NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
J*0. 66.
Woensdag 19 Augustus 1914.
43e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
AANMANING.
Wenken aan den Landbonwer.
DE OORLOG.
BINNENLAND
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER)
BurenuLangestraat 77. Telephoonn. 69.
ADVERT ENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere reg9l meer 7'/> Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Glroote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Nu Nederland omringd is door oorlogvoerende
mogendheden, met elk waarvan het goede be
trekkingen onderhoudt, is het van het hoogste
belang, dat de door de regeering afgekondigde
onzijdigheid niet alleen door de regeering zelve,
maar ook door elk Nederlander in het bijzonder
wordt in acht genomen.
Daartoe is het niet voldoende, dat men zich
onthoudt van inbreuken op de onzijdigheid, die
strafrechtelijk vervolgbaar zijn; ook uitingen van
partijdigheid in het openbaar, bij monde of bij
geschrifte, behooren achterwege te blijven.
De houding van elk Nederlander zij inderdaad
onzijdig, naar de regelen van eerlijkheid en goede
trouw.
Bij zoodanige houding bestaat de meeste kans
dat de onzijdigheid van ons land door de oorlog
voerenden wordt geëerbiedigd.
Zekerheid daaromtrent kan echter uiteraard
nimmer worden gegeven. Het is uit dien hoofde,
dat de regeering zich verplicht heeft geacht de
navolgende wenken en aanbevelingen te geven,
voor het geval, dat onze onzijdigheid mocht
worden geschonden, met name wanneer troepen
der oorlogvoerenden wederrechtelijk ons grond
gebied mochten binnendringen.
In de allereerste plaats zij er dan op gewezen,
dat het keeren van vreemde troepen uitsluitend
de taak is van de militaire macht.
Wordt die taak aan haar overgelaten, dan
is de vijand verplicht de eer, de familierechten,
het leven en den privaat-eigendom der bewoners
te eerbiedigen.
Door de ingezetenen, niet tot de militaire
macht behoorende, hoe groot en hoe billijk ook
hunne verontwaardiging moge zijn, mag geen
enkele daad van geweld of tegenweer worden
verricht. DedeD zij dit wel, dan zouden zij niet
alleen zich zelf, maar ook familie, vrienden en
landg^nooten blootstellen aan maatregelen van
•wedéfvwgelding.
De voorcieelen, welke de burger door een
eigengerechtigd optreden zou meenen te kunnen
bereiken, zinken in het niet tegenover de schade
en het leed, dat hij zich en anderen daarmede
berokkent. Elke uiting van wraak lokt onver
mijdelijk geduchte weerwraak uit. Zucht tot
zelfbehoud zal den indringer dwingen tot het
verspreiden van schrik onder de bevolking,
wanneer deze zich niet geheel onzijdig weet te
houden.
Wanneer daarentegen de bevolking met
kalmte en waardigheid een eventueele bezetting
ondergaat, dan benoeft men voor veiligheid van
persoon en ffoed niet beducht te zijn. Het volken
recht, dat door het leger van elke beschaafde
natie wordt geëerbiedigd, verbiedt moord, plun
dering of roof. De indringer, die vreemd gebied
bezet, is verplicht alle maatregelen te nemen, die
kunnen strekken om de openbare orde en het
openbare leven te herstellen en te verzekeren,
zooveel mogelijk onder eerbiediging van de in
het bezette land geldende wetten.
Onze bestuursorganen zullen daarbij in
het belang der bevolking hun medewerking
verleenen, door, wanneer hun dit niet bepaald
onmogelijk wordt gemaakt, hun post te blijven
beklceden en den goeden gang van zaken te
blijven bevorderen. Zij zullen zich in verbindiüg
stellen met de vreemde militaire autoriteit, ten
einde als tussohenpersonen tusschen haar en de
bevolking op ie treden. Zij zullen zonder twijfel
een krachtig protest doen hooren, wanneer de
bij internationale tractaten gewaarborgde, of op
de volkenrechtelijke gebruiken steunende rechten
der bevolking mochten worden aangerand.
Het vorenstaande behoeft geen ongerustheid
te wekken.
Maar wel heeft de regeering het noodig geaoht
elke mogelijkheid tijdig onder de oogen te
zien, en er voor te zorgen, dat, mocht een zoo
zware ramp over ons komen, deze niet door eigen
schuld, door eigen onwaardig of gewelddadig op
treden der Ingezetenen nog zwaarder zou worden
gemaakt dan zij op zich zelve reeds zou zijn.
