NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. gofememee FEUILLETON. Vo. 21 Zaterdag: 14 Maart 1914. 43e jaargang Id gezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. PREMIE ALS ANDEREN. HET BABYLON HOTEL Amersfoortsche ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Telephoonu. A9. ADVER1 ENTIËN: Van 16 regels 0.60; iedere reg9l meer 7'/, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters eD vignetten naar plaatsruimte. voor de lexers van deze courant. Het beden verschenen 50ste nummer van den vijfden jaargang van «figittiiithsrla rt m bevat o.a.: Dr. C. W. Bollaan j-, de bekende lupusbestrijder. Kijkjes in Nieuw- Zeeland. Het Rotorua-meer. Een dok in een dok. Prins Carna val te den Haag. bij gelegenheid van het 15-jarig bestaan van ïLimburgia''. Dynamiet-aanslag op den Bisschop v. Debreczin. Oefeningen in de nieuwe remise te Amsterdam met het opvijzelen van een tramwagen. Ontzettende ketelontploffing in de .Anilinefabriek te Rumrnelsburg (Duitschiand.) Robert Ullman, een 10-jarige beeldhouwer. De Engel- sche reus Teddy Bobby, 2 67 M. lang. Eenige mooie kiekjes van onze Huiskatten. Begrafenis «an Staats raad Mr. Tb. L. M. H. Borret. De groote Vootjaarsmesse te Leipzig. Rotterdamsche Gymnasten- en Athle- tenclub Wilhelmma-Garde Het Kindernummer «Ons Prinsesje." De geabonneerde wonende wenscht zich te abocneeren op het weekblad „PAK ME MEE", tegen den prjjs van 3'/s cents thuis bezorgd. Tegenover het streven van enkelen om zich los te maken van huu omge ving, hooger te stijgen dan het peil der geboorteomstandigheden aanwees, belaas ook niet zelden om daar beneden weg te zinken staat een algemeene gelijkbeidsdrang. Kleine verschillen daargelaten, zoeken wij te voldoen aan bet aangenomen type, waarin zoo ongeveer de kenmerken zijn samengevat van de groep, tol welke wij bebooren. Dat is het uitvloeisel van bet maat schappij leven. Om er in te passen moeten wij de geijkte afmetingen heb ben, en voor de overeenstemming is het noodig. dat wij geen dissoneerende klanken doen hooren. Wie niet is als de anderen, niet leeft als zyzijn gedach ten niet ricbl naar de bunne wordt wel geduld me» zal bem niet bannen uit de gemeenschap, bem niet van een waarschuwend stempel voorzien, maar toch, tot een geheele aansluiting hem toe te laten, daar mag nog wel even over gedacht wor den. Die maatschappij bij al haar ingewikkeldheid beeft zij toch wel iets van een kudde, met deze afwij king, dat de leiding niet geschiedt door wezens van een andere soort, maar door rasgenooten. Gewis h-eft dat zijn goede zijde, het waarborgt zekere stabiliteit, die aan de vruch ten van een nooit te weren vooruit gang duurzaamheid schenkt en den opmarsch een karakter van rustigheid vet leent. Nu is, in den moderneu tijd, groo- ter verscheidenheid merkbaar dan te voren. De kudden blijven niet meer zoo in massa bijeen, zij verdeelen zich in troepjes, die eigenwegen inslaan achter afzonderlijke leiders aan. Mogen, in het oog dat kan doordringen tot bet wezen der zaak, de scheidings- oorzaken niet zoo diep liggen als be weerd wordt door wie er gevolg aan geven, zoodat ook hierop van toepas sing is het bekende woord: Hoe meer bet verandert, hoe meer het 't zelfde blijft er zijn toch splitsingen, die een wrijving teweeg brengen, waarvan wellicht vei heldering en waarschijnlijk versterking van werkzaamheid is te verwachten. Doordien er lieden op den voorgrond treden, die zich niet ver genoegen met te zijn als de anderen, worden er zijsprongetjes gedaan, die 'de algemeene levendigheid verhoogen, idoor welke ten slotte de geheele massa wordt voortgestuwd. Dat zijn de uitzonderingsgevallen, welker veelvuldiger voorkomen in sommige tijden van vermeerderde be weeglijkheid geen afbreuk doen aan den regel, dat de samenleving is door trokken van een geest van volgzaam heid. Zeker, onze eigenliefde noopt ons weieens, dat te ontkennen; wij houden ons als er een soort van ver wijt in ligt dat io de inrichting van ons leven zoo weinig oorspronkelijk heid zich openbaart. Eu toch, ons hooggeroemd individualisme is meest namaak, en terwijl wjj beweren op eigen beenen te staan, leunen wij met beide armen op de schouders van anderen. Het nederig deuntje, dat