HIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. GESCHIEDENIS EEN ER MOEDER. No. 74. Woensdag 13 September 131G. 45e jaargang w&Ajksirsewiife. De Firma it LEWENSTEIN UTRECHT, CHOORSTRAAT 14. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG; OORLOGSRECHT. DE OORLOG. Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht worden, zoo berichten wij dat op ai onze Naai machines nevenstaand handelsmerk moet voor komen. Men late zich onder welk voorwendsel ook geen nagemaakte r Lewenstein' machine aan praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigstc Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nnmmers 5 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 09. ADVERT ENT1ËN: Van 16 regels 0.60; iedere reg9l meer 10 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Als er ooit iets onbestaanbaars werd op gebouwd met niet bestaande mate rialen, dan is het wel dit. En tocb is er aan gearbeid, geploeterd zelfs, door zeer ijverige, hoogst verstandige, en bovendien uitnemend ernstige men- schen, eeuwenlang. In veelheid van talen zijn er boeken over.geschreven van niet geringen omvang, en, vooral in de laatste vijftig jaren is er over geconfereerd en gegaladineerd met betoostingen en overweldigende geest driftgolvingen. En toch, wat is er van dit alles terecht gekomen, vooral, wat is er van overgebleven? Nu ja, er zijn weer nieuwe boeken gemaakt, ter vereeuwiging van heel mooie rodovooringon. Dio boekon gaan niet verloren het nageslacht, althans sommige leden er van, zal er weieens in lezen, en verstomd staan. Het zal ontdekkeu, dat al die conventies, die het resultaat zijn geweest van allerlei conferenties, terzijde werden geschoven, zoodra het er op aankwam ze in toe passing te brengen; dat, wanneer door één der oorlogvoerende partijen een der moeizaam in elkaar gezette be palingen was overtreden, het protest, door de andere daartegen ingebracht, geen andere uitwerking bad dan dat spoedig daarna ook deze dezelfde over treding pleegde en erzich op beroemde er succes mee te hebben behaald. De opgaaf is onmogelijk, het oor logsrecht op vasten voet te regelen. Evengoed zou men een internationaal gezelschap van geleerden en technici kunnen belasten met de taak, een zeepbel samon te stellen, waarvan de middellijn gelijk is aan de hoogte van de pyramide van Cheops. Nooit is in één woordkoppeling ster ker tegenstelling neergelegd. Oorlog en recht verdragen zich niet met elkander; zij hellen elkaar volkomen op. In het uiterste geval zou men een recht op zelfverdediging kunnen erkennen, dat bestaan blijft zoo lang een aanval op rechtmatig stoffelijk of geestelijk bezit denkbaar is en alleen door aanwen ding van eigen weerkracht is af te wenden. Maar dan moet men dat niet willen regelen; dan is ieder mid del goed genoeg om zich in het bezit van zijn eigen collectiviteit, gemeen- schapsbestaan, onafhankelijkheid van beweging te handhaven. Wie tot die gemeenschap behoort en wil blijven behooren, zich het genot van de voor- deelen, welke zij haar deelgenooten verschaft, voortdurend verzekerd wensebt te zien, heeft zich aan 'deze droevige noodzakelijkheid te onder werpen. Maar dit zeer beperkte recht op den oorlog is nog iets anders dan wurUi bedoeld met de hier gewraakte uitdrukking: oorlogsrecht. Het zou niet billijk zijn, hun, die deze illusie hebbeD gekoesterd of nog koesteren, hiervan een verwijt te ma ken. Onmachtig zich voelende om den oorlog zeiven in zijn vervloekt bestaan aan te tasten, hebben zij bet bunne willen doen om eenige van zijn erger lijkste gruwelijkheden te stuiten. De scheppers der onderscheiden conven ties, te beginnen met die van Genève in verband met de stichting van het Roode Kruis, zijn van gedachten ge weest, dat het kwaad zou verbleeken onder bet schijnsel van het licht der liefde en der meewarigheidzij hebben gemeend den Duivel minder afzichtelijk te maken door hem in een fatsoenlijk pakje te steken. Eigenlijk is dat een miskenning van zijn waar karakter; zoodra hij vrijheid van beweging kan krijgen, werpt hij die plunje van zich af en vertoont zich zooals hij is. Hem zelf moet men in boeien slaan, zoo solide, dat er geen loskomen meer aan is. En juist dit is tot dusver on mogelijk gebleken, reden waarom be proefd werd door indirecte middelen zijn heerschappij te breidelen. In dien zin hebben sommige rege lingen goed gedaan. In den tijd, toen de wereldoorlog nog niet was uitge vonden en zich gewoonlijk bepaalde tot twee volken, was bet iets heel moois, dat dedaarbuiten staande natiëü het noodige bijeenbrachten