NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor do Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BREDERODE DE EDELSTE.
vNu. 95.
Zaterdag 27 November 1915.
44e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Holland neutraal.
DE OORLOG.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
- Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Laugestraat 17. Telephoonn. 69.
AD VER1 ENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De verschrikkingen van den oorlog
gaan ons land wellicht voorbij. Neem
een kaart van Europa, veif de oor
logvoerende landen zwarl, en ge zult
u erover verbazen.
Wij zien dus van hier uit den bek-
.-nketel koken. Millioenen gingen erin
èn onder en men vraagt z'Cb af, waar
<rt einde is. Rustig lezen we echter
ze kiant, en vernemen van de moord-
lijen elders....
En toch is het niet onze v e r d i e n-
ste, als wij gespaard blijven van het
ontzettende leed, dat iri de wereld ge
leden woidt. Toevallige omstandighe
den houden er ons buiten. Vandaag
zij, moigen wij misschien. Wie daar
va'len en een dioeven dood sterven,
zijn menschen als wij. Wie daar ver
minkt voor hun leven rondstrompelen,
zijn onze natuui genooten. Is het vol
doende als we de telegrammen lezen
ot overslaan, geld geven voor het
steuncomité of ondersteuning ontvan
gen in onzen nood, trachten te ont
komen aan werkloosheid of geld zien
te verdienen aan den oorlogshandel?
Het is gelukkig, dat wy buiten
den oorlog blijven, en geen mensch
met een geweten zal anders verlangen.
Wat zouden wij als klein land uit 'i
stroo kuunen zetten om de schaal naar
de eene of de andere zijde te doen
ovei slaan. Zelfmoord ware bet eD
anders niet I
Maar voor een land, met zooveel
koopmansgeest als bet onze, is het
geen zuivere winst als het daarbij
blijft! Er moet tegen dat onschatbare
voordeel der neutraliteit iets over
staan. Er valt een plicht le vervullen
jegens Europa, jegens de wereld, naar
mate onze zwakke krachten dat mo
gelijk maken. Het is de plicht, om
althans te trachten de wereld voor
verder onheil te behoeden, als deze
nachtmerrie van ons is weggenomen.
Zonder bluf, zonder grootspraak, zon
der reclame maar met ernst en
met geestdrift. De 20e eeuw begint
pas, hoeveel onheil kan zij der rnensch-
beid nog baren, als er geen middelen
gevonden worden om het te verhoeden!
De natie, de mensch in den oorlog is
tot alles in staat, tot al wat monster
achtig is en barbaarsch. Die oorlog
moet voorkomen worden. Deze
krijg is er, maar alles roept om den
strijd tegen latere oorlogskansen. Zelfs
is het van groot belang, hoe deze
oorlog eindigt. En vooits moet de
wereld tot bezinning komen en zich
voornemen, met weer een reusachtig
krankzinnigengesticht te worden.
Het is onze dure plicht, daarvoor ta
werken. Het is de plicht onzer
neutraliteit! Wij komen er nog
gemakkelijk af als we dat kunnen doen
zonder meer! En vruchteloos kan dat
niet zijn. De wil in de massa opwek
ken om. in samenwerking met de
mannen en vrouwen van kennis eri
wetenschap, maatregelen voor te be
reiden om den oorlog als geesel der
menschlieid te bestrijden, dat is een
taak. die eenmaal moet slagen, on-
rtanks de schrijnende teleurstelling
van deze dagen.
Dit werk is gaande, op initiatief
van den Ned Anti-Oorlog Raad. Men
kan het geringschatten, men mag er
over meesmuilen, wij bereiden de
algemeene opinie voor op betere tijden!
Wij danken voor den ondervonden
steun, maar vragen om meer. Van
heinde en ver, uit schier alle landen
der wereld hebben wij de menschen
samengeroepen om te beraadslagen
over wat er te doen staat als de vol
geren door den oorlog zijn uitgeput.
Geen dwaze plannenmakerij, maar wel
overwogen arbeid van mannen en
vrouwen, die het droomen hebben
verleerd, maar die toch niet tot doffe
berusting in dit wereldleed, tot cyni
sche onverschilligheid of laffe zelfzucht
zijn vervallen.
Neutraal Nederland! De besten der
menschheid rekenen op U, om bet
middelpunt te vormen van een nieuwe
beweging, voor een nieuwen, duur-
zarnen vrede. Leiden de omstandig
heden ertoe, dat een ander land het
wordt ook goed. Dan richten wij
daarnaar onzen blik.
Doch in teder gevalde plicht roept
ons om te werken voor een betere
toekomst.
Neutraliteit tegenover dezen plicht
is misdaad!
