NIEUWE
Nieuws- eii Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht. j|||
No. 10!
Zaterdag 18 December 1915.
44e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG ER ZATERDAG.
Lezers van de Nieuwe Amersfoortsche Courant.
HET GEHEIM VAN DEN LOLAH.
:iie
DE OORLOG.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. OU.
ABVER1ENTIÜN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
WILT U meedoen aan de GROOTE WEDSTRIJD die in het
eerstvolgend nummer (No. 39) van onze Premie «Pak me mee»
zal voorkomen P
Geeft dan nog heden uw naam en adres op aan het bureau
van ons blad.
Door den Uitgever wordt niet minder dan voor DRIE
HONDERD GULDEN aan prijzen uitgeloofd. In dat zelfde
nummer begint de hoogst boeiende roman van den bekenden
schrijver William Le Queux, getiteld
Spannende Sensatie-roman uit het Russische leven.
INTEEKENBILJET.
Ondergeteekende wenscht geregeld „Pak me
mee" te ontvangen
a 3 cents per week.
Naam
Woonplaats:
Duidelijk invullen s. v. p.
De gruwelen van den oorlog.
Na welhaast 17 maanden langden
wereldoorlog te hebben beleefd,, is
men aan zijn gruwelen gaandeweg ge
woon geraakt Berichten van massa
slachtingen, van wreedheid, van bar
barisme, van verdierlijking, zooals elke
oorlog ze meebrengt en welke de mo
derne ourlog van dien van voorheen
in toenemende mate heeft overgeërfd
berichten die ons in de eerste oor
logsdagen deden buiveren, ook al ga
ven zij slechts een koude opsomming,
wij lezen ze tegenwoordig onbewogen,
zóó heeft de oorlog zelfs ons, die het
geluk hadden er buiten te blijven, aan
zijn afschuwelijkheid gewond. De ont
roering, welke voor den ooi log be
richten van groote rampen, waarbij
de slachtoflers bij tien-of honderdtal
len vielen, bij ons opwekten, zij blijft
uit, sedert de wereldramp viel, bij de
oorlogsberichten welke spreken van
duizenden menschenlevens, niet bij
ongeluk verloren gegaan, maar met
opzet, volgens vooraf beraamde plan
nen.
Afgrijselijk is de oorlog, wij gevoe
len bet allen, maar hoe afgrijselijk hij
is, dat kunnen zij slechts weten, die
bem van nabij gezien hebben.
De berichten, die vau het oorlogs
terrein worden doorgelaten geven
slechts een zeer onvolkomen beeld
van de verschrikkingen, welke daar
rondwaren; 't ergste wordt door de
hoofdkwartieren en generale staven
zorgvuldig achterwege gehouden. Wan
neer militairen van het oorlogsterrein
voor korten tijd thuiskomen eu dan
de berichten lezen omtrent de ge
beurtenissen welke zij hebben bijge
woond, ervaren zij hoe onvolledig
die berichten zijn er angstvallig op
berekend, om den waren toestand te
bemantelen.
Deze ervaring werd ook gemaakt
door een Duitscben Feldwebel wat
wij zouden noemen een sergeant-
majoor die na 16 maanden achter
een op het oorlogsterreio iD België te
zijn geweest, voor 10 dagen met ver
lof naar huis gezonden was.
Op het oorlogsterrein bad hij gru
welen bijgewoond, die hem deden wal
gen, ellende en honger geleden, maar
daar vertelde men, dat in het vader
land alles best ging, dat er geen ge
brek werd geleden, dal er voor de
betiekkingen van hen, die te velde
waren uitmuntend werd gezorgd.
Er wordt wel eens wat gemompeld
door hen, die van verlofterugkeeren,
dat het thuis lang niet zoo rooskleurig
is, als de officieren wel wilden doen
gelooven, maar veel durven de terug
gekeerden toch niet vertellen, bedwon
gen als zij worden door de ijzeren
discipline.
