nienwe
argumenten voor bijzondere begun
stiging gevonden. Hunne eischen zijn
gegaan ver boven hetgeen zij in de
dagen van Blaine en Mac Kinley
durfden vragen, ofschoon deze beide
apostelen van de protectie nog vóór
hun dood bereid waren te erkennen
dat toen reeds de tijd was gekomen
om aan de eischen der beschermde
takken van nijverheid een halt toe
te roepen. William Mac Kinley gaf
voor zijn dood nog blijk den komen
den tijd te begrijpen, wat zijn opvol
gers niet hebben getoond. Ge herin
nert u wat zijn uitlatingen in de laat
ste maanden waren ten aanzien van
de politiek van het protectionisme
waaraan zijn naam in het bijzonder
is verbonden. Ge herinnert u hoe
bij zich vereenigde met hetgeen Blaine
reeds voor hem gezegd heeft n.l. dal
wij het land hebben opgeofferd aan
een politiekdie, omdat wij er zoo
aan vast hebben gehoudeu is geble
ken een politiek van belemmering te
zijn; dat wij moesten uitzien naar
een tijd, die spoedig behoorde te ko
men, waarin wij wederkeerige han
delsrelaties met alle volken dec we
reld zouden aanknoopen. Dat kwam
er op neer dat wij ontwikkeling in
plaats van belemmering behooren te
stellen, dat wij de gesloten grenzen
door vrijhandel moeten vervangen.
Mc. Kinley zag wat zijn opvolgers
niet zagenhij begreep dat wij ons
zelf een dwangbuis hadden aangelegd.
Als ik zoo nadenk over protectio
nistische politiek van dit land en zie
dat het de gevolgen en de praktijk
van die politiek zijn die de trusts en de
monopolie-geest hebben gekweekt in
dit land, dan maak ik deze tegen
stelling: Mac. Kinley heeft reeds pro
test aangeteekend tegen betgeen hij
voorzagzijn opvolger zag wat Mac.
Kinley nog slechts vermoedde, doch
trad er niet tegen op. Zijn opvolger
zag dat die speciale privileges, die
Mc. Kinley begon te vermoeden, wer
den gebruikt om er ten eigen bate
een monopolie van te maken, en om
de vrijheid van bedrijf in dit land te
bemoeilijken. Ik ben er zeker van dal
Mc. Kinley zelf de latere ontwikkeling
van de politiek waarmee hij wordt
vereenzelvigd, niet zou hebben goed
gekeurd.
Wordt rervolgi.)
Eeu gedenkpenning!
Ter herdenking van de viering in
dit jaar van het eerste eeuwfeest van
Neerland's onafhankelijkheid is, naar
besluit onzer Regeering, de vervaar
diging van een gedenkpenning op
gedragen aan 's Rijks Munt te
Utrecht.
Deze penning is thans gereed ge
komen en het eerste exemplaar is
aan H. M. de Koningin aangeboden.
's Rijks stempelsnijder de heer J C.
Wienecke heeft beide zijden van de
medaille ontworpen en gemodelleerd.
Op de vóórzijde wordt het oog
getroffen door een jonge krachtige
figuur, voorstellende hetNederlandsche
volk, die in den zeer verwaarloosden
en beschadigden Hollandschen tuin
als eerste werk aanstonds den Oranje
boom plant. Aan de eene zijde staat,
nog te midden van de distels, de
spade, gereed voor het komende
werkaan de andere zijde het ge
broken symbool der Napoleontische
overheerschlng. De zware onweers
wolken op den achtergrond symboli-
seeren nog de zorgvolle, onzekere
toestanden van het tijdstip. Naar be
neden wordt 't voorgestelde afgesloten,
evenals het voorafgaande tijdperk door
het jaartal 1813, verdeeld door een
schip, dat, te midden van een ver
siering in den stijl van dien tijd, de
kelen van de verdrukking stuk zeilt
Het zeil draagt de koningskroon.
De keerzijde van den penning
draagt op een muur van bazalt het
volledige wapen van 't Koninkrijk
der Nederlanden, waaronder het op
schrift: «Eerste Eeuwfeest van het
Herstel van Nedeiland'sOnafhankelijk
heid". Het geheel wordt van onderen
afgesloten door een slinger van
olijftakken, die met bloeiend en
vruchtdragend oranjegroen aan twee
flankeerende fakkels van ontwikkeling
is vastgehecht.
