NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad NÉT
voor de Provincie Utrecht. |B|
No. 28.
Zaterdag 7 April 15117.
46e jaargang.
TËRSCHMRT WOERSDAG KR ZATERDAG.
De wassende vloed.
DE OORLOG.
BINNENLAND.
SCHETSEN UIT DE RECHTSZAAL
iW./ffi'i-ït.
Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden f 1.
Franco per poit door het geheele Kijk 1.15.
Afzonderlijke Nummer» 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinidag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Lentestraat 77. Telephoonu. H.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regel» 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent.
Groote letter, en vignetten naar plaatirnimte.
i.
Het protest komt en het komt van
alle kanten, het protest tegen de
grondwetsvoorstellen Cort van der
Luiden. Hel is als een vloed, die
wast, steeds sterker wordt en weldra
niet meer te keeren zal zijn.
De vloed wast, de verontwaardiging
groeit! Verontwaardiging in de eerste
plaats over het feit. dat men nu in
dezen tijd er een grondwetsheiziemng
door wil balen, die bet volk niet zou
willen als bet wist wat er instond.
Het volk w.et liet niet en daarom
treft bet geen verwijt. Het heeft wel
andere dingen om over te denken.
Heeft ons parlement vergeten, dat
er oorlog is in Europa, dat de velden
met bloed zijn gedrenkt en dat we
allen in spanning kijken naar de too-
neelen van den oorlog, dat we ons
af vragenhoe lang moet dat nog
duren
Daarover denken we en spreken we
en we vragen ons af of Nederland
al dan niet gespaard zal blijven. Maar
teiwijl wij ons dat af vragen, weten
we dat hei zwaard van Damocles ook
ons boven het hoofd hangt, weten
we dat het gevaar van in den oorlog
te worden betrokken voor Nederland
niet denkbeeldig is
We denken aan den oorlog en alles
wat daarmee samen hangt, want ook
ons land ondervindt wel degelijk de
gevolgen van don ooi log.
Hij had een zaakje, waarvan bij
met vrouw en drie kindereo aardig
kon leven. De mobilisatie kwam, hij
moest naar'bet leger. Het zaakje kon
niet alleen door zijn vrouw worden
gedreven, er moest vreemde kracht
bij, vreemde kracht, die duur moest
worden betaald eD tocb niet was, wat
de eigen was geweest. W int deze bad
om zoo te zeggen dag en nacbt gewerkt
om zijn zaak er boven op te krijgen en
dat kao men tocb van een vreemde
nint «erlangen. Het zaakje met zooveel
moeite er boven op gewerkt, verliep;
een concurrent vestigde zich in de
buurt. Denkt men dat de man die
door de mobilisatie het resultaat van
zijn werk verloor nu aan iets anders
denkt dan daaraan?
Waaraan denkt men nu in Neder
land? 2de voorbeeld. Ze waren niet
rijk, maar toch, het ging wel. Hun
oudsten jongen, die zoo knap was,
konden ze met eenig overleg tocb wei
laten studeeren. De mobilisatie kwam.
En de jongen zit ergens aan de grenzen j
ver vao zijn studie. Jaren raakt bij ten
achter. Dan is hij bovendien zooveel
ouder geworden en de rechte lust is
er niet meer. En by moet dan maar
wat anders zoeken, vinden vader en
moeder. Dat wil voor de jongen die
aanleg bad om te studeeren zeggen,
dat zijn toekomst voor een groot deel
gebroken is.
En behalve de mobilisatie hebben
weDOganderegevolgen van den oorlog.
Er is gebrek aan kolen en er is gebrek
aan voedsel. En als men kou lijdt,
omdat er geen brand is, als men geen
voldoende voedsel heeft voor zich niet
en voor de kinderen niet, dan drukt de
zorg voor het dagelijkscb bestaan
zwaar. De mobilisatie en de zorg voor
bet dagelijkscb onderhoud, dat zijn
dingen waar men nu aaD denkt in
Nederland.
Nederland kan nu niet denken over
een grondwet en daarom is bet on
verantwoordelijk dat men probeert een
grondwet er door te drijven die bet
Nederlandsche volk niet zou willen als
bet wist wat er in stond.
