BUITENLAND.
BINNENLAND
Plaatselijk Nieuws.
landen wel niets te doen. Die hebben
genoeg aan hun eigen zorg en leed,
en doen ditmaal niet mee aan zijn
grappen. En zoo zit hij nu op zijn
bordpapieren troon, eenzaam en alleen
en hjj verdrijft zich den tjjd met wijs-
geerige bespiegelingen.
Is 't niet een dwaze tijd, dacht hij,
niet dwazer nog dan ik zelf ben?
Daar storten honderdduizenden voor
het vaderland hun kostbaar bloed
tienduizenden zijn naar dat onbekende
land gegaan van waar niemand terug
keert, in tallooze gezinnen heerscht
diepe rouw en dat alles zou toch
velen, die gewoonlijk niet wat dieper
nadenken, niet hebben verhinderd den
vroolijken prins ook dit jaar toch maar
weer te huldigen, als niet de Pruisi
sche staatsregeering met een formeel
verbod tusschenbeiden was gekomen.
Geen narrendans dit jaar in blinkende
feestzalen, de violen en fluiten zwijgen,
de maskeradepakken blijven opgebor
gen.
De houdiug van Italië.
De «Figaro», de mogelijkheid be
sprekende dat Italië, Roemenië, Grie
kenland en Bulgarije aan den strijd
zullen deelnemen, zegt:
De telegrammen, die Von Bülow
thans zendt aan den Rijkskanselier
kunnen bij dezen geen twijfel laten
aan de onmiddellijk te wachten zijode
gebeurtenissen. De overeenkomst tus-
schen Roemenië en Bulgarije is feite
lijk tot stand gekomen; Italië en
Roemenië staan op het punt in te
grijpen, om een dubbelen druk te
oefenen met hunne legers op Oosten-
lijk, terwijl Bulgarije en Griekenland
zich gereedmaken voor een definitieve
regeling met hun eeuwenouden vijand
te Konstantinopel.
Dan zal blijken boe sterk de legers
zijn, die Duitschlaod verklaart in bet
voorjaar gereed te zullen hebben om
tegen den vijand te worden in het
vuur gebracht. Rusland kan dan zijn
geheele kracht aanwenden tegen het
Oost-Pruisische front; het westen
wordt dan de zaak der Fransch-Engel-
sche legers, met nieuwe troepen-aan
vulling. Dat zal het begin van het
einde zijn.
Een lawine.
Uit Zurich wordt bericht, dat te
Obergestelen in Boven Waadtland een
geweldige lawine groote verwoestingen
heeft aangericht. Een smidse, een bak
kerij, een hotel en verscheidene stallen
zijn bedolven en geheel vernield en de
meeste overige steenen woonhuizen
beschadigd. Een uitgestrekt bosch
werd door de lawine meegesleurd in
het dal. De bewoners konden nog bij
tijds vluchten, zoodat waarschijnlijk
geen menschenlevens te betreuren
zijn. Daarentegen is van den veestapel
een groot gedeelte verongelukt. Eeoige
jaren geleden werden in ditzelfde dorp
door een lawine 84 menschen gedood.
Na den zwaren sneeuwval in het ge
heele Alpen- en Jura-gebied is het
lawinegevaar thans groot.
De aardbeving iu Midden-ltalië.
Door de hevige aardbeving iu den
omtrek van Rome, zou, naar gemeld
wordt, ook bet meer Remi, bekend uit
de Romeinsche geschiedenis, vrij wel
drooggeloopen zijn. In wetenschappe
lijke kringen te Rome en elders heeft
men nu hoop, het schip van keizer
Nero, dat van ivoor moet geweest zijn,
te kunnen vinden. Reeds vele pogingen,
om dat schip, dat op den bodem van
bet meer ligt, te ontdekken, faalden tot
nog toe. Thans nu hier en daar riog
slechts enkele meters water boven dien
bodem staan, is er kans iets meer er
van te weten te komen.
