Wereld ^cao, Oogarts Wagtho MGOTlS if. 1.50] DE LANDBODVBANK TE UTRECHT mink's kleine Encyclopaedic- ÏKILO'IBUS HOOI-BROEI- THERMOMETERS en PIJLERS.j SDijbuonen-moleDS voor huishoudelijk gebruik bij W.F. A. GROENHUIZEN, Voor Huis en Hof. Advertentiën. DE OORLOG. heeft de prakrijk HERVAT is weder te spreken. J. A. GOVERS, Lamam Bouwer Co. u SLOTHOUWERS BOEKHANDEL. de Heer H. E. VAN SWEDEN, Spui, aldaar. de Heer A. POTHOVEN, aldaar Langestraat42 INSTRUMENTMAKER Tel.Ioterc.83 Phoenix-Brouwerjj €tn wonder op de Boekenmarkt! N.V.Uitg.-Maatsch.v/hP.M.WINK.Zalt-bommel. Vraag het werk ter inzage aan SLOTHOUWER'S BOEKHANDEL. officier hebben gediend en den dienst I pen, nolen bevatten vet, eiwitten op eervolle wijze hebben verlaten, voedingszout, terwijl dat vet het Irnnnon ol «7 i i n oarlorf Vilir» I D kunnen, ook al zijn sedert hun ont slag meer dan zes maanden ver- loopen, mits zij overigens aan de eischen voldoen, tot een verbintenis worden toegelaten. Gehuwden worden tijdens den duur van hun verband, voor zooveel militaire aangelegenheden betreft, als ongehuwd aangemerkt. Echter hebben bij overlijden in en door den dienst hunne weduwen en weezen aanspraak op pensioen of onderstand. Bittere komkommers. (Uit De »De Veldbodes): Bittere komkommers kan men door een of andere toebereiding hun bitteren smaak niet ont- Demen. Daarom is dit »gebrek« der komkommers juist zoo'n ha- telijken gebrek, sommigen zeggen dat uit de zaden van bittere komkommers planton komen, die weder bittere vruchten leveren, anderen zeggen, dat de bitterheid ontstaat, als men op ranken trapt of de komkommerbedden begiet. Het laatste is beslist niet waar, want in bakken moet men de komkommers altijd begieten. De bittere smaak is een gevolg van ongunstig weder en de daardoor veroorzaakte vertraging in den groei of van fouten in de cul tuur. De komkommerplant stelt booge eischen, wat betreft bodem, vochtigheid en temperatuur. Slecht gevoede en door bepaalde bladziekten aangetaste planten leveren bittere vruchten. Ook is dit het geval, als deze gekweekt worden op komkommermoeden grond. Wel verlangen de kom- kommerplanten een krachtigen bodem, maar van eer. verscbe bemesting met beer en paarden- mest houden zij niet; in een drogen zomer althans kan men daarvan het nadeeel ondervinden, dat de vruchten een bitteren smaak krijgen. Men bemeste daarom de voorvrucht sterk en geve de komkommers zelf een aanvullende bemesting met hulp- meststoffen Ook op een stijven bodem beeft men dikwijls met bitterbeider te kampen. Bij de dichts bebladerde planten beeft men in heete zomers het minst van bitterheid te duchten. De komkommerplant moet snel- groeien. Lijdt zij een kwijnend bestaan of wordt de snelle groei door een of andere omstandig heid onderbroken dan bestaai kans, dat men bittere komkom mers zal oogsten. De oorzaken van dat komkommergebrek wij zen in de meeste gevallen zelf op de middelen ter voorkoming. Vochtige kelders. Wanneer een kelder vochtig is en niet voldoende gelucht kan worden, of als er een duffe, vun zige lucht in is, zal een zak houts kolen over den grond gestrooid de vochtigheid en de lucht totaal wegnemen. Een mandje houts kool, in een vochtigen kelder neergezet, waar bijv. melk be waard wordt, belet het zuur wor den en stremmen of ineenloopen der melk. Noten. De voedingswaarde van noten is grooter dan van eenige andere vrucht. Ooft bevat zuren, suiker en sap- lichtst verteerbare vet is, dat in een voedingsstof wordt ge vonden. Walnoten bestaan voor ongeveer 63 pCt. uit vet en 16.37 pCt. eiwit, hazelnoten bevatten 17 41 pCt. eiwit, mager rund- vleesch (biefstuk) 19 pCt. eiwit. Inspanning adelt den mensch Al beeft de inspanning, door het volhouden weieens vereischt, de stoffelijke krachten aan zware proeven