NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor ie Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
No. 31.
Zaterdag 15 April 1316.
45e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE OORLOG.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 09.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 71/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Ellende te Triest.
De Daily Telegraph bevat eene be
schrijving van den toestand te Triëst
van eenen reiziger, die dezer dagen,
na een langdurig verblijf aldaar is
teruggekeerd.
De bevolking is tot 80 000 zielen
verminderd. Zwermen katten en ratten
zijn door voedselgebrek de straten
opgejaagd en dat in zoo groot aantab
dat er een geregelde verdelgingsdienst
georganiseerd moest worden om de
katten, die door honger gedreven zelfs
menschen aanvielen, te dooden. Ei
waren dagen, dat et 800 katten ge
dood weiden.
De straten zijn vol vrouwen en
kinderen, die gebrek lijden en vele
kinderen zijn er reeds van honger
omgekomen. De hiooiiiantsoenen zijn
tot 210 gram per dag en per pe: soon
teruggebracht. Hei biood is zeer slecht
en het is verboden koek, gebak of
andere lekkernijen te bereiden. Viscb
is er evenmin te kiijgen omdat het
visscben verboden is. Slechts enkele
bevoorrechten konden nu en dan eene
kleine boeveelheid koopen van de
matrozen, die hiervoor eene speciale
vergunning noodig hebben. Op Maan
dag en Vrijdag is de verkoop van
vleesch en boter verboden.
Bijna dagelijks vliegen er Italiaan-
sche machines boven de stad, maar
in de oiïïeieele berichten wordt hier
van geene melding gemaakt.
Tengevolge van de scbaarscbte aan
steenkool is bet den bewoners on
mogelijk hunne woningen te verwar
men, ofschoon het hevig koud is. Er
is geen gas meer en de duisternis op
straat is zoo volkomen dat er reeds
vele personen in het door de stad
loopeode kanaal zijn gevallen en ver
dronken. Het is noodig gebleken om
langs bet kanaal leuningen te maken.
Overal heerschen ellende en onte
vredenheid en zoo Engeland de blok
kade verscherpt, zoodat de aanvoer
van levensmiddelen nog meer ver
mindert, dan zal Oostenrijk niet in
staat zijn h >t nog een jaar vol te
houden. De voornaamste bron van
bezorgdheid der autoriteiten is de
schaarschte aan meel en de bladen
bevatten herhaaldelijk ofïicieele kennis
gevingen, waarin recepien voor brood
surrogaten en voor spijzen, die uit
andere voedingsmiddelen kunnen be
reid worden.
Kortom Triëst is thans de »hon-
gerstad."
Een zeppelinaanva! afgeslagen.
Een correspondent van de Daily
Chionicle geelt devolgendebescbrijving
van een episode uit den laatstee Zep-
pelinaanval op Engeland:
Met groote voldoening was de
bui gei ij vangetuige van de warme
ontvangst, die een Zeppelin, die een
aanval deed op de stad, welke aan
de oostkust van Engeland is gelegen,
te beurt viel.
Het luchtscbip was nog pas een
paar mijl van de kust gekomen, toen
de zoeklichten, welker stralen als een
lichtend netwerk langs den hemel
gleden, het ontdekten. Het bad reeds
zonder resultaat drie bommen laten
vallen, toen bet plotseling stil bleef
hangen, bestraalt door het zoeklicht.
Het zweefde op veel geringere hoogte
dan gewoonlijk. Blijkbaar wist de ge
zagvoerder niet, hoe te handelen, want
bet luchtschip bleef minstens vijf
minuten lang onbewegelijk op de
zelfde plaats. Intusscben ontploften
de granaten er om been met dreunende
slagen.
Het was een schitterend schouw
spel, dat de groepen toeschouwers
zoodanig boeide, dat zij hun zenuw
achtigheid er bij vergaten. Sommige
granaten barstten te laag, maar einde
lijk scheen een welgericht scbot het
achtergedeelte van de Zeppelin te
raken. Plotseling stak het den kop
omhoog en verdween het met groote
snelheid, achtervolgd door de intus
scben aangekomen vliegmachines. Toen
het de laatste maal waargenomen werd
vlood het in volle vaart in de rich
ting van de zee.
De nutteloosheid der Duitsche
overwinningen te land.
jOver winningen te land kunnen
slechts weinig tot de overwinning in
een grooten oorlog bijdragen, tenzij
daarnaast de macht ter zee staat.
