NIEUWE
Vit Nieuws- en Advertentieblad \ÉT
voor de Provincie Utrecht, jg|
FEUILLETON.
No. 74.
"Woensdag 17 September 19IB.
42 e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BARMHARTIG.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.26.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephooun. 69.
AD VER1 ENTIEN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/. Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters eu vignetten naar plaatsruimte.
Tal van verschijnselen houden de
erkenning levendig, dal de zelfzucht
heel wal in te brengen heelt in de
weirld, en wie de verwachting uit
spreekt, dat eenmaal de tijd zal zijn
gekomen, waarin zij zich zal hebben
teruggetrokken binnen de gepaste
grenzen van het zelfbehoud, ontmoet
tegenspraak van alle kanten.
Niet zonder grond, voorzeker. Ge
woonlijk behoeven wij niet verder te
loopen dan naar onzen kamerspiegel,
om iemand te zien wiens handelingen
in de meeste gevallen door het per
soonlijk belang beheerscht worden;
en zoo wij werkelijk lecht hebben
om hier niet te zeggen »in alle ge
vallen», mag deze bijzonderheid, min
der uizoudering gelukkig dan een
kwaadwillige menschen beschouwing
willen doen gelooveri, niet de gedachte
doen ontstaan, dat wij, op een laatste
krachtsinspanning na, de oppermach
tige reeds onder bedwang hebben.
Er is zelfs een opvatting, volgens
welke de afwijkingen, waarbij de
zelfzucht haar strakke, naar één duel
zich richtende lijn soms schijnt te
verlaten, niets andeis zijn dan de
loepassing van haar stelsel. Men helpt
ellende wegnemen of verzachten, en
heeft daar ook wat voor over, omdat
de aanblik onaangenaam aandoet. Men
staat iels van het zijne af, ter wille
van een algemeen belang, al is men
daar persoonlijk niet zoo nabij in
betrokken, wijl er toch iets in ligt,
dat eigen welzijn zou kunnen raken
En dan, wat op die wijze geofferd
wordt, mag beschouwd worden als
een premie, door welker betaling de
waarborg is verkregen, dat men zal
wordeD met rust gelaten, of, in het
altijd mogelijke geval van een wan
hoopsdaad eener tot geweldpleging
opgedreven menigte, niet in het ge
drang en onder den voet zal geraken.
Wat hier het laatst gezegd is,
zoo gaat men dan voort in de lijn
dierzelfde redeneering, geld inzonder
heid de collectieve offervaardigheid,
die, schijnbaar een bres makende in
de ommuiing van de maatschappe
lijke zelfzucht, in werkelijkheid als
versterking van haar positie is bedoeld.
Wrevel is gevaailijk, hij leidt tot
daadweikelijk verzet. De geschiedenis
vermeldt woeste uitbarstingen, die
alles uiteensloegen, en het is verstan
dig zulke dingen tegen te tiouden.
Laten wij niet vergeten, dat degenen,
onder wier aansporing zij werden
voorbereid, zoowel als de drommen
van hen, die zich als werktuigen der
vornieling lieten gebruiken, door den-
zelfden drang naar bevrediging van
eigen begeerten zijn opgejaagd, dat
ook hun stiijd is die der zelfzucht,
dat ook zij hun deel, tot dusver le
klein in verhouding tot datgeen waarop
zij meenen recht te hebben en dat
anderen naar zich toehaalden, ver
langen te brengen tot de luimst mo
gelijke uitbreiding Dat is het groote,
het éénig doel, tot welks bereiking
alle middelen, onveiscbillig van wel
ken aard, worden aangewend.
Om dat te vermijden, zal men een
concessie moeten doen, nu en dan.
Men zal moeten trachten de partij,
van welker zijde een aanval dreigt,
te overtuigen, dat de weg des gewelds
niet lot de vervulling van haar wen-
schen voert, en dal veel meer zeker
heid van bezit gelegen is in hetgeen
door ondei handeling kan worden vor
kregen. Zoo wordt de sociale arbeid
en wat er mee samenhangt een schild,
onder welks bescherming de maat
schappelijke zelfzucht veilig kan voort
leven, een af en toe van wat
mestspecie voorziene bodem, waarin
zij rustig kan tot wasdom komen.
