NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad ■yStr voor do Proviiclo Utrecht j§| S». 103. Zaterdag 27 December 1913. 42e jaargang VERSCHIJNT WORIHSRAG M ZATERDAG DE AANHOUDER. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn 00. ADVERT ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden sleohts driemaal berekend öroote letters en vignetten naar plaatsruimte. Hij is, naar luid van hst spreek- vvooid de winnende. Lang moge de weg zijn, dien hij te doorloopan heeft, en niet ge makkelijk, aan het eind der baan wenkt hem de vurig begeerde kroon der zegepraal. Die aanblik verhoogt de krachten en bant de ontmoediging. En nu mag het soms gebeuren, dat de glorie der victorie tegenvalt, op bet oogenbük dat zij is behaald, het kan blijken, dat de afstand haar vormen verfijnd, dat bet verlangen haar kleuren in de verbeelding helderder heeft doen blinken, toch is dit slechts een schijnbare teleur stelling. De groote heerlijkheid wordt geschapen door het bereiken van het doel. Al heeft de inspanning, door liet volhouden weieens vereischt, de stolle- lijko krachten aan zware proeven ouderwoi pen, die de grens der uit putting op bedenkelijke wijze deden naderen er ligt in dat aanhouden een bi on van winst aan moreel ver mogen, die steeds milder is gaan vloeien. De meeste menschen komen niet aan de weet, wat zy wel kunnen, hetzij in actieven of wel in passieven zin, wijl het nooit geschiedde dat. om zoo te zeggen, de schroef sterk werd aangedraaidhet was met hen altijd een heel matig gangetje, een langzaam wegdrijven op den levens stroom, met weinig meer dan de heel gewone wederwaaidigheden en zonder krachtigen aandrang in welke richting ook. Waar rijst in de ziel de begeerte naar iets hoogers, iets wijders dan het alledaagsche meeloopen in sleur gang, is naar een aangewezen doel het verlangen levendig geworden, dan heeft er ook een ontwaken plaats, dan strekken zich de spieren en worden de zenuwen gestaald, het bestaan krijgt een inhoud, de arbeid van lichaam en van geest vindt een vasten gronuslag, i Maar ja, dan komt ook de legen- wei king. De weg verderop of naar boven is geen door anderen wel ge- - baarid en geëffend pad, loopende langs I gladgeschoren haagjes. Er is onver wachte weerstand te overwinnen naast welvoorziene moeielijkheden was met de laatste rekening gehouden door dien men er zich op had voorbereid, gene is lastiger van aard, omdat ook daar het voordeel van het aanhouden niet onbekend is. Geenszins mag het verwondering wekken, als de eerste schreden niet door verdere worden gevolgd, wegens het afschrikkend karakter, dat de reuzen vertoonen, die naar het looverland den weg vei- spprren. Dat zij er zoo onguur uit zien, was een tegenvaller. Wij zijn daar, heel toevallig even verze.ild geraakt in het vaarwater van het Oostersche sprookje. Bij nadere kennismaking met deze soort van literatuur, tieft het, dat in de Morgen- landsche verhalen zoo vaak de zege praal van den aanhouder wordt ver kondigd de bevrijding van een en slavernij zuchtende pr mses, de verove ring van door ijzingwekkende mon sters bewaakte schatkamers, het ge lukt altijd, mits de moed, die tot de onderneming aanzet, maar wordt staande gehouden door de volharding, die voor bezwaren noch gevaren terug deinst. In dit alles drukt zich niet voorstelling uit, die wij, althans velen onzer hebben van het Oostersche volks karakter, van de traagheid, die weieens beschouwd wordt als het kenmeik van Tuik en Arabier. Trouwens, ook de geschiedenis geeft voldoende aanwij zingen, dat een andere opvatting meer met de werkelijkheid