Deze meening wordt door een mede
werker van de New York Tribune
geuit in een artikel in dat blad, waarin
hij o.a. zegt:
De Engelsche zee-strijdmacht beeft
den oorlog, wat de zee betreft, in de
eerste dagen van den strijd gewonnen
en dat, zonder dat er een gevecht
h left plaats gehad.
Door deooi logsverklaring was Duitsch-
land een geïsoleerde natie geworden,
tenminste wat de zee-grenzen aangaat,
die aan de Oost-zee uitgezonderd. Zijn
handelsvloot was als van de zee weg
gevaagd of in de neutrale havens ge
ïnterneerd. Bijna onmiddellijk nadat
de eerste oorlogskreet weerklonken
had, waren Bremen en Hamburg ver
lamd en zij zijn het nu nog. Admiraal
Von Spee's eskader werd na zijn eerste
succes (het grootste in Duitschland's
geschiedenis als zeemogendheid) ver
nietigd. Alle oceanen waren open voor
de handelsvloten der geallieerden, maar
gesloten voor die van Duitschland.
Dank zij Engeland's macht ter zee
konden honderdduizenden soldaten van
Engeland en zijne koloniën naar Frank
rijk worden overgebracht. Engelsche
versterkingen van een millioen cnan
hebben er toe bijgedragen om het
westelijk front onwrikbaar te maken
en alle hoop op eene beslissing in
den landoorlog daar te verijdelen.
Het was de macht ter zee, die het
onvoorbereide Engeland en het ge
deeltelijk niet gereede Frankrijk in
staat gesteld heeft om de geheele in-
dustrieele organisatie der neutrale
landen, vooral die van Amerika te
gebruiken om legers te bewapenen,
ze van munitie en voorraden te voor
zien op eene schaal als waarop Enge
land en Frankrijk zelf dat nooit hadden
kunnen doen. De helft van het voor
deel, dat Duitschland door zijne betere
voorbereiding had, werd weggevaagd
toen de Engelsche vloot het mogelijk
maakte om Amerika tot de werkplaats
en voorraadschuur der geallieerden
te maken.
Ondanks al de sensationeele suc
cessen der duikbooten der Duitschers,
hebben die haar doel niet bereikt. Zij
hebben Engeland niet kunnen isoleeren
of uithongeren. De onderzeeër bestaat
niet meer als wapen in de nauwe
wateren, die de Engelsche kusten om-
spot len. In de Noordzee is zijn rol
uitgespeeld en de spoiadische gevallen
van succes in de Middellandsche zee
worden steeds minder talrijk.
Wat de oorlogsvloten betreft in de
enge zee tusscheri de Firth of Forth
en bet Kiel-kariaal liggen de beide
groote slagvloten elkander te bewaken,
maar de Duitsche vloot is hopeloos
zwak om buitengaats te komen zij is
in bet nauw gedreven, opgesloten en
belegerd. Zij kan wel naar buiten ko
men, evenals Cervera's vloot bij San
tiago, maar dan wacht haar hetzelfde
lot.
Servie's nieuwe leger is bijna
gereed.
Kort voor zijn vertrek uit Engeland
heeft de Servische premii r Pasjitsj,
die den kroonprins op zijne reis bege
leidde, aan een vertegenwoordiger van
de Daily Telegraph eene verklaring
afgelegd, waarin bij o.a. zeide:
De reorganisatie en de nieuwe uit
rusting van het Servische leger nade
ren hare voltooiing. Binnen zeer korten
tijd zal het in staat zijn om weder
zijne plaats in de gevechtslinie in te
nemen en aan de zijde der geallieerden
te strijden. Wij zijn den geallieerden,
die het gered en opnieuw strijdvaardig
gemaakt hebben, innig dankbaar. Of
schoon Griekenland er voor het oogen-
blik de voorkeur aan heeft gegeven
een andere gedragslijn te volgen dan
wij, hopen wij, dat het toch onze zijde
zal kiezen. Het zal Griekenland, dat
er tot dusverre nog niet in geslaagd
is, de verschillende nationaliteiten, die
het Griekscbe volk samenstellen, onder
ééne wet te vereenigen, niet mogelijk
zijn, zijne nationale idealen te ver
wezenlijken, tenzij het zich bij de
Entente aansluit.