wij fluiten, zoowel als de verklinkende accoorden, die sommigen doen hoo ren, 't zijn allen min of meer aan eengeschakelde herinneringen aan 't geen reeds sinds lang is vernomen behoudens een gewaagde nieuwe klank die op eenmaal daar boven uit diingt. In dat «behoudens" ligt de kneep, de knoop aan den opgroeienden halm waar een nieuw blad zich vormen gaat. Op dat punt komen de men- schen te staan, die niet zijn als de anderen. Bij zichzelf iets eigens ont dekt hebbende, konden zij de begeerte niet weerstaan, dat in bet licht te brengen opdat ieder bet zien zou. Daar verheffen zij zich, die bij huu kudde niet ingedeeld willen blijven, maar neiging bezitten om zelf een troep te vormen als er slechts zijn die mee willen gaan. Zoo komen de «richtingen" in de wereld. Het gebeurt dat zij diep zich in graven en de bedding ploegen van een stroom, met zware lijn zich af- teekenende op de kaart van de histo rie der menschheid. Dan is er een hervorming, een omwenteling gebo ren. Maar niet zelden ook blijft bet bij een nietig geultje; ondanks de inspanning om het geboord te krij gen, was er geen water in te bren gen, en de gelijkmakende voet der onverschilligheid drukte spoedig alles weer plat, zoodat de plek, waar de pionier in bet zweet zijns aanschijns de spade bad gestoken, niet was te onderkennen. Ten slotte wordt hg allicht gehoond wegens de dwaasheid om niet te willen zijn als de ande ren. Aldus is het wel gekomen, dat wie een nieuwe gedachte in zich gloren meende, met wijs beleid er den dom per op zette, ter wille van een rustig bestaan. Wie een nieuwen weg in slaat heeft niet te verwachten, dat de rozen voor bem zullen opbloeien noch door vriendenhand worden ge strooid, en wie kalm wil voortleven, genietende van de beten gras welig of schraal, al naar bet valt, zal liever blijven voortstappen tus-chen de ge zeilen van zijn kudde Hij loopt dan de kans niet, tot de orde te worden geroepen en met uitbanning bedreigd. Daar zijn ook andersgezinden. Ook, wien de drang te machtig wordt, die er uit willen, die los zich tukken en er niet om geven dat men hen vreemd en raar vindt. De groote vraag is nu maar, of die drang echt is, en of zij, die niet doen als anderen, iets waardevols brengen. De moeilijkheid ligt daar, en in onzen tijd, die wat onrustiger is dan voorafgegane dagen, die meer men- schen zich los ziet scheuren van het gewone, is een waardebepaling op het eerste gezicht zoo goed als on mogelijk. Op elk gebied is werking zichtbaar, worden alle methoden aan een critiek onderworpen, die niet bloot afbrekend is, maar zeer stellig ook tracht op te bouwen; men snelt als het ware den komenden dagen tege moet en beproeft allerlei afwijkingen bij voorbaat van hun stempel te voor zien. Het hedendaagsch geslacht ver genoegt zich waarlijk niet met de ledematen uit te strekken op «het bed der toekomsten bet is niet in schildeikunst alleen dat het futurisme doordringt. Indien zin wordt er ook minder gewag van gemaakt dan te voren, als iemand niet wil zijn als de anderen ten minste wanneer hij in de dingen des dagelijkschen levens maar geen beroering probeert te brengen. Daar beeft »men« wel een beetje gelijk in. Er wordt een milde bron van aanstellerij geopend, indien bet streven om zich anders te kleeden, in het algemeen zijn leven anders in te richten, reeds een erkenning van oorspronkelijkheid uitlokt. Zoo die eigenschap tot geen hoogere uittingen komt dan dezo, is baar waarde niet groot. Het is misschien een gemak, dat wij het over den aard van wat ge woonlijk beschavingseischen heelen, min of meer automatisch eens zijn gewoiden; dan benoeven wij er geen opzettelijke studie van te maken en kunnen we onzen tijd nuttiger be steden wij hebben slechts af te kijken hoe de anderen doen. Het is waar, vélen komen ook niet verder dan dat. en dezen zijn dan ook niet de hoogst georganiseeideri onder de kuddedieren doch als zij nu maar met hun modellen kiezen op de verkeerde plaats Ja, dat is een zijde van bet vraag stuk, die wij ook even moeten be lichten. Doen als anderen; maar die anderen doen weieens heel ongepast. De bedendaagsche samenleving is niet in alle opzichten wat zij wezen moest; zij vertoont bederf «erscbijn- door E. Behnett 6) uit