De Burgemeester.
1. Blijft oogsten en zaaien. Bedenk dat
stoppelknollen geschikt zijn voor men-
schenvoedsel.
'2. Houd by gebrek aan zaaizaad en
mest, uw land voortdurend zwart, het
is tevens een uitstekend middel om het
onkruid te bestrijden.
3. Bewaar uw beste fokvee, al is het
wat duur.
4. Verkoop uw varkens niet voor eiken
pry's. Bedenk dat de vleeschpryzen vroe
ger of later omhoog moeten gaan.
5. Verkoop uw kaas niet tot eiken prijs.
Biyf kaas maken; kunt ge ze niet zelf
bewaren, huur dan te samen een kaas
pakhuis, want dezen winter zal de kaas
waarschyniyk duur worden.
6. Bewaar uw appels en peren, of schil
en droog ze. Gratis inlichtingen hier
omtrent geeft de Nederl. Pomologische
Vereeniging Rijnkade 8, Utrecht.
7. Hebt ge gebrek aan werkkrachten,
wend u dan tot onze Afdeelingsbesturen
of tot den Correspondent van het Comité
voor Onderling Dienstbetoon in uw woon
plaats.
8. Pot geen geld op, maar breng het
naar den spaarbank, daar is het volkomen
veilig. Verzilver in geen geval effecten,
alvorens inlichtingen ingewonnen te heb
ben bij vertrouwde raadslieden.
9. Hebt ge voorlichting noodig, wend
u dan tot de Rykslandbouwambtenaren
of de vertegenwoordigers van het genoot
schap.
10. Werk kalm door en gebruik uw
verstand.
W. H. de Beaufort,
Voorzitter van het Utrechtsch
Landbouw Genootschap.
G. C. Spengler,
Secretaris van het Utrechtsch
Landbouw Genootschap.
H. Kohlbrogqe, j Leden van de Afdeeling
Dr. B. Sjollema, Utrecht van het
H. Lindeman, I Utr. Landb. Gen.
C. K. van Daalen, Rijkslandbouwleeraar.
H. B. Hylkema, Rijkszuivelconsulent.
De Norddeutsche Zeitung schrijft:
Na de inneming van Luik liet de Duit-
sche regeering door bemiddeling van een
neutrale mogendheid te Brussel het vol
gende mededeelen:
„De vesting Luik is na dapperen tegen
stand stormenderhand genomen. De Duit-
sche regeering betreurt ten diepste, dat
het door de houding der Belgische regee
ring tegen Duitschland tot een bloedige
botsing is gekomen. Duitschland komt
niet ais een vyand tot België, slechts door
den drang der omstandigheden moest het
in verband met de militaire maatregelen
van Frankryk het zware besluit nemen
Belgié biDnen te rukken en Luik als steun
punt voor zyn militaire operaties te be
zetten.
Nadat het Belgische leger door moedigen
tegenstand tegen de overmacht de eer
zijner wapenen opgehouden heeft, biedt
Duitschland den Koning en de Belgische
regeering aan, het land de verdere ver
schrikkingen van den oorlog te besparen.
Duitschland is bereid tot elke minnelijke
schikking met België, die zich laat ver
eenigen met haar houding ten opzichte
van Frankrijk. Duitschland geeft nogmaals
de nadrukkelijke verzekering, dat het niet
door het voornemen geleid is zich Bel
gisch grondgebied toe te eigenen en dat
het trouwens in de verste verte niet aan
zoo iets denkt. Duitschland is nog altijd
bereid het Belgisch koninkrijk onmiddellijk
te ontruimen, zoodra de oorlogstoestand
dit toelaat."
Het antwoord van België hierop, dat op
18 Augustus ontvangen werd, luidde als
volgt: „Het ons door de Duitsche regeering
gedane voorstel herhaalt denzelfden eisch,
die reeds in het ultimatum van 2 Augustus
j.l. vervat was. Trouw aan zyn internatio
nale verplichtingen kan België slechts zyn
antwoord op dit ultimatum herhalen, en
dit des te eerder, daar sinds 3 Augustus
zijn neutraliteit geschonden is, een smarte
lijke oorlog in zyn gebied wordt gevoerd
en de garantiemogendheden loyaal en zon
der aarzelen aan zyn roep om hulp gehoor
hebben gegeven."
