NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No. 50.
Woensdag 24 Juni 1914.
43e jaargang
VAUIfiaVTlill.
De Firma A. LEWENSTEIN
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DS ELLENDE DERBALLINGSCHAP.
FEUILLETON.
HET BABYLON HOTEL
A
AaDgezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondengdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan
praten. Voor Amersfoort en. Omstreken eenigste
Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort
UTRECHT, Cll OORSTRA AT 14.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 1.15;
Franco per post door bet gebeele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
BureauLangestraat 17. Telephoonu. 09.
ADVERT ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7Cent.
AdvertentiSn viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Nog niet lang geleden publiceerde
de Russiche Rjetsj het volgende be
richt: «Gelovani, lid van de Doema,
oniving van de ballingen in de provincie
Narim (Kaukasus) een brief, waarin
geklaagd werd over hun onduldbaren
toestand.
In October 1913 werd aan 40 men-
schen elke toelage in geld om voedsel
en kleeren te koopen, onthouden. Aan
20 anderen was nog nooit iels, noch
geld, noch voedsel, noch kleeren, ge
geven. Een van dezen, MnatsakanolT,
is aan tering gestorven; gevolg van
ontbering en kou. De schuldige in
deze was de distrikts-inspekteur, die
geld enz. achterhield en tevens aan
de lieden verbood, om naar andere
streken te gaan, teneinde iets te kunnen
verdienen. Van het bekende Februari-
manifest kregen deze ballingen geen
bericht. Hebben zij hun verbaoningstijd
uitgediend, dan moeten ze zelf maar
zien, hoe zij weer in bun oude woon
plaats terugkomen."
Voor eenige dagen ontving een der
leden van het Nederlandsche Comité
voor de politieke gevangenen in Rusland
den volgenden brief van Mevrouw
Vera Figer:
»Een der meest woeste en baast
onbewoonde uithoeken van Siberië,
bel distrikt Floréa, is sedert het najaar
van 1913 door de Russische Regeering
uitverkoren om er talrijke bannelingen
zoowel gewone misdadigers als
politieke heen te zenden. In enkele
maanden lijds werden ongeveer 1100
ballingen naar dit onhet bergzame oord
gebracht, waar zelfs de inboorlingen
een moeizaam leven vol ontberingen
voeren. De ongelukkige gedeporteerden
moesten midden in den winter de
lange reis te voet ondernemen. Warme
kleeding bezaten zij niet. Om onder
weg voedsel te kunneu koopen ont
vingen zij van de Regeering een toe
lage van 15 cent per dag. Eenmaal
op de plaats van ballingschap aan
gekomen, moesten zij ook die onder
steuning missen. Werk is er evenwel
niet te vinden, zoodat bun niets anders
overblijft dan bedelenmaar er zijn
zóóveel bedelaars» schrijft de »Roes-
koje Slowo», »dat de giften schaars
zijn.« De meest energieken onder de
ballingen trachten te vluchten, ten
einde in een andeie streek, waai meer
bronnen van beslaan zijn, werk te
vinden. Te vergeefs! Men arresteert
hen en de politie stuurt hen terug
naar de oude plaats hunner balling
schap. De ellende, de honger, de
strenge kou (tot 50°C.) doen allerlei
ziekten uitbreken, Hongertypbus woedt.
De epidemie volgt de lijnen van ver
keer waarlangs de ballingen getrokken
zijn. In Forea zelf, bet voornaamste
dorp van het distrikt, is er geen enkel
huis, waar niet 2 of 3 zieken zijn.
Gebeele gezinnen worden soms door
typhus weggemaaid. Mannen, vrouwen,
kinderen, liggen dooreen op den grond,
de levenden tusschen de dooden, die
niemand komt weghalen. De over
levenden zijn door angst en schrik
geheel gedemoraliseerd, ouders en kin
deren laten elkaar in de steek. Uit
angst voor besmetting reikt men den
zieken hun voedsel door de ramen toe.