De meerderheid der geredden te
Avezzano.Soraen Celanozijn kinderen.
Een kind werd gevonden in een hoede-
doos, een ander in een mand. Andere
waren door meubelen omringd en daar
door gespaard gebleven. Niet weinige
werden spelende met hun speelgoed
aangetroffen en zelfs waren er, die
sliepen, toen zij gered werden. Van de
1200 kinderen ongeveer, die op het
oogenblik der aardbeving in de scholen
waren, werd ongeveer een derde gered.
Een der gewonden overlevenden,
een jongen van 10 jaar, verhaalde
den paus, dat hij op het oogenblik
der ramp met zijn vijfjarig broertje
onder de tafel speelde. Zijn moeder en
zijn zusters werden gedood toen het
huis instortte. Maar hij groef zich een
uitweg tusscben de puinhoopen en
trok zijn broertje mee.
Een meisje van 12 jaar vertelde
den paus haar geschiedenis aldus:
«De vloer stortte in en ik viel ineen
stal. Ik bevond mij tusscben twee
bossen hooi en riep mijn moeder. Zij
was dicht bij mij maar gekwetst. Ik
klom tegen een paal op en kwam
naar buiten en riep om hulp.
Sommige menschen wilden mij mee
nemen, maar ik had mijn voët be
zeerd en wilde niet gaan. Ik wees hun
de plaats waar mijn moeder was en
zij werd gered Later, toen ik de stem
van twee bekenden hoorde hielp ik
ben vrijmaken".
De tranen stonden in de oogen van
den paus, toen hij luisterde naar de
aandoenlijke verhalen van de over
levenden in het Santa-Marta hospi
taal.
Mobilisatie.
Verschillende bladen bevatten arti
kelen van gemobiliseerde dienstplich
tigen, die een nieuw bewijs leveien
hoe zwaar de gedwongen afwezigheid
van buis en weik op velen onzer
medeburgers drukt. Met de daarin
uitgesproken wenschen in het
bijzonder het naar buis zenden van de
lichting 1907 kan het Handelsblad
zicb niet geheel vereenigen.
Het zegt:
Wij meenen, dat, nu de Regeering
zegt, dat zij een vermjndering van bet
thans actieve leger niet op haar ver
antwoording durft nemen en de hand
having op de volle sterkte in het be
lang van 's lands veiligheid nood
zakelijk acht, ieder zich, zij het ook
noode, daarbij neer moet leggen.
Velen zal, evenals ons, het stand
punt van de Regeering niet duidelijk,
niet begrijpelijk zijn.
Velen zullen vragen: als Zwitser
land, als Bulgarije, als alle andere
neutrale landen hun legermacht zeer
belangrijk kunnen demobiliseeren,
waarom kan Nederland het dan niet?
Welke gebeurtenis kan er komen, die
ons niet den tijd zal laten om de met
verlof vertrokken en thans goed ge-
oefendeen gedisciplineerde manschap
pen naar het front terug te krijgen?
Zijn die kansen zoo ernstig, dat de
reusachtige druk, die op 's lands finan
ciën gelegd wordt, de ontbering en
armoede in duizenden huisgezinnen, de
ontwrichting en stopzetting van een
deel van ons economisch leven daar
voor gedragen moeten worden?
Doch zij moeten bedenken, dat de
Regeering meer gegevens heeftom te
oordeelen dan wij.
De Regeering alleen kan de verant
woordelijkheid dragen voor de hoogst
ernstige beslissing om het staande
leger op volle kracht te houden, wij
kunnen slechts door vertrouwen de
Regeering dien last helpen dragen.
Met dien verstande natuurlijk, dat
later, wanneer de internationale ver
houdingen minder gespannon zijn, de
Regeering ook duidelijk make, waarop
haar beslissing berust heeft, dat zij
later verantwoording geve, waarom zij
bij voortduring zulk een groot offer
van ons land gevraagd beeft.