om van de gewonde en verminkte slachtoffers, die tot dusver in ellendige hulpeloos heid bleven liggen, totdat de dood hen kwam verlossen, nog zooveel mogelijk te redden. Thans is het zoo goed als on mogelijk geworden, die taak op eenigs- zins afdoende wijze te volbrengenwat gedaan kan worden, is een drop aan den emmer. Elke oorlogvoerende staat heeft meer dan genoeg aan zijn eigen zorgen, en wat de zeer enkele neutralen daaraan kunnen toevoegen, blijft bitter weinig in vergelijking met bet vele, dat te doen is. Men doet wat men kan, diep betreurende, dat het noodig is. Ergerlijk in de hoogste mate is het, dat ook deze meest sympathieke poging tot het scheppen van iets, dat oorlogs recht zou kunnen heeten door de voorschriften van bovengenoemde con ventie, te niet wordt gedaan door de overtredingen wederzijds ten laste ge legd het misbruiken van bet gehei ligde Roode-Kruis teeken en het niet eerbiedigen van dat teeken in de onderstelling, dat het eerste gedaan werd. Het volkenrecht, waarvan het dus- genaamde oorlogsrecht een deel schijnt uit te maken, en dat evenzeer een onderwerp van bespotting is geworden sinds het oogenblik, waarop van een absoluut neutralen staat het grond gebied door een oprukkend leger we derrechtelijk werd betreden, wordt toch nog ingeroepen bij inbreuken aan den anderen kant. Men zou daar aan den naam kunnen geven van een bewuste huichelarij. De vloek der slechte daad is, dat zij immer vol gende slechte daden te voorschijn roept; zij strooit een zaad uit, dat welig opwast en spoedig rijpt. Als men al die dingen nagaat, die op vvredes- conferentiest in bespreking zijn ge komen, dan staat men verslagen over de geringe uitwerking. Wat gestipu leerd werd omtrent bet gebruik van in de wond uiteenspattende kogels, het werpen van bommen uit luchtballons een zeppelin is heel iets anders, wordt van zekere zijde beweerd, 't aanhouden van koopvaardijschepen, die opgebracht, niet in den grond geboord moeten worden,een duik boot kan bet eerste niet, en die be stond nog niet, toen de bepaling ge maakt werd, zoo heet het van dezelfde zijde ter rechtvaardiging van de ge ploegde gruwelstukkenbet ontvoeren van burgerbevolking uit bezette stre ken. volgens de zoo te recht gewraakte metbode van Assyriërs en Babyloniërs. de mishandeling, het dooden zelfs van krijgsgevangenen, al die dingen, die ons sinds ruim twee jaren telkens geplaatst hebben voor de angstige vraag, of dat nu de vruchten zijn van een beschaving, waarop de wereld roem draagt en waarvan wij de op lossing nog lang zouden moeten voort zetten om volledig te zijn, zij moeten wel leiden tot de gevolgtrekking, dat men aan dat beruchte oorlogsrecht maar niet weer moet gaau wurmen. Een onbegonnen werk worde niet her begonnen. De groote taak, die de menschheid wacht, nadat deze oikaan zal hebben uitgewoed, is verhoudingen en toe standen te scheppen, waarin de oorlog volkomen zal zijn uitgeschakeld. Zij late zich van dat reuzenwerk, dat alle arbeidskrachten opeischen zal, niet afleiden. Zij berstelle, en vestige op onwrikbaren grondslag bet Recht. Alinistercrisis in Griekenland. Het groote nieuws uit Griekenland is het aftreden van Zaïmis, die het roer van het schip van staat, dat sinds twee jaar heen en weer geworpen wordt op de ongewisse baren, niet langer kan of wil in handen houden. Of Venizelos de regeering zal over nemen en dus de Entente volkomen het spel gewonnen heeft, dan wel of het aftreden een zwenking in de rich ting van Goenaris en dus van de centrale mogendheden is, meldt Reuter er niet bij. Het nieuws komt vrij onverwacht. In de laatste dagen toch scheen koning Constantijn, die ook door zijn weige ring om afgevaardigden van de liberale interventionistische partij te ontvangen en bij zijn begroetingsrede tot de 150 te Saloniki afgezette Grieksche offi cieren zijn Duitscbgezindheid niet onder stoelen of banken stak, al zijn ver trouwen op den ouden diplomaat Zaï mis, die aan 't hoofd van een vrijwel kleurloos kabinet stond, te- hebben gesteld. Bovendien scheen er toenadering tusschen Venizelos, die door den koning gemachtigd was om ingeval van een oorlogsverklaring van Griekenland van de Ententemogendheden de grootst mogelijke compensaties af te troggelen en den ministerpresident te komen. In elk geval schijnt de zon van Veni zelos steeds booger boven de kim te komen. Zooals uit Parijs' gisteren nog gemeld werd, werden de betrekkingen tusschen den oudminister Skoeloedis en Venizelos hoe langer hoe harte lijker, zoodat zelfs de mogelijkheid werd besproken van een ministerie, waarin beiden zitting zouden hebben. Venizelos aan de regeering zou on vermijdelijk oorlog beteekenen, zegt een ander bericht, eveneens uit Parijs. DOOR JOHANNA STEKETEE. 