RAADSSTUKKEN. Plaatselijk Nieuws. Woningwet. Bij besluit van 24 Februari j 1., no. 88, werd om advies in handen van ons college gesteld een adres van de woningbouw- ••ereen ging „Volksbelang", alhier, hou dende verzoek, haar ten behoeve van den bouw van een aantal arbeiders woningen, hetzij in koop, hetzij in erfpacht, af te staan een gedeelte van het aan de Gemeente in eigendom toebehoorende terrein aan de Watersteeg. Uit een nader tot uwe vergadering goricht schrijven, gedagteekend 11 April 1914, blijkt, dat de vereeniging voornemens is, wanneer zij een geschikt terrein voor den bouw heeft gevonden, overeenkomstig 7 der Woningwet een voorschot aan te vragen. Bij de te nemen beslissing over het eerste verzoek dient derhalve wel rekening te worden gehouden met het voornemen der veree,liging. En nu dus andermaal de vraag aan de orde zal komen, of een voorschot, als bij de Woningwet bedoeld, aan een vereeniging zal worden verleend schijnt het ons toe, dat het oogenblik is gekomen, een be slissing te nemen over den in de toekomst te volgen weg- Daartoe bestaat ook aanleiding, nu wij nog hebben te adviseeren op de tot uwe vergadering gerichte adressen van de af- decling der Soc. Dem. Arb. Partij en den Amersfoortschen Bestuurders Bond, van 8 December 1913, en van 127 inwoners, van 6 December 1913, strekkende om van gemeentewege een voldoend aantal ar beiderswoningen te doen bouwen en deze beschikbaarte stellen ook voor de armsten. De vraag, die beantwoording eischt, kan aldus worden gesteld: Op welke wijze worden de belangen der volkshuisvesting het best gediend, door aan verschillende vereenigingen steun te verleenen, of door de werkzaamheid op dit gebied zooveel mogelijk te conc-en- treeren en in handen te leggen van een krachtig lichaam? Bij het beantwoorden van deze vraag zal dan tevens gelegenheid kunnen worden gevonden, de vraag te bespreken, of tot gemeentelijken bouw moet worden be sloten. Formeel legt de Woningwet aan de Gemeentebesturen een beperkte taak op naast den plicht tot het maken eener Bouwverordening, en in sommige geval len tot het maken van een plan tot uit breiding, worden slechts bevoegdheden toegekend; ja zelfs wordt de bevoegdheid om tot eigen bouw over te gaan afhan kelijk gesteld van de „noodzakelijkheid", die moet zijn gebleken. Wij zijn evenwel van meening, dat de taak der Gemeente veel verder gaat dan in de Woningwet is aangegeven. Wil de Woningwet inderdaad de vruchten af werpen, die daarvan mogen worden ver wacht, wil werkelijk duurzame verbetering intreden in de wijze, waarop de onderste lagen der maatschappij zijn gehuisvest en deze gepaard gaan met de moreele, hygiënische en economische voordeelen, die daarvan het gevolg kunnen zijn, dan kan niet worden volstaan met het ver leenen van hulp, alleen voor den bouw van woningen; daarnaast zal het dan evenzeer noodig zijn, de middelen te ver schaffen althans de pogingen om die te verkrijgen te steunen die er toe zullen leiden, dat de categorién van men- schen, voor wie in de allereerste plaats wordt gebouwd, worden opgevoed voor een hoogeren woningstandaard. Niet alleen het bezit eener betere woning heft de bestaande misstanden op; het leeren ge bruiken van de woning zal veel meer blijvende verbetering brengen. Daarom zai het op den duur noodig zijn, een of meer deskundigen aan te wijzen, die zich met deze sociale taak willen belasten. Dit vooraf op te merken, is noodig, omdat bij het beantwoorden van de ge stelde vraag, met een en ander dient rekening te worden