NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad *êt voor de Provincie Utrecht. Qafcmm No. 47. Zaterdag 14 Juni 1913. 42e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG PREMIE DE TARIEFWET EN HET KANONIEKE RECHT. BINNENLAND. FEUILLETON. Boontje komt om zjjn loontje Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent. ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonu. 69. ADVERT ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer Tl, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal bereken d Groote letters en vignetten naar plaatsrnimte. voor de lezers van deze courant. Het heden verschenen 11de nummer van den vijfde jaargang van bevat o.a. De eerste foto van PRINS HEN DRIK, na zijn terugkeer uit den Taunus, op 5 Juni genomen, bij zijn aankomst aan het Centraal Station te Amster dam. De «Hoofdwagt der Nationale Gar den teMuyderbergh"; Voor hel Blocade der Vesting Naarden van November 1813 tot Mey 1814. Lady Aber deen, de Presidente van den Interna tionalen Vrouwenraad. Mevrouw Siegfried, de Presidente van den Fran- schen Vrouwenraad. 50-Jarig be staan van den Dierentuin te 's Gra- venhage, met portret van den stichter tn twee foto's. De demonstratie van den S. D. A. P. Bokswedstrijd te Gent tusscben Wells en Carpen- tier, met drie foto's. De nieuwste Parijzer Modescheppingen, niet drie foto's. De leden van Toonkunst vóór het gebouw «Musis Sacrum" ge fotografeerd. De Nederlandsche Bond van Ziekenverpleging. Fran- scbe Padvinders, bezig zich te oefenen met den Veld-telefoon. Z. K. H. Prins Hendrik op weg naar de boot, die Hem naar de tentoonstelling «F. N.T.O.S.'' zaljbrengen, met twee foto's. Het plechtige te waterloopen van bet Gouvernemenlsschip «Aldebaran" op het Marine-etablissement te Soe- rabaya. De feestelijkheden te Gel- dern, nabij de Limburgsche grens bij gelegenheid van de onthulling van bet standbeeld van Keizer Wilhelm I. Het bestuur van de Maatschappij van Weldadigheid te Amsterdam. Kijkje op de kade van de haven van Algiers. De huldiging van den Burgemeester van Castricum, bij gelegenheid van zijn 25-jarige ambtsvervulling. De vermaarde acteur Marcel Myin in de rol van Sherlock Holmes Portret van den heer C. A. Fock, Directeur van het Kon. Zoölogisch Botanisch Genootschap te 's-Gravenhage. Portret van den beroemden schilder Albert Neuhuys. Ten slotte: Portretten van bekende landgenooten, de Rubriek van Redac teur X. Kindernummer »0ns Prin sesje", met onderhoudende en leer zame lectuur voor de Jeugd. De geabonneerde wonende wenscht zich te abonneeren op het weekblad „PAK ME MEE", tegen den prjjs van 3'/i cents thuis bezorgd. Het kanonieke recht (waaraan de meerderheid der christenen zich ge bonden weet) bevat een opsomming van eischen, waaraan een wet heeft te voldoen: «Een wet zal zjjn betamelijk, recht vaardig, mogelijk, volgens de natuur, volgens landsgowoonte, zich aanpas send aan tijd en plaats, noodzakelijk, nuttig, duidelijk en niet voor particuliere belangen maar voor bet gemeene best bedoeld.» De tariefwet voldoet van al deze eischen slechts aan eene: Zij is «mogelijk». Het Nederlandsche Staatsblad »kan« te eenigen tijde een zijner nummers vullen met wat thans nog slechts ontwerp is en dan zullen de daarin voorgeschreven hoogere rechten geheven «kunnen» worden Maar de tariefwet voldoet van al de andere eischen aan geen enkele: »Betarnelijk« is zij niet, noch recht vaardig», want haar druk zal aan de draagkracht der betalers omgekeerd evenredig zijn. «Volgens de natuur« is zij evenmin, want zij gaat, als alle protectionisme, de natuurlijke verdeeling van arbeid tusschen de volkeren tegen. «Volgens landsgewoonte» kan in Ne Ierland slechts een wet zijn, die den vrijhandel een schrede verder brengt. «Zich passend aan tijd en plaats« is het ontwerp Kolkman nog veel minder. De »tijd« omstandigheden immers eischen allerminst een wet, die door het ontketenen van tarievenoorlogen Nederland's verhouding tot het buiten land verslechtert en de «plaatselijke» gesteldheid stempelt Nederland bij uitstek tot een land van zoo vrij mo gelijken doorvoerhandel, terwijl de «plaatselijke» nijverheid haar toege dachte bescherming niet weten wil. «Noodzakelijk» is het wetsontwerp in geenen deele, want als ontwerp van protectie biedt het een niet be geerde gave en als fiscale wet zou het, zoo noodig, door met draagkracht rekening houdende billijke belasting wetten te vervangen zijn. »Nuttig« zou het slechts kunnen