NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 76. Woensdag 23 September 1914. 43e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. RUST EN ONRUST. DE OORLOG. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 27. Telephoonn. 09. ADVERT ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Is het voor een deel toe te schrijven aan de navolgingszucht, die behoort tot de eigenschappen, waarmede ons geslacht is begiftigd, dat het maatschappelijk leven in de tweede helft der zomermaanden zekere afwijkingen vertoont, er zijn toch ook andere oorzaken voor te vinden. Een ant woord op de vraag, hoe het komt, dat in den iaatsten tijd de vacantieverschynselen zich met toenemende sterkte openbaren, is niet moeielijk te geven. Wordt er niet geklaagd over de ruste- looze woeling van het bedrijfsleven, waarin allen zich voelen voortgejaagd als volgde de drijver hen op de hielen met immer opgeheven zweep? Hoog zijn de eischen, die de vooruitgang stelt aan de werk krachten, niet het minst aan de geestelijke, waarvan de inspanning niet gezien wordt, wijl zij geen zweetdroppeien te voorschijn roept onder feilen zonnegloed, en die als zeer licht beschouwd wordt door wie alleen den lichamelijken druk als maatstaf heb ben. En het is niet slechts de tot volle ontwikkeling gekomen werker, wien het: Schiet oponophoudelijk wordt toegeroe pen; ook de voorbereiding tot den werk kring, die van de maatschappelijke op voedingeen voornaam deel uitmaakt, eischt een gestadig voortgaan in den tredmolen der dagelijksche plichten. Het onvermijdelijk gevolg van dien toe stand is een vroeg of laat intredende staat van uitputting, die door trouw in acht nemen van nachtrust en van Zondagsrust wel kan worden uitgesteld, maar toch niet geheel voorkomen. Wie onafgebroken door gaat, betrapt zichzelf op stemmingen, waarin de vervulling van de dagtaak iets als wrevel wekt, beleeft oogenblikken, in welke een looden zwaarte ziel en lichaam nederdrukt, al is de last onveranderd ge bleven en de gezondheid schijnbaar onge schokt. Van de vermoeidheidsbacillen zijn eenigen listig genoeg geweest om zich aan de vernietigende werking van de gewone rusttijden te onttrekken, en dezen hebben afzonderlijkekolomesmetbehoud van eigen virulentievoorwaarden gevormd. Is haar tijd daar, dan doen zij haar aanwezigheid duchtig gevoelen. De nadeelen van het met versnelden pas leven worden algemeen erkend en aan raadgevingen, welker opvolging ze zou doen vermijden, ontbreekt het niet. Wij moeten onze levenseischen inperken, stre ven naar matiging en eenvoud, wordt er gezegd. Maar zoo de geachte spreker of schrijver al te goeder trouw het voorbeeld kon geven van inkrimping, wat door gaans niet het geval is, daar hij, naar eigen bescheiden meening, steeds binnen de grens blijft, wat zou het baten, als toch geen mensch meedoet? Het is noodig te remmen, verklaart een ander: de snel heidswaanzin brengt ons buiten adem. Jawel, rem maar, als alles voortijlt, en je meetrekt, en wie achterblijft onder den voet raakt! De jeugd wordt in den leertijd over laden, opgekweekt tot een fatloos mensch- dom zonder weerstandsvermogen, een zenuwachtig geslacht met geen kloekheid of karakter! Alhoewel het met die ge vreesde gevolgen gelukkig nog wel gaan zal, mogen toch de oorzaken wel met ernst onder de oogen worden gezien, hetgeen ook gedaan is met zoodanig resultaat, dat gedurende de tientallen van jaren, dat de klachten zijn gehoord, nog maar geringe verandering is verkregen, 't Is immers zoo, de openbare machten als werkgeefsters, de maatschappij als regelaarster van het wel en wee harer leden, zij vragen wèltoege- ruste werkers en werksters, de wetenschap heeft behoefte aan behoorlijk onderlegde beoefenaars, het Staatsbeheer kan geen andere dan ontwikkelde ambtenaren plaat sen, en bij scherper zich afspitsende mede dinging is hij er het best aan toe, die het spoedigst aan de eischen kan voldoen. Kan inkrimping voorshands niet ver wacht en mindere drang niet toegepast worden, laten wij dan trachten van het middel tot verhooging van draagkracht, dat de vacantie, de verloftijd aanbiedt, een gepast gebruik te maken. Zoumen niet zeggen, dat de maatschappij haar kwalen zeer goed voelt en het genees middel wel weet te vinden? Misschien zou men haar kunnen ver wijten, dat zij het