gehouden. Wordt toch deze meening gedeeld, dan zullen er in het vervolg daaromtrent voorwaarden dienen te worden gesteld bij het verleenen van voorschotten. En dan springt het hierbij al dadelijk in het oog, dat de taak der Gemeente steeds moei lijker wordt, naarmate het aantal ver eenigingen toeneemt; de vraag rijst zelfs, of omtrent deze werkzaamheid wel verplichtingen kunnen worden opgelegd aan vereenigingen, die er zich toe bepa len, een klein aantal woningen te bouwen. Zooals bekend is, draagt de Gemeente, bij het verleenen van voorschotten, de risico, die daaruit voortvloeit. Elders werd op het gewicht hiervan metnadruk gewezen. En al erkennen wij nu gaarne, dat dit feit geer. aanleiding mag geven om steun te weigeren, wel vloeit daaruit voort de plicht om een voortdurend toe zicht te houden op de handelingen der vereenigingen, hun administratie en boekhouding; naarmate dus het aantal vereenigingen grooter wordt, neemt de taak van de Gemeente in omvang en moeilijkheid toe. De werkzaamheid op het gebied van de volkshuisvesting houdt ten nauwste verband met de ontwikkeling der Gemeen te en de samenstelling harer bevolking. Het is dus noodzakelijk, voortdurend op de hoogte te blijven van de beschikbare woningen, om bijbouw öf tegen te gaan öf te bevorderen. Zijn de belangen der volkshuisvesting in hoofdzaak toevertrouwd aan een ver eeniging, dan is het mogelijk, dat de Ge meente voortdurend met die vereeniging in overleg treedt omtrent de behartiging dier belangen. Er is echter nog een omstandigheid, die overwogen dient te worden: de vereeniging „Volkshuisvesting" is reeds krachtig op getreden door te besluiten tot den bouw der 88 woningen aan den Liendertschen- weg. Met den bouw dezer woningen is het plan dier vereeniging echter niet voltooid. Het is ons bekend, dat zij reeds bezig is, plannen te ontwerpen tot geheele bebou wing van de haar toebehoorende terreinen, waarbij ook wordt overwogen de stichting van een badhuisje. De uitvoering dezer plannen zal worden bedreigd indien andere vereenigingen tot woningbouw besluiten; voor overvoering van de markt toch dient te worden gewaakt. Bovendien zijn met genoemde vereeni ging onderhandelingen gevoerd over den bouw van woningen voor de allerarmsten, van woningen dus, waarvan de huurwaarde minder bedraagt, dan noodig is tot dek king van de kosten (zie Raadsverslag 1913, blz. 86, 3e kolom onderaan). De Gemeente zou dan, door subsidieering, de vereeniging tot dien bouw in staat stellen. In beginsel is „Volkshuisvesting II" bereid, haar medewerking te verleenen; plannen voor zulken bouw zijn reeds in bewerking. Deze wijze van voorziening in de be hoefte aan woningen voor die categorie van menscheD, schijnt ons verre te ver kiezen boven Gemeentelijken bouw. Het schijnt ons allereerst voor de Ge meente geen gemakkelijk uit te voeren taak, woningen te exploiteerende admini stratie en de werkzaamheden, die daaruit voortvloeien, zijn voor de Gemeente veel moeilijker dan voor particulieren. Maar al ware dit anders, de opvoedende taak die hier vooral dient te worden betracht, kan de Gemeente zeer moeilijk op zich nemen. Vrees, dat niet voldoende in de behoefte aan woningen zal worden voorzien, behoeft niet te bestaan. Het voortdurend overleg, dat kan worden gepleegd en de nauwkeurige contröle, die wordt ingesteld, houden de Gemeente voldoende op de hoogte van de toestanden, terwijl de vereeniging bereid zal zijn, tot aaubouw over te gaan, telkens als dit noodig blijkt en de Gemeente haar daartoe