NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecnt.
mee
So. 17.
Zaterdag 28 Februari 1914.
43e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
PREMIE
Ingezonden.
niimfii in het nummer van
mp heden komen bijzonder
heden voor omtrent den wedstrijd
Onze Nederlandscbe Viool.
waarbij een bedrag van
BUITENLAND.
FEUILLETON.
HET BABYLON HOTEL
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per poet door bet geheele Rijk 1.25.
Afzonderlgke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 117. Telephoonn. 69.
ADVERT ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7V> Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemAal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
voor de lexers van deze courant.
Het heden verschenen 48ste nummer
van den vijfden jaargang van
rfVii ir»
-Mie
bevat o.a.:
tacl.
Monument ter eere van de nage
dachtenis van wijlen den Luitenant
ter Zee Rambaldo. Nederlandscbe
Officieren bestemd voor Albanië.
Een modein slagschip te New-York.
Een reusachtige sluis in het Panama
kanaal. De Riiks-Veeartsenij^chool
te Utiecht. Vereeniging vooi Vrou-
wenkiesiecht in actie. Gioote Intern.
Biljartwedstrijd te Amsterdam
Station vooi Radiotelegrafie te Scheve-
mngen. Kijkjes bij de Rotterdamsche
Rivierpolitie. De nieuw gerestau
reerde Raadzaal te Alkmaar. Onaf-
bankelijkbeidsfeest te Gonnchem.
Het Kindei nummer «Ons Prinsesje."
VIJFHONDERD GULDEN
aan prijzen worden uitgeloofd.
DE DIRECTIE.
De geabonneerde
wonende
wenscht zich te abonneeren op bet
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prijs van 31/» cents thuis bezorgd.
Mijnheer de Redacteur
De reden die mij deed besluiten
ontslag te nemen als wethouder dezer
gemeente is gelegen in de onbeusche
bejegening, die mij is aangedaan door
de Commissie van bijstand van de
gasfabriek en waterlerding. Er is nl.
tusschen Kersttijd en oude jaar eene
bijeenkomst van deze commissie
gehouden, zonder vooi zit ter ofdirecieur.
Wat op deze bijeenkomst is be
handeld is mij aaugezien ik daar niet
aanwezig was, niet bekend. Wel weel
ik, dat mij, kort daarna door den
secretaris dei Gascommissie, namens
den heer Gei ritsen, bet verzoek werd
gedaan eene vergadering, zonder direc
teur, te beleggen. In deze vergade-
die op DoDdeidag 8 Januari werd ge
houden, zijn bij monde van den beer
Gerritsen beschuldigingen tegen mij
uitgebracht, die samen moesten strek
ken om aan te loonen, dat mijne
houding als wethouder niet was in 't
belang der gemeentebedrijven speci
aal zou mijn optieden tegenover den
directeur der gas- en waterleiding
te zwak zijn.
Deze zwakke houding zou o.a.
daaruit bljjken, dat, naar mij voor de
voeten werd geworpen, ik niet dage-
gelijks de administratie van den direc
teur ging controleeren. En waarom
had deze dagelijksche controle moeten
geschiedenOm na te gaan of er
ook grond bestond «oor vermoedens,
welke de leden der Gascommissie
koesterden, maar waarvoor zij geen
enkel bewijs bezaten.
't Slot van des beeren Gerritsen's
betoog was, «dat bet belang van de
bedrijven de commissie noodzaakte
den voorzitter baar vertrouwen op
te zeggen.
Ziedaar; La mort sans phrase".
Ieder denkend mensch zal 't natuur
lijk vinden, dat zulke beschuldigingen
met bewjjzen werden geslaafd Be
wijzen zijn echter verre te zoeken.
Al bet aangevoerde zijn aantijgingen
zonder bewijs en het enkele bewijs
dat de commissie wil bijbrengen, is
niet eene aanklacht tegen mij, maar
tegen baar zelf.
