NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad ^jj|£ voor de Provincie Utrecht. jBJ gqfeiiieitiefc FEUILLETON. Boontje M 01 zijn loontje No. 41. Zatersdag 24 Mei 1913. 42e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. PREMIE De Tariefwet zal ons een slechte belasting brengen. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Kijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/. Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. voor de lexers van dete courant. Het heden verschenen 8de nummer van den vijfde jaargang van bevat o.a. GIJSBERT KAREL, GRAAF VAN HOGENDORP, die in 1813 den grond slag voor de nieuwe Staatsregeling ontwierp. Aankomst van Prins Willem te Scheveningen op 30 November 1813. Laatste opname van het Spaan- sche Koningspaar. De Koning van Spanje te Parijs, met twee foto's. Het nieuwe Museum te Haarlem. Een kiekje van de afbraak van het gebouw, waarin vroeger het Ministe rie van Binüenlandscbe Zaken geves tigd was. De (Jniversiteits-wed- strijd aan de Zwetb, mot drie foto's. Algemeene Vergadering van het Nederlandsche Roode Kruis. Laatste opname van de beroemde Amerikaau- sche danseres Isidore Duncan en hare beide kinderen, die op zoo tragische wijze te Parijs, bij een automobiel ongeluk, om het loven kwamen. De bakkersstaking te Parijs, met twee foto's. Bezoek van H. M. de Konin gin aan de Tentoonstelling »de Vrouw 18131913". Onze Bolgewassen, met vijf foto's. De 127ste Verga dering van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. De Humorpagina. Ten slotte Portretten van bekende landgenooten, de Rubriek van Redac teur X. Kindernummer »Ons Prin sesje", met onderhoudende en leer zame lectuur voor de Jeugd. Als wij bet regeeringsontwerp tot verhooging en uitbreiding van ons tarief van invoerrechten beschouwen uitsluitend van fiscaal standpunt en daarbij de oogen sluiten voor den ver- derfelijken invloed, welken de tariefwet 1die nog steeds gereed ligt om in het eerstvolgende zittingsjaar door de beide I kamers te worden aangenomen zal uitoefenen op handel, nijverheid en verkeer, dus op onze volkswelvaart in haar geheelen omvang, als wij ons derhalve bepalen tot de Tariefwet als middel om geld in de schatkist te brengen, dan is de vraag eenvou dig deze: Is de voorgestelde Tarief- verhooging een goede belasting of niet? Laat ons, alvorens deze vraag te beantwoorden, even berinneren, dat de voornaamste kenmerken van een goede belasting zijn le. dat rekening wordt gehouden met da draagkracht van hen, die haar moeten opbrengen; 2e dat hetgoen wordt opgebracht inderdaad terecht komt in de schat kist. Een slechte belasting daarentegen houdt geen rekening met de draag kracht der belastingbetalers en doet minder geld in de schatkist vloeien, dan door de burgerij wordt opge bracht. Het ontwerp - Kolkman nu voldoet niet aan de beide eischertj welke aan iedere goede belasting moeten worden gesteld, terwijl het bovendien onzeker is of de voorgestelde Tariefwet als middel om aan geld te komen deug delijk zal blijken. Immers met het ontwerp wordt beoogd een fiscale herziening, die jaarlijks de opbrengst der invoerrechten met 10 millioen zal doen stijgen, zoowel als een wij ziging in protectionistische richting, met verbeteren der levensvoorwaarden van onze zooals het heet kwij nende® nijverheid, die uit baar sin- zinking* moet worden opgeheven. De Regeering wil dus eigenlijk twee dingen, die elkaar uitsluiten. Als het oene gelukt mislukt het andere. Slaagt de «bescherming® van de binnenland- sche industrie, dan beteekent dat een vermindering van den invoer van bui- tenlandscbe artikelen. Maar vermindert de invoer dan neemt ook de invoer rechten af, en komt de minister dus aan de 10 millioen, die hij noodig heeft voor de arbeidersverzekering. Levert daarentegen de nieuwe heffing inderdaad op bet geraamde profijt voor de schatkist, dan is de poging tot protectie mislukt, want dan is de invoer uit het buitenland niet ver minderd eu is de binnenlandsche pro ductie van concurreerende artikelen derhalve niet toegenomen. Onzeker is dus öf en op hoeveel geld ter stijging van de Staatskas mag worden gerekend. Wel Is er den minister sindsdien op gewezen, dat bij zich heeft verrekend, en dat de gelden, die door verhooging der in voerrechten voor de ouderdomsver- zekeiing beschikbaar kunnen komen, in ieder geval niet 10 millioen, doch slechts de helft daarvan bedragen. Volkomen zeker is het inmiddels, dat de binnenlandsche verbruiker het kind van de rekening zal worden. Want ook al zou de nieuwe wet ge heel