De opening van de Effectenbeurs.
De Staatscourant van Maandag
avond bevat de beschikking van den
Minister van financiën, waarbij wordt
bepaald, dat de beurzen van den geld
en fondsenhandel te Amsterdam, als
aangewezen in art. 3 van de Beurs
wet 1914, zullen worden geopend op
Dinsdag 9 Februari a.s.
Geineenteprogram Liberale Unie.
De commissie door het hoofdbestuur
der Liberale Unie benoemd tot het
ontwerpen van een program van ge
meente politiek, heeft Zondag te 's-Gia-
venhage vergaderd en is met haar
opdracht gereed gekomen Zij beeft
baar ontwerp aan bet hoofdbestuur
ingezonden.
Een heel verschil!
De definitieve ontvangsten der
Staatsspoor over Augustus 1914 be
droegen f 1.894.975; over dezelfde
maand van 1913 werd ontvangen
f3.935.778.
Bij Kon. besluit van 19 dezer
zijn de gemeenten Amersfoort, Leus
den, Soest en Zeist in staat van beleg
verklaard.
Bij Kon besluit van 12 dezer is:
a. de gepensionneerde luitenant
kolonel der artillerie G. J. Picke eervol
ontheven uil zijne dienstbetrekking bij
een interneeringsdépot
b. de gepensionneerde majoor der
artillerie C. J. Ludolph, van het leger
m Nederlandech-Iudië, bestemd voor
den dienst bij een fnterneeringsdépót.
Majoor Ludolph is alhier werkzaam
gesteld.
Keuring van dekhengsten (type
tuigpaard).
Te Utrecht zal de regelings-com-
missie ter bevordering van de paar
denfokkerij in de provincie Utrecht,
tegelijk met de verplichte Rijks voor-
jaarshengetenkeuring een keuring hou
den van dekhengsten (type tuig
paard).
Uitgeloofd werden: 2 premiën van
f 1000, voor nieuw ingevoerde heng
sten van 36 jaar of voor in de prov.
Utrecht gefokte 3 jarige hengsten.
f3000 voor aanhoudingspremiën,
voor hengsten, die in deze provincie
thuis behooren.
Ileyermans "Uitkomst".
Men deelt ons mede, dat Heyer-
mans zijn spel van Droom
en Leven «Uitkomst" heeft afge
staan aan het gezelschap »Die Haghe-
spelers".
Binnenkort zal het stuk worden
opgevoerd.
Twee militairen uit Harderwijk
die zich jl. Zaterdag alhier aan ver
schillende oplichterijen schuldig maak
ten en gouden ringen ontvreemden,
zijn door de politie aangehouden. Do
gestolen ringen waren nog in hun
bezit.
Quick speelde jl. Zondag te Har
derwijk tegen een Belgisch elftal en
verloor met 3 tegen 2. Waarschijnlijk
zal op nBirkhovena een return-wed
strijd gehouden worden.
De res. 2e luit. der infanterie
G. Ebell heeft zich als aspirant-avia-
teur opgegeven,
Maandagochtend werd in tegen
woordigheid van den generaal Knel,
commandant van hel interneerings-
depot en eenige Belgische hoogleeraren,
de geïmproviseerde universiteit voor
de studenten, onder de geïnterneerde
Belgische militairen, officieel geopend.
Professor Collard uit Leuven hield de
openingsrede, waarin hij vooral dank
bracht aan de regeering en de mili
taire autoriteiten, die aan de totstand
koming hebben meegewerkt.
Gisterenochtend marcheerden
weder een groot aantal geïnterneerde
Belgische militairen, met de muziek
aan het hoofd der kolonue, naar het
kamp van Zeist.
Morgen vertrekt de rest en zal de
kazerne een duchtige schoonmaak
ondergaan, om daarna de infanteiie
uit Gouda, die naar hier wordt ver
plaatst, te herbergen.