Deze medaille (rond. 66 m.M middel
lijn) wordt door 's Rijks Munt thans
in den handel gebracht in de drie
metalen, goud, zilver en brons.
Plan 1913. Zeist.
Meer en meer nemen de plannen
der Oranje-Vereeniging vasten vorm
aan. Meer en meer ook groeit de be
langstelling hier en elders, en de op
wekkende rede van Ds. Schuller heeft
van reden tot feestvieren overtuigd
en tot waardig meevieren opgewekt.
Een en ander uit de dingen, die
komen zullen, mogen we weer ver
klappen, en we twijfelen niet. of ieder
zal zooveel mogelijk medewerken alles
te doen slagen. Hierbij hebben we
nu vooral op het oog den lichtstoet.
aan den vooravond der feestelijkheden
te organiseeren. Als dan de herauten
van Nederland en Zeist de feesten aau
de hoeken der straten hebben afge
kondigd, zal zich een stoet opstellen,
die, bedriegen de verwachtingen ons
niet, indrukwekkend zal zijn.
Een muziekcorps met fakkels zal
de rij openen, en blijde klanken laten
schallen in het rond; een vijftigtal
lampioudragende meisjes zullen vol
gen, waarna verlichte en versierde
rijwielen een hoofdmoment vormen
in den stoet. Voor deze laatste wor
den prijzen uitgeloofd.
Weer volgt een door fakkels ver
licht muziekcorps, waarachter nu 50
jongens met lampions, voorafgaand,
wat waarschijnlijk de grooteattractiezal
zijn: verlichte wagens en groepen der
Zeister vereenigingen en van particu
lieren. Ook voor dezen worden prijzen
beschikbaar gesteld.
Men ziet: een mooi plan
Aan de verschillende Vereenigingen
te Zeist worden dezer dagen uitnoo-
digingen verzonden, om aan dezen
lichtstoet deel te nemen. Aan ver
eenigingen en bonden te Zeist geen
gebrek! Als nu elk doet wat hij kan
en nu reeds met plannen en uitvoe
ren van plannen begint, kan bet een
mooi geheel geven Variatie genoeg,
en naar we hopen originaliteit.
Er is meer nog: aan een etalage
wedstrijd (in 5 groepen) zullen H.H.
Winkeliers zeker met veel pleizier
deelnemen Ook voor hen een mooie
gelegenheid eens extra voor den dag
te komeri En ieder, die in 't geluk
kig bezit van een gevel is, zal aan
gevelversiering kunnen doen.
Een tiental sub-commBsie's is reeds
benoemd En met het noemen van
dat tiental sluiten we voor ditmaal
onze mededeelingen.
1. Etalagewedstrijd, verlichting en ge
velversiering.
2. Kinderfeesten.
3 Historische optocht.
4. Harddraverij.
5. Kinderaubade en kleppermarsch.
6. Versiering en illuminatie v.h. feest
terrein.
7. Lichtstoet.
8. Tableau-vivants, marmergroepen
en bioscoopvoorstellingen.
9. Pers, propaganda en reclame.
10. orde.
Jaarverslag over 1912 van de
afdeeling «Gooi- en Eeniland" der
Nederlandsche Vereeniging tot
bescherming van dieren.
Wederom hebben wij een jaarverslag
uit te brengen. Uit den aard der zaak
zal dit verslag geven andeie feiten
en andere cijfers dan het vorige,
rnaai' toch in wezen weinig daarvan
verschillen. Wij vragen ons daarom
af of zelfs eene nauwkeurige verge
lijking met de vorige jaarverslagen
onzen leden wel een duidelijk ant
woord zoude geven op de vraag, die
zij zich ongetwijfeld stellen: «Wordt
het streven der Vereeniging met sue
ces bekroond, vindt het beschavings
wei k, dat zij zich ten doel stelt, in
breeden kring ingang7i
Wij vertrouwen daarom aan veler
wensch tegemoet te komen als wij,
op grond der ervaring, bij onze werk
zaamheden opgedaan, willen trachten,
op de bovengestelde vraag een ant
woord te vinden. Gemakkelijk is dit
niet, want er valt op bet gebied der
dierenbescherming nog zooveel te
doen, dat de verkregen resultaten
daarbij vergeleken wel gering moeten
voorkomen. Nietemin vermeenen wij
te mogen schrijven, dat wij vooruit
gaan.