het Engelsch.) nIntegendeel," zei Raskaole, op zijn horloge kijkende, "ik heb 't precies zes minuten lang overwogen." Felix Babylon boog, als iemand die door en door gewend is aan alle mogelijke weelde-exentriciteiten. «De goede zij van 't welbekend zijn," ging Racksole voort, «is dat heel veel voorafgaande uitleggingen niet noodig zijn. Wat mij betreft, is u vermoedelijk volkomen op de hoogte, mr. Babyion. Omtrent u ben ik dit ook vrij wel. We kannen van weerskanten elkaar's soliditeit als een uitgemaakte zaak beschouwen, zonder er verder over te praten. Och, 't koopen van een hotel of spoorweg is eigenlijk net zoo'n eenvoudige zaak al9 't koopen van een horloge, als iemand's beurs 't maar toelaat." «Precies," stemde de heer Babyion glimlachend toe. "Willen we 't contractje even opmaken? Er zijn natuurlijk bijzonder heden die moeten worden overwogen. Maar ik bedenk daar, dat u waarschijnlijk nog niet hebt gedineerd; misschien wil u die ondergeschikte kwesties liever na het eten behandelen." nik heb nog niet gedineerd, dat is zoo,", zei de millionair snel «en in verband daarmee zou ik wel een dienst van n willen vragen. Wilt u mr. Rocco hier zenden?" «U wenscht hem bepaald te spreken?" «Ja," zei de millionair, en hij voegde er bij, «over m'n diner." «Rocco is een groot man," fluisterde de heer Babyion, aan de bel trekkende, zonder die laatste woorden te hooren. «Mijn compliment aan mr. Rocco," zei hij tot den bediende, die op zijn schellen te voorschijn kwam, «en als 't hem schikken mocht, zou ik wel willen, dat hij even hier kwam." "Wat geeft n Rocco? vroeg Racksole. «Twee duizend pond 's jaars en een behandeling alsof hij ambassadeur was." "Ik zal hem behandelen alsof hij ambassadeur was en hem drieduizend pond geven." «Daar zult u verstandig aan doen," zei Felix Babylon. In dat oogenblik trad Rocco de kamer binnen, onhoorbaar zacht en bedaard, 't Was een man van een veertig jaar, mager, lang, met smalle, blanke handen, en een buitengewoon langen, bruinen, zijde-achtigen knevel. «Rocco," zei Felix Babylon, «laat ik je voorstellen aan den heer Theodore Racksole, van New York." «Veel eer," zei Rocco, met een sterk Italiaansoh accent sprekend, en hij maakte een buiging. Multi-millionair, meen ik "Precies," viel Racksole in, en hij ging snel voort«Mr. Rocco, u is de eerste persoon dien ik van het feit wil verwittigen, dat het Baby Ion-Hotel door mij is overgenomen. Indien u genegen is me 't voorrecht te verleenen van uw diensten gebruik te blijven maken, zal 't me aangenaam zijn u een salaris van drieduizend pond 's jaars aan te bieden." «Drie, zegt u?" «Drie." «Veel eer." •En nn, mr. Rocco, kom ik u een specialen dienst vragen. Zoudt u zoo goed willen zijn binnen tien minuten een dood- een voudigen biefstuk en een flesch stout door Jules ik sta er bijzonder op, dat 't Jules is aan tafeltje No. 17 in de eetzaal te doen brengen? En wilt u me de eer aan doen morgen met mij te lunchen?" De heer Rocco snakte, in figuurlijken zin, naar adem; hij boog, mompelde iets in 't Fransch en vertrok. Vijf minuten later hadden kooper en verkooper van het Babyion Hotel elk een beknopt gesteld, en op gewoon hotel papier neergekrabbeld, document geteekend. Felix Babylon onthield zich van 't doen van vragen, en 't was deze heroische afwezigheid van alle nieuwsgierigheid of verbazing van zijn kant, die op Theodore Racksole den meesten indruk maakte. Hoeveel hoteleigenaars in de wereld, vroeg Racksole zich af, zouden dien biefstuk eD die stout hebben laten pas9eeren zonder een enkele opmerking te maken? «Van welken datum af wenscht u den koop te doen ingaan vroeg Babyion. «O," zei Racksole, op luchthartigen tooD, "dat komt er niet op aan. Willen we zeggen van van avond af?" "Zooals u wil. Ik heb er al lang naar verlangd uit te scheiden. En nu, dat het oosreDblik gekomen is en op zoo'n onverwachte, dramatische manier nog wel ben- ik gereed. Ik keer naar Zwitserland terug. Veel geld kan men daar niet uitgeven, maar 't is mijn geboorteland. Ik zal de rijkste man in Zwitserland zijn denk ik." Een half vroolijk, balf droevig glimlachje speelde heul om de lippen toen hij dit zei. (Wordt vervolgd.J

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1