NIEUWE IÉT Nieuws- en Advertentieblad ^tÉT voer do Provincie Utrecht. No. 89. Zaterdag 6 November 1915. 44e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. DE OORLOG. BINNENLAND. Plaatselijk Nieuws. FEUILLETON. BREDERODE DE EDELSTE. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 09. ADVER1ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Duitsche vredesvoorwaarden? Het Haagsche correspondentiebureau meldt; Vau geloofwaardige, doch nietoffi- cieele zijde wordt ons verzekerd, dat eenige leden van den Duitschen Rijks dag ODlangs te Amsterdam hebben vertoefd, en een hunner, bij bespre kingen, die bij die gelegenheid zijn gehouden, heeft gezegd, dat de rijks kanselier, de heer Von Belhmann Hollweg, als voorwaarden, waarop Duitschland geneigd zou zijn vrede te sluiten, heeft genoemd; Behoud door Duitschland van de Belgische Maaslinie, zoowel uit een militair, als uit een industrieel oog punt; behoud door Duitschland vari Koerland en een oorlogsschadever goeding van 30 milliard mark. In dit bericht heeft men waar schijnlijk weinig meer dan een proef ballon te zien, docb het blijkt niettemin van heteekeois, dat dergelijke proef ballons in den laatsten tijd in groote menigte worden opgelaten. De hierboven weergegeven voor waarden, waarop Duitschland bereid zou zijn vrede te sluiten, zijn in ieder geval zeer onvolledig. In de eerste plaats is er uitsluitend van Duitschland sprake, maar wordt met geen woord gerept van zijn bondgenooten Oosten- rijk-Hongarije, Bulgarije en Turkije. In de tweede plaats wordt geen woord gezegd van Duitschlands koloniaal bezit vóór den oorlog, dat bijna geheel ver loren is gegaan. Over een vrijen uitweg van Duitschland naar de Noordzee wordt niet meer gesproken. Het bezit van de Russische provincie Koerland is al vroeger voor Duitschland nood zakelijk genoemd om bet wat graan betreft, onafhankelijk van het buiten land te maken. Een anderen proefballon zien we ia het volgend bericht uit Berlijn aan de te New-York verschijnende Ameri can. Volgens dat bericht zouden, op verzoek van Engeland, de Duitsche minister van koloniën dr. Sollï (die naar men weet inderdaad in ons land geweest is) en nog drie andere Duitsche beeren in Nederland een ontmoeting hebben gehad met Lord Haldane en drie andere Engeiscben, en naar het heet zou Engeland bereid gevonden zijn om vrede te sluiten, indien Duitsch land België en Frankrijk ontruimde, in ruil van de Fransche en Belgische koloniëoinCentraal- Afrikaaan Duitsch land, terwijl Engeland Gibraltar aan Spanje zou afstaan. Erg aannemelijk lijkt ons dit bericht ook niet. Wellicht bestaat er wel kans, dat België zijn onafhankelijkheid zal moeten terugkoopen met de Congo-ko- lonie, doch of Frankrijk bereid gevon den zal worden zijn Congo-kolonie af te staan, is een andere vraag, al zal de republiek óók iets moeten stellen tegenover de ontruiming van bet Noord- Fransche industriegebied door de Duit- schers. Maar nog onwaarschijnlijker is bet dat Engeland Gibraltar zal zal willen afstaan aan Spanje, al zou daarmee aan een van de stille en ook wel uitgesproken wenschen van Spanje zijn voldaan. In ieder geval boort men in dit bericht iets over de koloniën. Gezwegen wordt echter ook hier over Duitsch lands eigen koloniën. Zullen die dan aan Engeland (en eventueel aan Zuid- Afrika, Japan, enz.) vervallen? Dat Spanje de rol van bemiddelaar zou spelen bij het aanknoopen van vredesonderhandelingen, wordt door ministerpresident Datoontkend;althans is hem geen daartoe strekkend verzoek vanwege de centrale mogendheden te nemen. De uitdrukking is op baar plaats. Want de strijd tusschen dediplomaten, die komen gaat, zal niet minder ver bitterd zijn dan de strijd, die op de verschillende fronten is gevoerd. Als inleiding tot dien diplomatenstrijd zul len we voorloopig wei een heele reeks ontkenningen kiijgen van gelanceerde berichten, en stellige verzekeringen, dat men eigenlijk nergens aan vrede denkt, docb den strijd tot het bittere einde wil voortzetten Voorloopig heeft de Donau-monar- chie al te verstaan gegeven, dat het er niet aan denkt eenig grondgebied