BINNENLAND
Plaatselijk Nieuws.
Gemengd Nieuws.
Ingezonden.
timeter-granaten. Bij een proef bij
Friedrichshafen maakte zulk een gra-
Daat een gat in den grond 5 meter
diep. De Zeppelins moeten bestand
zijn tegen eiken aanval van vliegma
chines. Op bet omhulsel staat in kleine
letters: «bestemd voor Londen". Zij
hebben elk een groot kanon aan boord
en op een platform verscheiden ma
chinegeweren. Zij zijn er op ingericht
een gewicht van 2 of 3 ton te kun
nen meevoeren.
De Belgen iu ballingschap.
Cyriel Buysse schrijft over zijn
landgenooten hoe zij zich voelen
in den vreemde:
In Frankrijk wel thuis, maar toch
onder den indruk van bet zweempje
geringschatting, dat de Franschen
jegens hen maar niet kunnen vei beien.
In Engeland is het onthaal prachtig,
maar men behandelt ze er een beetje
als onmondige kinderen.
Wat Holland betreft o, over
Holland zijn veel Belgen nog van hun
verteedering en verbazing niet be
komen
Een land, dat daar zoo heel dicht
bij lag en dat de meesten absoluut
niet kenden!
Een land waar je je tram- of trein
kaartje, je maaltijd in het restaurant,
je plaats in den schouwburg, waar je
alles met één woord in 't Neder-
landsch in 't Vlaamsch zeggen
veel Belgen, bestelt, en waar dat heel
natuurlijk schijnt, alsof 't niet anders
kon of hoorde.
In België, zelfs in Vlaandeten, doe
je dat toch immers allemaal in 't
Fransch, als je tot een zekeren kring
behoort.
En 't wonderbaarste is, dat dit alles
in 't Nederlandsch niet alleen mogelijk,
maar bovendien uitstekend ingericht
blijkt.
Is 't Nederlandsch dan werkelijk
een beschaafde taal, een taal waarmee
je alles kunt bereiken, waarmee je
kunt leven, zooals met Fransch en
Engelscb?
Een der grootste gebreken van ons
Belgisch volk was de onwetendheid.
Wij kwamen nergens goed terecht,
omdat wij te weinig kennis hadden.
Wat konden wij ook, onzelfstandig
volk met twee talen, waarvan geen
enkel goed gesproken werd? België
was steeds een abstractie: maar door
den oorlog is die abstractie, helaas,
vleescb en bloed geworden. Nog nooit
heeft België als volk, zoo sterk op
de wereld gestaan, als het nu staat,
terwijl het, als grondgebied, bijna niet
meer bestaat.
Niemand kan op dit oogenblik voor
spellen wat de toekomst voor ons
brengen zal. Alleen dit: dat de af
grijselijke, onverdiende ramp toch ook
baar goede zijde hebben zal. België
zal zijn opvoeding als volk voltooid
hebben. Die duizenden en duizenden
hier, in Holland, zijn nu tot het besef
gekomen, dat hun taal, de gemeen
schappelijke Nederlandsche een
werktuig van beschaving is, evengoed
als alle andere bestaande talen. Wat
geen congressen, oproepingen tot toe
nadering enz. ooit vermochten, dat
zal bet wreede noodlot van den oorlog
bewerken.
Uit Kopenhagen wordt aan de Duit-
scbe bladen bericht, dat na den aan
val op do Engelsche Oostkust de
Engelsche regeeriug nog strenger
maatregelen tegen de Duitscbers heeft
genomen en nu eischt, dat alle nog
niet geïnterneerde Duitschers, die
in Engelsche kustplaatsen wonen, 30
mijlen landinwaarts moeten verhuizen,
ook de Duitschers, die als Engelschen
zijn genaturaliseerd. De maatregel
wordt genomen, zegt men, omdat de
Engetsche regeering bewijzen moet
hebhen gekregen, dat de Duitscbers
van bet land uit signalen hebben ge
geven aan de Duitsche kruisers op
zee. Geen Duitscher mag zich boven
dien verder dan 5 mijl van zijn woon
plaats verwijderen en moet zich drie
maal per week bij de politie aanmel
den.
Het slagen «Ier Leening.
Wie de financieele kaart van het
land kent, kan zich niet waarlijk on
gerust gemaakt hebben, toen Vrijdag
hel alarmbericht kwam, dat de groote
leening dreigde te mislukken. Van de
bundels inschrijvingen der groote ban
ken, lot den laatsten dag bijeenver
zameld, was toen nog maar weinig
ingekomen. Men mocht, men kon, men
moest vertrouwen, dat ons land, met
een nationaal vermogen van 7607 milli-
oen, deze leening dragen kon.