overeenkomt. Niet uitsluitend de zonen en dochte- ren der koele Westerstranden weten bij ondervinding, wat de waarde is van aanhouden, maar wel hebben zij meer neiging, om op eigen krachten te bouwen zonder zich te laten af schrikken door fatalistische in vloeden. De Oosterling zal zijn een volhardend denker, een ijverig beoefenaar van abstracte wetenschap, een fantaisierijk kunstenaar, maar hij zou nooit het Panamakanaal aangelegd, de draad- looze telegrafie uitgevonden, de avia tiek in toepassing gebracht hebben. Zijn greep riaar de wereldheerschappij ware bijna gelukt, indien hij het talent bad bezeten, door juist voot bereide en met volhardenden ijver ingevoerde bestuursregelingen de verdere ont wikkeling van het veroverd gebied te verzekeren. Toen de getulbande over winnaars een groot deel van Europa in hun macht hadden gekregen, trad leeds terstond de teruggang in, wijl zij de technische volharding misten, die de zegepraal beslissend maakt en blijvend doen zijn. Het historisch verschijnsel, hier even aangeroerd, is van algemeenen aard; men aanschouwt het in de politiek, men doet er de ervaring van op in liet economisch leven, het aanhouden moet niet slechts zijn eeo plomp en massaal vooruitdringen, maar een met beleid wegwerken van hinderpalen, een door juiste middelen beletten van haar wederoprichting en met gepaste maatregelen zorgen, dat verkregen verbeteringen, die men door andere wil gevolgd zien, besten digd worden Voor den tunnelbouw is het boren van de opening niet voldoendeook de wanden moeten goed voorzien worden. Dat menig aanhouden niet doet winnen, kan zijn oorzaak hierin vin den, dat het zonder methode plaats heeft. Verwaarloosd is, het in bezit genomen gebied behoorlijk te cuga- niseeren de veroveraar tiekt verder, achter zijn rug breekt de opstand uit, die hem den pas afsnijdt of tot haasti gen terugtocht noodzaakt. Bij de nadering tot de schatkamer, die den juweelenvoorraad omsluit, is wel den reus, bewaker van een der toegangen, een flinke mep gegeven, maar hem finaal onschadelijk maken, dat werd verzuimd. Straks komt hij den schrik te boven en grijpt den indringer van achteren aan. De aanhouder wint. In menige kernspreuk der oudheid, in tal van gewijde uitspraken vinden wij deze verwachting bevestigd. Zelfs een niet wijkende aandrang als van de rechtzoekende weduwe bij den tiagen rechtor, die haar eindelijk gehoor verleende, niet uit plichtgevoel, maar om van het gezeur af te wezen 1 kan al tot een uilkomst leiden. Om veilig te gaan, moeten wij bierbij de winstkansen niet te hoog schatten; een speculatie op het on geduld kon weieens een tegengestelde uilwerking hebben. Wanneerde stand vastigheid in het weigeren wordt op de proef gestold, kan juist het geen kamp willen geven op zoodanige wijze het verzet versterken, dat er geen verwrikken meer denkbaar is. De figuur van den neeuwigen sollicitant" is in de ambtenaars-wereld met onbekend; hij is in elk geval een aanhouder, die lang niet altijd wint. Alleen, die met een regeertaak zijn belast, weten bij ondet vinding, wat het aanhoudend adresseeren en petitionneeren over een en dezelfde zaak beteekent, en hoe weinig het gewoonlijk vermag om de gewenschte beslissing uit te lokken. Aanhoudend hameien op hetzelfde aambeeld geeft een heel eentonige muziek, naar welke spoedig evenmin geluisterd wordt als tiaar het onveianderlijk geruisch van een waterval. Bij deze wij erkennen het, twee zijdige en tegenstrijdige behande ling van de vraag naar het ver moedelijk winstcijfer van den aan houder, hebben wij een paar bij-1 zonderheden in