Zoo zou de zaak van de transport-
cokesbaan door den voorzitter «veel
beter moet zijn voorbereid". Neen
de commissieleden badden deze
zaak giondiger moeten onderzoeken.
Ik verklaar hier als onverdedigbaar
vooi eene Commissie om eene zaak,
waarmêe f 15.000 gemoeid is, zóó
«en bagatelle* te bebandeleD, als zij
dit tol driemalen toe beeft gedaan.
En dit slaat evengoed op de trans
portbaan als op de amoniac-zout-in-
slallalie.
Ofschoon van beiden uitvoerige tee-
keningtn hebben voorgelegen, hebben
de heeren er zóó weinig nota van
genomen, dat zij niet eens wisten
van wie de teekeningen afkomstig
waren, ofschoon de namen van de
fabrikanten met flinké'lettprs daarop
voorkwamen. In deze zaak beeft niet
de Commissie reden tot klagen gebad
over weinig voorbereiding door den
voorzitter, maar had deze zich te be
klagen over de geringe belangstelling
van de Commissie.
Verder zouden moeilijkheden, die
zich voordeden, als gevolg van door
den directeur gedane handelingen,
voor een groot deel zijn vóórkomen,
indien ik krachtiger ware opgetreden.
Met name woidt geene moeilijkheid
genoemd, evenmin waarmêe en waar
door ik die bad kunnen voorkomen.
Wat de Commissie hier uitspreekt
als een axioma, heeft een ander
maar te aanvaarden.
Dan «zoude ik niet op de hoogte
van bet «bedrijf* zijn. van zelstan-
«dige onderzoekingen en daarop ge
bouwde voorstellen werd nimmer ge-
»hoord;de leiding berust niet bij U,
«maar bii den directeur!"
Dit is al een beel fraaie uiting van
ontevredenheid
Hier immeis worden eiscben ge
steld aan den Wethouder, alsof deze
bedrijfsleider ware! En wat betreft
het op de hoogte zijn van bet bedrijf,
wie der leden van de gascommissie
is zoo goed op de hoogte van bet
bediijf. dat bij het recht meent te
bebben, mij te dien opzichte eischen
te mogen stellen en verwijten te
mogen doen? Wanneer is een der
heeren geweest óf aan de fabriek, öf
aan de kantoien ten fine van onder
zoek. Ik zal de maand Januari uit
zonderen, toen was er «rumor in casa.«
Maar hebben zij, zoolang als ik
Wethouder ben geweest, ooit iets ter
plaatse onderzocht, 't zij gezamenlijk,
't zij individueel Heeft zich ooit een
de moeite gegeven, als er vernieu
wingen of verbeteringen moesten wor
den aangebracht, zich ter plaatse te
gaan overtuigen of die noodig of wen-
scbelijk waren? Wie van ben heeft
zich persoonlijk op de boogie gesteld
van den slechten toestand waarin de
amoniaczoul-inslallatie zich bevindt?
Niemand der Commissie heeft tijdens
mijn Wethouderschap een voet gezet
op bet terrein der gasfabriek ten
fine van onderzoek.
Is deze opvatting van hunne taak
in overeenstemming met de instructie?
Neen
Wanneer zij willep nakomen wat
art. 2 der instructie hen opdraagt,
dan bebooren zij persoonlijk de ver
schillende inrichtingen te bezoeken.
Of zij dit willen doen of niet staat
aan hen te beoordeelen, doch zoolang
zij bandelen alsof art. 2 der i.nsti uctie
niet voor hen, doch uitsluitend voor
den Wethouder is geschreven, ontzeg
ik bun bet reebt mij, die naar mijn
beste weten en mijn beste krachten
de instructie heb nageleefd, eenig
verwijt te doen.
En wat betreft de aanmerking, dat
de leiding niet bij mij berust, maar
bij den Directeur, hierin beeiscbt
zeker begripsverwarring. Neen, niet
bij den wethouder, maar bij den
directeur moet de leiding berusten.