En toch, het was even een angstig
oogenblik. Als toch eens de bereke
ningen van 's lauds oflervaardigbeid en
practischen zin gefaald hadden? Men
herinnert aan het ongelukkige figuur
dat wij in 1844 maakten toen minister
Van Hall nog op 't laatst van den dag
te Amsterdam de drie milhoen moest
gaan zoeken die aan de benoodigde
127 millioen ontbraken.
Thans is er reden, ons volk geluk te
wenscben. Wel is er geen aanleiding
tot de blijdschap van een wien groot
voordeel te beurt valt. Dit is geen
winstgevende onderneming waarin
Nederland zijn geld steekt! Het is geen
vooruitgaan, maar slechts een uiterste
inspanning om te blijven staan. Het is
geen arbeid voor de toekomst, maar
een werk des behouds; geen vooruit
zorgen maar een, met de handen aan
den ploeg, achteromzien, dat nooit, dan
in zoo dreigende, zoo hachelijke omstan
digheden geoorloofd nu geboden is.
En toch gelukkig het volk, dat tot
deze krachtsinspanning in staat was!
Het eerste offer is gebracht offers,
die zwaarder zullen gevoeld worden,
moeten van nu aan volgen. Moge ons
volk de kracht vinden, daaronder blij
moedig zijn schouders te zetten, en
sterker worden door het dragen
N. v. d. D.
Bij de Tweede Kamer zijn inge
komen de wetsontwerpen tot weder
verlenging van den termijn totiudienst-
houdiug van militie en landweer.
Het wordt bevestigd dat de Tweede
Kamer ook hoogstwaarschijnlijk in de
volgende week zal vergaderen.
Uitbreiding Landstorm.
De heer A. E. Dudok van Heel
bepleit in «Allen Weerbaar« wijziging
der Landstormwet zoodanig, dat van
nu af allen landstormplichtig worden,
die niet wegens de wet op den Alge-
meenen Dienstplicht in leger en land
weer opgenomen zullen worden.
Tot den lendstorm zullen dan be-
hooren
'lo. Zij, die aan hun landweerplicht
voldaan hebben en wel tot aan hun
40ste jaar;
2o. de wegens kostwinnerschap van
de militie-vi ijgestelden
3o. zij, die na de eerste scherpe
keuring niet voor de militie worden
aangewezen, (behalve zij, die wegens
lichamelijke gebreken of ziekelijken
aanleg geheel ongeschikt zijn).
Veider moet er voor den landstorm
plaatselijken oefenplicht worden in
gevoerd, terwijl de schrijver tenslotte
nog het volgende vraagt:
lo. de diensttijd der militie worde
met minstens één, die van de land
weer met minstens twee jaren ver
lengd, zoodat aldus het veldleger met
minstens één en de landweer met
minstens twee lichtingen versterkt
worde.
2o. het aantal verlof-officieren zal
sterk uitgebreid moeten worden. Er
mag in tijd van oorlog niet onmid
dellijk na de eerste verliezen een te
kort aan officieren zijn.
De groote Rondrit.
De groote Rondrit door Nederland
heeft zich onder gunstige omstandig
heden ingezet. Al viel de regen om
8 uur met de ongewenschte hoeveel
heid, ongeveer 9 uur, toen de colonne,
uit een 5-tal auto's, eenige motor
fietsen en de zes rijders bestaande, op
het Leidscheplein te Amsterdam ver
scheen, was het golukkig nog droog.
Het was daar zoo druk, dat met
moeite voor de rijders, die veel be
langstelling genoten, plaats werd ge
maakt. Afgezien van een klein buitje
even buiten Amsterdam, bleef het
weder prachtig en dit deed de rijders
zulke tempo's nemen, dat overal vóór
den tijd werd aangekomen. Cinema-
tische opnamen bezorgden de afwis
seling, indien dit althans noodig was,
want bij een 30 K.M. vaart behoeft
een sportman geen bijzondere aflei
ding. Overigens ging het heel huiselijk
toeer werd in eenige plaatsen den
rijders een vriendelijke receptie ge
boden. De heeren werden bier ont
vangen door den heer D. Kamperman,
agent der Hima-rijwielen. Nadat hun
een glas wijn was aangeboden werden
eenige foto's van rijders en begeleiders
gemaakt, waarbij ook de torentjes van
de Kamperbinnenpoort weer eens
werden vereeuwigd. Tegen half twee
werd de tocht voortgezet. Te Apel
doorn stonden de menschen langs de
straat geschaard en het was een
joyeuse entree, dezen eersten dag
waardig. De rijders kwamen in goe
den toestand aan.
