nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Ingezonden.
Plaatselijk Nieuws.
FEUILLETON.
PRINSES THEUDESINDE.
No. 71.
Zaterdag i September 1815.
44e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE OORLOG.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Laugestraat 77. Telephoonn. 69.
ADVERT ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Gave aan H. M. Elisabeth,
Koningin der Relgen, voor de
Belgische soldaten aan het front.
Weinig wordt over Haar geschreven,
veel wordt over Haar gesproken. Zij
is een stille in den lande... in dat
kleine, nog vrije landje, waar de Bel
gische vlag waait over zooveel ruïnen
Koningin Elisabeth is geworden een
troosteres van ongelukkigen, een Engel
van het Roode Kruis
Helpen wij Haar weldoen! Zenden
wij Haar gaven voor de kleine, sterke
wacht aan den User
In brieven van het front, zoo ont
roerend en vol vertrouwen, heet het
steeds:Zendtonstoch goede boeken!
Die strijders, waaronder a r t i s t e n
schrijvers, advocaten, docto
ren, mannen van kunst en weten
schap, door den rampzaligen krijg uit
hunnen vreedzamen arbeid gerukt,
snakken naar lectuur, naar
pakkende, degel ij ke Vlaam-
scbe, Fransche, Nederland
se be lectuur!
Wilt gij ons helpen eene keurcol-
lectie aan Koningin Elisabeth te
zenden voor Hare strijders?
Ook geldelijke giften zullen welkom
zijn.
Mej. MARIE BERDENIS VAN BER-
LEKOM, 's-Gravenhage.
Mevrouw INA BOUDIER—BaKKER,
Aerdenhout.
Mevrouw THÉRÈSE VAN DUYLL
SCHWARTZE, Amsterdam.
Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Bussum.
Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Amster
dam.
Prof. G. W. KERNKAMP, Utrecht.
Mevrouw NELLIE VAN KOL,Voorburg.
Prof. Dr. B. KOUWER, Utrecht.
Mej. Dr. CHARLOTTE A. VAN
MANEN, 's-Gravenhage.
Mevrouw TOP VAN RH1JN NAEFF,
Dordrecht.
Mevrouw SCHARTEN—ANTINK Bla-
ricum.
Mevrouw HÉLÈNE SWARTH, 's-Gra
venhage.
Mej. CORNÉLIE VAN ZANTEN,'s-Gra
venhage.
Gaven worden gaarne ontvangen
aan het adres van Mej. Maiie Ber
denis van Berlekom, Presidente van
bet Comité voor eene iNederlandsche
Ambulance in België, Celebesstraat 18,
's-Gravenhage.
De beteekenis van Polen.
Volgens de laatste statistiek (1910)
vinden in de Russiscb-Poolsche indu
strieën, 400.000 arbeiders werk. Van
werkelijke beteekenis zjjn de textiel
industrie, die meer dan 150.000 men-
schen werk verschaft en goederen ver
vaardigt ter waarde van meer dan 341
millioen roebel. Dan de mijnnijverheid,
die werk verschaft aan 40.000 arbei
ders en voor een waarde van ca. 600
millioen roebel voortbrengt. Voorts de
metaalnijverheid, die 62.000 arbeiders
werk verschaft en voor ca. 110.5 mil
lioen roebel, produceert. Alleen de
textiel-industrie is aangewezen op
Russische markten. De afhankelijkheid
is echter wederkeerig: Deze industrie
betrekt n.l. uit Ruslaod ongeveer 50®/o
van haar wollen en 60% van haar
katoenen grondstoffen. Wat de Pool-
sche kolenindustrie betreft, zij heeft
in het jaar 1912 van de 5.750.000 ton,
die gewonnen werdeD, slechts 436.000
ton naar Rusland uitgevoerd.
Eenige Russische staatslieden zijn
er voor, om indion Polen autonomie
zou verkrijgen, het evenals Finland
door een tolgrens van Rusland te
scheiden.
De Duitsche keizer en de zending
van Allah.
Een Fransche torpedoboot heeft op
de Tripolitaansche kust een Turksch
zeilschip onder Grieksche vlag aange
houden. Behalve geld in 20 mark-stuk
ken had het een versierd juweelen
doosje aan boord, waarin een brief
van den Duitschen keizer. Hij begint
met zich daarin te noemen «Keizer
Wilhelm, zoon van Karei den Groote,
Allah's zendeling, de beschermer van
den Islam."
De brief is gericht aan het hoofd
der Senoessi en roept ze op ten strijde
tegen de indringers, d.i. de Italianen.
De Matin beweert, dat dergelijke
blieven van den keizer ook naar Ma
rokko, Indië en Egypte werden ge
zonden.
