NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad ^ÉT voor de Provincie Utrecht. No. 2. SCHETSEN ÜIT DE RECHTSZAAL Zaterdag 6 Januari 1817. 46e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG! DE OORLOG. BINNENLAND. a Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per pogt door het geheele Rijk 1.16. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 69. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De beteekenis van WiUon. inter ventie. Dr. J. P. Lotsy schrijft aan het N. v. d. D.: Duitschland wil den vrede: op welke voorwaarden weet men niet; bet is echter bereid deze op een bijeenkomst te doen kennen. Ook de geallieerden willen den vrede, geven vaag te kennen op welke voorwaarden, maar zijn niet bereid tot een bijeenkomst. Intusschen worden dagelijks ongeveer 6000 menscben gedood Voorwaar een treurig beeld van de beschaving op den laatstee dag van 1916! Het eenige lichtpunt is de aange boden tusscbenkomst van den presi dent der Vereenigde Staten van Noord- Amerika. Ontdaan van alle franje zegt zijn nota aan beide partijen: Uwpo- geu om den wereldvrede op machts verhoudingen te grondvesten is jam merlijk mislukt: uw strijd heeft millioenen ongelukkig gemaakt zonder tot heden een beslissing to hebben gemaakt. Gesteld, een uwer behaalt een beslissende zege, dan krijgt gij in Europa een Pax germanica of oen Pax anglica en na eenige jaren breekt wederom een oorlog uit, waarin de partij, die nu verloren heeft, dat veilies zal trachten te herstellen. Dat staat vast. Daarom: erkent dat het middel: grondvesten van den wereldvrede op machtsverhoudingen ondeugdelijk is gebleken, ziet af van pogingen om een duurzamen vrede te sluiten op grond van de balans van dezen krijg, maar komt samen om dien vrede te sluiten en duurzaam te vestigen op grond van rechtsverhoudingen tusscben de staten. Zonder den minsten twijfel heeft Wilson gelijk. Hoe lang zal bet nog duren voor men dit inziet: of liever want men moet bet wel inzien ernaar handelt? Intusscben sneuvelen dagelijks ongeveer 6000 manneo nutteloos. En noodeloos, want thans kan de vrede verkregen worden, door de handeling van één partij, welke dan ook, die ronduit verklaart bereid te zijn, te onderhandelen op grond van het scheppen van een rechtsverhouding tusscben de staten omdat de partij, die dit zou weigeren, in de oogen van de geheele beschaafde wereld ook van zijn eigen volk de schuldige aan de voortzetting van deo krijg zijn zou en juist daardoor die voortzetting onmogelijk zou worden. Dit reeds nu duidelijk te doen uit komen is o.i. de taak »an de vredes beweging in ueutrale landen, van Nederland in de eerste plaats, omdat het geldt de verwezenlijking van bet iPlan-Van Volleuhovenv, door een Nederlander vcór den oorlog opgesteld! Een hertogdom Vlaanderen. Antwerpen een Duiteche haven. De Duitsche nationaal liberale politicus van invloed Bassermann schrijft in het orgaan zijner partij iDeutsche Stimmenu een artikel over de toekomst van België. Om te voorkomen, dat in toekom stige oorlogen, die, naar de schrijver pessimistisch meent, niet zullen uit blijven, bet weer noodig zal zijn Belh- mann Hollwegs stelregel «Nood kent geen gebod», toe te passen, dient België in militair opzicht Duitsch te zijn. De Maaslinie met Luik en Namen dient daarom aan Duitschland te komen. Vervolgens bespreekt Bassermann de kwestie van de Vlaamsche kust. waar Duitschland vaste steunpunten moet hebben om druk op Engeland te kunnen uitoefenen. Gelukt dit niet, dan is Engelands heerschappij ter zee voorgoed gevestigd en loont bet niet om de Duitsche kolO' niale politiek weer op te vatten. Bassermann beschrijft de verdere voordeden, aan het bezit van de Vlaamsche kust verbonden, o.m. om schepen, die tegen Engeland zijn op getreden, een veilige schuilplaats op korten afstand te geven en uit de vrees, dat Engeland met deFranscbe noordkust voorgoed in zijn banden, van de Vlaamsche kust een bruggen hoofd tegen Duitschland zou maken. Ten slotte komt Bassermann op den strijd tusschen Walen en Vlamingen. Hij concludeert, na een uitvoerige uiteenzetting van dien strijd, dal Vlaanderen een zelfstandig, door ver dragen jnet Duitschland verbonden hertogdom dient te worden. Duitsch land moet aan dat hertogdom zijn steun verleenen. Antwerpen moeteen Duitsche haven blijvende natuurlijke haven voor Duitscblands meest belangrijk nijver- beidsgebied. Duitsch kapitaal heeft de ontwikkeling van Antwerpen tot den tegenwoordigen bloei gebracht. Blijft