NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utreebt.
GESCHIEDENIS EENER MOEDER.
Woensdag 27 September 1910.
45e jaargang
w&4as'fisEVVSit«.
De Firma A. LEWENSTEIN
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG:
DE OORLOG.
BINNENLAND-
FEUILLETON.
12)
Ni>, 78
Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines ncvonstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
ook geen nagemaakte Lewenstcin> machine aan
praten. Voor Amersfoort en Omstreken eenigstc
Agent W. KOfAMER, Kronnnesiraal 24, Amersfoort.
UTRECHT, CllOORSTRAAT 14.
Amerstoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 60.
ADVER1 ENTIËN:
Van 16 regels f 0.60; iedere reg9l meer 10 Cent.
Glroote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Nieuwe Zeppelin-aanval op
Engeland.
Twee Zeppelins neergeschoten.
Na drie weken rust heeft Engeland
opnieuw bezoek van de Zeppelinvloot
gehad. Ditmaal erkent Reuter vol
mondig, dat de Duitschers in den nacht
van Zaterdag op Zondag tot boven de
hoofdstad Londen zijn geweest. Daar
tegenover slaat het succes van den
Engelschen afweerdienst, dat twee
Zeppelins de vorige maal schoot
luitenant Robinson er één neer
vernield zijn. Geen wonder, dat bij
dit bewijs, dat de Engelscbe kusten
niet geheel weerloos oprn liggen voor
don Duitschen aanvaller, de Engel-
sche bladen juichen en stijgend ver
trouwen toonen in de vliegers en de
kanonnen, die aangewezen zijn om
de «raiders« van den vaderlandschen
grond, die eeuwen lang vooreen aan
valler veilig was, te verjageu.
Militaire schade heeft de luchtvloot,
die uit een twaalftal Zeppelins bestond,
volgens de Engelsche telegrammen
niet aangericht in Lincolnshire, de
oostelijke graafschappen, Essex en
Londen, waarboven ze geweest is.
Natuurlijk tracht het officieeie Duit-
sche bericht, dat de vernietiging van
twee der Duitscbe luchtschepen toe
geeft, een anderen indruk te vestigen.
De rijkelijk uitgestrooide bommen
moeten ontzaglijk hebben huisgehou
den en groole branden hebben ver
oorzaakt tot in Sheffield en Notting
ham toe, tegelijk bewijs, dat de Duit
schers hoe langer hoe brutaler zich
verder naar het Westen wagen (ge
noemde plaatsen toch liggen in Mid-
den-Engeland) en dat ze zich drom
mels goed weten te oriënteeren. Trou
wens geen wonder, kapitein Schramm,
de commandant van de L 21, die in
den nacht van 2 op 3 Sept. hot
loodje legde, staat in de Duilsche
verlieslijsten opgegeven als wonende
Ie Londen!
En zoo zullen zich bij elk eskader
wel loodsen bevinden, die het Engel
sche terrein uit eigen waarneming
kennen.
De twee neergeschoten Zeppelins zijn
beiden boven Essef tot dalen gebracht.
De een werd in brand geschoten naar
men uit de telegrammen besluiten
moet, tusschen Londen en West-
Essef. In vlammen gehuld stortte het
luchtmonster naar beneden. Het andere
vond zijn ondergang aan de kust van
bet graafschap. Van bet brandend
neergestorte luchtschip was de geheele
bemanning gedood, van bet andere
schijnt alleen de commandant door
den val den dood te hebben gevonden,
terwijl de 21 overige manschappen
aan land gekomen zijn en gevangen
werden genomen. Aan wie de eer
toekomt, de twee Zeppelins tot dalen
te hebben gebracht, aan een vlieger
of aan het anli-luchtvaartgescbut
wordt niet uitdrukkelijk gemeld. De
bemanning van de Zondagavond te
Rotterdam binnengekomen Batavier
boot echter beeft meegedeeld, dat ze,
lei wijl het schip in de Londenscbe
docks lag, een Zeppelin heeft zien neer
dalen, die aangeschoten was door bet
afwoergescbut en van een boven het
luchtschip zwevenden vlieger door
middel van een bom den genadeslag
kreeg.