Toen onze Feldwebel echter, na met
veel moeite zijn 10 dagen verlof te
hebben verkregen, thuis kwam vond
hij daar den toestand afgezien dan
van de menschenslachtingen al even
treurig als op het oorlogsterrein.
Ellende hier, ellende daar! Mislei
ding hier, misleiding daar.
In de berichten, die in Duitschland
verspreid worden van den oorlog, wordt
veel verzwegen, de tegenslagen, welke
de Duitscbe legers ondervinden, blijven
verborgen, kleine succesjes worden op
geblazen tot schitterende overwinnin
gen. De volksklasse in Duitschland
lijdt hoDger in de naakte beteekeuis
van het woord. De pi ijzen der eerste
levensbehoeften zijn gestegen tot in
het buitensporige. In Nederland klagen
wij over de duurte der levensmiddelen,
maar die zijn hier te geef vergelekeö
bij hetgeen men er in Duitschland
voor betalen moet. Ook de zorg voor
de gezinnen van hen, die in den strijd
bun leven wagen voor het vaderland,
laat alles te wenschen over. De uit—
keeringen staan nog op dezelfde hoogte
als toen de oorlog uitbrak, met de
prijsstijging wordt absoluut geen reke
ning gehouden en stuk voor stuk moet
verkocht of beleend worden om den
honger buiten de deur te houden,
die dan eindelijk, als het laatste stuk
is weggebracht, vrij toegang tot de
woning beeft. De Duitsche overheid
is zelfs zoo karig dat zij de uitkeering
inhoudt van de soldateD, die met verlof
naar huis gaan. De vreugde, die men
|daar ondervindt, den man en vader
weer gedurende eenige dagén bij zich
le bebben, wordt dus onmiddelijk weer
vergald, doordat de inkomsten ophou
den en er een mond meer te voeden is.
Zoo keerde de Feldwebel, na afloop
van zijn verlof, terug naar België,
waar bij van het begin van den oorlog
geweest was, alweer een illusie armer.
Hij was ingedeeld bij het leger van
Von Kluck, dat voor Duinkerken ligt
en moest terstond na zijn terugkeer
weer naar bet front. Wat hij daar
vroeger al had doorgemaakt, stuitte
bem zoozeer tegen de borsi, waar dan
nog bij kwam de tbuis opgedane er
varingen, dal hij besloot tedeser teeren.
Tegen eenigen van zijn manschappen
die hij verirouwan kon, sprak hij dit
voornemen uit en 4 waren onmiddellijk
bereid om met hem mee te gaan.
De vlucht was niet zoo moeielijk.
De Belgische boeren verheugen zich
er steeds in, als Duitsche militairen
deserteeren en in dit opzicht hebben
zij reden tot verheugenis te over. Het
aantal Duitsche deserteurs is legio,
ODze zegsman wist ons te vertellen
dat er in België, alleen id de maand
November, 2600 soldaten gedeserteerd
zijn. Als de boeren het zonder gevaar
kunnen doen, helpen zij de deserteurs
gaarne, verbergen ze, verschaffen hun
burgerkleeding, geven bun eten, wijzen
bun de wegen waar zij het minste
gevaar loopen ontdekt te worden. Zoo
wist ons 5-tal ook weg te komen en
bereikte bij nacht de grens van Slaats-
Vlaanderen. De elecirische draad was
hun ook geen beletsel, want de Feld
webel oefende in het burgerleven het
beroep van electrieien uit. Bij nacht
circa 500 M. van den grens-wachtpost
verwijderd, maakte hij een giondge-
leiding om den stroom af te voeren
en sneed toen met een isoleerscbaar
een stuk uit den draad, groot genoeg
om hem en zijn makkers door te laten.
Zoo kwamen zij op Hollandsch ge
bied, liepen Daar Terneuzen en voe
ren daar over naar Vlissingen. Van
Vlissingen kwam de Feldwebel te Rot
terdam, waar bij nu hoopt in zijn vak
werk te zullen vinden Hij bracht ook
een bezoek aan ons bureau en heeft
ons ontzettende dingen van het oor
logsveld meegedeeld.