Maar ziet nu eens met helderen,
niet door vooroordeel of vooropgestelde
meening verblinden blik rondom u.
Zouden werkelijk al die daden van
nobele toewijding, die aan de waar
neming van verderop staanden ont
snappen en van welke het openbaar
gerucht geen melding maakt, zou
den die slechts de uitkomst zijn van
een berekening
Zoudén de kloeke daden, zoo sterk
uitblinkende, dat zij onwillekeurig het
hart doen kloppen van bewondering
bij wie ze verneemt, slechts zijn inge
geven door de inblazingen eener eer
zucht, die verbooging van eigen staat
en versterking van eigen standpunt
beoogt? Dan zou toch erkend moeten
worden, dat er heel wat slechte reke
naars zijn, eigenlijk met veel wijzer
dan een speler, die veel op een kaart
zet tegen geringe winstkans.
Op het harde rotsblok der zelfzucht
dalen neder, bij honderd en duizend-
millioenentallen, de druppelen der
barmhartigheid, het besproeiende met
een tergende volharding, tegen welke
zelfs het kristallijnen gesteente niet
bestand is. Over haar metaal-glim
mende oppervlakte straalt het schijn
sel der liefde, die in het menschen-
hart woonstede heeft gevonden als
vertegenwoordigster der Hoogste
Liefde; tegen haar radioactiviteit is
niets bestand.- De ijzeren stof ver
weert, verbrokkelt, wordt een immer
diepere laag van vruchtbare aarde,
waarin wellicht het gewas eener hoo-
gere cultuur kan wortelenen indien
er waarheid mocht zijn in de bewe
ring, dat toegang geven aan den invloed
der gevoelens van menschenliefde een
verfijnde, een veredel le vorm van
«welbegrepen" eigenbelang is, dan
toch ook moet erkend worden, dat
een algemeen menschelijke eigenschap,
welker aankweeking in verderfelijke
richting onheil kan brengen over ons
geslacht, hier uitbloeit lot de hoogste
voortreffelijkheid, waarmede zij het
karakter van een goddelijk geschenk
vertoont.
Het is de barmhartigheid, die dat
wonder verricht, het medegevoel voor
het leed dat buiten eigen ijjf geleden
wordt, dat eigen ziel toegankelijk stelt
voor hetgeen buiten baar is te dragen
gegeven. Zij verandert het brute, op
bevrediging alleen van eigen lusten
zich richtende diermensch of menscb-
dier, dat helaas nog niet tot de uit
gestorven soorten behoort, in een engel
der hulp; zij werpt om de schouders
van den woesteling, die alles voor zich
zou neerslaan tot hijzelf werd neer-
geknuppeld, den priestermantel eentr
hoogere wijding, en maakt hern tot
een belangeloozeo dienaar der mensch-
heid.
Daar zijn er, en hun getal is
niet bij benadering te gissen, mannen
en vrouwen, die op ieder uur van den
dag en van den nacht gereed zouden
staan om een groot offer te brengen,
wanneer daarmede een groot doel te
bereiken is. Daar zijn helden en hel
dinnen, die op een gevaarvol moment
zelfs hun leven niet lellen, wanneer
een gevaar is af te weren, dat andoren
dreigt. Ook dat is, ofschoon het een
anderen naam draagt, een openbaring
van barmhaitigheid, in snelle werking;
wiens hart gesloten is voor het lot
des broeders, werpt zich niet in den
vloed of in de vlammen tot zijn red
ding.
Nevens die spontane uiting is er
nog een andere, voor deze geenszins
achterstaande, de vrucht van een ern
stige, wèldoordachte, blijmoedige le
vensopvatting, die heeft doen ontdek
ken waar het geluk te vinden is, dat
zoovelen zoeken in een richting, die er
van af leidt. Zij bestaat in een trouwe
behartiging van het welzijn dergenen,
wier levenspad het onze kruist, uit
vloeisel van een oprechte deelneming
in hetgeen hun wedervaart, vrucht van
een »aangegrepen worden», zooals dat
met een prachtige beeldspraak ge
noemd wordt.