aan Italië af te staan. De Servische legatie in Parijs is al begonnen met de geruchten tegen te spreken, dat Servië aan Oostenrijk- Hongarije vredesvoorstellen zou hebben gedaan. Ook de Hongaarsche minister president Tisza verklaarde aan den bekenden journalist Von Wiegand (van de Neiu- York World) niets te weten van Servische vredesvoorwaarden. Dat Servië gebied zou moeten afstaan, achtte bij vanzelfsprekend maar of het af te stane gebied juist de strook zou wezen, die Hongarije met Bulgarije verbindt, weigerde hij te zeggen. Een der ministers van de Vereenigde Staten sprak intusscben tegenover een vertegenwoordiger van de Daily News als zijn stellige meening uit, dat het met het vechten in Europa op een einde loopt en dat de diplomaten al in stilte bezig zijn den »strijd« over De invloed van den oorlog op het Nederlandsche effectenbezit. In den Nieuwe Fin. Kap. bere kent de heer v. Oss, dat sinds bet uit breken van den oorlog de volgende waarde vermeerderingen hebben plaats gevonden in de voornaamste binnen- landsche fondsencroepen Scheepvaart-ondernemingen f 50.939.000 Binnenl industrieelen- 23 800.000 Cultuur-ondernemingen- 22.203.000 Rubber- 13.215.000 Totaal. f 110.157.000 Hier komt nog bij de groote koers- verbeffmg in Ameriüaanscbe fondsen, waarvan geen betrouwbare statistiek kan worden opgesteld, daar niet be kend is hoeveel van elk dier fondsen in ons land wordt gehouden. Een koerswinst van 120 a 150 millioen gld. is echter denkelijk niet overdre ven. De totale koerswinst wordt daar door gebracht op 220 a 250 millioen gld. Hiertegenover staan verminderingen in de fondsen met vaste rente, als volgt Nederl. Staatsschuld gemeenteleeningen spoorwegobligatiën Pandbrieven Russische fondsen Oostenrijkers Andere Staatsfondsen f 40.000.000 I - 35.000 000 - 20 000.000 I - SS.000 000 I -100 000 000 - 25.000 000 - 25.000.000 Totaalf 273.000.000 De koersverliezen zijn dus per saldo nog grooter dan de koerswinsten. De heer v. Oss merkt bierbij op, dat dit weliswaar van een groot deel boek verliezen zijn, maar dit geldt ook van een groot deel der winsten. MeD kan welzeggen dat houders vau beleggings fondsen niet naar de noteeriDg kijken zoolang zij de rente blijven genieten, maar niettemin is dan toch 't feit te constateeren, dat onze efïectenhouders als geheel door den oorlog niet beter zijn geworden. De voornaamste winst viel buiten de beurs, en wel den boe ren ten deel, wat niet vergeten dient te worden bij de belastingplannen. Bij de Tweede Kamer zijn thans ingediend de verzekeringsontwerpen, te weten een ontwerp-Organisatiewet, een ontwerp van wet tot wijziging der Invaliditeitswet en een ontwerp van wet tot wijziging der Ziektewet. Tevens is gelijk reeds vroeger werd aangekondigd als liggende in het voornemen der Regeering de Memo rie van Antwoord, ingediend op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over bet ontwerp tot verleening van ouderdomsrenten aan behoeftigen waar mede de wijziging der verzekerings- wetgeviDg in nauw verband staat. Handelsschool. Onder voorzitterschap van den heer C. M. Cremer vergaderde Woensdag de vereeniging vHandelsschool voor Amersfoort en Omstrekena in de Lees zaal van nAmicitia«. Na opening deelt de voorzitler mede, dat de vergadering volgens de statuten is belegd tot vaststelling van de be grooting en de benoeming der finan- tii'ele commissie. De begrooting is al klaar gemaakt in 1914. Dit was noodig ter verkrijging van booger subsidie in verband met de splitsing der klassen. De begrooting is dan ook reeds bij den Minister ingediend en goedgekeurd; ze sluit in ontvangst en uitgaaf met een bedrag van f 19550. De Provinciale subsidie bedraagt f2550, d.i. 13% der totale uitgaven, doch de Gedeputeerde Staten blijven 10% handhaven. Dit geeft f605 ver schil. Blijft de toevloed der leerlingen uit Baarn, Soest en Zeist als tot nu toenemen dan wordt dit tekort hier door gedekt. Genoemde Gemeenten subsidieeren n.l. per leerling. De splitsing van de 4e klas wordt ook noodzakelijk, waardoor de totale uitgaven f20.600 zullen worden. Hier voor zijn de duiten op bet oogenblik nog niet aanwezig, doch bet bestuur hoopt door een zuinig beheer deze meerdere uitgaven te kunnen dekken. Een der leeraren is in Frankrijk ge mobiliseerd. Aan zijn vrouw wordt het halve salaris, zijnde f750, uitbetaald. Hoewel de Vereeniging dit eigenlijk niet kan dragen, hoopt het bestuur ook deze finantieeie bezwaren te boven te komen. Hierna wordt de begrooting met algemeene stemmen goedgekeurd. In de commissie tot nazien der reke ning en verantwoording worden ge kozen de beeren Van Reigersberg Versluys, E. v. Vollenhoven en Fontein Historisch romantisch verhaal. 