NIEUWE
'IÉT Nieuws- en Advertentieblad "JÉT
voor de Provincie Utrecht. ||p
FEUILLETON.
GESCHIEDENIS EENER MOEDER.
No. 85.
Zaterdag 21 October 1916.
45e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG!
DE OORLOG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: LaoReatraat 77. Telephooun. 69.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels 0.60; iedere regel meer 10 Cent.
Groote letterB en vignetten naar plaatsruimte.
Een Engelsch oordeel over de
Duitsche Rijksdagsdebatten.
sTbe Manchester Guardian« bevat
een hoofdartikel omtrent de debatten
iu den Rijksdag. Na iu bet kort weer
gegeven te hebben de meening van de
twee uiterste partijen waarvoor als
woordvoerders optradeD Graaf W estarp
eenerzijds en Haase anderzijds, geeft de
«Manchester Guardian* de volgende
beschouwing naar aanleiding van de
bekende rede van den leider der
Duitsche Sociaal Democratische meer
derheid: Scbeidetnann.
Dos te meer gewicht moet worden
toegekend aan den beer Scheidemann,
die tot de socialistische meerderheid
behoort, welke algemeen de Duitsche
Regeering gesteund heeft. «Wij ver
klaren openlijk en duidelijk, dat bet
volk naar vrede verlangt.a En op
welken grondslag? «Wat Fransch is,
moet Fransch, wat Belgisch is, moet
Belgisch, wat Duitsch is, moet Duitsch
blijven.* Dit beginsel vereischt eenig
nader onderzoek alvorens het als grond
stelling aan te nemen is bijvoorbeeld
Lotharingen Fransch of Duitsch
maar tot op zekere hoogte is het in
overeenstemming met ons eigen natio
naliteitsbeginsel. Zoo na is de ver
wantschap dat, wanneer de heer
Scheidemann voortgaat en zegt dat
«wij daar inderdaad nog ver verwijderd
van zijn, en dat er nog veel bloed zal
vloeien,* hij waarschijnlijk bedoelt
dat de overheerscbende meening in
Duitschlaud nog opgevoed moet wor
den. Wat die opvoeding verhindert, of
liever, wat het Duitsche volk belet om
een eind aan zijn lijden te maken door
het militaire juk af te schudden en op
een vrede door ontruimicg van het
bezette gebied aan te dringen, wordt
misschien verklaard door een uitspraak
van den heer Halem, van de «Alt-
duitsche Partij*. «Zoolang onze vij
anden spreken van Duitscblands ver
nietiging, is vrede ondenkbaar.* De
Duitsche ultra maakt gebruik van onze
ultra's als van een slok waarmee bij
de gematigden kan slaan.
Voor zoover meo in Engeland be
grepen heeft, is bet resultaat »an bet
debat in den Rijksdag geweest dat de
positie van den Rijkskanselier sterker
is geworden en dat zijn geneigdheid
voor de gematigde partijen duidelijker
is uitgekomen. Wanl.alleontkenoingen
van Engeland en de Eotente ten spijt,
bevatte zijn aanvaarding van het ge
zegde van den heer Brund een werke
lijke toenadering. «Frankrijk vocht
vooreen hechten en auuizamen vrede,
waar bij de vrijheid der volkenbeschermd
zal worden door internationale over
eenkomsten tegen iederen aanval. Dat
is hetgeen wij ook wenscheu.* En toch
geeft de heer Scheidemann droevig
gestemd toe dat »er nog veel bloed
zal vloeien.* De zomercampagoe zal
waarschijnlijk de meerderheid der
Duitscbers overtuigd hebben dat van
den droom van wereldheerschappij
afstand gedaan moet worden. Doch het
beeft hen in geen geval oveituigd dat
zij verslagen zijn of verslagen zullen
worden. Het is niet waarschijnlijk dat
wat zij beschouwen als zeer gematigde
voorwaarden, door de Geallieerden in
de verste verte als zoodanig aange
nomen kan worden. Van dat standpunt
gezieu hebben de debatten in den
Rijksdag uitsluitend een academisch
belang. En toch openen zij het vooruit
zicht voor een tijd, dat de democra
tische partijen in Duitschlaud hun stem
krachtiger zullen laten hooren, een tijd
dal het mogelijk zal zijn o»er de be
scherming van de vrijheid der volken
door internationale overeenkomst te
spreken. Men moet ter wille van het
gezond verstand zoowel als van de
rechtschapenheid erkennen dat er
reeds nu in Duitschlaud zoowel als in
anderelanden menscben zijn, die deze
idealen in alle oprechtheid prediken,
en hun volk vrij spreken van de aan
klacht veroveringslust en bloedver
gieten in de hand te werken.