Bestendiging van den staat van
beleg.
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp tot bestendiging van
den staat van beleg.
In de Memorie van Toelichting wordt
er aan herinnerd, dat bij Koninklijk
besluit van 8 Juli 1915 een gedeelte
des Rijks in staat van beleg is ver
klaard, ten einde de moeilijkheden,
welke thans ondervonden worden bij
de bestrijding van den smokkelhandel
in paarden, te verlichten.
Aangezien de omstandigheden nopen,
die staat te doen voortduren, is het
wetsvoorstel ingediend.
Middenstandsbond.
Op de Woensdag en Donderdag der
volgende week te Utrecht te houden
vergadering van den Middenstandsbond
(geen congres met feestelijkheden dit
maal) worden o.m. de volgende pun
ten behandeld:
le. Voorstel tot oprichting van een
Bond van Informatie- en Incassobu-
reaux over geheel Nederland.
2. Voorstel van bet bestuur, om de
wet op de oneerlijke concurrentie tot
haar recht te doen komen.
3e. De Nederlandsche Overzee-Trust-
Maatschappij en de Middenstand, in
te leiden door den heerE. De Korver,
Handelsvereeniging Rotterdam.
4e. Het vaststellen van prijzen door
de Regeering, waardoor de nering
doende middenstand bedreigd wordt,
in te leiden door den heer Van den
Bergh, Bussum.
5e. Oprichting eener vereeniging in
den Middenstandsbond tot het bijeen
brengen van kapitaal ter verkrijging van
goedkooper middenstandscrediet- eD
hypotheekbank, in te leidendoorden
afgevaardigde van de vereen. Handel
en Nijverheid te Amersfoort.
De Directeur van het Nationaal
Informatiebureau tot bescherming van
Vrouwen en Meisjes, gevestigd Wete
ringplantsoen 22, te Amsterdam, ver
zoekt ons de aandacht te vestigen op
het feit dat hem gebleken is dat soms
jonge meisjes naar Indië vertrekken
na geschreven te hebben op adver
tenties die niet altijd te vertrouwen
zijn.
Het loopt meestal uit op een be
trekking als «dame voor de huishou
ding» bij een administrateur of employé
op een onderneming, die gaarne een
»volbloed« Europeesch meisje tot hun
beschikking hebben.
Hoog salaris, prachtige vooruitzich
ten en onbekendheid met de Indische
toestanden zijn vaak oorzaak dat de
ouders of voogden eu het meisje zelf
geen bezwaar maken het eens te
wagen.
Het Nationaal Informatiebureau
bovengenoemd verklaart zich gaarne
bereid de gewenschte inlichtingen te
verstrekken. Zooals bekend is, stelt
dit bureau, opgericht door de voor
naamste vereenigingen tot bescher
ming van minderjarigen en bestrijding
der onzedelijkheid in ons land en
werkende met den steun der Regeering,
zich kosteloos beschikbaar om inlich
tingen te geven betreffende de be
trouwbaarheid van betrekkingen aan
vrouwen of meisjes in binnen- ol
buitenland aangeboden.
Regeling kaasverkoop.
Het Rijkscentraalbureau voor den
Uitvoer van Kaas heelt vastgesteld, dat
met ingang van 1 September 1915 de
exporteurs van volvette Goudsche kaas
30 procent van hun inkoop voor het
binnenlandsch verbruik moeten be
schikbaar stellen, terwijl dat voor de
exporteurs van Edammer kaas op 40
15 procent van hun inkoop is be
paald.
Door de kaasexporteurs mag voor
het vervolg kaas zonder consent alleen
verkocht worden le. aan detaillisten
2e. aan bij het rijkscentraalbureau
voor den uitvoer van kaas ingeschre
ven binnenlandsche grossiers3e. onder
goedkeuring van bet rijkscentraalbu
reau voor den uitvoer van kaas, aan
mede-exporteurs, onder uitdrukkelijk
beding, dat deze kaas uitsluitend voor
binnenlandsche comsumptie zal ge
bruikt wordeu.
De exporteurs worden er op attent
gemaakt, dat aan geschorste expor
teurs gedurende den tijd van schor
sing geen kans mag worden verkocht,
noch voor hen geëxporteerd.
Voor het vervolg zal een geschorste
exporteur voor de kaas, door hem ge
durende den tijd van schorsing gekocht,
het recht van uitvoer worden ont
houden.
De winterdienst op de spoorwe
gen zal half October aanvangen. Er
zullen slechts zeer geringe wijzigingen
in den dienst worden gebracht.