Antwerpen Belgisch, dan zal, zegt BassermanD, naar mij in Antwerpen door alle daar woonachtige Duitschers eensgezind werd verklaard geen Duit- scher daar kunnen blijven. De haat zal hem verdrijven. Nederland en de nota van Wilson. DevN.Fr.Presse" (VVeenen) schrijft: De Nederlandscbe Regeering beeft geen aanleiding gevonden om aan het ver zoek van president Wilson gevolg te geven en de vredesbeweging te onder steunen. Der halve is vast te stellen dat in dit buitengewoon belangrijke vraagstuk, niet alleen van politiek, doch ook van menschel ijkheid en van het gevoel van Europa samenhoorig- beid de Europeesche neutralen een verschillende houding aannemen. Zweden, Denemarken, Noorwegen en Zwitserland hebben hun instemming betuigd met het initiatief van president Wilson, terwijl Spanje en Nederland zich onthouden. Spanje heeft getracht zijn negatieve houding in een tot de mogendheden gerichte nota toe to lichten. Een Neder!, nota van gelijken aard is voor zoover ons bekend niet verzonden, doch de Neder I. Regeering heeft wellicht een anderen vorm ge- vouden om haar standpunt uiteen te zetten. De Nederl. Staatslieden hechten er waarde aan te verklaren dat, ook al kunnen zij zich niet bij de actie van president Wilson aansluiten, zij toch de grootste, sympathie koesteren voor den stap der centrale mogend heden. Nog meer. Men is in Holland overtuigd, dat het door de centrale mogendheden uitgestrooide zaad vroeg of laat tot een vrucht moet gedijen en dat men voor de beslissing wordt gesteld of men zich bij president Wilson zal aansluiten of niet. Hebben de Hollandscbe staatslieden zich laten overreden door den indruk, dat de bereidwilligheid, om in vredes onderhandelingen te treden of zelfs slechts aan de tot bezinning manende stem van den vr iend gehoor te schen ken, bij de mogendheden der Entente nog niet dien graad beeft bereikt, dat interventie of initiatief van neutralen ook slechts gedeeltelijk uit zicht op succes beeft, dan kunnen zij daarbij nauwelijks op de alge meens instemming rekenen, zooals reeds blijkt uit de instemming, welke de stap van president Wilson ook in Nederland heeft gevonden. Niet de centrale mogendheden, doch veeleer de neutralen zullen bet vermoedelijk eens betreuren, dat het groote histo rische moment, dat tot een gemeen schappelijk optreden van de Euro peesche neutralen had kunnen voeren, veizuimd is. Duitschers hebben te Neeritter (Limburg) in den avond van 27 op 28 Dec. de graanmijten, staande op Nederlandsch grondgebied, vlak aan de draadversperring weggehaald, na eerst den stroom van den draad te hebben afgezet en den draad te hebben doorgeknipt. De mijten bevat ten ruim 8 zware karren rogge en even veel haver. Het graan, dat geteeld is op Neder landsch grondgebied behoorde toe aan A. Abels te Molenbeenel, Nederlander van geboorte. (Tel.) De oorlog voor einde Mei uit? Een bericht uit Bern aan de »Idea Nazionale", zoo wordt uit Rome aan de nWestminster Gazette" gemeld, zegt dat de Duitsche autoriteiten klaarblijkelijk de overtuiging bezitten, dat de oorlog in geen geval langer dan dit voorjaar zal duren. Inderdaad is de regeling der levensmiddelen- voorziening in Duitschland evenals de regeling der muDitie-productie, enkel voor de eerste 5 maanden van 1917 vastgesteld. Ook hebben, naar wordt gemeld aan het Romeinsche blad, de bevelhebbers te velde bevelen gekregen aan de onder ben staande troepen mede te deelen, dat hun in spanning niet langer dan nog 5 maanden zal duren. Smeekschrift aan H. M. Koningin Wilheimina. De Belgen in Nederland hebben aan H. M. Koningin Wilheimina den vol genden smeekbrief gericht, die door 16.229 uitgewekenen onderteekend werd Mevrouw. Met den diepsten eerbied nemen do Belgen, ondergeteekend, allen uitge weken naar Uw gastvrij land, de vrij heid, om tot Uwe Majesteit dit drin gende smeekschrift te richten, dat werd ingegeven door de ontzettende en onverdiende smarten, welke op dit oogenblik drukken op onze in het be zette België gebleven landgenooten. Duizenden mannen worden ontrukt aan bun buiselijken haard, aan hun ouders, aan bun echtgenooten, aan de door MaItbe Corbïau. 