De directeur is technicus en als zoo
danig de bediijfsleider.
Ook is mij bet verwijt gedaan, dat
ik liep aan den leiband van den
directeur en dat ik geen eigen opinie
bezit. Al weereen scherp verwijt, zonder
dit door eenig bewijs te staven. Met
evenveel recht kan ik beweren, dat
de gascommissie loopt aan den leiband
van den beer Gerritsen. En ik zoude
geen eigen opinie bezitten? Ik geloof
dat de gebeele beweging tegen mij
tot oorzaak heelt, doordat mijne
opinie afwijkt van die der leden van
de Gascommissie.
M. de R.Ik zal bet bierbij laten.
Ik vermoed dat mijne toelichting vol
doende zal zijn om aan te toonen,
dat het voor mij niet langer mogelijk
was met de gascommissie samen te
werken. Alleen wil ik dit nog op
merken
De leden van de gascommissie
bebben mij gezegd, dat bet gemeen
tebelang mijn aftreden als wethouder
eischte. Welnu, ik ben afgetreden
bet gemeentebelang is dus gediend.
S. J. VAN DUINEN.
Noodweer.
Zooals reeds gemeld heeft vooral
Lyon van den storm, die over bijna
geheel Frankrijk woedde, te lijden
gehad. De tentoonstelling blijkt zoo
goed als vernield te zijn; de schade,
die meer dan een millioen francs be
draagt, treft meestal de particuliere
ondernemers. Het aandeel der stad
Lyon bedraagt 200.000 francs. Da
burgemeester van Lyon, Heniiot, beeft
den getroffenen militaire bulp beloofd
om de gebouwen weer zoo spoedig
mogelijk te doen herstellen. In bet
vliegperk te Brou werden 13 vlieg
tuigen vernield, de staat is voor 270.000
francs in de schade betrokken. Verder
richtte de orkaan in betgeheeleRoóue-
dal groote schade aan. Door den storm
werden vijfentachtig daken van buizen
in een dorp bij Toul weggeslagen 6d
werd de kerk gedeeltelijk vernield.
do or E. Bennett
2 (uit het Engelsch.)
Enkele minuten later, terwijl de bewuste bezoeker zijn
«Angel Kiss" zat te gebruiken, had Jules een gesprek onder
vier oogen met juffrouw Spencer, de dame die het bureau
van het Babyion Hotel beheerde. Dit bureau was een ruim
vertrek, met, aan twee kanten glazen schuifdeuren, die op de
groote vestibule en op de rookzaal uitzagen. Slechts een klein
deel van het administrative werk in het groote hotel werd
daar volvoerd. Het vertrek diende voornamelijk tot verblijf
plaats van juffrouw Spencer, die evengoed bekend was en een
even gewichtige taak vervulde als Jules zelf. De meeste mo
derne hotels hebben een mannelijken klerk om aan 't hoofd
te staan van het bureau. Maar het Babyion Hotel volgde
zijn eigen weg. Juffrouw Spencer was bureauliste geweest
bijna van het oogenblik, dat het massieve gebouw voor 't eerst
voor het publiek was geopend geworden, en ze bleef op haar
plaats, ondanks al de grillen en wispelturigheden van andere
hotels. Altijd was ze uitstekend gekleed, in effen zwarte zij,
met een kleine diamanten broche en vlekkeloos witte man
chetten, en ze zag er, met haar gefriseerd geelblond haar, nu
nog precies zoo uit als ze er een onbepaald aantal jaren ge
leden had uitgezien. Wat haar leeftijd betrof niemand
wist dien, behalve zijzelf en misschien een ander persoon, en
niemand bekommerde er zich om. De bevallige lijnen van haar
gestalte waren onberispelijk, en 's avonds was ze een zeer
bruikbaar ornament, waarop elk hotel met recht eenigszins
trotsch zou mogen wezen. Haar kennis van reisgidsen, van
stoombootdiensten, de programma's van theaters en concerten,
was ongeëvenaard; en toch reisde ze nooit, ging nooit naar
een concert of theater. Ze scheen haar gansche leven door te
brengen in die vierkante ruimte, waar ze haar officieele be
zigheden verrichtte, inlichtingen gevende aan de gasten, tele
foneerde naar de verschillende afdeelingen, of in een ver
trouwelijk gesprek gewikkeld met haar speciale vrienden onder
de hotel-autoriteiten, zooals op het oogenblik.