Want dat weet bet volk Diet. Men
heeft aan het liokscbe deel van Neder
land verteld, dat die grondwet zoo
mooi was, want er stond algemeen
mannenkiesrecht in eu men heeft aan
rechts verteld dal die grondwet zoo
mooi was, want de vrije school stond
er in, maar wat er verder m stond
of niet in stond, daarover beeft men
gezwegen.
Weet het Nederlandsche volk wel,
dat onze grondwet het recht van oorlog
en vrede neeft aan slechts enkele men-
schen, weet bet Nederlandsche volk
wel, dat bij een toch mogelijk over
lijden van koDingin en prinses ver
schillende pretendenten aanspraak
doen gelden op de Nederlandsche
kroon, zoodat we hier onvermijdelijk
krijgen een successieoorlog. Dit staat
iu de grondwet en bet blijft er in
staan. Weet het Nederlandsche volk
wel dat in de grondwetsvoorstellen het
woord vrouwenkiesrecht staat, maar
zoo dat de zaak vrouwenkiesrecht
eigenlijk van de baan gescboveD is?
Weet bet Nederlandsche volk wel,
dat de openbare scboo! vrij zeker zal
verdwijnen als de grondwetsvoorstellen
Cort v. d. Linden er komen. Weet het
Nederlandsche volk wel, dat die voor
stellen millioenen vragen voor Scholen
bouw. Waar moeten die millioeneD
vandaan komeo?
Het is noodig dat men weet wat
deze grondwet geeft en wat ze niet
geeft. Het volk moet volledig worden
iogelicbt en daarna pas mag de be
slissing wezen. N. M.
Een vredesvergadering in
Engeland.
In het Engelsche, door F. W. Hirst
uitgegeven weekblad «Common Sense«
van 24 Maart 1917 vindt men een
uitvoerig verslag van een vergadering,
welke onder presidium vaD Lord Par-
moor op 19 Maart in Central Hall,
Westminster werd gehouden.
De Vergadering die in goede orde
verliep werd door ongeveer 1200 per
sonen bijgewoond. De volgende per
sonen waren o.a. op het podium
gezeten Lord Courtney, Sir E. Pears,
Mr. N. E. Buxton, M. P., Mr. Lees-
Smith, M. P., Mr. Arnold, M. P.,
Mr. Dickinson, M. P., Mr. Graham
Wallas, en Mr. Nevinson, terwijl Lord
Bryce schriftelijk zijn instemming bad
betuigd.
In zijn openingswoord herinnerde
Lord Palmoor aan bet manifest van
de Russische Doema en wees er op
hoe vrijheid en verdraagzaamheid ook
van een land in oorlog slechts de
kracht kunnen verhoogen. Voorts be
toogde de Voorzitter de noodzakelijk
heid, om niet alleen de eigenljjke
vredesvoorwaarden, maar eveneens de
vraag van een nieuwen internationalen
Bond ter verzekering van de duur
zaamheid van den vrede te bespreken.
Naar de meening van deD Voorzitter
was noodig .een vredesverdrag, op
zich zelf rechtvaardig en billijk, waar
door de indruk zou worden wegge
nomen, alsof wij diegenen, die op het
tegenwoordig oogenblik onze vijanden
zijn, hadden te straften*.
Mr. Noel Buxton M.P. deelde mede,
dat bij tijdens zijn verblijf in Amerika
van zeer bevoegde zijde had vernomen,
dat a Duitscbland eenige maanden ge
leden bereid washetgrouJgebied.dat
bet veroverd bad, zonder eenige uit
zondering terug te geven, tevens toe
te stemmer, in een uitweg naar de
zee voor Servië en in den afstaud van
Trentino aan Italië, afstand te doen
van alle overbeersching in Servië en
België en aan België een schadever
goeding te geven. Duitscbland was
eveneens bereid, niet alleen om uit
Frankrijk terng te trekken, maar ook
om aan Frankrijk een groot deel van
Lotharingen met inbegrip van de
vesting Metz af te staan. Rusland zou
het gebruik krijgen van de Dardenelleu
onder internationale controle, terwijl
Amerika bereid zou zijn, deze controle
uit te oefenen.* Mr. Buxton voegde
bier aan toe, dat men in Amerika
deze voorwaarden als zeer goed ver
wezenlijkbaar beschouwde, altijd mits
de Geallieerden niet verlangden, om
Duitscbland door geheele uitsluiting
van de koloniale wereld te vernederen.