in staat stelt. Na overweging van een en ander, zijn wij tot de stellige overtuiging gekomen, dat de belangen der volkshuisvesting in het algemeen, het best zullen worden ge diend door enkele krachtige vereenigingen, en dat ook de belangen der Gemeente daarbij het meest gebaat zullen zijn. ludien Uwe vergadering zich hiermede zoude kunnen vereenigen, geven wij in overweging, te besluiten, ons te machtigen I. om aan de vereeniging „Volksbelang" te berichten, dat, hoezeer haar streven om in het belang der volkshuisvesting werk zaam te zijn, op hoogen prijs wordt gesteld, de Raad van meeniDg is, dat dit streven onder de gegeven omstandigheden het best bevorderd wordt door den te verrichten arbeid te centraliseeren bij zoo weinig mogelijk, doch zoo krachtig mogelyke ver eenigingen en hfj derhalve bezwaar moet maken, aan haar verzoek te voldoen, en voorts, dat hij de vrijheid neemt in het belang van het zoozeer toegejuichte doel, adres sant te verzoeken de haar ten dienste staande middelen, zoo eenigszins mogelijk, te willen aanwenden tot versterking van geljjke, reeds werkzame vereenigingen. II. om aan de Afdeeling Amersfoort der Soc. Dem. Arbeiderspartij, aan den Amers foortschen Bestuurdersbond en aan J. C. Hagelen, eersten onderteekenaar van een adres van 127 inwoners, te berichten, dat stappen zijn gedaan om te geraken tot bouw van woningen zoogenaamd voor de allerarmsten. Ambachtsschool. Bij Raadsbesluit van 25 November 1913, werd aan de Vereeniging „Ambachtsschool voor Amersfoort en Omstreken" ten be hoeve van den voorgenomen bouw eener nieuwe school om, een subsidie toegekend van f7000.— per jaar. De begrooting, die tot grondslag heeft gediend voor de berekening van het noo- dige subsidie van Rijk, Provincie en Ge meente, is sedert moeten worden gewijzigd en wel om twee redenen: 1. was aanvankelijk het plan alleen den benoodigden grond voor de te stichten ambachtsschool van de gemeente over te nemen, om later het gereserveerde terrein voor de Middelbaar technische school te aanvaardendoor den gewijzigden bouw moet direct het geheele terrein worden aanvaard, waardoor de erfpachts canon met f306.— is verhoogd; 2. was de annuiteit voor de aan te gane leening te laag geraamd, in hoofd zaak tengevolge van de mindere opbrengst van het gebouw, dan aanvankelijk was geraamd. In totaal wordt daardoor een hooger subsidie vereischt van f 1900 Tot dekking hiervan is een bedrag van f800.— aan Rijk en Provincie en wordt aan de Gemeente verzocht het toegekende subsidie met f 300.— te willen verhoogen. Burgemeester en Wethouders zjjn van oordeel, dat, nu eenmaal de plannen zoover zijn uitgevoerd, dat weldra met den bouw kan worden aangevangen, tegen het toe kennen van het gevraagde bedrag, geen bezwaar kan worden gemaakt, als ook her Rijk en de Provincie het gevraagde bedrag toestaan. Daarbij wijzen zij er nog op, dat de Gemeente nu ook dirict de hoogere erf pachts canon gaat genieten. De heer Irwin Bi own komt. volgens achterstaande annonce, den '9ien dezer aan belangstellenden de verdere avonturen van O'Neill vertellen. Omtrent de wijze waarop hij zulks •loet schieven eenige nieuwsbladen r> a het navolgende De manier waarop hij met de intonaties van zijn glasheldere stem ie situaties pakkend weet te illustree- ren is verwonderlijk Dan voelen wij beter, hoe de Iiishman een figuui slaat tegenover de baker die hij vooi een bakker aanziet, tegenover de lelefoonjufTrouw al= hij in zijn hotel kamer zit opgesloten, tegenover den winkelier, warneer hij hem wil wijs maken wat hij koopen wil. 