«Wie is nummer 107a?" vroeg Jules aan deze in 't zwart
gedoste, elegante verschijning.
Juffrouw Spencer keek haar lijsten na.
«De heer Theodore Racksole, Nieuw-York,"
«Ik dacht wel, dat hij een Nieuw-Yorker moest zijn," zei
Jules, na een korte veelbeteekenende pauze, «maar hij spreekt
zoo goed Engelsch als jij en ik. Zegt dat hij een «Angel
Kiss" wil hebben marasquin, en crème, stel-je voor
eiken avond, 'k Zal wel zorgen, dat hij hier niet lang blijft."
Juffrouw Spencer's eenig antwoord was een soort van grijns
lachje. 't denkbeeld om van Theodore Racksole te spreken
als van een Nieuw-Yorker, werkte op haar gevoel voor hu
mor, een gevoel waarvan ze niet heelemaal misdeeld was. Ze
wist, natuurlijk, en ze wist, dat Jules 't dok wist, dat deze
Theodore Racksole de eeDige en uitsluitende Theodore Rack
sole moest wezen de rijkste man, op twee na, vau heel Ame
rika, en dus hoogstwaarschijnlijk van de heele wereld. Maar
niettegenstaande dat, schaarde ze zich onmiddellijk aan de
zijde van Jules. Precies zooals er maar één Racksole bestond,
was er ook maar één Jules, en Juffrouw Spencer deelde instinct
matig de verontwaardiging van dezen laatste over het feit,
dat iemand, wie hij ook wezen mocht, millionair of keizer
zoo iets als een «Angel Kiss", dat ordinaire Amerikaansche
mengsel van marasquin en crème, durfde bestellen binnen
de muren van het Babyion Hotel. In de wereld der hotels
werd 't als een uitgemaakt feit beschouwd, dat er, de eige
naar zelf niet meegerekend, in het Babyion hotel drie orden be
stonden Jules, de oberkellner, juffrouw Spencer, en de machtig
ste van al, Rocco, de vermaarde chef, die tweeduizend pond
's jaars verdiende en een buiten bezat aan het Meer van
Luzern. Al de groote hotels in Northumberland Avenue en
op de Theems Kade hadden geprobeerd Rocco uit Babyion
vandaan te krijgen, maar 't was hun niet gelukt. Rocco was
er zich heel goed van bewust, dat zelfs hij niet hooger kon
stijgen dan maitre d'hotel te zijn van Babyion, welke inrichting,
hoewel ze nooit adverteerde, en niet aan een of ander bij
zondere vennootschap toebehoorde, toch onder de eerste hotels
in Europa een zéér voorname plaats bekleedde door duurte,
deftigheid, en de eigenaardige, moeilijk te omschrijven eigen
schap, die smaak wordt genoemd.
Het hotel was gelegen aan de Theems-Kade, en ondanks
zijn ruime afmetingen werd 't toch door verscheiden kolossale
buren nog eenigszins in de schaduw gesteld, 't Bezat slpehts
driehonderd en vijftig kamers, terwijl er binnen een kwart
mijl afstand twee hotels waren met r< -pectievelijk zeshonderd
en vierhonderd kamers. Maar aan den anderen kant was
Babyion het eenige hotel in LondeD, dat een specialen, af-