Het „Handelsbl." meldt omtrent de
toestand in België:
Op bevel van den militairen gouver
neur der provincie Brabant mogen de
Brusselsche bladen alleen nog verschijnen
in eene editie te zes uur 's avonds. Boven
dien zyn zy aan een zeer strenge censuur
onderworpen.
Zoo voorbeeldig is hier de volksgeest,
dat deze maatregelen door een elk worden
goedgekeurd. Over de troepenbewegingen
zullen dan ook nog alleen officieele be
richten verschynen. Deze berichten leken
my tot dusver, wel wat beknopt te zyn,
doch vry betrouwbaar, wat zy mededeel
den bleek steeds echt te zyn, zonder bluf.
Men zou eerder van het tegendeel van
bluf mogen spreken. Of zy af en toe iets
minder gunstigs verzwegen, valt moeilijk
te zeggen, doch dit schijnt wel niet het
geval te zijn, daar de bladen toen nog
aan geen censuur onderworpen er toch
wel met een enkel doorschemerend woord
zouden hebben van gewaagd om den toe
stand te kenschetsen.
Buiten Luik, waar vooral de forten van
den linkeroever hevig worden beschoten,
zij herinnerd aan een zinsnede uit het
communiqué van eergisteren, waarbij werd
medegedeeld, dat van Belgische zyde niet
kon worden gezegd, of de Duitsche troe
pen, die de Belgen eventueel in het Noor
den op het lijf zouden krijgen, zeer aan
zienlijk zouden zyn. In het laatste offi
cieele bericht van gisterenavond tien uur,
doch door de bladen nog niet openbaar
gemaakt, wordt medegedeeld, dat groote
troepenmachten, bestaande uit cavalerie,
door infanterie gesteund, een voorwaart-
sche beweging naar Waver, dit is naar
het Zuiden toe, hebben aangevangen.
Kleine gevechten met Belgische voorpos
ten hadden plaats en na enkele scher
mutselingen werd de beweging gestaakt.
Heden vernam ik, dat Gembloers door
de Duitschers werd bezet, doch in den
loop van den nacht weer ontruimd.
Een en ander schijnt er op te wijzen dat
de Belgische legerautoriteiten redelijker-
wijs tot dusver geen bijzonder krachtig
optreden der Duitschers ten noorden ver
wachten en dat, zooals ik vroeger reeds
heb geseind, er nog een enkele doch geringe
kans voor bestaat, dat midden-België voor-
loopig van de invasie bevrijd zal blijven.
De ruiterij, die in Noord-België opereert
en die na de nederlaag te Haelen gedurende
twee dagen onzichtbaar is gebleven, doch
gisteren weer een aanval heeft gedaan, zou
dus ten doel hebben de Belgische troepen
ten noorden bezig te houden, terwy'l het
gros dadelijk in dichte rangen naar Frank
ryk zou oprukken, wat ook uit het volgende
kan blijken, want in het zuiden der pro
vincie Namen zyn Duitsche en Fransche
troepen gisteren slaags geweest.
Omtrent deze gevechten is tot dusver
van Belgische zyde niets officieels mede
gedeeld. Naar verluidt hebben de Duit
schers getracht onder meer te Bouvignes
en hoogerop onder Namen over de Maas
te trekken. In dit voornemen zouden zy
door de Fransche troepen zyn belet ge
worden, na een bloedig gevecht, waarin
vooralde Duitschers groote verliezen zouden
hebben ondergaan. Dit bericht, eerst tegen
gesproken, wordt door „Le Peuple" voor
echt verklaard. Het Fransche gezantschap
te Brussel bevestigt het feit.
In hedenmiddag toegekomen Fransche
bladen vindt men trouwens een officieel
bericht luidens welk de Duitschers Dinant
hebben aangevallen. De aanval geschiedde
door de garde-divisie en de eerste divisie
cavalerie met den steun van verscheidene
bataillons infanterie en compagniën ma
chinegeweren. Toen deze troepenmachten
op den linkeroever der Maas waren ge
komen, vielen de Franschen aan, de Duit
schers werden verplicht in groote ver
warring weer over de Maas te gaan,
waarby velen verdronken. Een regiment
chasseurs a cheval zette de Duitschers
over de Maas achterna; de vervolging
geschiedde over meerdere kilometers, tot
de Duitschers zouden zijn gaan vluchten.
Enkele honderden paarden van Ulanen
werden buit gemaakt. Van de verliezen
aan manschappen langs beide zyde is in
het bericht eigenlijk geen sprake.