't Is een avond die de kniesooren op streek helpt en melancholieke men- schen voor een maand minstens ge neest. Ulrechtsche Dagblad. En Engelsch te hooren voordragen zooals deze spreker dat deed was een grnot en een bijzondei beid. Tot in elk woord verstaanbaar was de voordracht dan ook een aaneenschakeling van genot overheerlijken gezonden humor en zeldzame geestigheid. Men zag af en toe lachen van plei- zier. Ons Orqaan Ftott.H.B.S Bond De wijze waarop de spreker voor droeg mag in één woord uitstekend worden genoemd. Nieuwe Arnhemsche Courant. De velen, die hem hoorden en zich af en toe tranen lachten, hebben den ledenaar door warme toejuichingen beloond voor het genot hun verschaft. Alg. Handelsblad. Niettegenstaande zijn kalme manier van voordragen tintelt elke zin van gezonden humor, uit elk woord straalt geestigheid. Dordr. Courant Deze humor deed aan het besie van Jerome denken. Nieuwe Courant. Zonder eenige pretentie, maardaarom juist zoo onweerstaanbaar. Bolt. Nieuwsblad. De eerstesteen-legging voor het nieuwe kerkgebouw der Gereformeerde gemeente aan den Zuidsingel zal aan staanden Vrijdag plaalts hebben. De heer G. F. G. de Bruijn is wederom benoemd tot lid der com missie voor het afnemen van bet Staats.examen tot toelating aan een universiteit. Aan oir, J. K. H. de Beaufort, Burgemeester van Leusden en Siou tenburg. is bij Kon besluit toestem ming verleend om tot I Mei 1915 te Amersfoort te blijven wonen. Mr. J. D. Weikman, de vroegere secretaris dezer gemeente, slaagde te Leiden voor het examen voor den Imlischen Rechterlijken Dienst. De heer D. Gongrijp hoopt den len Juni den dag te herdenken, dat hij vooi 12'/» jaar aangesteld weid tol kastelein van de sociëteit Amicitia Tot Vooizilter van de examen commissie tot toelaiing tot den Hoofd cursus zijn benoemd majoor G. W. F. Epkema, van het 10e regiment infanterie; tot zijn plaatsvervanger, majoor H. G Ubbens van bet 5e regiment. Tot lid dier commissie is benoemd kapi'ein W. C Ootmar, van bet 16e regiment. De Stichtsche Courant belicht, dat de Kerkeraad der Gereformeerde Kerk A in beginsel besloten heeft tot plaatselijke ineensmelting over welkei vereeniging binnen korten tijd eene vergadering zal word6n gehouden. Door te geringe opkomst kon gisteravond de jaarvergadei irig van N. V. Amersf. Glasverz. Mij. nietdooi- gaan Naar men ons meedeelt, bestaan hij den heer G. Bunie, vischhandclaar alhier, ernstige plannen tot opricnting van een pai ticuliei en afslag, verbonden aan zijn reeds bekende zaak. R. W. J. Rudolph, f Na een langdurig lijden is alhier ovetledcn ds. R J W. Rudolph, oud predikant bij de Gereform. Kerk tp Leiden. Ds. Rudolph werd 20 Sept. 1862 te Eist geboren en bereikte dus den leeftijd van bijna 52 jaar. Na het gewoon lager- en voorbe reidend hooger onderwijs te hebben genoten, weid hij ingeschreven als -tudent in de theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, waar hij weldra een van dr. Kuyper's beste en meest geliefde leerlingen was. Be halve de theologie trok de rechtsge leerdheid hem aan zoodat hij zich ook met juridische studiën onledig hield. In 1887, op 25-jarigen leeftijd dus, werd bij toegelaten lot den Hei ligen dienst en aanvaarde 13 Septem ber van dat jaar het predikambt te Heineoord, welke Gemeente hij slechts twee jaar diende. Er ging van dien jongen, vurigen evangeliepiediker, man des woords bij uitnemendheid, een groote roep uit eD hij weid naar Leiden beioepen. waar hij van 1890 onafgebroken