Op de gisteren gehouden vee
markt werden kalfkoeien verhandeld
van f200 tot f250. Kalfvaarzen gol
den van f 100 tot f 125.
Onder voorzitterschap van Dr.
Jorissen werd gisteravond de jaarver
gadering van het «Roode Kruis* in het
Patronaatsgebouw op het Zand ge
houden. De voorzitter opende even half
negen de bijeenkomst en heette alle
dames en heeren welkom. In 't kort
biacht hij het afgeloopen jaar in her
innering. Tot Juli ging alles gewoon.
Het Roode Kruis was in opkomst.
Eenige dagen voor de opkomst kreeg
de voorzitter een telegram onverwijld
alle voorzorgsmaatregelen te nemen.
Dit geschiedde met bekwamen spoed.
Den 31sten Juli deelde Prins Hendrik
mede, dat de mobilisatie was afgekon
digd. Het Roode Kruis wist toen, dat
bet te handelen had en de afdeeling
Amersfoort beeft getoond te begrijpen,
wat het Roode Kruis wil en moet en
wat het kan bereiken, vooral de trans
por tcolonne. Ook bij de invasie der
Belgen heeft de transportcolonne ver
dienstelijk werk verricht. De voorzitter
noemde geen namen. Alleen maakt hij
een uitzondering voor den heer Blok,
die de commandant is. Verder bracht
hij dank aan het bestuur en aan Mr.
v. d. Bergb. Mocht het Vaderland hulp
noodig hebben dan zal de afdeeling
Amersfoort niet achter blijven.
De notulen van Januari 1914 werden
vervolgens gelezen en goedgekeurd,
waarna het jaarverslag werd uitge
bracht, waaraan we het volgende ont-
leenenop 29 Juli was hier alles in orde.
Opgericht was ook een biandpiquet.
Aan de Spoorwegen was eventueele
hulp aangeboden, welke dankbaar aan
vaard werd.
Bij de mobilisatie was alles spoedig
gereed. Veel bedden werden in een
ommezien geplaatst. De heeren medici
zouden zoo noodig hulp verleenen. De
burgerij gaf geld. Het aantal leden is
afgenomen en bedraagt thans 134.
De voorzitter dankt den secretaris
voor zijn uitvoerig en nauwkeurig
verslag.
Mr. v. d. Bergh brengt als waar
nemend penningmeester het finantieel
verslag uit.
De inkomsten bedragen f3467.53
De uitgavenf3411195
Batig saldo f 56 34'
De heeren Van Weezei Errens, v. d.
Pol en Pezie werden benoemd in de
commissie tot het nazien van de reke
ning en verantwoording. Na onderzoek
verklaarde eerstgenoemde, dat alles
magnifiek in orde is bevonden,
De heer Jorissen dankt de commissie
en den heer v. d. Bergh voor zijn nauw
keurig beheer.
De aftredende bestuui sleden, de heer
Seeuwen en mevrouw Toxopeus, wer
den herkozen en Mr. v. d. Bergb ge
kozen in plaats van mejuffrouw Azijn-
man, die verklaard had niet langer een
bestuursfunctie te kunnen waarnemen.
Tot afgevaardigde naar de vergade
ring van bet Hoofdcomité in Den Haag
werd gekozen mevrouw v. d. Bergh en
tot plaatsvervanger de heer v. d. Bergh.
Beiden nemen hun benoeming aan
De voorzitter deelde nog mede, dat
een lid van onze transportcolonne een
Roode Kruislied heeft gemaakt, waarop
de heer Maas muziek heeft gecompo
neerd. De heer v. d. Pol liet het even
op de piano hooren.
Dan kon de voorzitter tot zijn groote
vreugde nog mededeelen, dat 4 dames
het diplima als helpsters Ie en 2e klas
hebben behaald, n.l. de dames Van
Leeuwe van Middenstum, Warnsink,
Cox en Harterink.