Voor «Het Handboek van den
volkinaakten schelm".
Gérard Harry schrijft in het «Petit
Journal*.
Nu zijn wij gekomen aan het tweede
bedrijf der infame Duitsche comedie,
waarover ik reeds schreef, dank zij
de 750.000000 die met één slag gevoegd
zijn bij de sommen, welke door den
voornaamsten der roofstaten aan Bel
gië ontnomen zijn.
Deze tweede acte de opheffing
van bet moratorium had het gevolg,
dat door von Bissing reeds voorzien
was: zij maakte, dat er ongeveer
750.000000francsbetaald moestworden
voor handelszaken, vóór den oorlog
aangegaan aan de Barique Nationale.
Nu is het derde bedrijf gemakkelijk
te raden. De Duitsche autoriteit begaf
zich naar de vertegenwoordigers der
Banque Nationale en hield ongeveer
de volgende rede; een struikroover,
die zich als een braaf man vermond
heeft, waardig:
«Over deze 75 millioen kunt gij
slechts beschikken als er een uieuwe
orde zal zijn ingetreden, want in onze
oogen bestaat de Banque Nationale
niet wettig. Die millioenen hebben
dus op het oogenblik geen eigenaar.
Als een beroemd misdadiger zouden
wij kunnen zeggen: «Deze koffer be
hoort aan njemand, dus behoort ze ons
Duitschers.* Maar de «Kultura is eer
lijk; er zal voor worden gezorgd, dat
de eigenaren van het geld er nog
voordeel aan behalen. Zij zal de 175
millioen medenemen als een leening,
Komt twee jaren na het einde van
den oorlog naar Berlijn, dan worden
u de 750 millioen uitbetaald, plus de
5% rente. Geen tegenwerpingen, wat
ik u verzoeken mag dat aanbod is
voor België zeer voordeelig. Aan uw
poorten staat er een bataillon gereed
om ons te helpen, voor het geval het
noodig mocht blijken andere maat
regelen te treffen.*
Wat de epiloog van dit tooneelstuk
betreft, dit weet men reeds vooruit.
Die drie kwart milliard, aan de Belgen
ontstolen, zullen dienen als inschrijving
op de vijfde Duitsche oorlogsleening,
te zamen met andere sommen, gestolen
in bet noorden van Frankrijk en in
Polen. En heel Duitscbland zal bevel
ontvangen, te vlaggen voor hetgroote
succes van deze leeuiiig. «gepnt uit
de hulpbronnen, de vaderlandsliefde,
en bet grenzenloos vertrouwen van
het Teutonische volk,*
liet eenige commentaar, dat wij
bij deze geschiedenis voegen is De
Belgische getuigen der «Kultur* zullen
na den oorlog in staat zijn, het «hand
boek van den volmaakten schelm* uit
te geven (hoe Duitschland werkelijk
superieur is in schelmerijen.
Dood vau een Delgiscben held.
Op 81-jarigen leeftijd is te Loo
overleden de sluiswachter HeDri Van-
dergucht, die indertijd den Belgischen
generalen staf het denkbeeld aau de
hand heeft gedaan de Yzer streek
onder water te zetten. Hij heeft daar
voor da Leopolds urde gekregen. Twee
jaar lang heeft Vaudergucht in het
onder de vijandelijke granaten liggende
Loo geleefd.