het oog te vatten, die I wellicht het antwoord wat gemakke-, lijker doen vinden. Zij belrellen doel eu middel. Er zijn sterk sprekende voorbeelden van wèl-lagen door volharding. Zondert men van deze de buitengewone for tuintjes uit, dan blijft er nog ge noeg over om anderen aan te moedigen tot kloek ondernemen en volhardend doorgaan. Maar een sterk ver moeden, dat het aantal niet-winnenden een hooger cijfer zou toonen dan dat der gelukkige mededingers, kunnen wij niet onderdrukken. En van de laatsten zijn er, wien de zegepraal zeker niet te benijden is. Hel met volharding volgen van één richting onder inachtneming van hetgeen gedaan kan worden om geen schrede onvruchtbaar te doeri 'zijn, kan alleen dan de echte overwinnings- blijdschap geven, als die richting goed is. De via tromphalis moet leiden naar een ideaal, naar de verwezen lijking eener hooge gedachte, naar de verzekering van wezenlijk geluk. De begeerte naar stoffelijke voordeelen kan daar voorzeker een plaats bij innemen, doch in elk geval dan slechts in bet tweede gelid, als onderdeel van een samenstel van geluksvoor- waarden. Maar wanner zij niet met iets anders gepaard gaat, juister ge zegd niet er door beheerscht wordt, dan kan zelfs het behalen eener honderd-percents-winst niet bevredi gen. Oük bij onze hedendaagscbe propaganda voor samenwerking tot het atdwingen van materieele eischen, mag dat ook niet uit het oog worden verloren zij kan niet tot waardeer bare uitkomst lelden, als niet gezorgd wordt, dat de goede verstandhouding, de onderlinge band der maatschappe lijke groepen bewaard blijft en ver sterkt wordt. Den tunnel borende, moet men het gevaar voor instorting der wanden vermijden. Eindelijk het behoeft niet ge zegd, zij slechts volledigheidshalve in herinnering gebracht, de winst van den aanhouder mag alleen dan op de credit pagina als voordeelig saldo worden geboekt, wanneer niet de geringste smet aan de geschiedenis van haar verkrijging verbonden is. Wij, die zoo geneigd zijn voor het succes eerbiediglijk bet hoofd te ont- blooten, hebben ons te wachten voor een afgoderij die zelfs voor den Moloch de knie buigt. ALLES KOMT EENMAAL OP Z'N POOTEN TERECHT DOOR A. S. H. BOOMS. 30) Dat alles vernam majoor Van Dijcke reeds den eersten avond van zijne komst te Kalian; zijne vriendin me vrouw Sperkler, bij wie hij logeerde, had hem zoo terloops dadelijk de noodige inlichtingen gegeven omtrent dat interessant geval en zijne hulp voor de beide gelieven ingeroepen, want voor de lieve Juultje was zij eene even trouwe vriendin als zij in dertijd voor Fietje geweest was, zoodat zij de beide verliefde jongelui dikwijls de gelegenheid gaf om elkaar ten haren huize te zien. Die overeenkomst van toestand en neigiDg trok den chef tot zijn luite nant aan en hij beloofde alles te zullen doen wat hij vermocht om de ver liefde luidjes te helpeD, als hij bemerkte dat die luitenant Juultje waard was; het zij al dadelijk gezegd dat hij zich, bij nadere kennismaking met Gilles, met hart en ziel aan hunne zaak wijdde, daar die als door een toeval als 't ware zijn eigene werd, want hij kwam door zijne steun te geven in de gelegenheid om zich persoonlijk te wreken, en wel omdat zooals hem nu door toeval bleek, Barthels de man was die weder rechtelijk en laaghartig had meêge- werkt oin de scheiding tusschen hem en Fietje te volmaken, door het schen den van zijn plicht als postambtenaar. Nadat majoor Van Dijcke zich in den aanvang had bezig gehouden met zich op de hoogte te stellen der loo pende zaken en de verschillende dienst aangelegenheden had getoetst