heeten, indien de gewenschte stijving der schatkist langs anderen weg niet bereikbaar ware (maar zij is dit wel), of indien «de» nijverheid en niet maar een enkele «nijvere» reden had om steun te vragen en inderdaad er om vroeg (maar de nijverheid gevoelt die behoefte niet en vraagt niet om bescherming) en indien daarenboven tegenover het beoogde nut (dat een illusie is) niet ander voelbaar nadeel zal staan (dat bittere werkelijkheid zal blijken). «Duidelijk» is het ontwerp, ook na de technische herzienning die het na het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer onderging, nog steeds iD on voldoende mate. En dat het aan den eisch, «niet particuliere belangen maar het ge meene best te dienen», op geen stuk ken na voldoet, wordt klaarder dan de dag bewezen door het feit, dat, behoudens maar enkele uitzonderingen, het bloot enkele belanghebbende» zijn, die te zijner verdedigin zich hebben aangegord. Corpus Juris Caoonici C. II D. IV. Wat de bietenteelt beteekeutl Aan de voordracht van dr. J. A. v. Loon, uit Steenbergen, gehouden te Amsterdam bij gelegenheid van het eeuwfeest der bietsuikerindustrie, ont- leenen wij het volgende De Neder), beetwortelsuikerind ustrie verkeerde 20 jaren geleden in een periode van grooten bloei. Bij een gelijkblijvend aantal van 31 fabrieken is de productie van 1872 tot 1882 vrijwel constant gebleven op 22 k 23 duizend ton. In de jaren 1886, 1887 en 1888 klom de productie echter tot f 32.000. daarna in 8 jaren tijds tot f 140.000. In die 8 jaren valt de overgang van kleine fabrieken in groote be drijven, waardoor de Nederlandsche industrie is gekomen op den eersten rang, wat de productie per fabriek aangaat. Slechts wanneer een wijziging der suikerwetgeving dreigde het toenmaals instituut der suikerpremies te onder mijnen, waarvan een wisse ondergang der industrie het gevolg ware geweest, trad het bestuur der Vereeniging van j beetwortelsuiker fabrikanten op de' bres. De productie der ruw-suikerfabrie- ken heeftin het campagne-jaar 1912 1913 circa 300.000 bedragen, ter waarde van f38.750.000. Het rendement over genoemd jaat bedraagt bier te lande 15pCt. aan bieten. Daaruit volgt, dat ongeveer 2007 milltoen K. G. bieten verwerkt zijn. De koopsom daarvan bedraagt rond 30 millioen gulden de scbeeps- vracht f 2.000.000. Groepeert men de verschillende categorieën van uit gaven tot een budget, dan komt men tot een algemeen totaal van f 45.240 000. Hierbij moeten worden gevoegd de kosten van rafllneeren in Nederlandsche rafTinadergen. Spreker meent, dat het juist is de suikerindustrie, jtaffinadorij en suiker- tabricage te lande te beschouwen als een economisch geheel, al zijn zij ook afhankelijk van elkander ontstaan. In 1912 zijn in Nederland geraffi neerd 268.000 ruwe suiker. Aan arbeidsloon werd uitgegeven ƒ2.001.000. Dit bedrag komt voor een groot deel het platteland ten goede. Als voor een groot aantal flinke werk lieden geen loonend werk te vinden is, treedt de suikerindustrie aanvul lend op. Niet alleen door 10688 werklieden, die zij in baar bedrijven rechtstreeks bezighoudt, maar ook omdat zij bij het vervoer enz. een even groot aan tal werklieden behoeft. De ruwe sui kerindustrie heeft ook den loonstand- aard op het platteland doen stijgen. Spr. komt dan tot de scheepsvracb- ten, die 4V1 millioen per jaar bedra gen. Het vervoer moet in omstreeks 2Vj maand geschieden, waardoor ook de kleine scheepvaart hierdoor hoog lijk gebaat wordt. Het scheepvervoer bedraagt ongeveer 90.000 ton per week. Spr. toont voorts aan, dat elk budgetsport der suikerindustrie diep ingrijpt in hel economisch leven. Voorts bespreekt hij de leveranliën uit bet buitenland, bedragende ongeveer 2 millioen aan hulpstoffen en 1 milli- aan machinerieën. De laatste som gaat naar het buitenland, wijl onze machinefabrikanten wel het vermogen bezitten de noodige machines te leve ren, maar er is bij ons gebrek aan ingenieurs met practische ervaring op het gebied der beetwortelsuikerfabri- cage, die in staat zijn in om- en nieuw bouw te produceeren en uit te voe ren. DOOK A. S. II. ROOMS. 