Reeds een maand geleden berichtte
de sRjetsj, het bekende liberale blad,
dat ruim 120 ballingen aan de vreese-
lijke ziekte gestorven waren en nog
steeds breidt de epidemie zich uit,
ook onder de nomaden-stammen der
steppe
Tot recht begrip van den toestand
der ballingen in Siberië zij het ons
vergund de twee bovenstaande, uit
ver van elkaar verwijderde streken
afkomstige berichten, met een korte,
meer algemeene beschrijving aan te
vullen.
Siberië is tegenwoordig als over
stroomd door politieke ballingen. Bij
gebreke aan statistieken, is hun getal
niet met juistheid op te geven. Maar
zeker zijn er eenige tienduizenden.
De meerderheid der politieke banne
lingen, staat, wat algemeene beschaving
betreft, ver boven bet niveau der
inboorlingen.
Wanneer de Regeering ook maar
iets wilde medewerken, zouden ze het
nog balfbarbaarsche land tot groot
voordeel kunnen strekken. Zóó was
het geval in bet laatste kwart der
vorige eeuw ten aanzien der verban'
nen Decatristen, Poolsche opstande'
lingen en politieke ballingen. Maar
thans is bij de Russische administratie
de wraakzucht zóó overbeerschend,
dat zij ook de eischen van 't gezonde
verstand, politieke overwegingen en
zelfs haar eigen reglementen vergeet.
De bestaande wet regelt zeer nauw
keurig den juridiscben en econoroi-
schen toestand der ballingen. Als oord
vaD ballingschap is oostelijk Siberië
(de distrikten Irkoetsk, Jenisseï, Ja-
koetsk, en het Over-Baikalsche) aan
gewezen het koudste gebied in Azia
tisch Rusland. Wanneer de balling
zes maanden in de hem loegewezeu
woonplaats heeft doorgebracht, heeft
bij recht op een pas, die hem het
verlof geeft om het geheele distiict
rond te reizen. Twee jaar later heeft
bij recht op een dergelijke pas voor
de geheele piovincie, en daarna voor
geheel Siberië, waaraan verbonden is
het recht om ingeschreven te wor
den als boer of klein-burger, dus om
voor eigen rekening grond te bewer
ken of een nering te beginnen.
De wet legt bun in dezen geen be
perkingen op, van deze omstandig
heid dat de balling elk beroep vrij
kan uitoefenen en verder verplicbt is
om voor zijn eigen levensonderhoud
te zorgen, gaat de Regeering uit om
hen van den eersten dag der balling
schap elke ondersteuning te onthou
den. Deze wet, zeker niet te g09dig
waar het meoschen betreft, die de
wildernis worden ingejaagd, wordt
ook Dog wel ten aanzien der gewone
misdadigers toegepast. Ten opzichte
der politieke gevangeoen wordt die
wet evenwel op allerlei wijze ontdo
ken en door tal van »administratieve
uitzonderings- maatregelen" vervangen
Het is zeker niet maar een onge
lukkig toeval, dat de politieke bal
lingen steeds weer Daar de meest
woeste en afgelegen streken van Oost
Siberië, waar de inboorling zelfs ter
nauwernood kan bestaan, worden ge
zonden. Hun wordt het uiterst moei
lijk gemaakt om na bet verstrijken
der wettelijke termijn passen tot het
verkrijgen van meer bewegings-vrjj
heid te bekomen. Feitelijk is het meer
regel dan uitzondering, dat bun zulke
passen worden geweigerd. En zoo zijn
talrijke ballingen gedwongen, jaren
lang door te brengen in een verloren
en door ieder vergeten dorpje.
Volgens de wet wordt eigenmach
tig vertrek uit de aangewezen woon
plaats gestraft met allerlei nieuwe be
perkingen, en zelfs met intemeering
in nog meer verwijderde plaatsen.