Overgenomen uit »de Toekomstige
Vrede'' hoofdorgaan van den Nederl.
Anti-Oorlog raad).
De vlange duur" de vijfde bondge
noot.
Merkwaardig hoopvol zijn de be
schouwingen over de toekomst van
de zijde der Entente ten bestegegeven.
De Russen noemen den tijd hun vijf
den bondgenoot. Even optimistisch
uit zich nu weer de Petersburgscbe
correspondent van de Temps. De Duit-
schers, zegt bij, gaan maar door hun
oostelijk front van troepen te ont-
blooten, welke troepen voornamelijk
naar het westelijk gevechtsterrein wor
den vervoerd. De Duitschers zouden
zich echter wel eens kunnen vergis
sen. De vijand beeft in bet binnen
land niet meer de beschikking ovei
groote reserves en is dientengevolge
genoodzaakt bet oorlogsterrein, waai
de toestand het neteligst schijnt, op
een gegeven oogenblik te versterken
ten koste van andere oorlogster
reinen.
De beschouwing eindigt met de
ontevredenheid in Duitschiand te be
schrijven en zegt, dat door afname
van zijn weerstandsvermogen Duitsch
land er toe geleid wordt, de mogelijk
heid van een vrede te overwegen.
Lord Kitchener heeft op even hoop-
vollen toon gesproken te Athene Hij
erkende, dat de geallieerden toen de
oorlogsverklaringen werden overhan
digd, nog niet gereed waren voor een
campagne van zoo langen duur, maar
dat men had weten le profiteeren van
den lijd, sedert het begin van den
oorlog verstreken om alle toebereid
selen te treffen. Engeland zal met
Maart 4 millioen soldaten te velde
hebben, en in staat zijn 6 millioen
Russen te wapenen en hun voorraden
te vernieuwen.
Men zou dus wel zeer naïef moe
ten zijn, aldus lord Kitchener, om te
gelooven, dat de oorlog anders zou
kunnen eindigen dan met Duitschlands
ondergang.
Generaal JolTre's vertrouwen op de
toekomst.
De generaal heeft een Spaansch
Kamerlid uit Catalonië te woord ge
staan, welke volksvertegenwoordiger
in een krant uit Barcelona iets heeft
medegedeeld van zijn gesprek melden
Fransehen opperbevelhebber.
Joflie, zegt senor Juoquin Salvatolla
houdt verblijf in een villaatje, midden
in een tuin gelegen. Het hoofdkwartier
en de bureaux van den staf bevinden
zich in een hotel op een kwart mijl
afstands. Door niets zou men op het
idee komen, dat hier de man woont,
die het bevel voert overeen der groot
ste legers, dat ooit heeft bestaan.
Geen schildwachten aan de deur en
geen heen-en-weer-geloop van gene
raals en andere officieren.
Het gesprek kwam op den oorlog
en senor Stlvalella zegt, dat Joffre's
woorden indruk maakten door hun
welbewust optimisme. We hebben
angstige dagen doorgemaakt, merkte
de generaal op; we hadden het heele
Duitscbe leger tegenover ons, maar nu
vormen we een onoverkomelijken slag
boom. Ik zeg met dat er geen loop
graaf in handen van den vijand zal
kunnen vallen of dat we bij een of
ander gevecht niet de nederlaag zullen
kunnen lijden, maar binnen 24 uur
zouden we ons hersteld hebben.
We zullen niet achterwaarts beboe-
stellingen dat is onmogelijk. Thans
zijn wij de steiksten. En dat is niet
alleen mijn opinie, in het Duitscbe
leger denkt men hetzelfde. We zullen
methodisch en niet met groote spron
gen avanceeren. Ik geef graag toe,
dat ik zuinig ben op het bloed en
goed der republiek, maar wij zullen
voorwaarts gaan.
Wat er ook moge gebeuren op den
Balkan, de positie der geallieerde
legers hier zal er geen gevolgen van
ondervinden. Duitschiand doet wat bet
kan om Constantinopel te bereiken
vóór de geallieerden.
Hat heeft een overwinning noodig,
al is het ook meer een schijn dan een
werkelijke zege. Het volk, de kleine
burgerij is den oorlog moe. Dit blijkt
ons zoowel uit de uitlatingen onzer
krijgsgevangenen uit den laatsten tijd,
als uit andere bron.
Doch aangenomen, dat de Duitschers
baas in Constantinopel worden, de
beslissing van den oorlog ligt toch op
dit front. In hun hart denken de
Duitschers dat ook, eu zij bewijzen bet
door twee derde van al hun ktijgs-
macht tegenover ons te plaatsen.