Prinses van Erbach, zuster der
Koningin-Moeder, komt deze week in Den
Haag om met hare kinderen, die by H. M.
logeeren, naar Erbach terug te keeren.
Mobiele colonne van het Roode Kruis.
Slechts weinig ingewijden zullen bekend
zijn met het feit, zoo schrijft het
„Handelsblad" dat reeds sedert eenige
jaren door het Roode Kruis-comilé te
Amsterdam, evenals in andere plaatsen
van ons land, zieken-transport colonnes
zijn opgericht. Elke colonne bestaat uit
24 man, die gerecruteerd uit de leden
van het vaste corps der vereeniging
„Eerste Hulp by Ongelukken" geregeld
onder leiding van een officier van gezond
heid in het Militair Hospitaal en ook te
velde hebben geoefend om zoo volledig
mogelijk met alle transportmiddelen, by
het leger in gebruik, vertrouwd te raken.
Het spreekt dus vanzelf, dat deze colonnes
in tyd van mobilisatie het eerst aan
gewezen zyn om het vervoer van even
tueele gewonden en zieken van de ver-
bandplaatsen naar de hospitalen te be
werkstelligen.
Ten dien einde zyn alhier byna 100
spoorweggoederenwagens voor boven
staand doel binnen drie dagen tijds in
gereedheid gebracht, waarvoor 400 ijzeren
kribben met beddegoed en even zoovele
brancards die boven de kribben door
middel van veerende stroppen aan kolders
zyn bevestigd noodig waren.
Als men nagaat, dat alles van het begin
af in elkander moest worden gezet, stroo-
matrassen en kussens gevuld, 400 balen
en 1600 klampen op maat gezaagd, en
dit alles, zonder bezoldiging, door de leden
der transportcolonne in zoo'n korten tyd
is verricht, dan valt het goede resultaat
van degelijk voorbereide oefeningen nu
te constateeren.
Reeds nu is een mobiele colonne samen
gesteld, welke eerstdaags met een trein
zal vertrekken.
Uit een brief van een Landweerman.
Als je hier aan de kust de blond
gouden duinen beklimt, om van de hoogten
een blik land- of zeewaarts te slaan, kan
men het zich niet indenken, dat diezelfde
luchthoepel de tooneelen van Moedigen
voikerenstryd overwelft.
Hier te midden van de duinen is alles
zoo vredig en stil. Hier schittert de zon
in een gouden straling over de welige
landouwen, de golvende korenvelden, de
vruchtbare akkers en boomgaarden. En
daar aan den anderen kant strekt zich de
majestueuze zee uit, met een wisselende
kleurenpracht, 's Morgens zien wij, land
weermannen, de zon boven het lachende
landschap oprijzen, steeds hooger sty-
gend en haar stralen borend door den
schuchteren ochtendnevel, die blauw-wazig
gespreid ligt tot aan den gezichtseinder.
En tegen den avond verzinkt diezelfde zon
aan den westerkant naar de zee, tooverend
een innig mooi kleurenspel. Dan is het
of er goudpoeder over de duinkruinen ge
strooid ligt, of de horizon met een toover-
stafis aangeraakt, 't Is violet en karmozijn,
het is goud en paars en dan weder bloed
rood, alsof daar ginds een felle brand is.
't Is de zon die wegzinkt voor ons oog,
de zon die zooveel bloedigs van den ver
streken dag heeft beschenen, zooveel dap
peren heeft zien sneuvelen in dienst van
vorsten, die het hunne bijdroegen aan de
praal van het Vredespaleis.
Maar zoo kalm en stil als hier, is het
niet overal in het land. Want op eenige
kilometers afstands ligt de stad, waar de
hoofdmacht is saamgetrokken, waarvan
wy het voorpostendetachement vormen.
Daar wordt den ganschen dag gewerkt om
de forten en in de polders. Boomen worden
gekapt, villa's ontruimd, muren gesloopt,
ja, zelfskerkhoven geschonden.
Overal liggen mijnen in de polders en
buiten by de zeegaten. Komt de vyand,
dan kan men deze helsche dingen door
slechts een druk op een knop doen ont
springen. Dat het nimmer noodig moge zijn
Want wie men hoort, schieten doen we
niet graag. We zien uit al die voorberei
dingen, wat de oorlog ons voor ellende
kan brengen En de kranten brengen steeds
meer verontrustende berichten. Wanneer
de facteur met de post komt, is alles op
de been. Het Nieuwsblad wordt hier druk
gelezen en wie 't bezit, kan rekenen op
vaste klanten, die aan zyn zyde blyven.