onderworpen,diedej.rens der uitputting op bedenkelijke wjjze deden naderen, er ligt in dat aanhouden een bron van winst aan moreel vermogen, die steeds milder is gaan vloeien. De meeste menscben komen niet aan de weet, wat zij wel kunnen, hetzij in actieven of wel in pas sieven zin, wijl het nooit geschied de, dat, om zoo te zeggen, de schroef sterk werd aangedraaid; het was met hen altijd een heel matig gangetje, een langzaam wegdrijven op den levensstroom, met weinig meer dan de heel gewone wederwaardigheden en zonder krachtigen aandrang in welke richting ook. Maar rijst in de ziel de begeerte naar iets hoo- gers, iets wijders dan het alle daagsere meeloopen in sleurgang is naar een aangewezen doe) het verlangen levendig geworden, dan heeft er ook een ontwaken plaats, dan strekken zich de spie ren en worden de zenuwen ge staald, bet bestaan krijgt een inhoud, de arbeid van lichaam en van geest vindt een vasten grond. Tegen het stof. Niet alleen omdat het be- smettingskiemen bevatten kan. misschien zelfs daarom niet in de eerste plaats. Het stof van den weg is voor deze kiemen in het algemeen geen geschikte plaats om er het levon in te verlengen, en ze gaan er zeker vrij spoedig in ten gronde Directe besmetting heeft men er dus waarschijnlijk niet veel van te vreezen. Maar men doet verkeerd daarin het eenige gevaar te zien. Het stof zelf, als zoodanig, doet kwaad. Al de scherpe steen- en metaal splintertjes prikkelen het slijm vlies en maken er misschien kleine wondjes in, onzichtbaar voor het oog, maar groot genoeg om als porte d'entrée te dienen voor besmettingskiemen, die mo gelijk toch in het stof, en in het bijzonder in die onfrische af komstigheden van de paarden aanwezig waren, of die, zoo ze niet door voedsel b.v. naar binnen komen, door den bestovene zeiven makkelijk geleverd kunnen wor den, aangezien de mensch veelal besmettingsmateriaal steeds bij zich draagt. In gewone omstan digheden schaadt hem dat niet, want dan is de noodzakelijke porte d'entrée niet aanwezig, maar als een stoffige wandeling hem die in ruimen getale bezorgt, maakt de een of ander van die kiemen licht van de gelegenheid gebruik en glipt, om zoo te zeggen, naar binnen. En als, zooals 's win ters bij mooi vriezend weer dik wijls bet geval is, een flinke oostewind een handje mee helpt, en de oppervlakkige slijmvliezen vanzelf al haast doet barsten, is het waarlijk geen groot wonder meer dat het heldere weer menig een niet best bekomt. Als het sneeuwt of regent en alles nat is, hebben wij van zulk een venij- nigen aanslag op onze gezond heid ten minste geen hinder. Chineesche spreekwoorden. In de «Frankf. Ztg vinden wij de volgende staaltjes van Chineesche volkswijsheid: Zij die iets weten spreken niet; zjj die spreken weten niets. Waar de paleizen prachtig zijn, zullen de velden kaal en de zol ders leeg zijn. Hoe grooter het aantal wetten, hoe grooter dat der dieven. Men behoeft de deur niet uit te gaan om de wereld te kennen. Wie zich zelf ziet, beeft goede oogen. Met praten kan men de rijst niet gaar koken. Doe liever een goede daad dicht bij huis, dan dat gij een verre reis maakt om wierook te branden. Denk in de eenzaamheid na over uw eigen gebreken spreek in gezelschap nooit over die vaD anderen. Als gij wilt dat uw kinderen een rustig leven zullen lijden, laat ze dan wat kou en honger lijden. Liever een domme zoon dan een listige dochter. Als gij aan geluk in bet spel gelooft, zult gij uw buis moeten verkoopen. Wie thuis geen bezoek ont vangt, zal op reis geen gastvrije vrienden vinden. De dochter van een krab zal nooiteen vogel ter wereld brengen. Observator. DE DUITSCHERS IN BELGIË. VISÉ INGENOMEN. Ooggetuigen telefoneeren aan het Nieuws v. d. Dag Dinsdagavond, 7 uur, uit Maastricht: Duitsche troepen