NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
4!
FEUILLETON.
Au. 23.
Zaterdag 20 Maart 1915.
44e jaargaiig
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
Ingezonden.
DE OORLOG.
DE SCHOONE BATAAFSCHE
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 60.
ADVERT ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Noodkreet van de Nationale Tentoon
stelling van Kunstvoorwerpen en de
antwoorden.
Geachte Redactie
Mag ik, na U hartelijk dank te
hebben gezegd voor de verleende plaats
ruimte voor mijn «Noodkreet», nog
voor eenige regels gastvrijheid ver
zoeken.
De noodkreet heeft vele pennen in
beweging gebracht.
De antwoorden op de voornaamste
vragen zijn stellig van algemeen be
lang.
a. Ten eerste vermelden we, dat de
prijs per lot één gulden bedraagt en
dat de trekking gehouden wordt te
's-Gravenhage op Uondcrdng ïi
April a.s.
b. Het doel wordt gevraagd.
90°/o is voor het Kon. Ned. Steun
comité en 10% voor noodlijdende kun
stenaars.
Het Kon. Ned. Steuncomité heeft
zulke enorme Bommen noodig voor
zijn grootsche taak te omvattend
om hier nogmaals uiteen te zetten
dat het ieders plicht is de verloting
ten vollle te doen slagen. Waar het
Koninklijk Huis zóóveel doet en met
zóóveel belangstelling den loop der
zaken volgt, waar de Minister van
Financiën voorzitter is van het Kon.
Nat. Steuncomité en de RegeeriDg
telkens met groote kapitalen bijspringt,
daar mag ook van de natie de uiterste
hulp verwacht worden.
Van groot belang is ook om de
vereenigingen, die zich ten taak stellen
om door den oorlog in behoeftige
omstandigheden verkeerende artisten
te steunen, die taak te vergemakke-
c. Waarom niet meer reclame ge
maakt?
De verloting is een algemeen be
lang. Niet alleen het bestuur, maar
elk Nederlander dient te helpen met
alle beschikbare krachten. Als ieder
hiervan slechts doordrongen was, dan
waren noodkreten overbodig.
d. Hoe te helpen?
Ie. Door loten te koopen.
2e. Door loten in depot te nemen
en ie verkoopen.
Met 30 of 40 postwisseltjes per dag
komen we er niet. Het moeten er tien
duizenden worden, en dat kan als nie
mand verzuimt zijn plicht te doen.
Met huisbezoek is alles te hereiken.
Onverkochte loten moeten 20 April
terug zijn. Provisie wordt niet gegeven.
Ieder werke uit plichtbesef en ook uit
dankbaarheid. Immers wat zou een
eventueele oorlog ons allen niet ge
kost hebben?
Wie onbekend is, gelieve hij in depot
vragen een briefje ter introductie te
doen van een Burgemeester, Rechter,
Geestelijke, Arts of van iemand anders,
die een post van vertrouwen bekleedt.
3e. Door te propagceren, ieder in
eigen kring.
Moge duizenden zich geroepen ge
voelen aan 't werk te gaan. De ver
koopsters en verkoopers kunnen er
heusch op aan, dat de prijzen bijna
1800 kostbaar en vaak van hooge
waarde zijn. Tal van families en vele
artisten hebben de mooiste stukken
afgestaan. De gezamentlijke waarde
is door deskundige schatting op onge
veer 100 OOO gulden gesteld.
Wie een volledige serie van 100
stuks neemt, is verzekerd van ten minste
één prijs.
Hit de vele antwoorden blijkt, dat de
noodkreet gehoord is.
Wij zijn dankbaar voor de aan- en
opmerkingen, voor de postwissels en
aang. brieven en niet het minst aan
de pers voor de krachtige medewer
king."
Loten zijn verkrijgbaar op het(
bureau Pulchrio Studio, den Haag
(voorz. Jhr. Mr. Dr. W. ROËLL), bij
den alg. penningmeester, den heer C. t
RIDDER VAN RAPPARD te den
Haag, bij de Plaatselijke Comité's, bij
de sub-Comité's en de leden van het
Horfijzerverbond en bij ondergetee-
kende, adres:
A C. BOS, Egniond aan Wee.
Hoofdkantoor van het Hoefijzer Verbond.
Telefoon Interc. No. 5.
Zeer geachte Redactie.