Het aantal slachtoffers van den aan
val bedraagt in bet gebied van Lon
den alleen 127; daarvan werden 17
mannen, 8 vrouwen en 3 kinderen
gedood; 45 mannen, 37 vrouwen en
kinderen werden gewond.
Opgaven uit andere plaatsen ont
breken nogalleen utt een stad in
de Midlands wordt gemeld, dat er
2 dooden zijn gevalleD, 11 menschen
zijn gewond, terwijl men vreest, dat
er nog 2 lijken onder de puinhoopen
van ingestorte gebouwen liggen.
De materieels schade schijnt te
Londen zelf te bestaan in de vernie
tiging van alleen een aantal kleine
woonhuizen en winkels, terwijl twee
fabrieken en wat spoorwegmateriaal
gedeeltelijk vernield werden. (Jit andere
plaatsen kwamen soortgelijke berich
ten in. De komische noot in de Zep
pelin-tragedie levert Reuier, die als
het resultaat van 35 bommen, welke
bet aan de kust van Essex in 't nauw
gebrachte luchtschip uitwierp, opgeeft:
bet springeD van een aantal ruiten
en den dood van een konijn
Waarom Falkenhayn in ongenade
viel. Hij wilde alle fronten inkorten.
Het «Petit Journal» verneemt d.d.
7 Sept. uit Bern:
De laatste, uit Berlijn ontvangen
bericbteD, betreffende de afdanking
van generaal von Falkenbayn, con-
stateeren de oneenigheid, die beerscht
in de hooge militaire Duitscbe spberen.
Generaal von Falkenhayn zou, naar
men verzekert, een volslagen veran
dering hebben voorgesteld in de
oorlogsplannen, tot nog toe door den
generalen staf getolgd, maar de Kaiser
heeft met diepe verontwaardiging bet
nieuwe, hem ter goedkeuring voor
gelegde ontwerp, verworpen.
Dit kan als volgt worden samen
gevat
Generaal von Falkenhayn voorspelde
een volslagen nederlaag der Bulgaren
onder de convergeerende aanvallen der
Geallieerden, die, van het noorden en
het zuiden met alle macht de ver
bindingen met Turkije zouden verbre
ken. Men moest zich dus in 't onver
mijdelijke schikken en onmiddellijk
iederen veldtocht in de Balkan op
geven.
Falkenbayn stelde daarop voor om
bet Oostenrijksch-Duitsche front in
't Oosten weder samen te trekken,
een grooter deel van Gallicië prijs
gevende, en zich terugtrekkende op
een linie, die, loopende door Bielostock
en Brest-Litovsk, in het Zuiden, langs
de rivier Bug, zich zou gevestigd heb
ben. Deze maatregelen moesten ge
volgd worden door een verkorting
van de linie op bet Romeensche front
door samentrekking na terugtocht op
verdedigingsposities tusschen Orsova
en Doma-Vatra opgeworpen.
Wat het Westelijk front betreft
raadt Falkenbayn aan, de onmiddellpe
ontruiming van de bezette streken op
Fransch terrein en de organisatie van
een nieuw systeem van verdedigings
linies van Nieuwpoort tot Longwy
langs de Franscb-Belgische grens, die
zich vervolgens voorlzet van de
Fransch-Duitsche grens totdenElzas.
De transformatie van den Duitschen
veldtocht en een zuiver defensieve
strategie op de fronten, waarvan de
uitgestrektheid zeer verminderd zou
worden, zou, zoo zeide generaal Fal
kenhayn, de verbonden krachten para-
lyseeren, en hun verhinderen den
weerstand der Oostenrijk-Duilschers
te breken, tenzij zij er een onbepaald
aantal mannen voor gebruikten en
den oorlog met nog tien jaren langer
rekten.
Bij het krijgsplan blijven en de uit
breiding van het front bandhaven zou
zijn, zoo besloot Falkenhayn, het
ongeluk tegemoet loopen.
Maar maarschalk Hindenburg ver
klaarde, dat het nieuwe plan kinder
werk was, on een lafheid, Duitscbland
onwaardig.
Waarop de Kaiser, het advies Hin
denburg aannemende, Falkenhayn
terugriep.
Het blijkt hoe langer hoe meer, dat
Von Mackensen of de Keizer te vroeg
victorie beeft geroepeu. De «beslissende
zegepraal» in de Dobroedsja door de
Duitschers en de Bulgaren op de Russen
en Roemenen behaald, is verre van
«beslissend» geweest. Zoo zelfs, dat de
Duitschers bobben moeten terugwijken
voor den drang hunner tegenstanders
naar meer aebterwaartsebe stellingen,
waar zij stand bouden. Dat schijnt dus
weer op een positieoorlog uit te loopen,
die soort van oorlog, die niet als
cholera of typbus de menscbheid over
valt en misschien velt met plotselinge
hevigheid, maar haar langzaam dood-
martelt en doet verkwijnen, als de
tering.
lo Zevenburgen schijnt 't daarop
ook uit te draaien. De Duitschers be
weren de Vulcanpas te hebben bezet
en tot nu toe behouden.
In de Karpalhen handhaven de Cen-
tralen zich op verschillende punten met
moeite tegen de aanvallen van de
Russen, terwijl deze laatsten op andere
punten, in de nabijheid van den Pantyr-
pas en ten N. O. van Kirli-Baba, aan
de grens van Boekowina en Hongarije,
nieuwe voordeelen hebben bevochten.
Hooger op, aan het Oostelijke front
in Wolhynië, houdt de sterke druk
van de Russen ten W. van Lück in de
richting van Wladimir Wolynsky aan.
In het Westen zijn de geallieerden
weer iets vooruitgekomen.
«Het geduldig en stelselmatig offen
sief aan 't Sommefront, seinde Haig
j.l. Zaterdag, werpt dagelijks ziju
vruchten af De 40 door de geallieerden
heroverde dorpen vormen een centrum
van verdediging, welks waarde on
mogelijk te loochenen valt. Het aautal
gevangenen steeg tot 56.000.«
Melk.
Aan een officieeie mededeoling wordt
ontleend, dat in den komenden winter
de melk in deD regel niet duurder
zal worden dan in den vorigen winter.
In bijzondere gevallen kan de Burge
meester eener gemeente goedvinden,
dat de prijs, waarvoor de melkinrich
tingen in zijn gemeente melk afteveren,
door JOHANNA STEKETEE.
Ik voelde toen wel, dat hij niet lang meer leven zou. En
een innig verlangen, dat altijd onvervuld moest blijven, hem
nog eens terug te zien, bezielde mij. Waarom had ik, in
Indië zijnde, hem nog niet eens opgezocht, voor ik dat land
verliet? Berouw daarover kwam nu inderdaad wel te laat.
Wij bewoonden op de eerste etage gemeubileerde vertrek
ken, twee kamers en suite, waarvan de voorste met drie
vensters uitzag op de Oudegracht. Jullie heriunert je dat wel
en de achterste, een donkere kamer, onze slaapkamer was.
Het waren leelijke, smaaklooze meubels, die er stonden, maar
om mij nieuwe aan te schaffen ontbrak mij alle lust en moeite.
Ik had alleen bedden voor ons gekocht, maar dit uit
hygiënisch oogpunt, verder een paar schemerlampen en nog
enkele kleinigheden.
En vooral bij lamplicht maakten onze kamers dan, ondanks
al dat leelijke, een prettigen en fautastiseheu iudruk. Ik huurde
ook een piano, omdat ik Magda op de muziekschool had
gedaan. Dat kleine ding had 't nu dadelijk erg druk gekregen.
Den heelen dag op school en dan nog muziekles eu zangles.
