NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht. Bp
Woensdag 7 Mei 1913.
FEUILLETON.
\n. 36
42e jaargang
Boontje komt om w loontje
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk f 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
BureauLangestraat 77. Telephoonn. 69.
ADVER1 ENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere reg9l meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De tijd der Pruisische Vrijhandels
politiek.
II.
Ten gevolge van de doorgaande
tariefverlagingen en de vrijgevige
handelspolitiek was overal in Duitscli-
land een krachtige ontwikkeling in
het economisch leven waar te nemen
bet wegvallen van alle binnenland-
scbe lollen had van het Duitsche Rijk
een vrijhandelsgebied gemaakt en
door die economische eenheid is de
totstandkoming van de staatkundige
eenheid bevorderd. De staatsmannen
als Stein en Hardenberg en de grond
vesters der tolunie als üeldbrueck en
Michaelis hadden begrepen dat Duitsch-
land wegens zijn ligging op den viijen
handel is aangewezen. De geologische
structuur, de loop der groote rivieren,
de greDsverhoudingen etc. laten een
strenge afzondering uiet toe. Zij be
grepen dat wanneer de vrijhandel
een eisch der noodzakelijkheid is, ge
boden door natuurlijke productie-voor
waarden, het ook noodig is de eco
nomische politiek daarop te doen
rusten. Doch bij het bereiken van
het groote doel, de staatkundige
eenheid, scheen het alsof de nationale
taak der vrijheidspolitiek was ver
vuld, en dat men bare wapens in de
rommelkamer kon opbergen.
Want reeds in 1879 kwam de
ommekeer. Op de tijden van voorspoed
volgde in de jaren 18751877 een
finanlieële débacle; de landbouw had
te lijden van de sterk dalende prijzen
op de wereldmarkt als gevolg van de
opening van overzeesche gebieden
voor de graanproductie op grooten
schaal; de concervatieve landjonkers
en grootgrondbezitters wisten lang
zamerhand ook de industrieelen te
winnen voor hunnne protectionistische
plannen, en op den grondslag van
wederkeerigen steun werd de politiek
van de beschermende rechten op land
bouw en op [nijverbeidsproducten
voorbereid. Doch vooral is het ook
weer het staatkundig element dat
een groote rol heeft gespeeld in
Duitschlands ommekeer naar de pro
tectie. Bismark zag daarin het mid
del om het jonge Rijk zelfstandige
bronnen van inkomsten te geven, om
het niet langer afhankelijk te laten
zijn van de bijdragen der afzondeilijke
staten, en het niet langer te laten
steunen op die zgn. »matricularbei-
tragêf. Zoo is dus eenerzijds aan het
compromis der agrariërs en indus-
trieëlen om hun klassebelang te be
vorderen, anderzijds aan overwegin
gen van zuiver pohtieken aard de
wederinvoering van de protectie te
wijten. Bekend is hoe aanvankelijk
de indnstrieële rechten werden ver
dedigd als tijdelijke maatregel om de
jonge industrie op den been te hel
pen, doch hoe deze steeds nieuwe
argumenten wist te vinden om niet
alleen de beschermende rechten te
behouden doch ook aanvankelijk ma
tig bedrag voordurend op te schroe
ven. Eveneens is bekend hoe ook de
agrariërs in ruil voor die verhoogin
gen steeds hoogere rechten op land
bouwproducten wisten door te zetten,
en hoe ook de opvolgende regeerin
gen, toen maat eenmaal door Bis
marck de eerste stap was gezet, wer
den gedwongen steeds verder te gaan,
daartoe maar al te gaarne besluitend
door de steeds groeiende onooden der
schatkista.
En wat zijn nu wel die zooge
naamde zegeningen van de protectie
in Duitschland? Is de opbloei van
de nijverheid aan de bescherming te
danken Geenzins, want dan zou de
industrie het niet noodig hebben thans
nog te moeten worden »beschermdi.