Dit blijkt het beste uit de rappor
ten onzer inspecteurs, die steeds van
minder verbalen melding maken. De
actieve surveillance der inspecteurs
en de krachtige steun, die zij daaibij
van rijks- en gemeente- politie ge
nieten, beginnen vruchten te dragen
Het was voor ons eene voldoening
herhaaldelijk te kunnen constateeren,
dat ongelukkige trekhonden en afge
jakkerde paarden door beter voor hun
taak berekende trekdieren vervangen
weiden, toen het den eigenaren bleek,
dat zij niet aan de voortdurende waak
zaamheid onzer inspecteurs konden
ontsnappen.
Eenmaal op dian weg scheen het
verscheldenen te blijken, dat zij mei
eene goede verzorging hunner trekdie-
len ook hun eigen belang dienen.
Dit is ongetwijfeld een vooruitgang
al is bet geen succes, dat een ieder
dadelijk in het oog valt
Men besluite hieruit niet, dat wij
tevreden zijn en wij ons geene hoo-
gere eischen stellen, men boude ech
ter rekening met de in de praktijk
onvoldoende gebleken wetgeving iri
ons land op het gebied der dieren
bescherming.
Hier ligt een breed veld voor ar
beid: pogingen te doen om te geraken
tot eene betere wetgeving te dezer
zake, zooals die in de om omringende
landen reeds jaren bestaat.
Ook de nieuwe trekhondenwet geeft
in vele opzichten slechts teleurstel
ling.
Het zoude ons te ver voeren daar
op nader in te gaan, doch zij er aan
herinnerd, dat zich een comité ge
vormd heeft van in verschillende
plaatsen van ons land woonachtige
personen, dat zich speciaal tot taak
stelt, tot eene meer afdoende wetge
ving in deze materie te geraken.
Van dit comité is ons bestuurslid,
Jhr. W. E. Engelen, secretaris.
Gaan wij thans over tot eene meer
feitelijke beschouwing van zaken der
Afdeeling.
Het bestuur onderging in zijne sa
menstelling in zooverre wijziging, dat
in de te Bussum op 25 April 1912
gehouden ledenvergadering in de va
cature Jhr. H. F. de Jonge werd be
noemd de heer Em. Enthoven te
Baarn, terwijl Jhr. G. de Jonge van
Zwijmsbergen, die reeds sedert eeni-
gen tijd het bestuurslidmaatschap voor
Zeist en omgeving naast den heer
Van der Mersch bad waargenomen,
thans definitief tot bestuurslid werd
gekozen. De aftredende leden, de hee-
ren Boissevain, Eschauzier, des Tom
be en Van de Wall, werden herbe
noemd.
Het ledental steeg van 1419 op 1
Januari 1912 tot 1444 ultimo Decem
ber. Eene stijging alzoo van 25 leden
tegenover eene stijging van 59 in 1911.
Wij kunnen dus over de resultaten
van het afgeloopen jaar te dien op
zichte slechts matig tevreden zijn en
wij wenschen er nogmaals met nadruk
op te wijzen, dat een ledental van
1444. schijnbaar niet onbelangrijk,
toch in geene verhouding staat tol
het totaal zielental van het ressort
onzer afdeeling.
Wat de finantiën betreft zij ver
meldt, dat de uilgaven over 1912 be
dragen f28 >0,28'. terwijl ontvangen
werd aan contributies f2794,75 en
aan giften, gekweekte rente enz. enz.
f351.70, tezamen derhalve f 3146.45,
zoodat dit jaar een batig saldo laat
van f 316 I65.
Door onze inspecteurs werden in
totaal 131 verbalen opgemaakt, aldus
gespecificeerd
Door E. Aalten voor Zeist en om
geving 28, door J. F. van der Maas
voor BaarnAmersfoort 24, door
J. B. M Brayé voor Hilversum
's-Graveland 37, door A. Eerenberg
voor Bussum en omgeving 42.