Niemand der aanwezigen bad iets
meer in 't midden te brengen, waarom
de voorzitter de vergadering sloot onder
dank aan de dames en heeren voor de
opkomst.
Lijst van brieven en briefkaar
ten, geadresseerd aan onbekenden, ver
zonden van het Postkantoor Amers
foort gedurende de le halft der maand
Januari 1915.
Brieven (Binnenland.)
J. van Beversluis, A'dam.
M. Bogaerts, id.
de La Haye, -
L. Deumkelen, Amersfoort.
Mad. G. Deswitler, id.
A. v. Dijk, Beverwijk.
Frans de Groot, Tilburg,
id., Johan
A. van Hemeldonck, Putte.
Jans,
Mej. de Jong, Zaandam.
Pierre Lejeuse, HoogsrutsbijNeei broek.
Mej. M. Loman, Amersfoort.
D. Ptekaar, Haag.
D. Piret, Hulst.
G. Schuiten, Veldleger Tilburg.
Mej. R. Smit, Gijstelboom.
Van der Steen, Gaasterland.
Thomassen, Velp.
Madame Frager, Amersfoort.
E. A. Vos, Tilburg.
J. v. d. Wetering, 4e Div. Veldleger.
Brieven (Buitenland).
Fr. Borg, Essen a. d. Ruhr.
W. J. G. v. Baart de Jong, Weltevreden.
E. Barrois, Paes de Calais.
A. Caro, Armee Beige.
P. Claes, Braumes.
Luitenant de Bellam.
de Clerfontat, Londen,
id. id.
Denaz Hareel, Armee Beige.
Franz Vleins, Paris.
Charles Opeiding, Bedonge.
van de Gauvera, Armee Beige.
P. v. Gorken, Neuf.
man kortaf. Maar meer zei hij niet. Hij, zoowel als zijn maat,
hadden van Theodore Racksole een souverein ontvangen, als een
soort van voorafgaand salaris en zoo'n Engelsche souverein kan
heel wat invloed hebben, wat betreft 't verzachten van de sarcas
tische uitingen en den vrijen toon van spreken van een schuiten
voerder op de Theems.
„Er is één ding dat ik heb bemerkt," zei Racksole op eens,
„en dat ik vergat u te vertellen, mr. Hazell. De schroef van de
boot had een eenigszins vreemden, onregelmatigen slag."
Beide roeiers barstten uit in lachen.
„O," zei de dikhoofdige, dan weet ik wel wat u zoekt, mijn
heer dan is 't de barkas van Jack Everett, die we meestal
„De Aal" noemen. Die heeft een Bchroef van vier bladen, waar
van er een heelenal is afgebroken."
„O, dat is hij stellig en zeker," stemde de andere man toe.
„En als t die boot is die u zoekt, nou, ik heb die van morgen
nog bij Cherry Gardens Pier zien liggen."
„Laten we dan zoo gauw als 't maar kan naar Cherry Gardens
Pier gaan," zei Racksole en de boot draaide op zij en begon
toen dicht langs den rechteroever voort te kruipen, zich een weg
banende voorbij allerlei losplaatsen, waarvan sommige, zelfs op
dat uur van den avond, nog een tooneel aanboden vol drukte en
bedrijvigheid.
Terwijl de twee roeiers aan 't manoeuvreeren waren met de
boot, deelde Hazell den millionair mee, dat „De Aal" een in
die omgeving zeer beruchte boot was. Als iemand geheime, slechte
bedoelingen op 't oog had, waarvoor arbeid op de rivier noodig
was, dan was Everett's barkas daartoe altijd voor eiken prijs
verkrijgbaar. „De Aal" was op die manier al in duizenderlei
moeilijkheden geraakt en er weer veilig, al was het dan ook
niet bepaald eervol, uitgeraakt ook. De rivier-politie hield er een
waakzaam oog op, maar de autoriteiten waren nog nooit in staat
geweest rechtstreeksche bewijzen te berde te brengen tegen den
eigenaar, hoewel verscheidene vroegere huurders van de boot zich
op dit oogenblik in de gevangenis bevonden.