werkzaam bleef, totdat hij werd benoemd tot directeur van het nieuw opgericht Gereform. Ehza- betsgesticht ter verpleging van arme, verwaarloosde kinderen te Amersfoort, welke betrekking hij echter niet heeft mogen bekleeden, doordat een ernstig keellijden hem aan het ziekbed, dat hij niet weder heelt mogen verlaten, kluisterde. Voor hem werd heil gezocht in Heidelberg, maar de vreeselijke kanker had hem reeds zoo aangeiast, dat zelfs herhaalde operaties niet meer genezing konden brengen en de wreede kwaal zijn overigens krachtig gestel tenslotte geheel ondermijnue. Na een vreeselijk lijden, gaf de dood uitkomst. Ds. Rudolph bewoog zich op veleilei gebied. Dts Zondags had hij volle kei ken, want hij was een zeer geliefd prediker. Maar men zag hem ook in politieke vergaderingen de anti-i evolutionaire beginselen verdedigend tegen teder, die deze bestreed, vooral legen de sociaal-d emow aten. Hij bad veel studie van het socia lisme gemaakt en dat leidde hein er toe die leer, die hij verdei felijk achtte, te bestrijden en daartegenover te stellen het Evangelie. De vurige prediker, de strenge leer meester, de vinnige propagandist en partijman was bovendien een voor beeldig echtgenoot en naast zijn zachtmoedige vrouw, die lief en leed met hem heeft gedeeld, tot aan het einde toe, was hij ook de weldoener, de trooster der armen en kleinen. En dit is de reden geweest, dat op hem de keuze viel voor de benoeming van directeur van een gesticht, waarin hij zich uitsluitend aan de geestelijke zorg van arme kinderen had kunnen wijden en waar hij ook weder uit stekend op zijn post zou zijn geweest, zooals hij dit oveial was, waar hij tot arbeiden werd geroepen, omdat bij een man was met een hart, met een karakter en met groote gaven. Aan bet plaatselijk telefoon-net zijn aangesloten met no. 149 mej. D. A. van Walree, Van Persijnstraai, ongenummerd, uo. 337 lirma Heyligers Verhoef, kassieis en commissionnairs in eflccten. Muurhuizen 25. no. 338 II. R. Visser, slager, Lange- straat 133. no. 339 C. Ruitenberg, metselaar en aannemer, Westsir.gel 2. no. 341 firmaM.A.Ramselaar,mode magazijn, Krommestraat 4. no. 342 G. C. Beltman, Gemeente architect, Vlasakker weg 6. no. 343 firma van Beek, rij wiel han- handel Kerkstraat 4. no. 344 D. Julfer Jr, timmerman en aannemer Kamp 64. Wij ontvingen bet officieele Feestprogramma van het door de Kegelclub «Altijd Kans« te Utrecht, heel arm armer dan iemand in Berlijn vermoedt." «Prins Aribert," zei Nelly, «zal ik u eens zeggen wat ik denk?" Ze leunde achterover in haar stoel en bleef bem met half gesloten oogen zitten aankijken. Zijn fijn gevormd, bleek, be drukt gelaat hield haar blik als door een zekere betoovering geboeid. «Graag," zei bij. "Prins JEugen is bet slachtoffer van een complot." "Zou u dat denken?" "Ik ben er volkomen van overtuigd." "Maar waarom? Wat kan bet doel zijn van een complot tegen bem "Dat is een punt waaromtrent u beter op de hoogte zal zijn dan ik," antwoordde ze laconiscb. "Jawel! Misschien, misschien," zei hij. "Maar m'n waarde juffrouw Racksole, waarom voelt u u daar zoo zeker van?" "Er bestaan verschillende redenen voor en ze staan in ver band met den beer Dimmock. Heeft u er ooit eenig vermoeden van gehad, uw Hoogheid, dat die arme jonge man niet vol komen te goeder trouw was tegenover u?" "Hij was volkomen te goeder trouw," zei de Prins, met al den ernst van een vastgewortelde overtuiging. "Ik vraag u duizend maal verscbooning, maar hij was 't niet." "Juffrouw Racksole, als iemand anders