De barmhartige kan geen lijden
schouwen zonder er door getroffen le
worden, en dat is zeker wel de
stelligste waarborg, dat hij het nooit
zal veroorzaken. Deze laten wij
zeggen negatieve werking strekt zich
uit ver buiten den kring der naast-
bestaanden; eigenlijk kent zij geen
grens. Dat hij, naar de gewijde ken
schetsing, zich ook ontfermt over het
vee. niets is natuurlijker.
Dit moge onvoldoende zijn om tot
het positief ingrijpen te dringen, het
is er toch een begin van. Die ont
ferming toch leidt, zonder overgang,
tot pogingen ter afwering, waarbij het
hart als levende kracht, het verstand
als regulator optreedt.
De barmhartigheid- tijgt soms aan
het werk zonder redeneering. Haar
[onsterfelijk type, de Samaritaan der
gelijkenis, liep niet eerst naar een
informatiebureau om te weten te ko
men met wien hij te doen zou krijgen,
en evenmin zien wij dat bij de barm-
hartigen van onze dagen, die zijn
voorbeeld volgen en daarmee zooveel
goed doen. En alweer daarnevens staan
hun geestverwanten, die zich tot taak
stellen met overleg, naar economische
en ethische regelen, het werk te ver
richten, dat den van den weg opge-
raapten, door een weerbarstig lot uit-
geplundeiden reiziger in staat moet
stellen zijn tocht te hervatten.
Al die uitingen, de tnomenleele zelf
opoffering, men deoke eens aan
hetgeen er gebeurt bij mijnongelukken
en bij scheepsrampen, de zonder
redeneering en dus zonder noodlottig
tijdverlies handelende hulpverleening,
do met gestadig en verstandig
beleid, op grond van wetenschap en
van ondervinding, haar moeielijk werk
verrichtende verheffing uit de diepte
van lichamelijk, van geestelijk, van
maatschappelijk leed, zij alle zijn
vruchten van dezelfde plant, waarvan
het zaad is neergelegd in ieder men-
schenhart, ofschoon het, wij mogen
er ons wel over bedroeven, niet overal
ontkiemt; zijn openbaringen van het
bestaan der hoogste hemelgave, rijkelijk
voldoende om de menschheid te bren
gen tot den lichtenden top van den
hoogsten hierbeneden bereikbaren ge
luksstaat.
Zalig zijn de barmharligen.
Want barmhartigheid zal hun ge
schieden.
Wie onzer zou haar niet behoeven
ALLES KOMT EENMAAL OP Z'N
POOTEN TERECHT
DOOK
A. S. H. BOOMS.
5)
De rekening kwam, geteekend door
twee beëedigde taxateurs en de anders
in alle tegenspoeden onverstoorbaar
zorgelooze luitenant viel bijna om van
schrik, toen hij aan den voet het volle
bedrag van de waarde zijner heiden
daad vermeld zag, eene som zoo hoog,
dat hij begreep die in zijn geheelen
diensttijd van zijn pover Hollandach
tractemement niet te kunnen betalen.
Daarom vroeg hij overplaatsing naar
Indië, eene gunst die hem, dank zij
zijne goede en vele invloedrijke rela
ties, spoedig verleend werd; hij was
nu in staat eene leening te sluiten
om den schuldeischer te voldoen en
had die schuld reeds na anderhalf
jaar verblijf in Indië geheel aange
zuiverd door stipte zuinigheid te be
trachten, en eerst daarna begon hij
een daadwerkelijk aandeel te nemen
aan de zoo echt verleidelijke Luite
nantslolletjes, zoo begeerlijk voor jonge
harten in den tijd van onbezorgde
levensvreugde,
IV.