Tenslotte gaf spreker als zijn meening
te kennen, dat zich binnenkort dr
gelegenheid zou voordoen, om nog
gunstiger voorwaarden te verkrijgen
en dat dan een dergelijke gelegenheid
onmiddellijk moest worden aangegre
pen.
Sir E. Pears besprak vervolgens o.a.
de quaestie van Constantinopeldrie
mogelijkheden werden naast elkander
gesteld: de Geallieerden konden Con
stantinopel aao de Turken laten, het
aan de Russen overgeven of wel het
maken tot de hoofdstad van een inter
nationalen staat. Volgens den spreker
zou de eerste mogelijkheid waarschijn
lijk onuitvoerbaar zijn, de tweede zou
de bedreiging van nieuwe oorlogen
inhouden en zou de eenige diploma
tieke oplossing zijn, een geïnternatio
naliseerd Constantinopel op de wijze
van de Dooau-Commissie.
Mr. Lees Smith verklaarde, dat .in
dien Engeland een nieuwe groote onder
neming begon zonder eerst alle
mogelijkheden geprobeerd te hebben
om vrede te verkrijgen door onder
handeling. men een groote misdaad
zou begaan*, welke uitspraak met
spontaan en langdurig applaus werd
ontvangen.
Tenslotte werd met één stem tegen
de volgende motie aangenomen: »De
Vergadering begroet met vreugde de
instemming door de Geallieerden be
tuigd met bet Amerikaansche voorstel
van een Volkerenbond ter voorkoming
van nieuwe oorlogen, geeft als baar
overtuiging te kennen, dat een vredes
verdrag definitief zal zijn, als bet niet
de recbtmatige verlangens van alle
staten erkent en dringt aan bij de
Regeering, dat deze haar invloed zal
aanwenden om zulk een vredesverdrag
te verkrijgen zoo spoedig dit mogelijk
zal zijn*
Geen tarwe.
Naar wij vernemen, bevatten de
graanschepen, waarvan de binnen
komst de laatste dagen is gemeld,
uitsluitend maïs, haver of lijnkoeken,
maar geen tarwe. Dit geldt ook voor
het aangekomen stoomschip .Leer-
sum* met 5000 ton graan voor de
Nederl. Regeeriog; dit graan is maïs.
door MaItbk Cobbiaü.
„Protector". „Robert en Macaire".
2) I
Op een middag het deficit-cijfertje
bad weer een «prong gedaan en de
rest van hypotheek met borg moest
er wel haast zijn, had hij aan de
leestafel een atoel gekozen vlak naast
het plekje, waar deftige mijnheer altijd
ging zitten. Met nerveus hartgebonk
en ijskoude handpalmen zat Hermans
te wachten.
De mijnheer verscheen precies op tijd.
Hermans maakte een zeer diepe
buiging voor hem.
"Bonjour» zei de ander, en eventjes
tikje verwonderd aankijkend.
In goud gevatte lorgnet werd op
neuspunt geplant. De mijnheer nipte
aan glas port. Hermans waagde het,
met beverige stem een schuchtere op
merking te maken.
De mijnbeer hoorde eerst niet. Na
een poosje zei Hermans het wat luider.
De mijnheer staakte zijn lectuur,
fronste zijn wenkbrauwen. Nam Her
mans van het hoofd tot de voeten op.
Maar 'toch luistert hij naar hem.
Zelfs met eenige attentie.
Legt de courant op leestafel neer.
Trommelde met de rijkelijk beringde
vingers op het papier.
Werd zelfs minzaam tegen mijnheer
Hermans.
En winkeliertje, nu hij het een
maal gevraagd had, fluisterde snel,
rap, haastig. Doodbaiig dat de mijnheer
hem in den steek zou laten.