dan n die bewering uitte, dan zou ik dan zou ik »Zoo iemand zeker naar den donkersten kerker in Posen doen verhuizen?" lachte ze. "Luister een oogenblik naar me." En ze deelde hem de gebeurtenissen mee, die in den nacht, welke aan zijn komst in h«t hotel voorafging, hadden plaats gehad. «Bedoelt u, juffrouw Racksole, dat er een geheime verstand houding zou hebben bestaan tusschen Dimmock en dien kell- ner, Jules?" »Die verstandhouding bestond." "Onmogelijk I" "Uw Hoogheid, iemand die een mysterie volkomen wenscbt te doorgronden, gebruikt nooit bet woord «onmogelijk". Maar ik wil dit zeggen ten gnnste van uw mr. Dimmock. Ik geloof dat hij berouw heeft gehad en ik geloof dat juist dat berouw krijgen van hem oorzaak is geweest, dat bij hm zoo plotseling stierf en zijn lijk daarna spoorloos verdween." «Waarom zijn al deze dingen me niet eerder verteld riep Aribert uit. «Prinsen hooren zelden de waarheid," zei ze. Hij was verbaasd over haar vastberadenheid, haar doorzicht, de volkomen wereldkennis, waarvan ze blijk gaf. "Juffrouw Racksole," zei hij. «als u me toestaat 't te zeggen, ik heb nog nooit in mijn leven een vrouw ontmoet zooals n. Mag ik rekenen op uw sympathie op uw steun?" "Mijn steun, Prins? Maar hoe?" «Ik weet 't niet," antwoordde hij. "Maar u zou me kunnen helpen als u het wilde. Een vronw die intelligent is, is altijd intelligenter dan een man." »Och," zei ze, op peinzenden, eenigszins bedrukten toon, «ik ben niet intelligent, maar toch geloof ik dat ik u zou kannen helpen." Wat haar aanleiding gaf om die verzekering te uiten, ze zon er, ook in haar diepste binnenste, geen verklaring van hebben weten te geven. Maar ze had een vermoeden een soort van voorgevoel dat die door haar geuite verzekering te zijner tijd zou worden bewaarheid, al was 't hoe en waar door van de zaak voor haar ook nog geheel een raadsel. »Ga naar Berlijn," zei ze. «Ik zie in dat u dat doen moet er valt niet te kiezen. Wat de rest betreft, we zullen zien. Er zal zich wel het een of ander voordoen. Ik ben hier. Mijn vader is hier. U moet ons als uw vrienden beschouwen." Hij kuste haar hand bij 't heengaan en daarna, toen ze alleen was, kuste ze de plek, die door zijn lippen was aan geraakt, telkens en telkens weer. Nu ze, in kalme eenzaamheid, de heele zaak nog eens overdacht, kwam alles haar zoo vreemd, zoo onzeker, zoo in strijd met de werkelijkheid voor. Waren samenzweringen in den tegenwoordigen tijd inderdaad mogelijk Gebeurden er in Europa inderdaad dergelijke zonderlinge, ge heimzinnige dingen en gebeurden die dingen in Londensche hotels Dien avond dineerde ze in gezelschap van haar vader. »Ik hoor dat Prins Aribert vertrokken is," zei Theodore Racksole. "Ja," stemde ze toe. Omtrent hun onderhoud bewaarde ze voorloopig een volkomen stilzwijgen. VIII. Aankomst en verteek van de Barones. Den volgenden morgen, even voor de lunch, kwam een dame, met een kamenier bij zich en een groote hoeveelheid bagage, in het Babyion Hotel aan. 't Was een kleine, gezette oude dame, met wit haar en een ouderwetschen hoed op, op wier gezicht, bij alles wat ze zag en hoorde, voortdurend een eenigs zins verbaasd glimlachje te voorschijn kwam. Op het door haar vertoonde kaartje.stond de naam "Barones Zerlinski", en on danks haar eenigszins ouderwetsch uiterlijk maakte ze een vrij deftigen indruk. Ze verlangde kamers op de derde verdieping. Toevallig was Nelly op dat oogenblik juist in het bureau aanwezig. Wordt vemolqèj

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 2