Zoudt U uw goed werk, aangevangen
met het plaatsen van onzen noodkreet,
willen voltooien door ook deze verant
woording: op te nemen?
Misschien zijn er nog goede menschen,
die ons andermaal helpen. Dankend,
De Secretaris, P. J. FREDERIKS.
Amersfoort, 9 Maart 1915.
Comité voor Uitgewekenen
te AMERSFOORT.
Onder hartelijken dank zijn sedert 16
December 1914 ten behoeve van de vrou
wen en kinderen van te Amersfoort ge-
interneerde Belgische militairen de vol
gende giften ontvangen van personen
buiten Amersfoort:
Mej. F. J. Klijn, Telegraafkantoor, Am
sterdam f2.—G.W. Erima, Bolsward 2.50.
F. H. Coenen, Winschoten 10. Ha velaar,
Van Vollenho venstraat 58, Rottterdam
10. Mej.Sarah Moens,Archimedesstr. 77,
Den Haag 25. Mej. A. Geesink, Wei-
marstraat 129, Den Haag 1. J. Boon-
acker, Albertinestraat 3, Den Haag, 10.
Mej. S., Maliebaan 29, Utrecht 10.
L. Nuthey, Valeriusstraat 34, Amsterdam
50.— S. W. de Clerck, Bloemendaal 10.
W. J. Rahder, Utrecht 6.—. C. J. Kruit
hof, Poortugal 5. F. van der Feltz,
Van Pallandstraat, Arnhem 2.50. Mevr.
K., Zeist f 10. H. E. Beunke, Alkmaar
10. Familie Lang, Ulft 10. S. v. d.A.,
Groningen 1. M. D., Den Haag 1.
Jurjans, Leeuwarden 5. G. A., Bloe
men, Van der Heimstraat 68, Den Haag
2.60. M. A. van Tilburg, Javastraat 67,
Den Haag, 5. N. C. Pennink Haigh-
ton, Galileistraat, Den Haag, 5. C. D Z.
25. C. M. Noordijk, Van Beverningk-
straat 294, Den Haag 12.50. Menalda van
Schouwenburg, Batavierenweg 41, Nijme
gen 10. Mevrouw Van Zelm van Ëldik,
Rotterdam 2.50. Dr. C. Metzlar, Apel
doorn 2.50. Uit Amerika door bemiddeling
van R. Z. C. te Rotterdam 100. Geo
Mertens, „Van eenige Schotsehe vrienden",
Vijverhuis, Voorburg- 25.—. J. C. van
Lanschot Hubrei-bt, Amsterdam 25.
De S. T. H. T., Den Haag 2.50. O.,
Leeuwarden 10. N. N., Utrecht 3.50.
J. B., Utrecht 5. Mevrouw Seyn
Baronielein 56, Breda 1. H. Wierts
van Coehoorn, Weteringschans, Amster
dam 1. C. B., Dordrecht 1. W. H.,
U. 1. Mej. Jungius, Groote Kerkstraat,
Leeuwarden 2. Mevrouw Burger
Suringar, Put 15, Leeuwarden 2.50. dr.
J. D. Bierens de Haan, Aerdenhout, Haar
lem 2.50. Dames Toens, Winterswijk 2 50.
Ykkeuim (niet goed leesbaar), Den Helder
2.50. Familie Van der Kloes, Delft 2.50.
N. N., Weistraat, Utrecht 2 60. S. R.,
Hilversum 5. B. Calgra, Stiens 10.
J. van Rosendaal, Oudenbosch 10.
N. N., Nijmegen 10. G. Doutrepont,
Kortenaerstraat 1, Rotterdam 25.
Utrechtsch Dagblad, Utrecht 25. N.
N., Apeldoorn 1. H. van Bassum, Swal-
menstraat 52, Roermond 1. Luitenant
L. A. Kluit, 35 Batt. Landweer 10.
Mevrouw Braams, Soesterberg 10. E.
Stark, Den Haag 5. J. van Riel, Ooster-
wolde 2.50. Dr. J. A. Worp, Huis ter
Heide, Zeist 10. H. C. Rahder, Nieu-
weroord (Dr.) 10. Belangstellende, Den
Haag 5. Cor Visser, Leeuwarden 2.60
De Jongh, Zeist 2.60. Mevrouw Gompen-
Keizer, Nic. Maesstraat 80, Amsterdam
2.50. J. van der Chiis, Nijmegen 2.50. J. de
Jong, Leeuwarden 2.50 Mevr. Wierdsma—
Schik, Sweelinckplein 63, Den Haag 10.