Schieven wij in den aanvang, dat
de rapporten onzer inspecteurs steeds
van minder verbalen melding maken,
ter vergelijking geven wij de cijfers
van de laatste drie jaren, zijnde resp.
258, 137 en 131.
Hieruit mag worden geconcludeerd,
dat ons systeem van surveillance
vruchten draagt
In den loop van het jaar werden
onze drinkbakken te Bussum door de
gemeente overgenomen, die nu voor
het onderhoud zal zorg dragen.
Tot alle houders van paarden in
onze Afdeeling werd eene ciiculaire
gericht, eene opwekking behelzende,
om oogkleppen en opzetteugels af te
schaden. Onze propaganda hiervoor
wint largzaam aan veld. Men voelt
er in het buitenland reeds veel meer
voor, zoodat in sommige plaatsen in
Duitscbland zelfs bet gebruiken van
oogkleppen wettelijk verboden is.
Opmerking verdient het, dat bij de
aangespannen paarden van het leger
nimmer opzetteugels of oogkleppen
gebruikt worden.
Evenals vorige jaren is het ons ook
thans eene aangename taak een woord
van erkentelijkheid te richten tot den
heer F Nieuwenhuijzen, gemeente-
veearts te Hilversum, voor de belange
loos verleende veeartsenijkundige hulp.
Ter buitengewone algemeene ver
gadering, op 12 Februari '1912 te
's-Gravenhage gehouden, werd onze
Afdeeling vertegenwoordigd door Jhr
W. E. Engelen. Deze werd aange
wezen, deel uit te maken van de bij
besluit van die vergadering ingestelde
commissie tot voorbereiding eener
statutenwijziging der Vereeniging. De
arbeid dezer commissie is neergelegd
in een concept van nieuwe statuten,
hetwelk aan het oordeel der leden
van de Vereeniging zal worden onder
worpen in de daaitoe op 18 April
1913 te 's-Gravenhage bijeengeroepen
buitengewone algemeene ledenver
gadering.
Hadden wij in ons vorig verslag te
vermelden, dat bij de Kamer een
vogelwet aanhangig was, deze heeft
sedert haren weg naar het Staatsblad
gevonden.
Nog moeten wij melding maken
van het feit dat de bescherming van
den mol, van welks nut in den laatsten
tijd steeds meer gemeentebesturen
overtuigd bleken, thans is geworden
een object van Rrgeeringszorg.
Zoo zijn er gunstige teekenen des
lijds waar te nemen, en deze steunen
ons voort te gaan op den weg, dier»
wij ons hebben afgebakend.
Maar dit constateerende, hebben
wij zeker te meer recht van onze
leden te vragen, dien onontbeerlijke!)
steun, finantieel en moreel, om onzer
zijds er ioe te kunnen bijdragen, dat
die teekenen menigvuldiger worden,
dat meer en meer ons humanitair
streven doorwerke.
Hilversum, 8 April 1913.
Mr. H. Th. S'JACOB, Voorzitter.
G. A. A. VAN DE WALL, Secretaris.
Met ver wijzing naar de in dit nummer
voorkomende advertentie, maken wij
belanghebbende ouders er attent op,
dat het Bestuur der Industrie- en
Huishoudschool door reorganisatie
van eenige klassen heeft willen voor
zien in een reeds geruimen tijd ge
zochte behoefte. Door deze wijziging
n.m.l. zal bet mogelijk zijn elk jaar
op 1 Mei meisjes, die den lagere school
hebben doorloopen, toe te laten tot
den voorbereidenden cursus of wel tot
den opleidingscursus voor dienstbode.
Wat in deze klassen geleerd wordt
en welke met de meisjes in baar
later leven van het geleerde kunnen
genieten, zullen de ouders hei best
vernemen door inlichtingen te gaan
vragen bij de directrice. Wij hopen,
dat een groot aantal meisjes van deze
gelegenheid gebruik zal maken en
daarmede aan het bestuur bewijs
leveren, dat de uitgaven, door de
wijziging veroorzaakt, goed besteed
zijn en door belanghebbenden op
prijs gesteld worden.