zonder gevolg blijven ons han delsverkeer met het buitenland, en, aan den anderen kant, al zou de ver hooging van invoerrechten niets in de schatkist brengen, de binnenlandsche verbruiker zal de prijsverhooging heb ben te betalen, hetzij dan aan het Rijk hetzij aan den binnenlandschen producent, die zijn waren in prijs zal opslaan in verhouding tot het invoer recht. In het laatste geval zou het een uit de zakken van allen komt, niet 's lands geldmiddelen helpen verster ken, doch verdwijnen in de zakken van enkele bevoorrechten: de «be schermden" die, volgens een ruime berekening, slechts 17 pCt. van de bevolking zullen uitmaken. De ove rige 83 pCt. mogen alleen maar be talen. En als de voorgestelde tariefver- hooging wel geld in de schatkist brengt, dan zal hetgeen door de burgerij moet worden betaald, toch in ieder geval belangrijk meer bedragen, dan het geen als opbrengst der invoerrech ten door het Rijk zal worden ont vangen, al is de juiste verhouding nog niet aan te geven. Men rekent in Duitschland, dat van iedere zes mark, door de verbruikers opgebracht, slechts één mark ten goede komt aan het Rijk. Wanneer wij in verband met het onder 2 genoemde kenmerk deze be lasting noemen een slechte belasting dan woiden wij in die meening nog versterkt, doordat bij een verhoog de opbrengst uit de invoerrechten de Staat daarvan in werkelijkheid niet veel zal profiteeren. Immers de Staat is zelf ook verbruiker en zal alszoo- danig boogere prijzen hebben te be talen. En bovendien zullen de ambte naren, die als sonbeschermden" van de verhooging der invoerrechten nim mer voordeel kunnen hebben, voor het nadeel, dat zij lijden tengevolge van de vermeerderde uitgaven voor levensonderhoud, een tegemoetkoming verlangen. Uit dien hoofde betaalt het protectionistische Duitschland aan zijn ambtenaren als «Teuerumszulage" jaarlijks 2 milliard. En nu het andere kenmerk Houdt de voorgestelde Tariefverhooging al of niet rekening met de draagkracht? Invoerrechten, willen zij werkelijk geld opbrengen, moeten worden ge- beven in hoofdzaak van de meest noodzakelijke levensbehoeften. En dit zal ook geschieden volgens het ont- werp-Kolkman. De Tariefwet zal daar om,met zich brengen een vermeerdering van den ongelijkmatigen belastingdruk, die zich bet zwaarst zal doen gevoe len aan de on- en minvermogenden en vooral aan hen, die het meest met kinderen en het minst met aardsche goederen gezegegend zijn. Met de accijnzen vormen de invoer rechten de verteringsbelastingen, welke met de draagkracht het minst tekening houden, en dit geldt nog meer voor de invoerrechten dan voor de steeds fiscale accijnzen, want als de invoerrechten niet zuiver fis caal, doch beschermend zijn, zooals in dezen, is het oog van den wet gever gericht op de bescherming en zal er op de draagkracht nog minder acht worden gegeven. En reeds nu nemen de heffingen, die het mins rekening houden met de draagkracht, onder onze belastingen een zeer voorname plaats in. Onze rijksinkomsten bestaan, vol gens de voorloopige cijfers over 1911, uit le. directe belastingen (grond personeel, be- drijfs- en vermogensbelasting) voor ongev. 31 pCt. 2e. accijnzen 40 pCt. 3e. indirecte belastingen (zegel, registratie, hypotheek- en successierechten) voor ongev. 19 pCt. ■ie. invoerrechten 9 pCt. Sedert 1831 zijn de directe belas tingen gedaald van 34'/, op 31 en de accijnzen gesteegen van 30 op 40 pCt. en zulks niettegenstaande de in voering der vermogens- en bedrijfs belasting (in 1892) en de afschaffing van de accijnzen op schapen- en var- kensvleesch, het gemaal, de zeep en bet zout. Per hoofd der bevolking werd in 1910 betaald wegens directe belasting f. 7.90, accijns f. 10 55, indirecte be lasting f. 4.73, invoerrechten f. 2 26, overige middelen f. 4 87, totaal f. 29.81. Plaatst men de eigenlijke verterings belastingen (accijnzen, invoerrechten en personeel) tegenover de eigenlijke directe belastingen (grond-, bedtijfs- en vermogensbelasting) dan krijgt men als verhouding tusscben deze beide categoriën 56.6 tot 23.4. Aanneming van de Tariefwet-Kolkman zal deze verhouding uit een oogpunt van goede belastingpohtiek dat is dus van belasting van draagkracht nog ongunstiger maken, dan zij reeds DOOB A. S. H. ROOMS. 