Jaap Eden bleek nog steeds de
oude attractie te bezitten.
Naar men ons mededeelt hebben
de Belgische officieren thans reeds in
drie maandelijksche stortingen, de be
langrijke som van f 948.aan den
Burgemeester gegeven voor een wel
dadig doeleinde.
Gedurende het vorig jaar
zijn in de haven alhier gelost 961
schepen, met een gezamenlijke toonen-
maat van 105.137. Afgeladen werden
22 schepen gezamenlijk metende
2326 ton.
Nu de Belgische studenten uit
de verschillende interneeringskampen
van heden af allen in de school voor
verlofsofficieren ondergebracht zijn,
zullen de colleges onmiddellijk begin
nen.
Aanvankelijk zullen conferenties
gehouden worden door prof Collard
(Leuven) over methodologie, prof.
Michotte (Leuven) philosophic en ex-
perimenteele psychologie, prof Halkin
(Luik) oude geschiedenis, prof. Séverin
(Gent) litteratuurgeschiedenis, prof.
Van Pugvelde (Gent) kunstgeschiede
nis, prof. Wauters (Luik) handels
wetenschappen, dr. Eggen (Gent) ge
schiedenis, majoor Rabozee résistarice
des matériaux et construction, kapt.
Baudelet, électricité, kapt. Gillet,
analyse mathématique et cours de
mécanique, luit. Blutz géométrie des
criptive.
Later waarschijnlijk ook prof. De
Muynck (Leuven) experimenteele phy-
sika, prof. Van der Linden (Luik)
géographie industrielle en nog eenige
andeien, onder wie Frans van Cau-
welaert, die thans in Italië vertoeft.
Toezeggingen zijn verder ontvangen
van prof. Schrijnen (Utrecht) kunst
en filosofie en nog eenige Utrecht-
sche hoogleeraren, on van prof. Van
der Hoeven (Groningen), die als offi
cier van gezondheid hier ter stede ver
toeft. Amersf. Dagbl.
Het vertrek van de nog in de
kazerne verblijvende geïnterneerden
naar het kamp van Soesterberg is
thans bepaald op Dinsdag 19 Januari.
Slechts de studenten, de ordonnancen
en de muzikanten blijven hier.
De candidaatstelling voor den
Gemeenteraad zal plaats hebben op
26 Januari, de stemming op 3 Febru
ari en de herstemming, zoo die noodig
is, op 10 Februari.
Aan het plaatselijk telefoonnet
is aangesloten met no. 369 de heer
J. D. van Gelder, brood- en banket
bakker, Zuidsingel 63.
De heer H. de Jong, Inspecteur
der registratie en domeinen, is benoemd
tot plaatsvervangend lid der Kamer
van toezicht over de notarissen en
de candidaat-notarissen te Utrecht.
De heer H. H. van der Zoo de
Jong is geslaagd voor het tweede ge
deelte van het practisch apothekers
examen.
J.l. Maandag zijn uit de garde
robe van Amicitia twee jassen en
twee boeden ontvreemd, terwijl twee
Belgische militaire jassen achtergela
ten werden.
De politie is de dieven op het spoor.
Zondagavond, toen in «Amicitiaa
een specialiteiten-voorstelling word
gegeven, was het stampvol. Het pu
bliek vermaakte zich kostelijk, zong
ja schreeuwde zelfs af en toe mee.
Als altijd viel het eene nummer
meer in den smaak dan bet andere.
Vervelend was het wel wat lange
wachten tusschen de verschillende
nummers.
Alyra Hess.
De schitterende pianiste Myra Hess,
die Zaterdag en Zondag jl. als soliste
van het Concertgebouw-Orkest te
's Gravenhage en Amsterdam weder
zulk een buitengewoon succes had,
zal op haar piano-avond in Amicitia
Donderdag 28 dezer, werken van Beet
hoven, Scarlatti, Schumann, Brahms,
Chopin en César Franck spelen.
Duitsch goud.
Gisteren passeerde te Oldenzaal een
wagon met 6000 K.G. gemunt goud, ter
waarde van 15 millioen mark, afkom
stig uit Duilschland en bestemd voor
het bankiershuis Hope Co., te
Amsterdam.
Uit Wageningen:
Het water van den Rijn wast met
groote snelheid. Het had hier Maandag
middag een stand bereikt van 9 28 M.
boven N. A P.(gewone hoogte is 7.13 M.)