11) De abt Engilbert liet hein stil mokken en trok met al de monniken naar don berg. Heribald bleef in de abdij, liep den geheelen dag in het bosch te dwalen of legde zich ergens te slapen. Daar kamen plotseling de Hongaren. Zij zagen den monnik die daar alleen bij de abdij stond, vlogen van hun paarden en grepen hem aan. Die monnik sloeg in zijn onnoozel- heid echter zulke vreemde taal uit dat de ruwe mannen hem loslieten, hem op don schouder klopten en uitnoodigden bij hen te komen zitten. Zij zetten zich daarop aan een maaltijd waarbij zij groote hoeveelheden vleesch nuttigden en Heribald de lek kerste beetjes toestopten. Zij schonken den wijn uit groote kannen en Heribald werd rijk bedeeld. Zij lieten hom vertellen over de schrielheid van den monnik, die hem het leder voor zijn schoeisel had moeten verstrekken en gierden het uit bij het verhaal dat de onnoozele hun deed. Zij krenkten hem geen haar, ja, zij waren een en al vriendelijkheid voor hem en trachtten hem het een of ander genoegelijks aan te doen. I Zij hadden wijn iD overvloed medegebracht, maar toch gin gen eenige mannen naar de kelders der abdij om te zien of daar soms nog wijn lag. Zij vonden er de twee groote vaten en wilden die juist opensteken toen Heribald naast hen kwam staan en met een vriendelijk, onnoozel gezicht zei; „Och laat dat, gij hebt toeh wijn genoeg en dan hebben wij ten minste nog iets als gij weer vertrokken zijt." Zij keken hem aan en schaterden het uit. Maar zij lieten den wijn onaangeroerd. Daar klonk plot seling hoorngeschal. De Hongaren sprongen op hun paarden en renden weg. Heribald glimlachte, keek ze na en bleef alleen achter. Hij ving zijn leven van omzwervingen weer aan. De abt had echter een paar monniken gezonden om hem op te sporen en die vonden hem in het bosch. Zij namen hem mede naar de sterkte. Hier werd hij door allen omringd en met vragen over stelpt. Heribald was echter niet bijzonder in zijn humeur. Hij kon geen kwaad hooren van de Hongaren. Hij zei dat het aardige menschen waren en dat zij hem volop te eten en te drinken hadden gegeven en hij het nog nooit zoo goed gehad had als bij deze vriendelijke mensehen, die zoo aardig voor hem waren geweest, hem op den schouder hadden geklopt, hem hadden toe gelachen, hem hadden laten deelen in het beste dat zij hadden." Hier hield broeder Anselmus op bijna buiten adem van het praten. Sicco keek hem aan en bleef een oogenblik sprakeloos. Eindelijk zei hij„Wonderlijk, gelooft gij wel beste Anselmus, dat gij nu bijna woordelijk vertelt wat mijn moei Kunegunda en ik van mijn oom Hendrik te hooren kregen. Ik behoef dus niet te vragen of het een waar verhaal is." „Het verhaal is zeer aardig," merkte Tetburga op. „En ik kom in de verzoeking hetzelfde te zeggen als de keizerin. Ook ik denk als ik dit hoor„Zalig zijn de onnoozelen."" Juist kwam Ludigman met zwaren tred den tuin binnen stappen. Zijn breede, hoekige gestalte, van forsche kracht ge tuigende, plaatste zich tusschen het drietal en de zon. „Wel gij zit hier niet onaardig. Het huis was leeg en ik wist waarlijk niet waar gij allen waart. Gelukkig kwam ik op de gedachte eens in den tuin te gaan zien. Wel broeder Anselmus, hoe bevalt u de zieke?" „Oh, dat gaat gelukkig heel goed," antwoordde Anselmus, „als hij zoo doorgaat, zal hij weldra geheel hersteld zijn." „Ik gevoel mij toch nog erg zwak," merkte Sicco op. „Ik kan mij niet zoo bewegen als ik gaarne wildeer is iets dat mij niet bevalt."

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1