De Vrouw van 1916.
Er zijn onwaarbeden, die men, als
men ze maar lang genoeg herhaalt den
schijn wekken, dal ze waarheden zijn.
En om die ingeroeste leugens er af te
krijgen is een goede schoonmaak en
een stevige hand noodig. Die onwaar
heden behoeven niet altijd in woorden
door JOHANNA STEKETEE.
slot)
En in die oogenblikken voelde ik mijn troost te moeten
zoeken in wijsbegeerte en godsdienst.
De wijsbegeerte deed mij inzien hoe klein de waarde is van
de gevoelens der buitenwereld en hoe het verschil tusschen
de gunst en de ongunst dier wereld miniem is. Ook sterkte
zij mij in mijn streven tot voortdurende zelfverbetering, een
werk, dat ik mijn heele leven door altijd vaardiger heb be
oefend. Geen enkele van mijn ondervindingen ging aan mij
voorbij zonder dat ik er iets uit had geleerd.
En 't deed mij goed de heilige stilte eenei kerk binneD te
treden en aan te hooren wei-overdachte woorden, die troost
inhielden en liefde van een machtigen Vader.
Toen de menschen dit zagen, fluisterden zij Zij is schijnheilig
Pijn deed dat mij zeer, maar nooit nam ik er meer, of minder
mijn bijbel door ter hand en nooit ging ik er meer, of minder
door ter kerk. Door de liefdevolle troost, welke mij deelachtig
is geworden, uit de orthodoxe hervormde kerk, ben ik ertoe
gekomen, jullie op cathechesatie te doen en jullie te laten
doopen op lateren leeftijd, dan dat gewoonlijk geschiedt.
Na twaalf jaar van scheiding kwam Jens, onverwacht op
een stillen avond, terwijl ik versteld goed zat na te kijken.
Ik schrok geweldig, maar toen ik zijn lief, trouw gezicht
eens goed in de oogen had gezien, was er van mijn schrik
niets overgebleven dan vreogde, die weldra zou veranderen
in geluk.
Jens was ongelukkig getrouwd. Zijn vrouw en hij hotsten
elk oogenblik door groot verschil in karakter, dat zich eerst,
na enkele maanden gehuwd te zijn geweest, had geopenbaard.
Hoe onverwacht overviel mij dit! Wat vreemde, eigenaardige
vrouw, die botste met mijn goeden, trouwen Jens! Ik was
geneigd haar de schuld te geven, hoewel dit zeker zeer on
billijk was. Hoe dit zij, ik drong er niet verder in door; ik
had genoeg met mijzelf te doen en ik was blij Jens terug te
hebben. Dat was een heele verlichting voor me.
Jens sprak van wettelijke scheiding, hoewel hij feitelijk al
gescheiden was, maar daarmee haastte hij zich niet en ik zag
er op dat oogenblik ook nog niet de noodzaak van in.
Jens geld dwong hem niet was op 't oogenblik vrij
van betrekking aan de Haagsehe baDk, waarvan hij directeur
was, had hij tijdelijk een ander in zijn plaats gesteld en zoo
betrok hij kamers in Pays-Bas, het voornaamste hotel in
Utrecht. Maar overdag was hij altijd bij ons.
Hoe dit opnieuw voedsel gaf aan de laster der menschen,
jullie begrijpen het. Echter had ik nu een steun in Jens. Maar
vreemd was dit, was men bevreesd voor hem, omdat hij zulk
een sterke man geleek, spaarde men hem, omdat hij een man
was, hoe dit zijde laster werd niet gemikt op hem, maar
alleen op mij en nu ter sluiks, wanneer men zich veilig ge
loofde voor zijn bemoeiing; welk eene kleinzieligheid, spreekt
hier alweder niet uit. Men spaarde een man, den sterkeren;
men viel de vrouw aan, een zwakkere, zoodra men haar alleen
geloofde.