Onze relaties met Roemenië zjjn zoo
goed mogelijk. Dat land heeft gedu
rende het geheele verloop van den
oorlog eene weifelende houding aan
genomen, maar moet ook nog, evenals
Griekenland zijn nationale eenheid
bevestigen, m.a.w. bet zal zich bij de
Entente moeten aansluiten. Het eigen
volk zou de regeering ernstige ver
wijten doen, zoo zij biertoe niet ge
bruik mocht maken van de gunstige
gelegenheid, die zich thans voordoet
en die misschien nooit zal wederkeeren.
Eene Engelsche overwinning in de
lucht.
De vlieger-kommandant R. J. Bone
heeft de Distinguished Service Oieder
gekregen voor den door hem bij de
achtervolging van een vijandelijk wa
tervliegtuig, dat hij 3D Engelsche
mijlen ver over zee nazette en tot een
gevecht dwong, betoonden moed. Bone
bestuurde bij die gelegenheid zelf
slechts een kleine land-vliegmachine.
Bone steeg, volgens het verhaal in
de Daily Chronicle, op toen de vijande
lijke machine nog in het gezicht was.
Bijna dertig mijlen vervolgde hij die
en door het grootere stijgvermogen
zijner machine slaagde bij er in 2000
voet boven zijn tegenstander te komen,
die op 5000 voet hoogte vloog. Zoo,
van boven af naar zijnen vijand neer
dalend, haalde hij hem spoedig in en
trachtte toen, al vurende, rechtstandig
op diens machine neer te duiken.
Deze beantwoordde krachtig het vuur.
Bone manoeuvreerde toen om boven
en vervolgens voor de vijandelijke
Naar het Duitscli van Estella Schünbcrg.
18
Om zichzelven dit vast en duidelijk voor te houden,
was wel is waar zijn geheele mannelijke kracht
noodig geweest, maar hij had ze gebruikt en nu
voelde hij ook, dat die hem nimmer zou verlaten.
Toen Oscar den volgenden morgen vroeg bij hem
kwam, om een kwartiertje met hem te babbelen,
zooals hij zeide, kon Herman hem een helder, rustig
gelaat toonen.
Niet lang hield Oscar het uit, om over onver
schillige dingen te praten, hij wierp het masker af
en met geheel veranderde uitdrukking op 't'gezicht
trad hij op Herman toe, greep zijn hand en sprak:
„Herman, er moet een eind aan komen zeg
mij om Godswil, hoe staat het tusschen jou en
Virginie? Ik wil het weten, twijfel en angst
dooden mij!"
Noch de oogen, noch de lippen van den jongen
arts verrieden eenige aandoening, toen hij ant
woordde
„Ik hoop, dat Virginie mij haar vriend zal noemen,
zooals ik altijd geweest ben en, zooals ik altijd
oprecht blijven zal."
„Niet meer, werkelijk niet meer?" vroeg Oscar,
hem onderzoekend aankijkend.
„Een vriend zijn," sprak Herman, „kan veel be-
teekenen in het leven. Je hebt me niet noodig te
vertellen, dat je Virginie lief hebt."
„O, Goddank, je weet het dus!" riep Oscar verlicht
uit, „zie, dat was mijn troost dezer dagen, als ik
vrèesde, ach, het is dwaas van mij, maar ik be
gon bijna boos op je te worden
„Boos, op mij?" vroeg Herman.
„Ja, Herman, vergeef het mij thans; ik gunde je
den voorkeur niet, dien Virginie je gaf, gisteren
ook weer!"
„Het zal een van haar plaagzieke buien geweest
zijn," zei Herman, ook half tot zichzelven.
„Je drukt het juist uit!" riep Oscar levendig.
„Ik zei het al tot mezelven, dat het haar meer
te doen was, om mij te plagen, dan om jou een
gunst te bewijzen, door op je gezelschap aan te
dringen. Maar niettemin bracht het mij in 't begin
haast buiten mezelven en had ik moeite mij goed
te houden."
„Bemin je Virginie reeds lang?" vroeg Herman.
„Eigenlijk pas sedert een half jaar, toen ik van
mijn Engelsche reis terugkeerde en Virginie, die in-
tusschen de kostschool had verlaten, hier als 'tschoone,
gevierde meisje terugzag. Vanaf dat oogenblik
prikkelde het mij, haar andere aanbidders uit het
veld te slaan en haar voor mijzelven te veroveren."
„En zij, nam zij je huldigingen aan?" vroeg
Herman.
Wordt vervolgd).