Niet minder dan 15 Engelsche
officieren te Groningen hebben Zater
dagavond getracht te ontvluchten.
Twee werden, als bedelaars verkleed,
aan het hoofdstation door de mare
chaussees aangehouden, twee anderen,
in uniform en gereed om per auto te
vertrekken, aan den Kranevvog en
vier anderen, in civiel, nabij het
Noordersportterrein, aan de uithoeken
der stad.
Twee officieren hebben telegrafisch
bericht over Harlingen te zijn ver
trokken. Vijf zijn nog niet terug.
Allen hadden hun eeiewoord terug
genomen en waren in de kazerne
geïnterneerd, maar mochten dagelijks
eenige uren vrij in de stad rondwan
delen. N. R. Ct.
Men seint uit Almelo aan 't
Handelsbl.
Dooronbekendeoorzaak vloog heden
morgen een waschmachine, staande
in de chemische wasscherij der firma
Gebrs. Palthe, en gelegen aan het
kanaal naar Nordhorn te Almelo, in
brand. Met behulp van zand en een
deken werd de brand gebluscht. De
werkman, met de bediening der ma
chine belast, bekwam brandwonden
aan gezicht en handen; hij werd in
het ziekenhuis opgenomen. Verzeke
ring dekt de schade.
Geachte Redactie/
Beleefd verzoek onderstaande regelen
in uw blad te willen plaatsen.
De herderlijke brief van kardinaal
Mercier zal eenieder, die gevoel heeft
voor recht en billijkheid, aangenaam
hebben getroffen.
Het imperialisme met zijn aanhang
het militarisme, waarvan wij ook in
den Zuid-Afrikaanschen oorlog de
uitingen hebben gezien, en die ook
nu hoogtij vieren, zijn materialistische
uitwassen der menschelijke samen
leving, die lijnrecht indruischen tegen
de Christelijke leer van naastenliefde
en saamboorigheid. De talentvolle
teekeningeu in «de Telegraaf»! met
de nevensgaande verklaringen, geven
juist weer de toestanden in den hui-
digen oorlog. De spreuk onder het
Haarlemsche wapen: Vicit vim verlus:
Dapperheid overwint het geweld, is
zoo van noode om den ondergang te
verhoeden van de volkeren van Europa.
«Allen gewapend, allen geoefende, is
nu noodig om het onrecht te keeren,
dat al zoo noemeloos leed berokkend
heeft. Mogen 's lands weerbaren zich
krachtig maken en houden, zich niet
verslingeren aan alcohol, tabak en
ledigheid, maar recht wakker blijven,
om zoo spoedig hun hulp wordt ge
vraagd, die met moed, beleid en trouw
gestand te kunnen doen.De finan-
tieele rampen en het zieleleed hebben
wij in stilte te dragen; maar het
onrecht, dat ook in de burger maat
schappij bestaat, moet gekeerd worden.
Zoo dient de Rechterlijke Macht met
haar tijd mee te gaan en in te zien,
dat zij »Justitia« onrecht doet, wan
neer ze occultbegaafden straft, omdat
deze niet volgens de letter der wet
hebben gehandeld, maar zonder arts-
titel anderen hebben genezen van
kwalen, waai toe de ofiicieele weten
schap niet in staat was.
W. F. WAGTHO.
Amersfoort 9-l-'15.
met hem naar het hotel zou terugkeereD, om daar zijn iden
titeit te bewijzen. Als Racksole dan werkelijk Racksole bleek
te zijn, de eigenaar van het Babylon-Hotel welnu, dan
zou de agent, zoo beloofde hij, zijn verontschuldigingen maken.
Dus schoot er voor Theodore niets anders over dan het voor
stel aan te nemen. Het bewijzen van zijn identiteit was
natuurlijk 't werk van een paar minuten en toen keerde
Racksole, heel ontstemd, maar overigens even bedaard als
altijd, naar zijn hekwerk terug, terwijl de politie-agent zich
naar een ander gedeelte van 't door hem bewaakte terrein
begaf, waar hij kans zou hebben een kameraad te vinden en
een praatje te maken.