Nol van Dijcke was er een die da
delijk bij de eerste kennismaking èn
door uiterlijk, èn door stem, èn door
manieren den indruk maakte dat hij
iemand was met gezond oordeel en
vasten wil, die weet wat hij wil, en
als hij 't wil 't ook kanzijne chefs
beoordeelden hem als een degelijk,
bruikbaar officier met schoone toe
komst, zijne makkers zagen in hem
hun besten vriend en lieten zich gaarne
door hem leiden, en de jonge dames
waren bijzonder met hem ingenomen
en voelden zich tot hem aangetrok
ken, al onderscheide hij zich ook niet
door mannelij ke schoonheiddie neigin g
tot hem ging bij sommige leden der
schoone sekBe zoo ver dat zij hem wel
eens beschouwden als hun ouderen
broeder en hem hunne geheimen toe
vertrouwden; wel beweerden eenigen
glimlachend dat dit bij den «duivel
te biecht gaan was«, maar één zaak
stond als een paal boven water, nog
nooit had men gezien of gehoord dat
Nol ook maar in 't minst van dat
soms echt kinderlijk vertrouwen mis
bruik had gemaakt, ja het was zelfs
bewezen dat zijn raad en tusschen-
komst dikwerf eene goede uitwerking
had gehad, en zelfs ongelukken had
doen vermijden.
In hem heerschte 'n geest van hard
nekkig verzet zoodra iets hem onrecht
vaardig scheen, terwijl hij, nooit achter
docht koesterende of achterklap dul
dende, 'n verbitterd, onverzoenlijk strij
der met open vizier was tegenover
hen, die, hem verdenkende, hem niet
ruiterlijk kameraadschappelijk hunne
meening zeidenoverigens was hij
zelfs erg kalm en bedaard in zijne
handelingen, al kon de pret in ge-
zelligen kring hem ook nu en dan
erg opwinden en tot echt meêdoen
aansporen. Die kalmte en bedaardheid
namen zelfs altijd toe in dezelfde ver
houding dat iemand zich tegenover
hem meer en meer driftig maakte en
opwond, of dat eenig gevaar dreigen
der werd.
Van alle markten te huis, was hij
overal graag gezien en werd zijne hulp,
vooral voor het regelen van feesten
en pretjes, dikwijls ingeroepen. Daar
om was hij dan ook nu belast met
regeling der feesten voor de militairen
bij gelegenheid van Konings verjaar
dag op 19 Februari, en als naar ge
woonte arrangeerde hij bovendien
alles voor de groote party die de
Resident dien dag den ingezetenen
qualitate qua aanboodvoor de voor
bereiding dezer regeling had hij dien
avond ten huize van het hoofd van
het civiele bestuur vertoefd, waar hij
'n hijzonder leuke en gezellige jonge-
dameskring aantrof waarvan 't schei
den moeielijk viel en daarom had hij
zich eerst zoo laat in de soos bij de
andere geur- en pretmakers gevoegd.
Bij dansgelegenheden was hij de
onmisbare man, niet alleen voor de
geheele regeling en zijne vroolijkheid
en tot pret maken opwekkende entrain,
maar ook omdat hij bij de quadrilles
als balletmeester fungeerde en alle
figuren met luider stem aangaf, waarbij
hij dan allerlei nieuwe combinaties
uitvond, die dezen dans dan tot aller
pret zoo alleraardigst vreeselijk inde
war konden sturen, terwijl zijne lei
ding van de cotillon zoo onverbeter
lijk was, dat die naar aller ziu, zoo
wel oud als jong, altijd veel te spoedig
was afgeloopen.
In 't kort, Nol van Dijcke was 't
factotum van Kalian.
Alleen met zijn chef, de majoor
Dorling stond hij op eenigzins ge
spannen voet, naar aanleiding eener
verdenking door dien Hoofdofficier
blijkbaar tegen hem opgevat, zonder
die echter ridderlijk tegen hem uit
te spreken en daarvan alleen door
zijn handelingen en toespelingen op
bedekte wijze te laten blijken, iets dat
regelrecht in strijd was met de rid
derlijke opvatting van den joDgen
Dijcke en hem altijd in de hoogste
mate verbitterde.
Nol had namelijk, toen hij per zeil
schip de reis naar Indië maakte ken
nis aangeknoopt met Sophietje Dor
ling, des majoors zestienjarige doch
ter, die medepassagier was onder ge
leide van eene naar de koloniën terug-
keerende In lische familie, goede
kennissen en vrienden van haren vader.
(Wordt vervolgd.)