Jens en ik helaas voelde ik dat toen eerst, want mijn
leven, zoover het mensehelijk te beoordeelen valt, is in zoover
mislukt, dat ik niet van het eerste liefde-ontwaken af, Jens
heb toebehoord hadden elkaar lief en gaven nu ook uiting
aan die liefde.
Dit voelden wij heidenhet was goed, het mochter was
geen kwaad in.
Maar 't streed weer tegen het fatsoen. Dat hinderde mij
toen nog wel, wanneer ik eraan dacht. Nu echter ben ik daar
heelemaal over heen. Wat is fatsoen, conventie; niets anders
dan een denkbeeldige grens, door menschen gemaakt, tusschen
wat mag en wat niet mag, of wel deugd en ondeugd.
Elk mensch heeft het recht, zijn eigen lijnen te trekken
tusschen deugd en ondeugd. Jens beweerde dat toen al.
Zoo hadden wjj elkander lief eenige jaren, zonder dat het
vrucht droeg. Voor jullie was Jens als een lieve, brave, zorgende
vader; voor mij in alles als een liefdevol echtgenoot.
Toen ik tot de ontdekking kwam van Helene's geboorte,
drong ik krachtig op wettelijke scheiding van Jens aan. Jullie
mogen dit klein noemen. Om mijn kind had ik niet de moed
de derde maal, deze laster van: «Waar is de vader?» te dragen.
Zoo werd voldaan aan alle wettelijke eischen in het begin
van mijn derde moederschap: Jens scheidde en wij huwden
om opspraak te ontgaan in Engelandzonder meer dan
noodzakelijk ceremonieel.
Kinderen mijn einde nadert. Ik voel me zoo uitgeput, dood
moe. Als me soms de gelegenheid wordt ontnomen, verder
te vertellen, dan kunnen jullie gemakkelijk het einde van deze
geschiedenis opmaken. Jullie kent Jens. Is hij niet voor jou,
Magda, en voor jou, Elize, een even-goede vader geweest, dan
voor Helene? Eens, Elize, bekende je mij, dat Jens Helene
met andere oogen beschouwde, oogen vol liefderijken glans,
dan waarmee hij jou aanzag, of Magda. Voelde je toen bij
intuitie, dat hij jullie vader niet was, of was ondanks mijn
waakzaamheid iets uitgelekt van het geheim, dat ik zoo zorg
vuldig bewaarde Hoe dit zij Jens heeft er ten volle naar
gestreefd een vader voor jullie te zijn eu naar mijn meening
is hij in dat streven geslaagd.
Kinderen weet, dat jullie moeder veel heeft geleden. Dit
moge jullie bij eigen leed tot troost zijn. Een der dingen,
die mij 't meeste hebben aangegrepen, is wel het verbreken
van Magda's engagement om dat familie-geheim. Maar ik
troost mij met de zekerheid, dat een man die blijk heeft ge
geven van zooveel kleinzieligheid haar nooit gelukkig had
kunnen maken. Zeker zal zij later een haar-waardiger liefde
vinden.
Cor was langen tijd onze eenige goede vriendin. Na mijn
huwelijk met Jens kwamen enkele andere vrienden; vele, de
meeste menschen, hielden wij echter om de smadelijke be
handeling van vroeger van ons verwijderd; toch bleef Cor
toen niet onze eenige vriendin. Dit deed jalouzie in haar
ontstaan en al zullen wij nooit vergeten, wat zij voor ons is
geweest; het gaf verwijdering. En niets is moeilijker te heelen,
dan eens ontstane verwijdering.
Kinderen, ik hoor den dokter. Hij heeft mij het schrijven
voorloopig geheel verboden. Ik ruim dus haastig mijn papieren op.
Twee dagen later, den lOden Mei, werden de kinderen
telegrafisch ontboden bij hunne moeder. Jens was voor een
handelsreis naar Japan. Toen de kinderen aankwamen, reikte
zij Magda in allerijl dit dagboek over. Eenige uren latei-
stierf zij.