Zekere intellectueele beroepen, die
door zeer vele politieke bannelingen
met vrucht zouden kunnen worden
uitgeoefend, zijn voor hen zonder meer
gesloten een dokter of zieken ver
pleger mag zijn beroep niet uitoefenen,
een advocaat mag niet pleiten, een
onderwijzer mag geen les geven enz.
Wel wil het de ironie van de om
standigheden, dat zelfs de mannen der
keizerlijke administratie somtijds ge
dwongen worden, om deze reglemen
ten te overtreden en bij een verban
nen geneesheer raad te vragen, en
een verbannen onderwijzer het onder
wijs aan de kinderen van een ambte
naar op te dragen. Maar zulke uit
zonderingen heffen het reglement niet
op. Da politieke gevangene kan zich
dus allseD wijden aan handenarbeid
om zijn brood te verdienenEvenwel
Ambacht en fabrieksnijverheid zijn in
Siberië nog maar zwak ontwikkelden
bestaan feitelijk alleen in die streken,
waar de ballingen niet mogen komen,
zooals op de Lena-goudvelden en in
de groote steden Irkoetsk, Tsjita enz.
Zelfs de meest geschoolde arbei
der vindt dus slechts zelden hem pas
send werk. Hierbij dient nog te worden
opgemerkt, dat de ballingschap voort
durend meer democratisch wordt,
d. w. z. steeds geringer wordt het
aantal menschen, die voor bun onder-
boud kunnen rekenen op ondersteu
ning van hun familie; de overgroote
meerderheid is op de opbrengst van
eigen arbeidskracht aangewezen. In-
tusscben is het leven in Siberië, en
vooral in de verbanningsoorden (naar
Russische verhoudingen,) zeer duur.
Om ook maar het meest noodzake
lijke te kunnen koopen, is een inko
men van 20 tot 25 gulden per maand
noodig. Dat is het vooruitzicht voor
den balling op den dag van aankomst.
De allereerste vraag is: hoe kan ik
mijn kost verdienen. Die een ambacht
kent, is er 'i best nog aan toe. Die
geen ambacht verstaat moet maar
doen, wat bij krijgen kan en maakt
schoenen, laarzen, tafels, stoelen, ban
ken, broeken, jassen bij schildert en
pbotograpbeert. Maar steeds komen
er nieuwe ballingen, en bet aanbod
van werk neemt niet toe. Zoo moeten
tea slotte alle ballingen trachten zicb
van het grovere en zwaardere werk
meester te makenze worden last
dragers en bootwerkers, matrozen en
verhuren zich op dagloon bij de boeren,
om hooi te pakken, hout te zagen,
koren te dorschen, boomen te rooien,
zij gaan jagen en visschen Maar al
dit werk is alleen mogelijk in den
zomer en bet najaar; dan komt
de vreeselijke, lange Siberische win
ter, met zijn werkeloosheid, honger
en koude. Erger nog is de toestand
der vrouwen, die alleen met de naald
bun brood kunnen verdienen en, als
zij veel geluk hebben, bij rijkere boe
ren de wascb mogen doen, of de
33)
door E. Bennbtt
[uit het Engelsch.)
Begrepen? Bijna niemand weet dat. Hij werd tot secretaris
van Prins Aribert benoemd, om hem in de familie-omgeving
te houden. Zijn moeder was een Iersche, wier eenig ongeluk
was dat ze te mooi was. Begrepen Ik ben overtuigd dat
Dimmock's dood iets te maken heeft met 't verdwijnen van
Prins Eugen. Het eenige wat ik niet begrijp is dit: Waarom
zou iemand 't noodig hebben gevonden Prins Eugen te doen
verdwijnen? Het arme Prinsje heeft in de heele wereld geen
vijanden, geloof ik. Als hij onschadelijk gemaakt is, zooals ze
't noemen, waarom is hij dan onschadelijk gemaakt? Niemand
heeft er voordeel bij."