niet met verstand toepast en naar gelang van behoefte. Dat moet dan liggen aan haar nog altijd gebrekkige inrichting, waarvan insgelijks ieder over tuigd is. Het is niet bewijsbaar, dat de langste rusttijd aan de sterkste tekorten is aangepast, en evenmin staat het vast, dat reeds overal, waar zij iets goeds zou uitwerken, de vacantiegedachte is door gedrongen. De dingen, die tot de aardsche bedeeling behooren, zijn nu eenmaal on gelijkmatig verspreid, en degenen, die er iets, zij het ook niet veel, van te genieten krijgen, doen verstandiger door van dat weinige een gepast gebruik te maken, dan wanneer zij dien vrijvallenden tijd vullen metbetoogingen, dat hun meer toekomt. Van begeerten zijn de grenzen moeielyker te bepalen dan van de mogelijkheid, om er aan te voldoen. De eischen desstoffe- lijken levens worden nooit stopgezet; werkplaatsen kan men enkele dagen met een beperkt aantal krachten aan den gang houden, kantoren een paar etmalen sluiten, scholen eenige weken, academies zooveel maanden, in omgekeerde volgorde zou dat moeielijk gaan, en er zijn onmogelijk heden, waarin moet worden berust. Des niettemin is het een waardeerbaar streven, vrije dagen zonder geldelijk verlies als rustpunten toe te staan, en het beste middel om te verkrijgen, dat in die richting verder wordt gegaan, is het bewijs te leveren, dat verhoogde opgewektheid, de beste waarborg voor onverminderde ar beidsprestatie, de vrucht is van de tijde lijke opheffing der verplichting. Tul van werkzaamheden worden bij aanhoudende voortzetting drukkend niet zoozeer, omdat zij groote inspanning van lichaamskracht noodig maken, maar wijl haar eenvormige aard een vermoeien de uitwerking heeft; een onderbreking van een paar dagen kan dien invloed reeds doen verdwijnen en het arbeidsvermogen op peil houden. Humaniteit zoowel als wederzydsch belang vorderen, met dit ver- eischte rekening te houden. Ook hier is een maatschappelijk vraagstuk, waarvan de oplossing in ethische richting moet worden gezocht. Het staat er geenzins zóó voor, dat het evenwichtsherstel in rust wordt gezocht. Dat men het niet doet schijnt meer een tegenstrijdigheid dan het dit werkeiyk is. Wat wy en wat onze kinderen het meest behoeven in zulk een korleren of laDgeren tijd van rust, is eigenlijk een reactie, die toch ook actie is. De spieren worden niet neergelegd in slappe werkeloosheid, de hersenen niet tot stilstand gebracht in ge voelloosheid. Nbeh het een nóch het ander is mogelijk. De eenen vragen ander werk, de Iaatsten andere prikkels, en hoe dan die pas vermelde bacillen daarover denken, dat interesseert ons weinig. Het is van lieverlede zoo geworden, dat zekere iden titeit is ontstaan tnsschen de begrippen rust genieten en er uit trekken, ofschoon het logisch verband dikwyls ver is te zoe ken. Hier komen verwante contrasten elkander te hulp om iets waardevols tot stand te brengen. In al hetgeen voor ontwikkeling vat baar is bestaat groote verscheidenheid; het eenvormige en schijnbaar onveran derlijke gaat zijn ondergang tegemoet. Van het vacantiegebruik kan dat niet worden gezegdzelfs de enkele dagen, over welke de gewone werkman de beschikking krygt, wendt hij aan naar smaak en om standigheden, en de bespreking in het gezin vooraf is een niet te versmaden deel van het genoegen. Zoo is het ook met de reisplannen van de in dit opzicht ruimer bedeelden. Soms kunnen ze maar voor zooveel procent tot uitvoering komen, om dat de financieele capaciteit de grenzen der bewegingen evengoed bepaalt als de tijd zulks doet, ondanks het zoogenaamd weg vallen der afstanden. Niettemin zijn er toch menschen, die van de beperkte tijdruimte nog een groot stuk afnemen om tusschen de wielen der spoortreinwagons te zitten, ten einde iets vèrafliggends te bereiken of een veelheid van plaatsen aan te doen, want be zoeken kan men dat bezwaarlijk noemen, wijl er weinig gezocht en nog minder gevonden wordt. Uit de samenkoppeling van rust en onrust ontstaat hier iets, dat geen van de zegeningen der eerste brengt. Wij gelooven niet, dat bij onze land genooten deze „reismethode" de meest gebruikelijke is; onze practische zin heeft ods de waarde van een rustig voortgaan, ook die van een kalm vertoeven in oorden, waar frissche indrukken worden verkregen, doen begrijpen. Ook is het niet meer