2) „Zilverbon." „Wat blijft." Hoe het baronnetje haar in den steek had gelaten, na al wat ze bezat te gelde te hebben gemaakt. Hoe zij schulden had, accepten, promessen. Door baron netje voor aval geteekend. De woekeraars hadden file gemaakt, meer dan eens, wie 't eerst »in aanmerking" zou komen voor eene transactie. Zoolang meneer de baron bleef garandeeren kon zij over net zooveel geld beschikken als ze maar wilde. Nu hè José dat was 't naampje, waarmee zij Jan Donker altijd toesprak.... Nu, hè, José wist hoeveel duiten zij aan kon. En zij lachte op de manier, die hij altijd zoo aardig vond, 't hoofdje achter over buigend, het mondje half open, dat de prachtige witte tandjes te zien kwamen, en dan schaterend met dien zilveren klank Hij lachte mee. Opgewonden, dol verheugd over het plots terugkeeren van den leuken, ouden tijd. Jaspers tikte aan de deur. "Meneer, daar is meneer DeWaard....» De president-commissaris van de Vennootschap. «Een seconde!» excuseerde Donker. En hij ging naar de wachtkamer, vertelde, dat hij eene hoogst belang rijke conferentie had met iemand, die zijn fortuin wilde beleggen in de zaken der vennootschap, of meneer De Waard hem wilde veroorloven "Natuurlijk! Natuurlijk!» zei presi dent-commissaris, »ik apprecieer uwe toewijding, meneer Donker!.... Neen, 't heeft volstrekt geen haast Dan kom ik morgen wel terug!» En hij, directeur, weèr naar wach tende Lucy. De zaak was deze dat ze duizend pop moest hebben. Om te beginnen. De rest presseerde niet zoo erg. Als de «ontbrekende» achthonderd er maar vdór het eind der maand waren. »Zie je,« zei Lucy, »ik ben van plan om naar mijn broer te gaan, die tegen woordig in Londen een prachtige zaak heeft. Ik heb Koen al geschreven en hij vindt 't best. Dan ga ik hem helpen in zijn magazijn, want zijn vrouw is daarvoor niet geschikt.» En ze merkte, hoe Donker's gelaat betrok. Hoe het vooruitzicht van haar weer te verliezen, hem beangstigde. «Wanneer zou je die duizend gulden moeten hebben?» vroeg hij. «Dadelijk natuurlijk,» zei ze, haar voile weer over het gelaat trekkend, als iemand die van plan is heen te gaan. Even wachtte hij. Dacht direc teur na »Zal ik je het geld straks brengen?» vroeg hij, terwijl de toon van z'n stem heesch van klank was. »Dat'8 goed,» zei Lucy, »hier heb je mijn kaartje. Om zeven uur ben ik thuis. Met bevende vingers nam hij het stukje karton aan. Toen stond zij op. Naderde hem. Boog zich over hem. Drukte hem een kus op het voorhoofd. Maar hij sloeg den arm om haar middel en de kns, die hij op haar lippen drukte was tolk van de groote, hem nu weer zoo in volle mate bestormende liefde, die in hem was Toor de vronw met de staalgrijze, energieke oogen. De Donker ging narekenen. Schelde Jaspers. Ontbood procuratiehouder. »Hoe groot is de remise, die wij vandaag aan meneer Kort, in Utrecht, hebben over te maken,» vroeg hij. Procuratiehouder dacht even na. «Ongeveer drieduizend zes honderd en nog wat,» zei hij, «als u goedvindt zal ik het even precies gaan nakijken. Ik was juist bezig de remise te ver pakken. Dan kan het geld nog van daag weg «Neen,» zei directeur en hij was wonderlijk bleek en beverig, »neeD, dat hindert niet. Ik moet straks toch naar Utrecht en meneer Kort ontmoet ik toevallig vanavond op een vergade ring. Als u de enveloppe met het geld klaar hebt, breng die dan maar hiér. Ik zal dan wel zelf de zaak in orde brengen. Dat haalt alweer item zooveel uit, hè zei directeur, zijn best doend om spotterig jolig te doen. «Best, meneer,» zei procuratiehouder en hij ging weg. In de gaDg, van directeurskantoor naar zijn kamer, liep hij langzaam, over zijn knevels strij kend, peinzend. Er was iets zonderling in dat alles. Maar tien minuten later bracht procuratiehouder de enveloppen met de bankbiljetten bij directeur. »'t Is goed,» zei Donker. En toen hij weer alleen was, scheurde hij de enveloppe open. Haalde er een biljet van duizend uit, dat hij in zijn portefeuille stak. Schreef een brief aan meneer Kort te Utrecht, waarin gemeld werd, hoe 't kwam, dat de afrekening van de verkochte effecten niet in haar geheel kon worden overgemaakt heden. Over een week zou het restant volgen. Directeur bestelde telefonisch een auto. Liet zich naar het postkantoor brengen. Daarna 't was nog lang geen zeven uur naar een café, waar Donker nooit kwa a. Dien zou hij nu niet onder de oogen hebben durven komen. Hij dronk vele glazen witte port. Zocht telkens in z'n portefeuille. Behalve het biljet van duizend, had hij nog veel meer geld bij zich ge nomen. Tegenover Lucy zou hij de «grand seigneur» van vroeger blijven. En om de V^f minuten keek meneer Donker op zijn horloge, of 't Dog niet zeven uur was, dat hij Lucy haar duizend pop kon geven. In afwachting van wat zij verder noodig had. Wordt vervolyd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 1