hebben he denmorgen Vise aangevallen. De Belgen lieten de Maasbrug voor de stad in de lucht vliegen, waarop de Duitsche genie een nieuwe brug heeft gelegd. De Duitschers hebben daarna, ge steund door hunne artillerie, de stad aangevallen en haar ingenomen. Vit Belgis gevluchte Duit schers trekken met hunne kin deren en met have en goed door Maastricht. (De Belgische Maasstad Visé is ongeveer 15 K.M. ten Zuiden van Maastricht gelegen). Men zegt, dat in antwoord op het telegram van den Koning der Belgen aan den Koning van Engeland deze laatsteaan Belgis de verzekering gaf, dat hij BelgiS's gcheeie onafhankelijk heid en neutraliteit zou eer biedigen en zal doen eerbiedigen. ENGELAND VERKLAART DVITSCHLAND don OORLOG. Kort na zeven uur verscheen do Engelsche gezant Goschen op het Ministerie van Buiten- landsche Zaken te Berlijn om den oorlog te verklaren en zijn paspoort te vragen. Ziekenfondsleden kunnen voor één gulden gedurende vier weken behandeld-worden. Bekroningen. Breda 1676. Utrecht 1901. VOORHEEN W. UTENS, LaDgestraat 119. Schoenen naar maat. Eerste Klasse Reparatie-Inrichting. Specialiteit in Rijlaarzen. Kortegracht 22 belasten zich met aan- en verkoop van Effecten, Wis sels en Coupons, sluiten prolongatie. Safe-inrichting. De nieuwste en beste vermenigvuldiger van hand- en machineschrift. Afdrukken van het origineel niet te onderscheiden Voerhanden In Tal van gunstige getuigschriften ligge ter Inzage. Verleent credieten onder borgstelling enz. Verschaft kapitalen onder 1c. hyp. verband. Neemt gelden in depót. Opent rekening courant met rentevergoeding. Agenten voor Amersfoort en Omstreken Voor Lensden en Omstreken DE DIRECTIE. I 1 Agent Telefoon No. 29. Mineraalwaterfabriek en Bierbottelarij Stoovestraat 12. Een Encyclopaedic is een boek, dat ieder bezitten moet, die op eenige beschaving aanspraak wil maken, een boek, dat antwoord geeft op de duizend en één vragen op allerlei gebied, die zich opdringen aan iedereen, die leest en met zijn tijd mee gaat. Een Encyclopaedic is een geheele bibliotheek van wetenschap, samen geperst en alfabetisch gerangschikt in één werk. Wij bieden U een uitmuntende Encyclopacdie aan voor een schier od mogelijk lagen prijs. Wij geven U daarvoor een mooier en degelijker boek, dan U ooit voor dien prijs is aangeboden, een boek van ong. 550 bladzijden, dat 12 a 13000 onderwerpen be handelt, geïllustreerd is met ruim tweehonderd afbeeldingen en keurig gebonden is. Prijs: Een gulden vijf en twintig cents! is HET NIEUWE MODEBLAD, dat bij ons is verkrijgbaar gesteld. Men blijft daarmede op de hoogte van wat er in de modewereld voorvalt, wat afgeschaft of als verouderd verworpen en wat als nieuwe mode wordt toegepast. Niemand mag daarvan onkundig blijven. 1IET NIEUWE MODEBLAD verschijnt tweemaal per maand, in 14 pagina's, met patronenblad. Het bevat een keur van toiletten en patronen, terwijl enkele pagina's worden gewijd aan «Wetens waardigheden" welke rubriek veelal rijk geïllustreerd is. Meerdere malen zal eene Mode-afbeelding op de voorpagina artistiek in kleuren zijn uitgevoerd. Prijs slechts ©5 CtS. Per drie maanden (2e Uitgave), (franco per post 80 ets.) Men abonneere zich bij den uitgever van deze Courant. Prins Racksole naar een laan waar de huizen aan de achter zijde op uit kwamen en al voortgaande begon hij de huizen te tellen. Binnen weinige minuten waren ze op inbreker achtige manier een muur overgeklommen en slopen ze, met de grootst mogelijke behoedzaamheid, een lang, smal stuk grond over half tuin, half met steenen belegd erf totdat ze eindelijk neerhurkten onder een raam waar gordijnen voor hingen, maar dat een weinig openstond. «Luister," zei de Prins, zoo zacht mogelijk fluisterend, «ze zijn aan 't praten." «Wie «De Berlijnsche dame