Zooals we reeds zeiden was hjj van
het begin van den oorlog af steeds
in België geweest. Hij diende bij de
Sanitats troepen, die zich in 't ge
vecht direct achter de strijdende linie
bevinden en wier taak het is, na den
slag de gewonden op te zoeken, welke
dan door Roode-Kruissoldaten worden
weggedragen. Van die Roode-Kruissol-
dateo vertelde hij ons weinig loffelijks:
velen van hen maken zich schuldig
aan het berooven der dooden en ge
wonden en zij zien er zelfs niet tegen
op, wanneer zij een ring niet snel ge
noeg van een vinger kunnen krijgen
dien vinger af te snijden. Wordt zulk
een roover betrapt dan krijgt hij onver
biddelijk den kogel en onze zegsman
had er dan ook als commandant vari
de patrouille, deels op last van den
begeleidende officier, of, zoo er geen
officier bij aanwezig was, op eigen
verantwoording, gedurende den oorlog
een 40-tal doen doodschieten, den
Zondag voor hij deserteerde nog een.
Even slecht als over de Roode-Kruis-
soldaten is hij echter ook te spreken
over de militaire artsen, die het Duit
sche leger vergezellen en de behan
deling der gewonden over bet alge
meen noemde hij schandelijk. Het
laven van een «gemeen soldaat" telt
bij die heeren eenvoudig niet en zij
verwaardigen zich niet, de gewonde
soldaten le verbinden. Dat lieten zij
aan de Saniiais-soldaten over. Een
vluchtig onderzoek, wat meestal niet
meer is dan seven kijken" en de dok
ter geeft last de gewonden naar een
van de Belgische steden of naar Duitsch
land te vervoeren, zonder er zich
rekenschap van te geven of de toe
stand van alle gewonden het vervoer
wel toelaat. Ook dat vervoer geschiedt
zeer roekeloos zoodat er onderweg veel
meer sterven, dan er op hun bestem
ming aankomen.
Telt hel leven van den gewonden
soldaat al weinig voor de «meerderen,»
even weinig eeibied hebben zij voor
het leven der ongeleerden.
Bij een aanval loopen de officieren
steeds, met de revolver in de hand,
achter de soldaten en wie slechts even
aarzelt, wordt neergeschoten. Dat is
de oorzaak, dat de Duitsche soldaten
ook tegen het felste vuur van den
vijand instormen. Vrijwillig of uit eigen
moed of doodsverachting zouden velen
hunner het zeker niet doen, maar zij
weten, dat de kogels van hun eigen
officieren hen van achteren zeker zullen
treilen, terwijl er al lijd nog kans be
staat om door het vuur van den vijand
voor hen ongedeerd te worden gelalen.
Ziet men een soldaat, die voor den
vijand vlucht, dan krijgt ook hij on
middellijk den kogel. Daarvan bad onze
zegsman een sterk staaltje bijgewoond.
Bij Drie Grachten was op zekeren
nacht de schildwacht op zijn post bij
een loopgraaf in slaap gevallen.
Daar naderden de Indiërs overvielen
don slapenden schildwachten maakten
hem af.
De mannen in de loopgraaf werden
in hun slaap door de Goerkha's over
vallen, maar in de loopgraven slaapt
de soldaat steeds met 't geweer ui
den arm, zoodat de mannen zich toch
verdedigden. Er onstond een hevig
gevecht, maar de Duilschers waren in
de minderheid. Zij vochten tot dat er
maar 15 over waren. Dezen, ziende
dat zij tegen de overmacht niet op
konden, vluchtten dochwerden
uit de naburige loopgraven door hun
eigen kameraden neergeschoten op
bevel der officieren.