ge heel waar, wat wjj elkander vroeger wel eens hebben verweten, namelijk dat wij ons haasten om zoo ver mogelijk over de grenzen te vliegen en geen blik hebben voor de weelderige schoonheden, die ons eigen land ten toon spreidt; oorden, tot voor weinige jaren onbezocht en daardoor onbekend, het is waar, dat niet zelden de vreemdeling ze ons eerst in woord en beeld heeft moeten openbaren 1 zijn thans vaste pleisterplaatsen geworden, waar landgenooten door eenigszins lang durig verblijf het bewjjs leveren, dat zij de mooie plekjes van mooi Nederland in waarde houden. Het zou ons niet passen van reizen in 't algemeen, van vacantiereizen in het bijzonder, kwaad te spreken, wat altijd leeljjk staat. Wij willen aannemen, dat het de kennis vermeerdert, den blik ver ruimt, de eenzijdige voorkeur van het eigene boven het vreemdedoet verdwijnen. In dit opzicht gaan sommigen zóó snel over stag, dat zij, na enkele dagen aan den anderen kant van de grens te zijn geweest, niets meer goedvinden van het geen „ze er hier op nahouden". Ook komt het voor, dat bereisde lieden toch nog erg bekrompen zijn gebleven. Maar dat is toch meest voor hun eigen verantwoordelijkheid. Wij hebben hier de bijzondere ondereenmenging van rust en onrust, die het vacantiebegrip omvat, willen bezien uit een oogpunt van maat schappelijke nuttigheid. En dan komt het aan op zoodanig gebruik, dat daarna de arbeid met nieuwen lust wordt opgevat, en men eigenlijk in zijn schik is, weer aan 't werk te kunnen gaan. Ook in de gezinnen, 't zij de rusttijd ruimschoots of met mondjesmaat is toegemeten, moet men daarop bedacht zijn. Wordt wel genoeg zaam ingezien, hoe moeielijk de taak is van menige huismoeder, die haar woelig kroost met vacantie thuis krijgt, drie weken on soms langer? Het jonge volk heeft er al geruimen tijd op gevlast, en een bijzondere emotie doorliep de schare op het moment, dat „de boeien van den schooldwang voor een tijd werden ge slaakt", maar moeder zit er mee op gescheept. Haar gewone werkzaamheden, reeds druk genoeg, en voor welke een tijdperk van vacantie geen overtollige weelde zou zlin, gaan gewoon door terwijl zij dan bovendien de zorg krijgt voor het zoo aangenaam mogelijk bezig houden van de jongelui, die in hun naïeve veeleischendheid niet snappen, hoezeer zij moeders taak verzwaren. Nergens meer dan in dit oneindige veelvuldig voor komende geval treedt de noodzakelijkheid van er eens uit te kunnen gaan in helder licht. De gelegenheden daartoe vermeerderen mag wel een maatschappelijk werk van beteekenis genoemd worden, en als wij daarbij in de eerste plaats denken aan het belang van het vrouwelijk gezinshoofd, wier zware en onafgebroken arbeid nooit hoog genoeg kan worden geschat, dan zal niemand zeggen, dat daar geen reden voor bestaat. U zegt, dat wy daar een zeer moeielijke quaestie aanroeren, en onderstelt, dat de oplossing ons niet in scherpe lijnen voor den geest staat. Het eerste is waar en het laatste niet onwaarschijnlijk. Toch zullen er misschien zijn, die ons een beetje willen helpen zoe ken. Wie is die moeite meer waard dan moeder, wie die eer wat rust verdient om haar onrust te stillen? Het begin van den Duitsehen terugtocht. Volgens een Fransch infanterie- officier, die juist van het front terug keerde, is de slag aan de Aisne de geweldigste sedert het begin van den oorlog. Na de nederlaag der Duitscbers aan de Marne, zegt hij, was hun achter- waartsche beweging een ware ramp Het aantal gevangenen is enorm. Wij namen ook een groot aantal transport en amunitiewagens, motorwagens en lorries, veldkeukens enz. In één dorp aan de grens van Seine en Marne en Oise namen wij 21 ammunitiewagens en 7 kanonnen. Omstreeks den llden begon onze vervolging van de Duit schers te verslappen, toch kwamen wij dien dag en den volgenden nog 20 kilometer vooruit. Den 13den was een dag van rust, maar den 14den begon de slag weer met de achterhoede. Den nacht van 15 op 16 deden de Duit scbers een geweldige poging om de uitwerking te zien van verscheiden aanvallen in den nacht. Het gelukte den Franschen en Engelschen nochtans die aanvallen af te slaan. Tien malen achtereen teruggeslagen, keerden de Duitschers telkens terug, en met steeds aangroeiende verliezen trachtten zij door de linies der bondgenooten te breken. Waar de troepen