/rZou dat niet?" zei Racksole, snel opkijkende.
Wat bedoelt u?" vroeg de heer Levi.
Ik bedoel dit: Veronderstel eens dat een andere verarmde
Europeesche Prins verlangend was Prinses Anna en haar for
tuin te trouwen, zou dan die Prins er geen belang bij hebben
de bewuste leening van u aan Prins Eugen te voorkomen
Zou hij er geen belang bij hebben om Prins Eugen te doen
verdwijnen tijdelijk ten minste?"
Sampson Levi bleef gedurende enkele oogenblikken in ge
dachten verdiept zitten.
ffMr. Theodore Racksole," zei bij eindelijk, nik geloof dat
dat denkbeeld van u zoo verkeerd nog niet is."
XII.
ROCCO en ka mee No. 111.
In den namiddag van dienzelfden dag Eet zooeven be
schreven onderbond bad in den ochtend plaats gehad kwam
nog een ander denkbeeld in Racksole's brein op en hij zei
tot zichzelf dat bij daaraan al eerder bad moeten denken. Het
gesprek met den heer Sampson Levi bad een geruimen tijd
geduurd en de beide mannen hadden omtrent verschillende
punten elkaar bun respective meening meegedeeld en hadden
de afspraak gemaakt elkaar op nieuw te ontmoeten. Maar de
theorie, dat Reginald Dimmock waarschijnlijk een verrader
was geweest van zijn familie een verrader, wiens berouw
oorzaak was geweest van zijn dood was niet volledig be
sproken geworden, bet onderhoud had voornamelijk geloopen
over de politieke toestanden op bet vasteland om tot de ont
dekking te komen welke prinselijke familie belang zou kun
nen hebben bij de tijdelijke verdwijning van Prins Eugen.
Terwijl Racksole thans het gebeurde met Reginald Dimmock
nog eens in alle bijzonderheden naging, trof éen punt zijn
speciale aandacht, namelijk dit: Waarom hadden Dimmock
en Jules 't er dien eersten avond op toegelegd Nella Rack
sole uit kamer No. Ill te krijgen? Dat ze het er op hadden
toegelegd, dat de gebroken vensterruit niet aan een louter
toeval was te wijten, biervan voelde Racksole zicb volkomen
overtuigd. Hij had er zicb van 't begin af volkomen van over
tuigd gevoeld; maar de beteekenis van de feiten bad toen
niet zijn bijzondere aandacht getrokken. Thans zag hij duide
lijk in, dat er iets buitengewoons, iets speciaal belangrijks
aan die kamer No. 111 moest zijn verbonden. Na de lunch
liep bij kalmpjes de trap op en keek naar kamer No. Ill, dat
is te zeggen, hij bekeek den buitenkant er vande kamer was
toevallig bezet, maar de gast die er zijn intrek had genomen,
zou dien avond vertrekken. De gedachte schoot hem door 't
hoofd, dat 't eigenlijk geen beteekenis had de kamer aan den
buitenkant te bekijken en toch keek hij er naardaarna liep
hij SDel weer naar beneden, naar de volgende verdieping,
en de corridor van die verdieping voorbijgaande, bleef bij
staan en met een onwillekeurig driftig gebaar stampte bij op
den grond.
«Sakkerloot!" zei hij. „Ik heb iets ontdekt No. lil ligt
precies boven de Hof-apartementen."
Hij ging naar bet bureau en gaf daar de instructie, dat
No. 111 niet aan nieuwe gasten moest worden in gebruik ge
geven tot nader order. Op het bureau gaven ze hem Nelly's
briefje dat het volgende bevatte
Beste Papa. Ik ga voor een dag of twee weg, omdat ik
iets geheimzinnigs heb ontdekt waar ik meer van weten wil.
Als ik over drie dagen niet terug ben, begin dan naar me
te informeeren te Ostende. Laat me tot zoolang s.v.p. aan
mijn lot over. Uw dochter
Nell."