De verliezen der Duitscbers zijn ver
schrikkelijk, veel erger dan in de be
richten vermeld wordt. Niet lang ge
leden kwam, op het front van Ostende
Duinkerken, het 21 '2e reserve-regiment
zoo kersverscb uit Duitschland aan
De soldaten moesten zoo uit den trein
in het gevecht en van de 3400 manj
zjjn er slechts 562 teruggekomen.
Den 16en November 1.1. kreeg het
76e infanterie-regiment bevel de heu
vels bij Combres te bestormen. Bij
dezen stormaanval zijn 1762 Duitscbers
gevallen, waaronder, 96 officieren.
En al die verliezen baten niets. In
4 maanden tijds is het Duitsche leger
op de linie OstendePopermgbe—
Duinkerken nog geen slap vooruit ge
komen.
Gruwelijk wreed zijn de Duitschers
iD hun wijze van oorlogvoeren een
wreedheid die van hoogerhand, door
de bevelvoerende generaals wordt ge
last. Reeds bij het begin van den
oorlog nas het zoo en het gaat op
dezelfde wijze voort tot op nu toe.
De Feldwebel had ook het beleg
van Luik bijgewoond en daar al had
generaal Von Emmieh het consigne
uitgegeven: «Gevangenen worden niet
gemaakt.» Bij duizenden zijn de on
gelukkige Belgen daar letterlijk ge
slacht.
Ook generaal Von Beseier, wiens
leger naast dat van Von Kluck ligt,
heeft bevolen, geen gevangenen te
maken.
Doch ook daar, waar zulk een bevel
niet gegeven is, brengt men vele ge
vangenen om en het zijn vooral de
Franscbe krijgsgevangenen, waarop
deze moordlust zich botviert. Onze
zegsman verzekerde ons, dat zeker de
helft van de krijgsgevangenen wordt
omgebracht en het zijn voornamelijk
de Beieren, die zich daaraan schuldig
maken.
Bij 't escorteeren van krijgsgevan
genen nemen deze bun geweren niet
mee, maar in een hunner laarzen
dragen zij een koit mes, waai mee
onderweg verscheidene gevangenen
worden afgemaakt.
Na den slag bij Maubeuge vielen
40 000 ongewonde Franschen als ge
vangenen in handen van bel leger van
den Duitscben kroonprins, doch van
dezen zijn er slechts 32.000 in Duitsch
land aangekomen, 8000 zijn op reis
daarheen vermoord.
Bij de verovering van de vesting
Manon Villiers door de Duitscbers bob
ben zij zelfs de artillerie gebruikt, om
de krijgsgevangenen af le maken Daar
zijn 14 000 weerlooze menseden door
het kanonvuur in koelen bloede ge
dood. Up het plein voor bet fort lagen
de lijken meer dan een meter hoog
opgehoopt.
Dit zijn nog slechts enkele grepen
uit de ervaringen welke de Feldwebel
in die 16 maanden van modern oor
logvoeren heeft opgedaan.
Rolt. Nieuwsblad.
Buitengewoon crediet.
Het aangekondigde vooisiel tot tiet
verhoogen van het buitengewoon cre
diet voor 1915 met 50 millioen gulden
heeft thans de Tweede Kamer bereikt.
Blijkens de toelichting van den
Minister van Oorlog bedragen de eigen
lijke mobilisatiekoster) in 1914 in het
geheel f 64 000.000.
Wat de verhooging van het crediet
voor dit jaar betreft, deelt de Minisier
mede, dat ook voor het loopende
kwartaal, orn verschillende redenen,
veeleer stijging dan vermindering van
de buitengewone uitgaven is te wachten.
Hij wijst o.a op de doorgaande uit
breiding van de legersterkte, die eerst
tegen het einde des jaars door bet
vertrek van landweertroepen vermin
dering ondergaat; op de kosten van
uitrusting, bewapening enz. van den
landstorm; op de belangrijke sommen,
benoodigd voor de aanschaffing en den
aanmaak van munitie; op de kosten