der Iaatsten een paar meters weken, werd door een feilen tegenaanval aan het einde van den dag hel verloren terrein herwonneo. Den 17den begon de slag opnieuw en op dien daghadeenkrachtigeaanval der bondgenooten gevolgen. De Duit schers moesten 9 kilometer terugtrek ken en lieten 600 gevangenen en ver scheiden snelvuurkanonnen achter- Dat was het eerste bewijs van ver moeidheid der Duitschers, die zich over de geheele linie openbaarde. Toen ik 's morgens elf uur het front verliet, aan den schouder gewond, verkeerde ik in de stellige overtuiging, dat de Duit schers het tegen de bewonderenswaar dige aanvallen onzer soldaten zouden moeten opgeven. Allen die van 't front terugkeerden, waren eenstemmig in hun mededeeling, dat do Duitschers thans een sterke positie innemen. Zij hebben zich totaal ingegraven, vooral in bet centrum, waar bun loopgraven een meter diep zijn met bomvrije rustplaatsen op ver scheiden punten. Zij hebben eeu groot aantal lijnen uitgegraven met loop graven aan de flanKen rechthoekig op de eerste en met vernuftig verborgen batterijen daarin opgesteld. Een ooggetuige van den aanval, dien de Duitschers gisteren op Soissons deden, dat thans door de bondgenooten bezet is, verhaalt dat de granaten veel schade hebben toegebracht. De zijkapel van de hoofdkerk is vernield, terwijl een der torens van de mooie kerk van Saint Jean des Vignes is verwoest en de andere beschadigd. Er vallen voortdurend bommen in de stad. De Duitschers bombardeeren stelselmatigvan 6 tot 8 io den morgen, van 12 tot 2 uur en van 5 tot 7 uur 's avonds bewerken hun groote kanon- nen de stad. Een Engelsch generaal, die de stad doorkwam en wiens kleeding werd bestoven door een bom, die in de nabijheid ontplofte, zeide glim lachend «Inderdaad, in Soissons is liet thans niet prettig wonen.» Een redacteur van de «Petit Pari- sieni geeft verslag van een ontmoeting met een officier, die meegedaan heeft aan het terugdringen van den vijande lijken linkervleugel, welke over de Ourcq werd teruggeslagen. De Duit schers, zoo vertelde hij, vroegen om een wapenstilstand van vier-en-twintig uur, om hun dooden te begraven, zeide ze. Waarop de Fransche generaal liet antwoordenIk ben niet gewoon iets waarmee ik bezig hen, te onder breken voordat het afgeloopen is! Deze zelfde officier verklaarde, dat de Duitschers thans minder huizen in brand staken. Maar nog altijd plunderden ze alle kelders, dronken zooveel ze maar konden en sloegen de rest van de llesschen stuk. Ook volle vaten, die ze niet konden mee nemen, werden ingeslagen. Vluchtelingen uit het Oise-departe- ment hebben meegedeeld, dat de Duitschers in de buurt van Creil de bewoners dwongen loopgraven voor ben te graven. Slechts door honderd francs per dag te betalen, kon men zich van dit zware werk afmaken. In Champagne moet het er treurig uitzien. Millioenen wijnstokken, nog met de druiven er aan, zijn vertrapt onder de schoeneo der soldaten. De wijnpersen zijn vernield. Er moeten wilde dronkemanspartijen zijn voor gevallen. De kathedraal vail Reims. Zooals men uit de officieele Fransche berichten gezien heeft, is de kathedraal van Reims in vlammen opgegaan. De beroemde kerk, die in 1212 gesticht werd, ontleende haar hooge kunstwaarde vooral aan het rijke beeldhouwwerk, waarmede zij overal versierd was. De voorgevel prijkte met 530 beelden, de geheele kerk met meer dan 2500 Hoogst merk waardig waren vooral de groote por talen, schitterende voortbrengselen der Noord-Fransche Gothiek, prijkend met een overvloed van het kunstigste beeld houwwerk. De kerk had twee prachtige torens, door hun wondervolle constructie be- hoorend tot het beste wat de Gothieke kunst in de wereld heeft voortgebracht. Zij waren 81 meter hoog. Deze kathedraal, het nieuwe, kost bare offer, door dezen oorlog gevor derd van de beschaving van beden en der voorafgegane eeuwen, is het beroemde gebouw werwaarts Jeanne d'Arc in 1429 Karei VII, den zwakken en door zijn vijanden vernederden koning voerde om er gezalfd en ge kroond te worden tot koning van Frankrijk, een daad waaruit het nieuwe Frankrijk verrees, dat door een sterke koninklijke macht tot eenhetd en grootheid kon worden gebracht. De Fransche regeering besloot on verwijld tot alle mogendheden langs

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1