En ook Dr. Katzenstein, uit wiens
aangehaald boekje wij een en ander
ontleenden, legt er, zooals wij reeds
zoovele malen deden, den nadruk op
dat het door den vrijhandel in 't
leven geroepen nationale besef, de
rustelooze arbeid vaü het zich één
voelende Duitsche volk, de nieuwere
vindingen der techniek, het reusach
tig ontwikkelde verkeerswezen, de
zorg voor uitstekend algemeen en
vakonderwijs, de aanwezigheid van
tal van natuurlijke hulpbronnen
enz. de omstandigheden zijn geweest
waardoor de Duitsche nijverheid tot
zoo grooten bloei is gekomen
ondanks alle kunstmatige belemme
ringen door de protectie. En deze
heeft in plaats van voordeel groote
nadeelen gebracht, al deden die zich
door de groote economische ontwik
keling van het land niet zoo recht
streeks gevoelen.
Duitschland is dank zij de niet
vermoede ontplooiing der industrieele
krachten, binnen betrekkelijk kort
tijdsverloop van een rijke industrie
staat geworden. Doch de reusachtige
vermeerdering van de bevolking maakt
dat het land hoe langer hoe meer
voor de verzorging in behoeften aan
grondstoffen en levensmiddelen op
het buitenland is aangewezen, zoodat
de beschermende rechten in het doel
om zelf daarin te voorzien zijn te
kort geschoten.
En hoe meer Duitschland voor zijn
grondstof en voedingsmiddelen op
andere landen is aangewezen, doen
die invoerrechten nadeel. De industrie
ën toch moeten in ruil voor den ver
meerderden invoer meer en meer voor
de wereldmarkt werken, hun export
vergrooten en dus daarvoor ook uit
breiding van afzetgebied zoeken. Doch
daarin nu worden de protectionisti
sche landen belemmerd en dat ver
grooten van afzetgebied wordt juist
vergemakkelijkt door do politiek van
den vrijhandel te huldigen.
Bovendien wordt door de hooge
inkomende rechten hel leven kunst
matig duurder gemaakt, de koopkracht
der arbeidersklassen gedrukt, de ar
beidsgeschiktheid verminderd.
Afgescheiden van de stoffelijke na
doelen, wijst de schrijver op andere
gevaren van de protectie.
Overal trachten de agrariërs de
industriëele ontwikkeling tegen te gaan
daar de industrie belang heeft bij een
zoo ruim mogelijk verkeer. De agra
riërs zien in een vrije verkeerspoli-
tiek bunne klassebelangen bedreigd,
terwijl de industrie voor het betrek
ken van grondstoffen en baren export
hoe langer hoe meer behoefte aan een
vrijer verkeer begint te krijgen. Zoo
voert de protectie tot een strijd van
belangen tusscben de beide groote
bronnen van de productie tot schade
van bet algemeene belang van bet
land.
Op staatkundig gebied heeft de
protectie de verdere consolideering
van de slaatseenheid belemmerd. Na
1870 had me mogen verwachten dat
de bondsstaat slechts overgangsvorm
zou zijn tot den eenheidsstaat over
eenkomstig Bismarck's bedoeling toen
hij verklaarde »Preussen muss in
Deutschland aufgehen". Doch in plaats
van de nationale eenheid verder te
bevorderen is door de piotectie slechts
begunstigd een particularistisch stre
ven van elk der staten naar macht
en voorrang.
De conservatieve partij der landjon
kers, die door de protectiepolitiek de
overhand kreeg, heeft de staatkunde
verlaagd tot een zuivere partijpolitiek
van behartiging van klassebelangen,
waardoor de groote nationale vraag
stukken op den achtergrond zijn ge
raakt. Vandaar ook de innerlijke twee
dracht in het staatkundig leven, die
is uitgeloopen op politie verzwakking,
zich toonend b v. in de tegenstrijdig
heid van de Duitscbe sociale wetge
ving en de Duitsche tariefpolitiek.
De strijd om uitsluitend materiëele
voordeeltjes heeft bijdragen tot ver
laging van bet peil van het staat
kundig leven, en mag verantwoorde
lijk worden gesteld voor de politieke
en sociale verwarring in Duitschland.