aan zijne inzichten en opvatting van het nuttige en noodige, begon hij eindelijk het geheim-archief te doorsnuffelen en had daartoe juist 'n Zondag uitgezocht, 'n dag waarop hij beter dan anders rustig kon werken. Na kennisname van alle oordeelvel lingen betreffende de officieren die nu onder zijne orders dienden, waarbij die vaD zijn lotgenoot in teleurgestelde verwachtingen, de luitenant Kormans, bijzonder zijn aandacht trok en hem zeer gunstig stemde omtrent het ka rakter van dien officier, was er niets dat hem meer belang inboezemde dan de bescheiden uit het tijdperk dat hem door herinnering het meest ter harte ging, namelijk dat zijner liefde, gevolgd door die onbarmhartige schei ding. De verschillende stukken lezende en schouderophalende eenige voor hem niet zeer vleiende beoordeelingen door den toenmaligen majoor Dorling, zijn begeerde schoonpapa, vlnchtig over kijkende alsneêrgeschreven door iemand die overdreef uit antiphatie, zag hij in den bundel eene gewone geopende enveloppe, die eenige papieren scheeD te bevatten en geadresseerd was vaan den Heer Dorling e. m.«, zoodat dit allen schijn had eene particuliere cor respondentie te bevatten met iemand op de plaats zelf. Het couvert inziende viel het hem dadelijk op dat eenige der papieren door hem en andere door Sophie ge schreven waren, zoodat hij zich ge rechtigd achtte die te lezen, vooral ook omdat zij in het archief van het kommando bewaard waren, en dus ter inzage waren van hem die recht had om dat archief vrij te doorsnuf felen. Het eerste was een brief van zijne hand in eene opengescheurde gefran keerde enveloppe, die hij van zijn fort in de binnenlanden aan zijn meisje geschreven had, hopende dat de post hem verder adres zou verleenen. Vervolgens viel in zijne handen een brief van zijn meisje aan hem, even eens in eene geweldadig geopende enveloppe, die den postempel droeg van Weltevreden en dus door haar geschreven moest ziin op hare reis naar haar ballingsoord. Daar die brief duidelijk aan zijn adres was, nam hij die er uit; hij las met aandachtige graagte woorden uit dien tijd, en het was hem daarbij alsof hare lieve, zoete stem die zinnen toe- duisterde zooals ze oprezen uit haar rein, liefhebbend hartje; zij schreef hem getroost te zijn en vuorloopig te berusten in de beproeving, maar dat niets haar zou doen wankelendat zij voor hem en voor hare liefde alles dapper zou doorstaan en op hein hlijver. wachten tot hij zijne bruid kwam opeischen, daar zij elk oogenbük ge reed zou zijn om hem te volgen en zijn lot met hem te deelen wat het ook zijn mocht; zij vertrouwde ten volle op zijne bekende loyauteit en ridderlijkheid; ten slotte gaf zij hem op dat zij naar hare zuster ging van waar zij hem zou melden hoe en door wie zij kónden correspondeerenwas dat niet mogelijk dan moest hij nooit aan haar twijfelen, daar zij zijne bruid bleef en hem in gedachten één kus gaf waarin zij al hare liefde en al hare trouw uitsprak voor den eenig beminden Nol van de tronw liefheb bende Fietje. Geroerd en met vochtige oogen, die hem nu en dan het lezen beletten, had hij de haastig met haar kriebelig meisjespootje beschreven blaadjes ge lezen en was daarna in gepeins ver zonken over het verleden, dat weer zoo in de minste bijzonderheden voor zijn geest opdoemde en hein bitter stemde, denkende wat liet had kunnen zijn als hij die bri f had outvangen, want dan had hij hare woonplaats uitgevouden en was hij naar haar toegegaan en dan zon zij hóógst waar- sc ti ij ui ij k nu naast hem zyu en met

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1