Regout, Westeinde 14, Amsterdam 2.50.
B. S. de B. St., Utrecht 2.50. C. de Vries,
Weesperzijde 8, Amsterdam 5. M. C.
van Peski, Schiedamscheweg Singel 44,
Rotterdam 10. L M. J. van Otterdijk,
Maasheeze 5. Immendijk, Boisotkade,
Leiden 10. J. Neervoort, Kwartelstraat
25, Utrecht 5. Mej. A. H. Halbertsma,
Stationsweg, Sneek 25. Uit Amerika,
door bemiddeling van baronesse Van Olde-
neel, Laan Copes van Cattenburg Den
Haag, 300. N. N., Utrecht, (door be
middeling van mevr. Prins) 10. W. van
Batenburg. Zeist 5. Mej. Voet van Vor-
mizeele, Zeist 10. P. J. de Kan ter. Zeist
10.—. P. Hilgers, Nijmegen 1.—. Kruse-
man, Harenstraat 19, Zeist 5. J. H.
Bosschen, Viaduct 12, Groningen 3. R.
Dutour, Burgstraat 49, Utrecht 2.50. F.
D. de Lange, Vriezenveen 10.
A. Heddes, Vijzelgracht 21 Amsterdam
23.50. A. S.. Breda 1. M. R. S., Am
sterdam 2.50. W. Emmens, Wageningen
26.- G. Cohen, Delden 1. Van Wicke
voort Crommelin, Laan Copes 32 Den
Haag 2.50. Mevrouw W. Broese van Groe-
nou—Wieseman, Parkstraat Den Haag
10. Mej. H. Stortenbeker, Buitenzorg
Santpoort 3. Mej. A D. Ver Loren van
Themaat, Mariahoek, Utrecht 100. Van
Osch, Zeist 1. Madame N. N., Soester
berg 10. Mevrouw Braams, Soosterberg
10. N. N., Rotterdam 1. Mevrouw
Mooy De Liefde, Zeist 5. N. G. Kam,
Doetinchem 10. Maatschappij „De Gel
derland", Nijmegen 4.70. N. N., De Wet
straat Arnhem 5. N. M., Oegstgeest
5. J. H. van Lonkhuizen, Zeist 0.50.
Jac. Knipscheer, Tilburg 3. W. O. J. B.,
Honthorststraat Amsterdam 10. N. N.,
Deventer 1. N. N., Leersum 10. E.
Stark, Alexanderplein Den Haag 6.
„Het Vaderland", Den Haag 15. Mevr.
de wed. Foutenhoofd, Koningsweg 475
Den Bosch 25. Dames VaD Kempen,
Insinger en N. N., door bemiddeling van
het „Baarnsch Nieuwsblad" te Baarn
25. Aug. Monnet 42.50, totaal 1388.—.
Het comité, dat nog steeds voor zeer
groote uitgaven staat, houdt zich by
voortduring aanbevolen.
De Penningmeester,
W. C. ENGELBERTS
St. Anfridus straat 6, Amersfoort.
Aan de zuidergrens.
De heer Passtoors, Burgemeester
van Ginncken, schrijft in de Volks
banier o a. het volgende:
De Belgische volksvertegenwoordi
ger, de heer Versteijlen, die ook alge
meen voorzitter is van den Belgischen
Kiekenbond deelde me dezer dagen
mede, dat iederen dag honderden
kippen sterven bij gebrek aan voedsel,
in hoofdzaak rnaïs.
Door de Auienkaansche Commissie
wordt echter veevoeder ingevoerd,
doch wat dit beteekent voor oen heel
land, blijkt uit de mededeeling van
een buigemeesler, die iedere maand
'2400 K.G. lijnkoeken ontvangt, dat is
voor iedere koe 3 K G. in de maand
Door Amerika wordt met prijzens-
waardigen ijver getracht,zooveel moge-
lijk voeding te bezorgen, doch do groote
steden hebben zooveel noodig, dat bet
platteland er het ergste aan toe is.
En toch schijnt ook in de groote
steden een enorm tekort aan voedings
middelen te zijn, ik althans heb hier
voor me liggen een aanvrage van
groote massa's levensmiddelen voor
bet gemeentebestuur van AntwerpenJ;
ook voor een stichting van liefdadig
heid aldaar, alsmede voor de gemeente
Anderlecht, een voorstad van Brussel
van circa 40.000 zielen, zonder nog
Historisch romantisch verhaal.