We hebben hier in de duinen geen ander
vertier dan courantenberichten bespreken
en de kansen der strijdenden.
Wij, Landweermannen uit Rotterdam,
allen huisvaders, verlangen hard naar den
vrede. We hopen, doch hoelang zullen we
dat moeten. Eerst na verpletterende neder
lagen zal er kans op vrede zyn. En dat
heeft men hier ook begrepen, vandaar dat
liefhebbers zich hebben kunnen opgeven
om een muziekkorps te vormen. Om
dooienmarschen te blazen, hoor 'k hier
zeggen. We hebben de stuipen op het lijf
gekregen. Dat vormen van een muziek
korps belooft ons weinig goeds. Men wil
er ons zeker in de winteravonden mee
amuseeren
Zoo loopen we nu rond als een troep
bannelingen. Om de drie dagen een wacht
en daartusschen wat corvée in de keuken.
Erg vervelend en als 'k er aan denk, om
hier dezen winter te zitten, kry'g 'k al een
rilling. Want de boer zei, dat we dan
achter de koeien moeten slapen, omdat
zyn graan in de schuur moet.
Nederlandsche bond voor
werkverschaffing.
Op Vrijdag 14 Augustus vergaderde
het bestuur van den onlangs opgerichten
Nederlandschen Bond voor Werkver
schaffing. Men besloot zoo spoedig moge
lijk over te gaan tot het in werking
brengen van genoemden bond. Werke
loosheid toch zal in de naaste toekomst
vermoedelijk in sterke mate optreden en
daarbij zal werkverschaffing een der mid
delen zijn, waardoor getracht moet wor
den den nood te lenigen. Dit is te meer
het geval daar uitkeering, hoe onont
beerlijk ook in tal van omstandigheden
toch zooveel mogelyk beperkt zal dienen
te worden om dan daarvoor in do plaats
te stellen een zooveel mogelijk produc
tieve werkverschaffing.
De Nederlandsche Bond voor Werkver
schaffing heeft niet ten doel de werkver
schaffing zelf ter hand te nemen, maar
wil trachten alle lichamen die zich op
dat gebied bewegen met raad terzijde te
staan. Naast een groot aantal instellingen,
die alreeds ervariDg hebben opgedaan
omtrent eene doelmatige toepassing van
werkverschaffing als middel ter bestrijding
der werkeloosheid c-n ter leniging harer
gevolgen, staan verschillende andere ver-
eenigingen, die in den komenden tijd
werkverschaffing voor het eerst ter hand
zullen nemen. De Nederlandsche Bond
voor Werkverschaffing nu heeft krachtens
hare statuten de tweeledige taak om:
1°. de ervaringen op verschillende plaat
sen in de lande opgedaan, te verzamelen en
2°. met behulp van de elders opgedane
ervaringen alle lichamen, die werkver
schaffing ter bestrijding van werkeloos
heid willen gaan toepassen desgewenscht
van advies te dienen.
Voor het uitvoeren van die taak heeft
de Bond een Bureau van Advies in het
leven geroepen, waarin de volgeDde heeren
zitting hebben:
F. B. Löhnis, 's-Gravenhage; J. Gerritsz,
Haarlem; V. R. Y. Croesen, 's-Graven
hage; A. van Hoogstraten, Arnhem: Mr.
Dr. D. Hudig Jr, Santpoort; Jhr. J. A.
de Jonge, ScheveningenDr. P. A. Klap,
Amsterdam; Prof. Mr. E. M. Meyers, Leiden;
Mr. F. van derTuuk, Groningen; Th. van
Weideren Baron Rengers, OeDkerk (Fr.);
H. de Wilde, 's Gravenhage en R. van
Zinderen Bakker, Naarden.
Het Bureau van Advie3 is gevestigd,
Buitenhof 42, 's-Gravenhage, alwaar de
Heer V. R, Y. Croesen zitting houdt.
Ter voorkoming van teleurstelling zij
er met nadruk op gewezen, dat de Bond
geen gelden verstrekt voor werkverschaf
fing en zich evenmin belast met het
rechtstreeks aanwijzen van werk aan
werkeloozen.
Hoofddoel is van goeden raad te dienen
en zooveel mogelijk organiseerend op te
treden.