en juffrouw Spencer. Ik ben er zeker van dat 't de stem is van juffrouw Spencer." Backsole duwde brutaal weg het openslaande raam een weinig verder open en hield zijn oor voor die opening, waar uit een streep geel licht naar buiten viel. «Neem mijn plaats in," fluisterde hij den Prins toe, «ze spreken Duitsch. U zult hen beter kunnen verstaan." Zoo stil mogelijk verruilden ze van plaats onder het raam en de Prins bleef aandachtig staan luisteren. «Dus u weigert?" zei de bezoekster van juffrouw Spencer. Br volgde geen antwoord. «Zelfs geen duizend francs Ik zeg u toch dat ik de heele vijfentwintig duizend heb verloren." Weer geen antwoord. «Dan zal ik alles uitbrengen," ging de dame voort, in een opwelling van woede. «Ik heb gedaan wat ik beloofd had te zullen doen. Ik heb hem bierbeen gelokt en je hebt hem nu veilig en wel in huis, den stumperd. En nu wil je me niet eens een armzalige duizend francs geven." «Uw loon is u al uitbetaald," hoorden ze juffrouw Spencer zeggen op bedaarden toon. «Ik moet er nog duizend francs bij hebben." «Die heb ik niet." «Dat zullen we eens zien. Prins Aribert hoorde een geruisch van vrouwenkleeren; toen werd er plotseling een deur toegeslagen en de streep licht, die door de reet van het raam naar buiten viel, was verdwenen. Hij duwde het raam verder open. De kamer was in duisternis gehuld en naar allen schijD leeg. «Nu die dievenlantaarn van u," zei hij gretig tot Theodore Racksole, nadat hij aan dezen het gesprek van de twee vrou wen had overgebracht. Racksole haalde de lantaarn uit den wijden zak van zijn stofjas te voorschijn en stak die aan. Het schijnsel gleed over den grond. «Wat is dat?" riep Prins Aribert snel, met gedempte stem, terwijl hij naar den grond wees. De lantaarn bescheen een raam van traliewerk aan hun voeten, door welk raam een kelder zichtbaar werd. Beiden knelden neer en tuurden naar binnen. In die onderaardsche ruimte zat, op een matten stoel, een jonge man, in moedelooze houding en met gesloten oogen. Bij het flauwe licht van de lantaarn deed zijn bleek, vervallen uiterlijk meer denken aan het uiterlijk van een doode dan van een levende. «Wie kan dat zijn zei Racksole. »'t Is Eugen," luidde 't met gedempte stem gegeven antwoord van den Prins. «Eugen," riep Prins Aribert zacht. Bij het geluid van zijn eigen naam hief de jonge man in den kelder even 't hoofd op en keek naar boven, naar het getraliede raam, dat hem van zijn twee bevrijders scheidde. Maar zijn gelaatstrekken vertoonden niet 't minste teeken dat hij iemand herkende. Een paar seconden lang staarde hij met een vage, afgetrokken uitdrukking in die richting en toen zakte zijn hoofd weer langzaam neer. Hij was in een donker reiscostuum gekleed en Racksole merkte op dat de eene mouw, de linker, stuk getrokken was en dat er moddervlekken waren op den linker schouder. Een hoed, een zakdoek, een stuk van een horloge ketting en enkele gouden muntstukken lagen op den grond. Racksole liet het licht van de lantaarn in alle hoeken van den kelder vallen, maar hij kon geen meubilair ontdekken dan den stoel waarop de Erfprins van Posen zat en een klein withouten tafeltje, waarop een bord en een kopje stonden. «Eugen," riep Prins Aribert nog eens, maar dezen keer nam zijn ongelukkige neef van dat roepen niet de minste notitie en Aribert fluisterde Racksole toe: «Misschien kan hij ons niet duidelijk zien." «Maar hij moet toch stellig uw stem herkennen," zei Racksole. Er volgde een oogenblik van stilte en de beide mannen keken elkaar aarzelend aan. Elk van hen had de vaste over tuiging dat ze dien kelder moesten binnengaan om Prins Eugen te bevrijden en elk van hen was eenigzins bang om tot de eerstvolgende maatregel over te gaan. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 3