9)
Gelukkig voor den gevangene was de grond nogal zacht,
gedeeltelijk met afgevallen bladeren bedekt, voor het overige
met zacht mos begroeid, zoodat het schuren laDgs dien grond
niet bepaald pijnlijk was, maar des te meer pijn ondervond de
gevangene door het knellen van het touw. Bij den Donarsteen
gekomen, trok Coelius den Uzipeet tot onder een hoogen pijn
boom en liet hem daar liggen op een bed van dennennaalden en
te midden van eenige honderden verschrikte mieren, die weldra
over hem heen begonnen te loopen. Coelius liep daarop naar
den Donarsteen welke ongeveer acht voet hoog was en vijf
voet breed en nam daarachter plaats, zoodat Petilius, als hij
aankwam, hem niet terstond kon opmerken. En daar verscheen
weder de vergulden helm van Petilius boven het lage struik
gewas. Een oogenblik daarna had Petilius den steen bereikt en
Coelius hoorde hem van zijn paard springen. Een zachte tred
werd vernomen, het mos dempte namelijk het geluid. Petilius'
gelaat verscheen plotseling om een hoek. Een lachend, opgewekt
gelaat waarop zich evenwel bij het zien van Coelius groote ver
bazing teekende. De trek van verbazing maakte bijna onmid
dellijk daarop plaats voor een van teleurstelling.
„Coelius," riep Petilius, eerst eenigszins teruggetrokken, maar
toen plotseling een besluit nemende, kwam hij met uitgestoken
hand op Coelius toe. „Hoe gaat het oude knaap Gij komt zeker
met een boodschap van uw bekoorlijke nicht?" Hij drukte hierbij
Coelius de hand. Coelius was zeer aangenaam getroffen door
die hartelijkheid. Hij was er buitengewoon mede vereerd.
„Zeer goed, edele Petilius," antwoordde hij. „Ik bedoel wat
mijne gezondheid betreft en wat aangaat een boodschap, ja ik
heb u een mededeeling te doen van mijne nicht, of liever ik
heb u een brief te overhandigen."
„Ik dacht dat reeds toen ik u zag in plaats van
„Claudia," hervatte Coelius snel en tegelijk haalde hij het
perkament te voorschijn en overhandigde het aan Petilius.
Deze ontrolde het snel en las het vlug door.
„Naar de Kaninefaten," mompelde hij ontstemd. „Gaat Claudia
naar de Kaninefaten?"
Coelius knikte toestemmend. Hij had er van Claudia wol niets
van gehoord, maar hij begreep dat dit in het schrijven stond.
„Zij gaat naar de hoeve van haar aanstaanden echtgenoot,"
merkte hij ter verklaring op.
Petilius keek hem plotseling scherp aan. Eerst scheen hij boos
te willen worden, maar toen kwam een glimlach hem om de
lippen en alsof hij het niet wist, vroeg hij
„Wie beveelt haar. Heeft zij nog ouders, Coelius?"
„Weet gij dat niet," vroeg Coelius. „Haar broeder is immers
het hoofd der familie en zijn wil is haar een wet."
Petilius was geneigd te vragen: Wie is haar broeder, maar de
belofte welke hij Claudia en zij hem gedaan had, weerhield hem.
„Ik kan u geen brief voor haar mede teruggeven, want ik
heb mijn schrijfgereedschap niet bij mij. Gij zult echter wel een
mondelinge boodschap voor mij over willen brengen, Coelius.
Zeg haar, dat ik zeer teleurgesteld was haar niet te ontmoeten.
Dat ik echter begrijp dat zij ernstige redenen moet hebben,
welke haar weerhouden. Dat ik die redenen zonder ze te kennen
eerbiedig en dat ik geduld zal hebben."
Coelius knikte goedkeurend en zei eenvoudig: „Ik beloof n
trouw de boodschap te zullen overbrengen."
Petilius stond een oogenblik als in gepeins verzonken. Toen
nam hij blijkbaar een plotseling besluit. Een vriendelijke glim
lach vloog hem over het gelaat en zijn oogen glinsterden.
Met die innemendheid van stem en gebaren, welke hem zoo
goed afging en hem onweerstaanbaar maakte, zei hij plotseling: