NIEUWE
IÉT Nieuws- en Advertentieblad iÊF
voor do Provincie Utrecht. |9|
No. 79.
Zaterdag 30 September 1916.
45e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Gemeenteraad.
FEUILLETON.
GESCHIEDENIS EENER MOEDER.
Amersfoortsche Courant.
A B O N N E M ENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nnmmera 5 Cent.
Ingezonden stnkkenin te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 09.
ADVERT ENTIËN:
Van 16 regels f 0.60; iedere regel meer 10 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsmimte.
Ter vergadering vaD den Raad der
Gemeente op Dinsdag 26 September
j.l. onder praesidium van den Burge
meester, mr. J. C. graaf Van Randwijk,
was de heer Rijckens afwezig.
Na goedkeur ing van de notulen der
vorige vergadering, ran 15 Augustus,
die gedurende den voorgeschreven tijd
ter visie hebben gelegen, deelt de
Secretaris mede, dat ingekomen zijn
de volgende stukken:
Brief van den Minister van Binnen-
landscho Zaken, dd. 18 Augustus 1916,
No. 13009 Afd. O, waarbij wordt
medegedeeld, dat in de tijdelijke be
noeming van F. Faber tot leeraar aan
de Burgeravondschool, van 1 October
1917, zal worden berust.
Voor gestild wordt dit en de vol
gende stukken voor kennisgeving aan
te nomen.
Koninklijk besluit van 30 Augustus
1916, No. 65, waarbij het maximum
van het bij Kon. besluit van 30
December 1915, No. 43, verleende
voorschot ten behoeve van den bouw
van 42 woningen door de stichting
ïVolkshuisvesting lit, nader wordt
bepaald op f117.500.
Brief van den Minister van Binnen-
landsche Zaken, d.d. 12 September
1916, No. 14566 Afd. O, waarbij wordt
goedgekeurd bet Raadsbesluit van 15
Augustus 1916 ter benoeming van W.
H. Moll tot leeraar aan het Gym
nasium.
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht, dd. 14 Augustus 1916,
3e afd. No. 2178/1583, waarbij wordt
goedgekeurd het 3e gedeelte van het
primitief kohiei der Inkomstenbelasting
dienst 1916.
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht, dd. 14 Augustus 1916,
3e afd. No. 2179/1585, waarbij wordt
goedgekeurd het 3e gedeelte kohier
der Hondenbelasting en het 2e sup
pletoir kohier der schoolgelden van de
openbare Lagere school B, respectie
velijk dienst 1916 en dienst t9!5/'16
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht, dd. 22 Augustus 1916,
3e afd. No. 1636, waarbij wordt
goedgekeurd het 2e suppletoir kohier
der schoolgelden van de openbare
Lagere school C, dienst 1916.
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht, dd. 22 Augustus 1916 3e
afd. No. 2337/1631, waarbij wordt
goedgekeurd het Raadsbesluit van 21
Juli/15 Augustus 1916, tot machtiging
van Burgemeester en Wethouders om
aan B. J. Bloemendal, te Amersfoort,
te verhuren eenige perceelen in de
Gemeente Soest.
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht dd. 28 Augustus 1916,3e afd.
No. 2285/1699, waarbjj wordt bericht
de ontvangst van de Verordening op
den verkoop van peulvruchten, vast
gesteld bij Raadsbesluit van 15 Augus
tus 1916.
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht dd. 4 September 1916, 3e Afd.
No. 2310/1731, waarbij wordt goed
gekeurd het Raadsbesluit van 25 Augus
tus 1916 tot verkoop van een perceel
bouwterrein aan 14. H. Enter en S.
W. Schellinger.
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht, dd. 4 September 1916, 3e
Afd. No. 2308/1734, waarbij wordt
goedgekeurd het Raadsbesluit van 15
Augustus 1916 tot aankoop van bet
perceel Kleine Koppel no. 8.
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht, dd. 4 September 1916, le
Afd. No. 4971/521, waarbij wordt goed
gekeurd het Raadsbesluit van 15 Augus
tus 1916 tot aaDkoop van het perceel
St. Jorisstraat no. 54.
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht, dd. 4 September 1916,
8e afd. No. 2309/1731, waarbij wordt
goedgekeurd het Raadsbesluit van 15
Augustus 1916 tot verkoop van een
perceel bouwterrein aan W. Kraan.
Brief van Gedeputeerde Staten van
Utrecht, dd. 11 September 1916, 3e
afd. No. 1510, waarbij woidt mede
gedeeld, dat het Raadsbesluit van 2
Juni 1916 tot wijziging der Verorde
ning op bet technisch beheer der
Gemeente-bedrijven voor kennisgeving
is aangenomen.
Besluit van Gedeputeerde Staten
van Utrecht, dd. 11 September 1916
3e aid. No. 2358/1787, waarbij worden
goedgekeurd de Raadsbesluiten van
29 Februari en 15 Augustus 1916 tot
vaststelling van de verordeningen:
1. betreffende het finantieel beheer
van de Gemeentebedrijven krachtens
art. 1l4bis der Gemeentewet;
2. regelende de Centrale boekhou
ding;
3. betreffende het Gemeentelijk
Grondbedrijf; en
4e. waarbij ter zake van bepaalde
ontvangsten der Gemeente wordt af
geweken van het bepaalde bij art. 113
der Gemeentewet; het Raadsbesluit
van 19 December 1913 tot machtiging
van Burgemeester en Wethouders om
rnet de firma Methorst Van Lutter-
veld een overeenkomst aan te gaan
tot het openen eenerrekening-courant;
en het Raadsbesluit van 18 April 1916
waarbij Burgemeester en Wethouders
worden gemachtigd, de genoemde over
eenkomst aan te vullen.
Brief van Gedeputeerde Staten van
Utrecht, dd. 11 September 1916, 3e
afd. No. 2358/1787, waarbij wordt
medegedeeld, dat voor kennisgeving
zijn aangenomen de Raadsbesluiten
van 29 Februari 1916 tot vaststelling
van
le verordeningen op het technisch
beheer: a, der Gemeente-bedrijven;
b. van den dienst voor de Gemeente
werken; c. van den Keuringsdienst;
d. van den Reinigingsdienste. van
den Ontsmettingsdienst;
2e. de instructie voor den Chef
boekhouder bij de Centrale boekhou
ding; de instructie voor den Verifi
cateur der Gemeenle-financiën;
3e. de verordening tot regeling van
de rangen en jaarwedden vau het
personeel der Centrale boekhouding;
4e. de verordening tot wijziging
van de Verordening tot regeling van
de rangen bd jaarwedden der amb
tenaren en bedienden bij de Gemeente
secretarie
5e. de verordening op het beheer
en den dienst der Gemeente-reiniging.
Brief van Burgemeester en Wet
houders dd 18 September 1916, afd. 1
No. 2110, waarbij wordt aangeboden
de Gemeente-begrooting met bijbe-
boorende stukken.
Te behandelen in de afdeelingen.
Voorstel van Burgemeester en Wet
houders, dd. 23 September 1916, afd. I,
No. 2173, betreffende oprichting van
een Distributie-bedrijf in verband met
de Distributiewet.
Voor de regeling van de financi-
eele gevolgen te behandelen bij de
Begrooting.
Brief van Burgemeester en Wet
houders, dd. 20 September 1916, afd. I,
No. 2138, waarbij rnededeelingen wor
den gedaan over de werking van bet
Levensmiddelen-bureau en over de
aan den Raad overgelegde balans van
dat bureau.
Aangenomen voor kennisgeving.
Brief van het Bestuur van het Bur
gerweeshuis, dat 31 Juli 1916, No. 15,
waarbij ter goedkeuring wordt toe
gezonden de Rekening over bet jaar
1915.
Z. b. st. goedgekeurd.
Brief van het Bestuur van het Bur
gerweeshuis, dd. 31 Juli 1916, No. 18,
waarbij ter goedkeuring wordt toe
gezonden de Begrooting voor 1917.
Z. h. st. goedgekeurd.
Adres van H. Dieters, dd. 19 Augus
tus 1916, houdende verzoek om, in
afwachting van eventueele verbreeding
van de Groote Haag vóór adressant's
perceelen Nos. 2 t/m 8, bet verkeer
aldaar slechts in één richting te doen
plaats hebben en om eenige boomen
en houtgewas tegenover die perceelen
te willen doen opruimen.
In handen van B. en W. om advies.
Adres van het Nationaal verbond
van Gemeente-ambtenaren in Neder
land, dd. 25 Augustus 1916, houdende
verzoek, over te gaan tot algeheels
salarisverhooging voor de ambtenaren,
of toekenning van een vervroegde
periodieke of tusschentijdsche verhoo
ging-
Aangenomen voor kennisgeving.
Circulaire van het Hoofdbestuur van
den Bond van Nederlandsche Onder
wijzers, dd.30 Augustus 1916, waarbij
instemming wordt betuigd met de
resolutie, aangenomen op de vergade
ring, op 1 Juni j.l. te Amsterdam
gehouden onder leiding van liet Neder!.
Verbond van Vakvereenigingen, en
met het verzoek van genoemd Verbond
om het daarheen te leiden, dat zoo
spoedig mogelijk aan de wensclren, in
deze resolutie geuit, worde tegemoet
gekomen.
Als voren.
Brief van de Centrale commissie der
werkscholen voor Belgische geïnter
neerde soldaten, dd. 31 Augustus 1916,
waarbij wordt aangeboden een grond
plan het Elisabeth-dorp.
B. en W. stellen voor, dit geschenk
te aanvaarden onder dankbetuiging
(instemming).
Brief van R. A. van den Hoven en
W. Bremer, dd. 31 Augustus 1916,
houdende dankbetuiging voor de baar
toegekende gratificatie bij haar ge
dwongen ontslag-aanvraag als Hand-
werkonderwijzeressen.
Aangenomen voor kennisgeving.
Adres van de afd. Amersfoort van
den Bond van Gemeente-politiebe
ambten, dd. 12 September 1916, hou
dende verzoek, het daarheen te leiden,
dat do agenten van politie, die 10
jaren als zoodanig in deze Gemeente
zijn geweest, zullen worden bevorderd
tot agent van politie le klasse.
Om advies aan B. en W.
Adres van de afd. Amersfoort van
den Bond van Gemeente-politiebe
ambten, dd. 12 September 1916,
houdende verzoek om aan de bezitters
13)
door JOHANNA STEKETEE.
Maatje, Louisje wil niet boven komen, ze mag niet,
zegt ze, klaagde Magda's muzikaal stemmetje op een Woensdag
middag, terwijl ze met vuurroode kleur bij mij was binnen
gestormd.
Wat kindje, wat is er? vroeg ik, verdiept in een boek
en Diet dadelijk begrijpend.
Maatje,'zei Magda weer, enthousiast half-verontwaardigd
en Half-schreiend: Je badt gezegd, dat Louisje van middag
bij me mocht komen spelen en nu mag ze niet Ze is gekomen
met de meidojn dat te zeggen. Ik begreep nog niet
goed, maar vermoedde iets.
Trachtend mijn volle waardigheid te behouden, ging ik
inet opgericht hoofd de trap af, de kraDsenwinkel door, ge
volgd door kleine Magda.
Daar stond in de geopende deur het kleine Louisje met
niet minder bedrukt gezichtje, dan kleine Magda. De meid,
wat verlegen, alsof zij ook wat van de eigenlijke reden wist,
of vermoedde, deed 't woord
Mevrouw u moet de complimenten hebben van mevrouw
Noorduyn en as dat mevrouw 't beter vond, dat Wiesje van
middag niet bij Magdaatje kwam spelen, omdat 't kind wat
verkouden is en mevrouw nu liever haar zelf meeneemt, om
te wandelen.
De uitvlucht was duidelijk.
Ik zei »bestu en nam Magdaatje dadelijk mee, die na een
treurige blikwisseling met Louisje me volgde.
Het was een heldere begin wintermiddag in November.
Toen we uit de buitenlucht op onze kamer terugkwamen
scheen 't mij er een oogenblik benauwd. Misschien was 't ook
de beleediging, die mij den adem verstikte. Hoe het zij, Magda
tot troost, beloofde ik haar, te gaan winkelen. En in een van
de grootste speelgoedwinkels liet ik haar een mooi stuk speel
goed uitkiezen. Ze weifelde lang tusschen een poppenkamer
en een keukeukacheltje, koos ten slotte het eerste. Toen we
in huis kwamen was bij kleine Magda- de beleediging van
Wïesje's moeder vergeten. Bij baar moeder leefde ze echter
nog lang stil voort.
Wiesje Noorduyn verdween na die korte vriendschap van
ons tooneel. We zagen haar nog wel eens op straat,'n aardig,
bü de hand kind met bruine krulletjes, maar bij elkaar in
huis kwamen de kindertjes niet meer.
Ik las een dier dagen ergens:
We mogen door ons gedrag de menschen geen aan
leiding geven ons kind met wantrouwen en achterdocht te
bejegenen.
Had ik dit gedaan? En was de schuld bij mij? Was ik de
oorzaak van het verdriet van mijn kleine meisje en niet de
kleingeestige moeder of vader van een ander kind?
Hoe dit ook zij, 't gezegde trof mij diep. Aan het verleden
was niets, niets meer te veranderen. Daarom trachtte ik het
kind haar verdriet te doen vergeten en te vergoeden, en ik
i zocht naar middelen, waardoor zij voor herhalingen van zulk
leed gespaard zou blijven. Maar die waren moeilijker te vinden,
dan zoo oogenschijnlijk wel leek, want onttrekken aan de
buitenwereld, zooals ik mijzelf zooveel mogelijk deed mocht
en kon ik het kleine kind niet doen; en zoolang zij in ge
meenschap met de buitenwereld bleef, stond zij ook open
voor de beleedigingen der menschen, om haar moeders wil.
Als ik denkend aan dien smaad der menschen, Elize aankeek,
mijn mooie, voorspoedige baby, dan werd ik zeer bedroefd.
Hoeveel meer zou zij, grooter geworden niet hebben te lijden
van de menschen. 't Was, alsof ik 't toen al voelde, dat 't
leed haar dieper treffen zou en dat zij zich alles meer aan
trekken zou.
En hoeveel meer redenen waren er in 't oog der wereld,
om haar met wantrouwen en achterdocht te beschouwen,
dan kleine Magda?
Zoo men onderzoeken ging; waar was Elize's vader? Hij
was dood, hij was gesneuveld. Er was niemand, die bewijzen
kon, dat hij werkelijk haar vader was, dan ik, de moeder.
En waarom zonden vreemden, belust op laster, of praatjes,
mij gelooven! Aangenamer was 't voor hen, mij niet te ge-
looven, of in ieder geval zich voor te wenden, alsof zij mij
niet geloofden. De eigen ouders hielden zich immers halsstarrig,
als buiten alle betrekking met ons staande. En wat was er
te vertellen omtrent Magda's afkomst? Zoo men onderzoeken
ging, er kleefde geen schande aan in 't oog der wereld. De
vader bestond, was gewoon gescheiden Van haar moeder,
nu misschien al weer getrouwd met een andere vrouw.
Wordt vervoldg).