De protectie heeft de verschillende
klassen en takken van nijverheid, de
weikgevers en de arbeiders, tegen
elkaar opgezet en overal het zaad van
haat en tweedracht gestrooid. Het
peil der wetgeving is gedaald, even
eens het aanzien van het parlement,
waarin tegenwoordig werkelijk leiden
de persoonlijkbeden ontbreken en de
werkelijk nationale geestdrift wordt
in het parlement niet meer gevon
den.
Onafzienbaar is het gevaar dat er
in gelegen is wanneer de staatsmacht
dienstbaar gemaakt wordt aan aller
lei particuliere belangen. Teugellooze
begeerten worden gewekt, die zich te
sterker doen gelden naarmate de be
gunstigde kringen in economisch en
sociaal opzicht sterker zijn. De wel
daden, die zij van de regeering ont
vangen, beschouwen zij als een recht,
waaraan men niet meer mag raken.
Zij zijn onverzadigbaar, nooit bevre
digd en houden niet op steeds nieuwe
eischen te stellen. De bijzondere-be-
langen-politiek der protectie vergif
tigt het openbare leven, en maakt de
staatkundige instellingen onderge
schikt aan het kleine, materieele be
lang der bijzondere groepeD. Zoo
ondermijnt ook de protectie nood
wendig den eerbied voor het gezag,
dat zich op zulk een wijze laat mis
bruiken.
In zulk een staat kan ook niet tot
uiting komen een gevoel van saam-
hoorigheid, een echt nationaal besef
omdat de eene bevolkingsklasse er
steeds op uit is de staatsmacht aan
te wenden om zich te verrijken ten
koste der andere klassen. Oplossing
van groote vraagstukken eischt een
nauwe aaneensluiting en samenwer
king van alle Dationale krachten. En
een regeermg, die zich leent voor een
politiek van begunstiging en favori-
tisme van allerlei private oelangeo,
móet noodzakelijk zwak staaD omdat
zij op baar beurt zich wel moet laten
dwingen alle mogelijke vernederende
compromissen te sluiten. Zoo wordt
het regeeren een vruchtelooze en
vreugdelooze monnikenarbeid en wordt
de wetgeving inwendig ziek en over
geleverd aan knoeierij en corruptie.
Zat bet Duitsche rijk door een krach
tig volksbewustzijn worden gedragen
A. S. H. BOOMS.
14)
Het tweede punt dat hem onaange
naam aandeed en zelfs wel 't meeste
trof was het laatste postcriptum, en
wel dat deel dat handelde over dien
Willem Marnters, de snoesbij
dames en speciaal bij jonge meisjes
licht altijd het zwaartepunt van hunne
epistels in het postscriptum en bij
verscheidene van die aanhangsels, zoo
als hier gewoonlijk in 't allerlaatste.
O! dacht hij, in zijn jaloerschen
wrevel en zijne bezorgheid, zou 't kind
baar hartje weggeschonken hebben,
al was 't ook onwetend, aan den een
of anderen kwajongen'n aap met
twaalf ambachten en dertien ongeluk
ken 'n beunbaas zonder degelijkheid
en karaktereen van die verwaande
ondoordachte gekken die meenen dat
voor trouwen niets anders noodig is
dan 'n geurmakende mooie jongen en
'n knap jong verliefd meisje en daar
toe dan 'n kind met 'n geld- of invloed
rijke papa uitkiest, zoodat die vader
wel voor 'n goed en gemakkelijk
baantje zal zorgen, of beter nog voor
'n ruim boerenleven zonder baantje,
omdat hij vereerd moet zijn dat zoo'n
wezen zijn dochter onderscheidt boven
vele meisjes, die er zoo naar hunkeren
om dien mooien straatslijper te trou
wen, die lief heeft voorzoover zijn
egoïsme dat toelaat en tot de duiten
op zijn, of zooals tegenwoordig in de
mode komt, tot 't mooie er af
is! Dat trouwt maar ondoordacht
tegen alle verstandige raadgevingen in,
en het eind' kroont 't werk, ar
moe, ruzie en ellende!