17) Zooals hij daar wachtte met zijn energieken kop, fier opgericht, een door de reis gebronsd gelaat vertoonde, met zijne forsche, slanke houding en zijne gemakkelijke zekere bewegingen, was bij het beeld van den echten cosmopoliet, den globe-trotter met onverwoestbare gezondheid, die zich overal op zijn gemak gevoelt, overal te huis is, niet licht door tegenspoed uit het veld is te slaan, en die altijd bereid is desverlangd anderen nutti ge wenken te geven, die, door den vertrouwenwekkenden indruk die zijne persoonlijkheid inboezemt, dan ook getrouw en stipt worden opgevolgd, zeer ten bate van dikwijls erg onkun dige en onhandige reizigerszijn ele gant, en onberispelijk kleedend, een voudig grijs reiscostuum deed hem ook dadelijk kennen als 'n man van de wereld, die bij goede manieren, ook zonder ingenomenheid met zich- zelve, de noodige zorg besteedt aan zijn uiterlijk, als iets wat hem door zijn stand en zijn leven tot gewoonte en eene tweede natuur is geworden. Bij al wat hij zag, bij elk plezier dat hij genoot, bij alles wat bij on dervond dacht hij steeds aan zijn ge liefd kind, dat bij voortdurend door korte aanteekeningen op de hoogte hield en wier brieven hij op vooruit vastgestelde plaatsen als even zooveel lieve hartelijke groeten ontving over al op zijne reis had hij voor curio- citeiten, aardigheidjes en naar meis- jessmaak bekoorlijke lievigheidjes en teere voorwerpen aangekocht, die door hem telkens naar eene algemeene verzamelplaats in Holland werden opgezonden om daar bewaard te blij ven tot zijne terugkomst, want hij wilde zelf de uitdeeling houden en getuige zijn van de kinderlijke ver rukking van zijn lieveling, vooral omdat ook haar verjaarsgeschenk daarbij was, zooals zij uit zijn brieven wist, en zij daarnaar met ongeduld verlangde. Toen de reis zoo goed als volbracht was had hij op 'n middag, in oen der restaurants van den Tiergarten te Berlijn dineerende, eensklaps het plan opgevat van uit Keulen nog een tochtje langs den Rijn te maken, en dan over Luxemburg en Brussel zijne intrede te doen in 't vaderland; hieraan kon zijn vriend echter geen deel nemen, omdat dringende zaken deze naar huis riepen, zoodat hij nog hoogstens acht dagen onderweg kon blijven, en hij dus na den voorgenomen korten tocht door den Harz, om aan de heksen van den Blocksberg een bezoek te brengen, te Keiden zijne reis moest staken, en de kortste richting naar Holland inslaan. Dit bracht den Overste natuurlijk op het lumineuse idéé om zijn kleine Non eene voor haar onvergelijkelijke verrassing te bezorgen, door haar op dien toch mede te nemenvoor hem zou dan die reis dubbel genotvol worden, door hare tegenwoordigheid waarna hij zoozeer verlangde, hare naïve bewondering en haar ongekun steld lief aanhalig gebabbel. Opvatting van een plan en de uit voering volgde bij hem elkaar altijd spoedig op, vooral als 't iets goeds voor anderen betrof, en daarom nog geen unr later het epistel op de post gedaan, dat de uitnoodiging voor die reis bevatte, met verzoek om per keerende, poste restante te Bad-Harz- burgte laten weten of mejuffrouw Gesina daartoe genegen was. Begrijpende dat een oud man, hoe lief hij zijn kind ook heeft, niet altijd het ware en alleen voldoende gezel schap is voor een jong meisje, zoo dat een speelmakkertje met wie zij hare geheimpjes fluisterend kon be praten als 't ware als iets onmisbaars moest beschouwd worden, en gevoe lende dat zoo'n derde persoonlijkheid, hoe klein ook, in het voortdurend alleen zijn een band zou vormen tus scben een jong meisje van 19 jaar, zooals zijn kind, en een ouden man die zij wel als haar vader beschouwde, doch dit toch in werkelijkheid niet was, en hem als van zelf over moei lijke gevallen, ook van 't eerste neer zien na 10 jaren heen zou helpen, machtigde hij haar een barer vrien dinnen naar hare keuze tueê te nemen, maar 't moest 'n aardig, lielj vrien delijk meisje zijn, dat hem gedurende de reis ook als de gezaghebbende vader wilde erkennen en hem in alles zou gehoorzamen, want zoo verzeker de hij, «hij zou bijzonder streng zijn en de heide jongejuffrouwen onge makkelijk, desnoods zelfs hardvochtig op hun plaats zetten!" Als gewoonlijk aan alles denkende, bepaalde hij niet alleen den dag en het uur van vertrek en de reisroute, maar bovendien sloot hij bij de brief een bedrag in, voor het vervolledigen van den uitzet voor die reis van on geveer drie weken, en gaf daartoe eenige nuttige wenken, want daar ze elkaar in zoolang niet gezien hadden bestond zeer goed de mogelijkheid dat zij elkaar niet zouden herkennen als hij de meisjes te Keulen aan 't station afhaaldedaarom had hij voorgesteld dat de beide meisjes 'n strikje op de borst zouden dragen, voor ieder van verschillende kleur, die zij hem bij het antwoord moesten opgeven. (W-dl dgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1