23) Na hunne terugkomst van de reis en zoolang nog de voortdurende tegen woordigheid van haren voogd, «haar vadertje", voor Non nog iets was wat betrekkelijk nieuw was in haar leven dat door zijne angstvallig wakende zorg voortging langs een pad van rozen waar hij zelfs geen enkele verloren doorn duldde, zoolang was zij het naïve, lieve, teedere kind, dat zich uiterlijk heel dankbaar en gevoelig toonde voor al die weldaden, waarop zij eigenlijk geen andere aanspraak kon doen gelden dan zijne liefde, maar die zij uit gewoonte als een soort recht beschouwde, en daardoor ontbrak 't haar aan zooveel fijn genuanceerde attentie's die de ware liefde en dank baarheid van zelf ingeeft en waardoor de gevoelens van den Overste zich zoo herhaaldelijk onderscheiddenlang zamerhand echter schenen ook andere gevoelens en indrukken de overhand te krijgen, zoodat elk gevoel van dank baarheid of genegenheid dat zij aan «vadertje" toonde mat en dof was en overheerscht scheen door minder goede invloeden van anderen, die haar haren plicht deden vergeten; de vertrouwe lijke kinderlijke overgave van weleer veranderde daardoor, en door de voort durende dagelijksche gewoonte van samenzijn ging dit ongemerkt over in minder waardeerende gevoelens die ge breken zagen en eigendommelijkheden lastig vonden, daar waar vroeger hare verbeelding elk voetstuk voor den voogd te klein vond, en juist door hare zeld zaamheid de vaderlijke liefkozing zoo begeerlijk was; gaandeweg toonde zij zich meer en meer teruggetrokken tegenover den man wien zij zooveel te danken had en wiens liefde nog voortdurend over haar waakte opdat de worsteling met de tegenspoeden des levens haar gespaard en als tot nu toe onbekend zouden blijven, terwijl zij door de gewoonte van ontvangen, van het bestaan en den omvang dier groote toewijding als 't ware onbewust voort leefde. In den eersten tijd, na hun terug keer, bleef de Overste Wyckhens in dat lieve, dartele, blijkbaar innig ver trouwelijke meisje niets anders zien dan zijn kind, dat hij met vaderlijke liefde opvoeden en verzorgen wilde; vroolijk, opgewekt, levenslustig en met jeugdigen ijver nam hij deel aan al hare pretjes en vermakenook scheen het dat aan Non geen uitspanning welkom was als «vadertje" die niet gedeeld had en lief pruilig kon zij doen als hij door 't een of ander ver hinderd was om haar te vergezellen. Maar, helaas I de Overste had een gebrek dat in de oogen der jeugd onvergeefelijk is door het onbarmhar tige jonge volkje den mensch onbe wust bijoa als eene misdaad wordt aan gerekend, hij kwam op jaren, en hoewel niets in zijn uiterlijk dat toonde, toch was hij in hunne oogen oud. De jeugd, tot de jaren des onder scheids gekomen, ook de jeugd zoe kende, tolereert den ouderdom alleen zoolang zij hen dienstig is en hen niet in den weg staat; doch ongevoelig als de jeugd is voor alles wat buiten haar onbezonnen en eenigszins egoï stisch kringetje van onbezorgd-over- moedige zieltjes omgaat, zal, misschien wel onbewust, maar niettemin onbarm hartig wreed de ouderdom kwetsen en de grijsheid bespotten als die zicheenig recht wil aanmatigen om met hen jong te zijn, of althans te schijnen; zij begrijpen door hunne onnadenkend heid niet, dat ook ouderen van dagen een frisch en jeugdig gevoelend hart kunnen bewaard hebben en denken er niet aan, dat ook zij eenmaal oud zullen worden en dan eene even onge voelige zelfzuchtige jeugd zullen vin den, kwetsend in wreede spotternij. Wedervergelding! want zooals de ouden zongen, zoo piepen de jon gen! Ten einde zijne Non overal te kun nen vergezellen had de Overste zich zelfs in 't fietsen geoefend en een rij wiel aangeschaft, en nu kon hij ook deelnemen aan de menigvuldige tocht jes die zijne geliefde, schattige pupil met andere jeugdige vriendinnen en makkertjes maakte; in den beginne was alles «couleur de rose" en maak ten allen te samen één gezelligen kring uit met prettigen vroolijken omgang, doch spoedig bemerkte hij dat het meisje, hoe vroolijk lief en aanhalig ook voor hem zoolang zij alleen waren, hem ondankbaar aan zijn lot overliet en van zijn verder bestaan onkundig scheen, zoodra de jeugdige leden der vroolijke bende zich bij hen hadden gevoegd; dan werden al hare lachjes en lonkjes, en al hare liefelijkheden en al hare streelende guitigheden ge schonken aan de jongelieden die haar dadelijk omringden, haar vleiden en verliefd doende liefde vroegen, of al thans overgave in jokkende flirt, en de oude Overste, die zich nog zoo jong en krachtig gevoelde en ook wer kelijk was, bleef alleen en daalde af tot de eenvoudige rol van royaal be talende chaperon en flink tracteerende gastheer die getolereerd werd, iets wat de jeugd hem in haar overmoed bovendien nog als 'n bijzondere gunst scheen toe te staan. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1