En mocht liij zelf wel eenigszins
twijfelen of hij bij het eerste punt
flink zou doortasten als 't er op aan
kwam om 't kind als 't ware zijne
weldaden onder 't oog te brengen,
haar te verwijten dat zij te royaal
dacht, bij voelde dat bij in dit laatste
geval onwrikbaar vast in zou grijpen,
niet alleen uit werkelijke genegenheid,
maar ook omdat daarbij wel eenigs
zins jaloezie in 't spel kwam; 't hin
derde hem meer dan hij zou hebben
willen bekennen, dat zij een ander
boven hem, of even lief had, hij die
zoo graag alles alleen voor haar wilde
zijn, die behoefte voelde aan hare ge
heele liefde en die overtuigd was dat
niemand belangeloozer en met meer
diep gevoelde genegenheid voor haar
zou zorgen om baar de aarde tot een
paradijs te maken.
Nog nooit had hij over de moge
lijkheid van zoo iets, dat toch zoo
natuurlijk was, nagedacht, en nu er
alleen 'n schijntje, 'n bloot vermoe
den bestond dat men hem den zoo
zorgvuldig gekweekten schat zou wil
len ontstelen, nu eerst besefte bij,
evenals 'n gierigaard, dat die schat
één was met zijn leven en in zijn
hart vastgegroeid was door de voort
durende zorg die het lieve kind in
al die jaren vereischt had, 'n zorg
die hij niet missen wilde en niet aan
een ander wilde overlaten.
Hij begreep dat hij eens dat kind
zou moeten afstaan, maar dan moest
hij wel goed weten aan wiedat
moest iemand zijn voor wie zij even
als voor hem 'n heiligdom zou blij
ven, die evenals hij de geringste stroo-
halm die haar in 't leven hinderen
kon vol ijver zou wegruimen, die
evenals hij haar de aarde moest
maken tot 'n bloeienden tuin waarin
zij heerschte en liefhad, maar bovenal
iemand, die hem in 't volle bezit liet
van de onschuldige reine genegenheid
van zijn eigen lieveling.
Hij nam zich voor dit teere punt,
dat hem in den brief zoo hinderde,
in zijn schrijven alleen en als ter
loops gekscherend te bespreken, en
er meer 'n grap van heel weinig
aanbelang van te maken, met 'n en
kele, als 't ware stoeiend en lachend
gegeven vermaning er tusschen, want
hij wist dat tegenwerking in derge
lijke gevallen in den regel de zaak
vergroot en verergert, en dat noch
genegenheid, noch dankbaarheid hoe
diep ook gevoeld in staat zijn om
verliefde menschen in hun romantisch
dweepend gedoe rede te doen ver
staan eerst de ondervinding die tot
ontchoogeling voert opent hen de
oogen en maakt hen nuchter wereld
wijs, maar dan is 't in den regel te
laat en zijn minstens twee menschen-
levens voor altijd geknakt en bedor
ven, wier onberedeneerd drijven ook
zijne treurige gevolgen nalaat voor
de arme kinderen, die de hunne zijn,
en die, evenals Non zelf dat gevaar
had geloopen, zouden lijden, als niet
'n liefderijke hand die arme stumpers
steunt en opheft.
Dadelijk sprong hij op om, nadat
hij zich gekleed had, aan dat voor
nemen onmiddelijk gevolg te geven,
want hij begreep dat in de eerstvol
gende dagen, die nog zijn vertrek
vooraf gingen, daartoe niet veel gele
genheid zou zijn.
Weldra zat hij kalm aan zijn lie
veling te schrijven niet haar sprekend
portret voor zich, zoodat die blaadjes,
die zich snel met zijn krachtig schrift
vulden, spraken van spoedig weder
zien waar zoo naar verlangd werd,
van vaderlijke liefde en diep gevoelde
genegenheid, alles neergeschreven in
den vroolijken, naïven speelschen
trant van haar eigen schrijven; en
toen eindelijk de talrijke velletjes in
de enveloppe gesloten waren, bestond
den inhoud niet alleen uit 'n stree
ling van tal van lieve en zoete woord
jes, die spraken van groote liefde,
maar ook waren daarbij eenige bank
biljetten en de machtiging om 'n