„Uw vriend Tom Jackson heeft een onhandigheid begaan met
't huren van „De Aal"," zei Hazell tot Racksole. „Een 6churk
van zijn kaliber en zijn ondervinding had slimmer moeten wezen,
't Kan niet missen of u moet hem nu wel op 't spoor komon."
De boot naderde thans Cherry Gardens Pier, maar ongelukkig
was er wat mist opgekomen, zoodat alleen de naaste omgeving
volkomen duidelijk te zien viel. Toen de Customsboot de pier
voorbijvoer, spanden alle vier de opvarenden hun oogen in, om
iets van de geheimzinnige barkas te ontdekken, maar er was
niets van te zien. Langzaam gleed te boot voorwaarts, totdat ze
bijna tegen een groot Noorweegsch zeilschip was aangebonsd, dat
voor anker lag. Aan den havenkant voeren ze het schip voorbij
en juist toen ze den boeg er van waren omgevaren, riep de dik
hoofdige roeier eensklaps, op opgewonden toon: „Daar heb je
'm!" Hij zette de riemen aan en begon tegen den stroom op te
roeien. En jawel, daar lag do vermiste „Aal" kalm voor anker,
aan de stuurboordzijde van het Noorweegsche schip, netjes ver
borgen tusschen dat schip en den oever. Zonder verdere bevelen
af te wachten, roeiden de mannen er heen.
XXYI.
DE KACnTELIJICE VERVOEGING.
„Ik zal er aan boord gaan, om mee te beginnen," zei Hazell
fluisterend tot Racksole. „Ik zal zeggen dat ik vermoedens heb
I
dat ze belastbare goederen aan boord hebben en dat zal me kans
geven de boot eens goed te bekijken."
Met zijn ambtenaarsjas aan en pet op, stapte hij, met luchtigen,
opgewekten tred, naar het Racksole voorkwam, over op het lage
dek van de stoombarkas. „Iemand aan boord hoorde Racksole
hem roepen en een vrouwenstem antwoordde. „Ik ben een
ambtenaar van het Customs House en ik wil de harkas onder
zoeken," riep Hazelltoen verdween hij in de kleine kajuit in
't midden van het schip en Racksole hoorde niets meer.'t Scheen
den millionair toe dat Hazell uren lang wegbleef, maar eindelijk
kwam hij terug.
„Ik kan niets vinden," zei hij, terwijl hij in de boot sprong
en toen vervolgde hij tegen Racksole alleen: „Er is een vrouw
aan boord. Me dunkt dat ze wel zoo wat overeenkomt met uw
beschrijving van juffrouw Spencer. Er is stoom op, maar ik zie
geen machinist. Ik vroeg waar de machinist was, maar ze zei
dat me dat volstrekt niet aanging en verzocht me wat vlug voort
te maken en dan op te rukken. De dame scheen niet bijzonder
verlegen met haar woorden. Ik stuk overal mijn neus in, maar
ik merkte geen spoor van iemand anders, 't Zou misschien 't. beste
zijn dat we doorroeiden en een eindje verder op gingen liggen,
om te zien of er iets bijzonders gebeurt."
„Weet u zeker dat hij niet aan boord is?" vroeg Racksole.
„Volkomen zeker," zei Hazell beslist; „ik weet hoe ik een
schip moet doorzoeken. Kijk dit eens," en hij overhandigde Rack
sole een soort van stalen pen van ongeveer twee voet lengte en
met een houten handvatsel. „Dat," zei hij, „is een van de hulp
middelen die we hier bij ons onderzoek gebruiken."
(Wordt vervolgd).