In dien tusschentijd had onze vriend Jules zijn werkzaam
heden in den kelder volbracht, volkomen onbewust van al
wat er daarbuiten gebeurde en van 't bijzonder gevaar dat
hem boven 't hoofd zweefde. Toen Racksole voor de tweede
maal de laan inkwam, zag bij op ongeveer vijftig meter afstand
iemand voor zich uitwandelen in de richting van de Theems-
kade. Onmiddellijk begreep hij dat 't Jules was en dat hij
zelf, door de schuld van den politie-agent, juist even te laat
was gekomen. Hij zette 't op een loopen en Jules, voetstappen
achter zich hoorende, begon ook te loopen. De ex-kellner
snelde haastig voort; hij liep regelrecht naar een zekere plek
op den kaaimuur en sprong toen, tot groote verbazing van
Racksole, eensklaps van den muur en in de rivier naar 't
scheen. «Is de kerel zoo wanhopig, dat hij een eind aan zijn
leven maakt riep Racksole uit, onder 't voortloopen, maar
een seconde later bewees hem 't geblaas en gesnuif van een
stoompijp, dat Jules niet bepaald aan zelfmoord had gedacht.
Toen de millionair de breede kade was overgestoken, zag hij
een klein stoombootje zich van den oever verwijderentoen
't midden in de rivier was gekomen, zette het bootje, door
mist en duisternis heen, koers naar Londen Bridge. Racksole
bleef hulpeloos aan den kant staan
Hoewel de millionair nu al voor de tweede maal het onder
spit had moeten delven in een slimheids-wedstrijd binnen de
muren van het Babyion Hotel, eens tegenover Rocco en nu
tegenover Jules, kon hij, bij het in duigen vallen van deze
laatste plannen, moeilijk aan zichzelf iets verwijten. De zaak
kostte hem daarom dezen keer geen slapeloozen nacht.
«Den volgenden dag ging hij Prins Aribert opzoeken, met
wien hij langzamerhand op zeer vertrouwelijken, vriendschap-
pelijken voet was geraakt, en hij deelde dezen 't gebeurde van
den vorigen nacht mee en speciaal wat er met de flesch
Romanée-G'onti had plaats gehad.
«Ik meen dat u gisteren middag met Prins Eugen heeft
gedineerd?" zei hij.
«Dat heb ik. En ja, 't is wel zonderling, we hadden een
flesch Romané-Conti, een uitstekenden wijn, die bijzonder in
Eugen's smaak valt."
«En dineert u van avond weer met hem?"
«Hoogstwaarschijnlijk, 't Zal van daag, vrees ik, de laatste
dag zijn dien we hier doorbrengen. Eugen wil morgen naar
Posen terugkeeren."
«Heeft u er bij stilgestaan, Prins," zei Racksole, «dat zoo
Jules er in geslaagd was uw neef te vergiftigen, hij 't waar
schijnlijk ook u zou hebben gedaan
«Ik had er niet aan gedacht," lachte Aribert, «maar men
zou 't zoo zeggen, 't Schijnt wel dat die Jules, als hij zijn
bijzondere plannen wil volbrengen, zich om de gevolgen bitter
j weinig bekommert. Enfin, we behoeven ons omtrent dat punt
nu niet meer ongerust te maken. U kent de flesch en ukunt
die dus dadelijk vernietigen."
«Maar 't was mijn bedoeling niet die te vernietigen," zei
Racksole kalm. «Als Prins Eugen van avond om Romauée-
Conti vraagt, wat hij waarschijnlijk doen zal, dan is 't mijn
bedoeling, dat juist die flesch aan hem wordt gebracht en
aan u."
«Dus dan wenscht u ons toch maar liever te vergiftigen
«Dat nu juist niet," antwoordde Racksole, met een glimlach.
/Mijn plan is de medeplichtigen hier in 't hotel te ontdekken.
Yindt u 't niet eenigszins zonderling dat de wijn-klerk Hub
bard juist vandaag ziek te bed ligt? Ik hoor dat hij aan een
lichte maagvergiftiging lijdt, die zich van nacht heeft geopen
baard. Hij zegt dat hij niet weet wat er de oorzaak van kan
zijn. Zijn plaats in de wijnkelders zal vandaag door zijn
assistent worden ingenomen, een jong ventje, maar naar allen
schijn een volkomen vertrouwbare, eerlijke jongen, 't Spreekt
van zelf dat we 't oog zullen houden op dien jongen."
«Eén oogenblik," viel Prins Aribert in. «Ik begrijp niet goed
hoe u zich voorstelt, dat de vergiftiging kan hebben plaats
gehad."
«De flesch is nu in onderzoek bij een deskundige, die in
structies heeft gekregen, om van 't goed dat Jules op den
halsrand heeft gestreken, zoo weinig mogelijk af te nemen.
In den loop van den dag zal de flesch heimelijk weer op haar
gewone plaats worden gelegd. Mijn veronderstelling is, dat de
wijn, alleen door het schenken, iet3 van het vergift opneemt,
dat waarschijnlijk héél sterk zal wezen."
Wordt vervolgd).