Ik merkte al spoedig, dat ze met meer lust naar muziek- eu
zangles ging, dan naar school. Al dadelijk vreesde ik den
muzikalen iuvloed van haren vader, waarom ik dezen drang
niet durfde aanmoedigen, maar evenmin wilde ik deze gave
onontgonnen laten, omdat het later zou kunnen blijken, dat
dat een misdaad was geweest. Wij leefden gelukkig kinderen.
We hielden alle drie zoo innig van elkaar. Op dagen, waarop
hoofdpijn me kwelde, of oude herinneringen me te machtig
waren en dat gebeurde niet zelden was Magda een
moedertje voor Elize. En onze baby groeide onder die goede
zorgen zoo voorspoedig en mooi op. Ja, Elize was een mooie,
een bijzondere baby. Ik moet er nog aau denken, hoe ze in
haar wagen lag, zoo waardig en koninklijk, dat ze ieders
aandacht trok. Het gezichtje, rond en blank, de oogen won
derlijk-wijs, rondstarend met een aandacht, alsof niets haar
ontging. En dat was ook inderdaad werkelijk zoo. Terwijl
bovendien iets onuitsprekelijks-reins en liefs op dat buiten
gewone kindergezichtje lag uitgedrukt.
Een predikant, met wien ik eens een praatje had in het
plantsoen dicht bij ons huis, voorspelde me, dat Elize zeker
iets buitengewoons worden zou. Of dat nog eens bewaarheid
worden zal? Begaafd en vlug iu elk opzicht ben je in ieder
geval altijd geweest, kindje.
Zoo was ons leven in die eerste jaren boven den winkel van
van Blaren.
Magda ging geregeld naar school en buiten de zorg voor
Elize had ik niets huishoudelijks te doen. En in de vele uren,
terwijl Elize sliep en ik Magda's stemmetje niet hoorde, ver
diepte ik mij in phylosophie en godsdienst en zocht ik mijn
troost bij mijn muziek, waaraan ik toch innerlijk meer gehecht
was, dan ik zelf wel wist. Ach had ik me buiten de menschen
weten te kunnen houden, hoeveel gelukkiger zou ik geweest
zijn. Voor hoeveel moeielijkheden en druk zou ik gespaard
gebleven zijn I Maar 't was kleine Magda in de eerste plaats,
die de gemeenschap met de buitenwereld levendig hield en
in de tweede plaats was 't een aangeboren drang tot de
menschen, die me terug hir-ld me af te zonderen, waar de
droeve herinneringen aan het verleden me auders wel toe
dreven. Maar vooral was het Magdaatje, wier blijde gedachtetjes
allemaal met het leven waren verbonden. Ze werd door
vriendinnetjes mee naar huis genomen en uitgenoodigd en
het natuurlijk gevolg; ze bracht die vriendinnetjes bij mij en
wilde op haar beurt gastvrouw; zijn. Eraan denkend hoeveel
het kind al miste bij andere kinderen en hoeveel zij nog zou
moeten lijden om moeders wil in haar leven, wilde ik haar
die genoegens niet ontnemen.
Toch achteraf beschouwd, was het beter geweest om haar,
als om mij, zoo ik dit wel had gedaan, want het kleine
verdriet had dan het groote verdriet kunnen tegeuhouden.
Het groote verdriet, kinderendat was de kwaadsprekend-
I heid en de laster, die de meDschen, eerst nieuwsgierig tot
mij gedreven, om mij verspreidden, waarna zij zich quasi
beleedigd terugtrokken.
Ge zult opmerken, kinderen, dat menschen, zonder mij te
kennen, ook voldoende stof konden oprakelen, om kwaad
van mij te spreken.
Dat zij zoo, maar dan ging 't in ieder geval langs mij
i heen, buiten mij om en griefde 't mij niet zoo diep, als
i wanneer 't van menschen kwam, die mij eerst met eeu vrien-
delijken lach hadden begroet, een lach, die wel bittere valsch-
heid bleek geweest te zijn. (Wordt vervolgd.)