Duitschiand is sterk, maar het is niet
onuitputtelijk. De uitgestrektheid van
zijn fronten zal natuurlijk afbreuk doen
aan zijn kracht.
Zuiderzee.
Naar thans kan worden medegedeeld,
is het wetsvoorstel betreffende droog
legging van de Zuiderzee naar den
Raad van State verzonden.
Verkiezing Eerste Kanier.
Tot lid der Eerste Kamer werd door
de Provinciale Staten van Noord-Bra
bant eergisterenmiddag gekozen in de
vacature-mr. Regout, de heer R. Die
pen, lid van de Provinciale Slaten, te
Tilburg, met 44 der 56 uitgebrachte
ven te trekken uit onze tegenwoordige stemmen.
Historisch romantisch verhaal.
18)
„Gij zeidet," hervatte Tetburga, „dat één vrouw gezegd had
dat gij zoo belangeloos en onbaatzuchtig waart."
„O ja, dat was de gravin van Vlaanderen."
Tetburga keek snel op. Het gerucht ging immers dat Sicco's
nicht, de gravin van Vlaanderen, verliefd op hem was geweest.
Sicco vervolgde
„Zij zei gedurig: gij moet dat aan mijn man vragen, en dan
weer: gij moet die waardigheid of betrekking zien te krijgen,
nmar ik wilde er nooit iets van weten. Ik wilde in geen geval
gunsten of schenkingen aannemen van haar man."
Weer kwam er een levendige, vragende uitdrukking in Tet-
burga's oogen.
„Waarom niet?" vroeg zij.
„Omdat, zooals ik had bemerkt, hij een doodsvijand van ons
stamhuis was," antwoordde Sicco eenvoudig.
Tethurga's gelaat klaarde op. Blijkbaar had zij een ander ant
woord verwacht.
Op dit oogenblik werden zij door een alleraardigst tooneel in
hun gesprek gestoord. Vlak onder hen ging een optocht voorbij,
een optocht met muziek. Muziek van fluitjes namelijk. Drie
jongens tusschen 10 en 14 jaar bliezen vrooljk allerlei deuntjes
en liepen met een ernst alsof zij klaroenblazers waren die een
grafelijken stoot vooraf gingen. Onmiddellijk achter hen volgde
een van Ludigmans kleinste hooiwagens, niet getrokken door een
paard maar door een twintigtal jongetjes en meisjes wier hoofdjes
met groene bladeren en korenbloemen waren omkranst. De wagen
zelf bevatte het laatste vrachtje hooi en op dat hooi lagen eenige
kleinere jongens te spartelen. Boven den wagen staken groote
takken met bladeren als groene vlaggen uit. Het gelach en
gezang en gefluit steeg naar Sicco cn Tetburga op. Achter den
wagen, die natuurlijk met horten en stooten voortging, zag men
een zestal meisjes, die op de maat der muziek meer huppelden
dan liepen en elkander zoo nu en dan om het middel grepen
om eens rond te draaien. Het was een alleraardigst tooneel.
Maar toen de optocht haast voorbij was, kwamen de twee hekke-
sluiters. Een jongen en een meisje, geen van beiden stellig ouder
dan zeventien jaar. Zj lieten do vrooljke gasten stil voor zich
uitgaan en genoten in elkanders gezelschap. Wat zag hj er hupsch
uit in z jn grjzen 1 jfrok met den breeden lederen gordel, wat was
z j allerliefst met haar rokje met groote blauwe en witte verticale
strepen. Hj had zjn linkerarm om haar hals geslagen en zj haar
rechterarm om zjn middel, hun wangen raakten bijna elkander.
„Worp en Tita," mompelde Tetburga terwjl zj lachend maar
toch met een peinzenden blik in haar oogen naar hen keek.
„Gelukkige Worp," zei Sicco die met een soort van afgunst
naar den jeugdigen hoorige keek.
Tetburga zweeg, maar ook in haar hartje had het geklonken
Gelukkige Tita.
Zoo zaten zj zonder een woord te spreken tot Worp en Tita
den voet van het duin voorbj waren en door de kromming van
den weg aan hun oogen waren onttrokken. In haar gedachten
zag Tetburga nog eenigen t jd Tita zooals z j daar met haar krans
van korenbloemen in het haar en haar klaproos op de borst, een
en al geluk, haar voorbj was getrokken.
Zj keek met een glimlach naar Sicco op.
„Gj zeidet dat gj voor uw broeder wenschtet dat gij met hem
verzoend waart. Gj zeidet ook dat gj het ook voor uzelven
wildet, waarom?"
{Wordt vervolgd).