Het perceel Langestraat 14 heeft
een algeheele verandering ondergaan.
In de vitrines waar de hoer de Jager
voorheen het door hem vervaardigde
letterbanket en andere zoetigheden
ten toon stelde, prijkt nu een keur
van zeebanket in alle soorten en
vormen, die liefhebbers van viscb doen
watertanden. Bij een persoonlijk be
zoek aan de zaak mochten wij er ons
van overtuigen dat alles, niet alleen
keurig net en frisch, maar bovenal
ook hygiënisch is ingericht. Allo voor
komende vischsoorten worden zoowel
versch als gekookt en gebakken ge
leverd. Wij twijfelen dan ook niet of
de door den heer Bunte gisteravond
geopende zaak zal, als voorziend in
eene bestaande behoefte, een steeds
toenemend succes hebben.
Halldel en Nijverheid.
Maandagavond vergaderde «Handel
en Nijverheids in «de Zwaan« onder
voorzitting van den heer L. J Krocik.
De notulen van 12 Maart 1.1. werden
gelezen en goedgekeurd, vervolgens een
nieuw lid aangenomen en het jaar
verslag uitgebracht, waaraan we het
volgende ontleenen.
De opkomst is telkens niet schitte
rend geweest. Het oude bestuur was
afgetreden. Aantal leden 166. De beer
Krook behartigt bet Informatie- en
Incassobureau, bijgestaan door Mr.
Stadig. Behandeld werden 91 posten
met een bedrag van f 2474.64. Geïnd
f 616.64. De inkomsten bedroegen
f378.44, de uitgaven f2 72.535. Batig
saldo is f 105.90\
De Rekening en Verantwoording van
den Penningmeester werd goedgekeurd.
Uitgebracht werd nu bet Verslag van
het Incasso- en Informatiebureau. 116
schriftelijke en 22 mondelinge infor
maties werden gegeven. Er is ingesteld
•een Informatiebureauregrster, dat loopt
over 1400 plaatsen. Aan twee koopers,
die steeds vergaten te betalen, werd
het wonen te Amersfoort onmogelijk
gemaakt.
De beeren S. J. van Duinen en Krook
werden tot afgevaardigden naar het
Congres te Middelburg gekozen. De
heer en L. Houbaer en T. H. J Nieuwen-
dijk lot hun plaatsvervangers.
De aftredende bestuursleden werden
herkozen.
Aan de orde was de bespreking van
het Concept-request van den Hanze-
bond betreffende de 9 uur sluiting bij
gemeentelijke verordening.
De heer Vink vroeg of de Zondags
sluiting ook is besproken. Deze is niet
ui het request opgenomen, zeide de
voorzitter. Oorspronkelijk was de Zon
dagssluiting ook opgenomen, doch over
dit punt is men niet tot eensgezindheid
kunnen komen.
De heer Eggink verklaarde tegen 9
uur sluiting te zijn. Nergens is hier
mede succes verkregen. In Leeuwarden
heeft de Raad met 15 tegen lOstemmen
de sluiting bij gemeentelijke verorde
ning verworpen.
De heer Nieuwendijk zeide, dat
men Amersfoort niet moet vergelijken
met Amsterdam.
De beer Zalingen meende, dat het
voor kleine winkeliers in consumptie
artikelen zeer moeielijk zal vallen wat
te verdienen. Ook de heer Houbaer
was van deze meenig, waarom hij de
comsumptie wilde uitsluiten.
De zaak, zeide de voorzitter, is in
het algemeen geregeld en de detail
regeling komt later.
De heer Zoetmulder meende, dat
alleen de groote patroons voor 9-uur
sluiten, omdat bun klanten toch op
den dag komen.
Het voorstel in stemming gebracht
werd met 15 stemmen voor en 4
tegen aangemomen.
Ingekomen een circulaire omtrent
de Land- en tuinbouwbeurs alhier.
De voorzitter waarschuwde tegen
de spaarkas onderneming «Welstand.*
«De heer Houbaer deelde mede,
dat bezorging van van Gend en Loos
in de Stad te laat geschiedt. Zal
worden onderzocht.
De heer Oosterveen gaf in over
weging een eigen besteldienst in te
voeren.
Hierna werd de vergadering ge
sloten.