8) Ja, kinderen 't liefst stelde men mij gelijk met die vrouwen, welke al moet men ze voor het meerendeel wellicht zacht beoordeelen, omdat vele omstandigheden ertoe hebben mee gewerkt ze zoo diep te doen zinken 's avonds aan de hoeken der straten loeren op der mannen lusten I O die smaad was zoo diep en grievend, al hield ik trots alle beleedigingen het hoofd ook altijd nog zoo fier omhoog 1 En zij, die verzachtend de hand hebben gelegd op dat arme hoofd, dat zooveel had te dragen, zijn weinigen, zeer weinigen geweest. Kinderen, kinderen, en jij vooral Elise, oordeelt hier toch zacht over jullie moeder. Het bijbelwoord 1 «Met smart zult gij uw kinderen baren» is toen aan mij wel bewaarheid geworden. Het leed over het plotseling inéén storten van het zooveel belovende rijk onzer liefde, de smaad van die beide menschen, mijn eigen vrees voor de menschen, waartegenover ik niet vrij meer stond immers in zeker opzicht was er schuld, omdat het beter was geweest onze hartstochten te bedwingen, dan ze toe te geven. Ach ja, zoo wij in de toekomst hadden kunnen zien, zouden wij ook wel de kracht hebben gevonden ze te betengelen 1 Terwijl in mijn eerste huwelijk geen smet van schuld hoe genaamd op mij rustte En die gedachte zooveel lichter in de herinnering te dragen is, dan de drukking van schuld mijn zorg voor het nog ongeboren kind, dat evenmin, als Magda, mijn oudste een vader zou hebben, maakten dien tijd van mijn tweede bevalling tot de moeilijkste levensdag. Hoe beleedigend was 't, te zien, dat de enkele menschen uit mijn omgeving me minder eerbiedig groetten, toen zij vermoedden, allengs zekerheid kregen. Mijn eenige hoop was, dat Jens zou komen en mij helpen. Toch altijd was hij zoo goed, zoo onbaatzuchtig-goed voor mij geweest. En mijn grootste vrees was deze, dat Jens mij ook veroordeelen zou. Maar noch zijn liefde, noch zijn boosheid bereikte mij. Later heb ik geweten, dat hij zich kort na de geboorte van jon, Elise, waarvan de tijding hem in Holland bereikte, verloofde, om spoedig daarna in het huwelijk te treden; wat dan ook is gebeurd. Ik ben- altijd dankbaar geweest, dat ik daar toen niets van heb geweten, dat het mijn-laatste-hoop-vernietigende bericht me zooveel later heeft bereikt. Anders, ik geloof niet dat ik dat er nog bij had kunnen dragen zou ik er onder be zweken zijn en het lot mijner vaderlooze kinderen zou nog veel zwaarder zijn geweest. Kinderen, ik heb er altijd ernstig naar gestreefd, een goede, zeer goede moeder voor jullie te zijn; in alle opzichten, niet vergetende de kindervreugde, die je toekwam, als toch altijd indachtig aan den grooten levensstrijd, dien je wachtte, waar voor je gewapend moest zijn met zeer goede wapenen. Jullie alleen kunt beoordeelen, in hoever ik daarin ben geslaagd. Voor heden, adieu kinderen, ik ben moe en zink van zelf uit geput in de kussens terug. De warme dagen komen nog niet; ik heb er nog géén jaar zoo naar verlangt, als hier in het sanatorium. Het is een goede troost, dat we er toch nooit vergeefs naar verlangen. Kort voor Elise's geboorte trok ik naar Padang. Ik wist, dat ik daar beter geholpen zou kunnen worden, zoo het noodig was; mijn verblijf viel daar niet zoo op; en de eenzaamheid ginds was mij bij de zorgende gedachten te zwaar gaan drukken. Wij, Magda en ik, kwamen daar bij een hollandschen dokter in huis; beter en veiliger kon 't wel niet, schijnbaar tenminste. Toen ik in Padang aankwam, voelde ik eerst recht, wat ik langen tijd had gemist. Ach, dat wonen iu zoo'n afgelegen indische streek met altijd dezelfde wegen, dezelfde huizen, dezelfde menschen begint zoo tegen te staan, werkt zoo geest- doodend op den duur. Zoo dikwijls had ik, schoon zonder te klagen en strevend naar berusting, gesmacht naar het groote Leven, dat zooveel beter overeenkwam met mijn van oorsprong levendige ziel, dan de stille afzondering en daar opeens was ik weer aangesloten met het rijke, volle menschenleven. Ik zag weer andere huizen, weer audere boomen en planten, af wisselende soorten in plaats van alleen ranke Gemai-a's langs den weg voor mijn huis, die, hoewel mooi, toch beginnen tegen te staan op den duur en wat het beste wasoveral menschen, vroolijke, levendige menschen, die de gemeenschap met het leven hadden aangehouden. De ontvangst door het kinderlooze echtpaar de Port was

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1