De «Eembode« brengt in her
innering het eerste lustrum van het
St. Alfonsusretraitenhuis, waar het
werk der gesloten retraite den 29 Juli
1910 werd aangevangen, dat langzaam
groeide en zich uitbreidde.
In het eerste jaar namen 729 per
sonen er aan deel, het tweede jaar
2435, het derde 2501, het vierde 2841
en het vijfde ondanks de groote
Historisch romantisch verhaal.
2i)
De Friezen hebben sedert eeuwen bun akkers beploegd en hun
vee geweid. Zij hebben wat den landbouw betreft veel van de
Romeinen geleerd.
Zij leerden hen verschillende landbouwwerktuigen gebruiken en
het aanleggen van dijken maakte dat de vrucht van hun arbeid
niet plotseling door een overstrooming verloren ging. Maar waarde
gasten, genoeg hierover, laten wij op de gezondheid en voorspoed
van de jonge lieden een beker ledigen." De wijn was intusschen
gebracht en weldra ging de beker lustig rond.
Vroolijk klonk gepraat en gelach door de ruime zaal. Koning
Radboud, meer dan gelukkig door de gebeurtenissen der laatste
uren, hief weldra den beker op om een dronk uit te brengen.
Hij tikte op de tafel teneinde de gesprekken te doen verstommen
en ree9 van zijn zetel op, een voorbeeld, dat onmiddellijk gevolgd
werd door het overige gezelschap en zei:
„Ik drink op den bloei en de grootheid van het krachtige
geslacht van Pepijn van Landen; op het geslacht der Frankische
hofmeiers, die de regeeringstaak overgenomen hebben uit de
handen van zich met bloed be9pattende Merovingiscbe koningen
en koninginnen, en die, hoewel simpele of onmondige Merovin-
gische vorsten als beeld der regeering op den troon handhavende
tot heil der Franken, toch met krachtige, vaste band het roer
der regeering in handenh ouden en die de werkelijke koningen der
Franken zijn. Ik drink op dat krachtige geslacht, waarvan wij
Friezen zelf den ijzeren vuistslag moesten ondervinden. Ik hoop
dat de lijn van Pepijn van Landen, Pepijn van Herstal, Grimoald
nog in een lange rij moge worden voortgezet. Leve de afstam
melingen van Pepijn van Landen."
Een gejuich volgde op deze toespraak. Flink gingen de bekers
rond. Grimoald stond op en sprak op zijn beurt.
„Als afstammeling van Pepijn van Landen voegt het mij dien
dronk te beantwoorden. Ik drink op de Friezen en hun koningen,
die vijf eeuwen lang bier vrij geleefd hebben. Ik drink op Fries
land tusschen Schelde en Eems met zijn heerlijke weiden en
welige akkers. Op den Frieschen veestapel met zijn malscb
vleesoh, zijn melk, boter en kaas. Maar bovenal ik drink op
den Frieschen goudsmid. Ja, dezen kunstenaar vooral zij mijn
dronk gewijd. Ziet, dit kunststuk (hij haalde de fibula te voor
schijn, door Theudesinde hem geschonken), hoe schoon van
vorm, hoe meesterlijk van bewerking, byzantijnsche kunst ver-
eenigd met Friesche oorspronkelijkheid, hoe hoog moet de kun
stenaar staan die zoo iets wrocht. Verdient hij mijn bewondering,
meer nog behoort hem mijn dank, want weet vrienden dat deze
fibula de talisman is geweest die mij bet hart mijner bruid
heeft ontsloten. Zij had de fibula verloren, ik vond haar. Gij
begrijpt het overige."
Nu was het de bourt van den abt. Deze liet zich niet lang
wachten. „Ik sluit mij aan bij do woorden van hertog Grimoald,"
zei hij. „Ik drink op de Friesche gastvrijheid, op de Friesche
landbouw en veeteelt. Hedenmorgen zag ik uit mijn venster,
zooals ik nu dagen achtereen op denzelfden tijd zag, Landolin
met zijn zwaar bepakten ezel het slotplein oprijden. Het was
de gewone vracht van heerlijke melk, boter en kaas, en ik zeg
gelukkig het land dat in vrede en rust geniet van de vruchten
des velds door de ijverige hand van den landman onder 's Hemels
zegen tot een groote volmaaktheid gebracht."
Een vriendelijke knik van den abt tot zijn medeaanzittenden
toonde dat zijn toespraak geëindigd was.
De jonge Radboud stond nu op.
„Ik drink op de gezondheid van mijn aanstaanden schoon
broeder en ik hoop en vertrouw dat hij mijn zuster in Neustrië
een gelukkig tehuis zal bezorgen, zoodat zij geen heimwee krijge
naar den Frieschen haard."