Op zeker oogenblik haalde de zeer
deftige een allerkeurigste portefeuille
uit binnenzak, van prachtig leer.
i/Tja« zei bij, gouden lorgnet weer
op neuspunt //ik wil u wel van advies
dienen. Maar maar ik heb het zoo
enorm drnk ik. zal mijn agenda
eens even raadplegen I
En de mijnheer schoof met blanke
wijsvinger over keurige plaatjes. Mom
pelde »morgen conferentie in Den
Haag6 uur diner bij de consul
Generaal, overmorgenocbtend jaarver
gadering Mijnbouw Mij.Hij mom
pelde nog meer. Streek zich over het
voorhoofd.
Hermans dnrfde door geen zuchtje
storen.
//Weet u wat!» zei de mijnheer
eensklaps a zorg dat u morgen
ochtend precies half elf is aan de lees
tafel in f/Riche/z. Ik heb dan een oogen
blik voor u. Ik zeg u bij voorbaat:
niet heel lang! Want ruim een half
uur later moet ik naar het station
maar kan ik u van dienst zijn enfin,
dat is dus afgesproken la De mijnheer
knikte hem minzaam geDadig toe. aU
permiteert" zei hij, de krant weer op
vattend.
Hermans boog al maar. Mompelde
iets van groote erkentelijkheid.
Bedacht, hoe het nu voor hem ge
raden was te vertrekken.
Vond dat hij zeer slim deed de
deftige mijnheer mocht niet de indruk
krijgen, of hij zijn tijd in de kroeg
zat te verdoen dan was alles mis I
Hij vertrok. Nam nog eens heel
diep zijn hoed af Toor protector, die
hem koeltjes abstract toe knikte.
Hermans kwam in vroolijker stem
ming thuis dan Betje in maanden be
leefd had. Gaf de poes versche melk.
Vond het niks erg, dat er terwijl hij
weg was geen sterveling in winkeltje
was geweest. Ploot een deuntje, ter
wijl hij nieuwe kaften om boeken ging
zitten bouwen.
De toekomst scheen hem nu veel
rooskleuriger, alles zou recht komen I...
De deftige mijnheer zon hem de goede
weg wijzen om uit de zorgen te komen.
Daar had hij nu eenmaal zoo'n voor
gevoel van en zijn Antje zaliger, zijn
goede vrouw, had menigmaal tegen
hem gezegd: «Klaas, jongen, je bent
bepaald met een helm geboren. Als
je vast idee van iets hebt, dan komt
het ook uit. Wat waar is, mag gezegd
worden
Kwart over tienen zat de volgende
ochtend Hermans in het zeer chique
Riche. Een paar gepensioneerden met
hun tijd geen raad wetende, zaten een
kleintje koffie te savoureeren, met het
versche ochtendblad voor hen. De
kelners keken bedremmeld burger mijn
heertje, die op zoo'n raar onbeholpen
manier zijn [koffie dronk, met spottige
oogjes aan, nu en dan iets achter
bandje met elkaar fluisterend.
Eindelijk kwam de zeer deftige. Met
langzame, bedachtzame pasj es. Hermans
merkte wel, dat de kellners hem scherp
aankeken. Maar dat was natuurlijk
uit eerbied.
Hij groette heel diep, heel indiferent.
De meneer kneep de oogen half
dicht wist zich blijkbaar niet precies
te binnen te brengen wie daar
»0, is u 'tl?» zei hij einddlijk.
»Ja, ik heb verbazend weinig tijd.
Maar enfin, komt u maar even hier
De meneer scheen knorrig, zoodat
het Hermans al zeer beuauwd aan het
hart werd. De zeer voorname troonde
hem mee naar ver uithoekje van briljant
café. Toen zaten zij te fluisteren. Me
neer met glanzenden magnifieken cy
linder op de zilver witte haren.
Hermans nederig blootshoofds nadat
bij z'n «dopje// naast zich, op een stoel
gedeponeerd had.
Zoo zaten zij te fluisteren, de deftige
was grootmoedig genoeg om terwille
van innood verkeerend winkeliertje
blijkbaar z'n trein te verzuimen. Want
i het duurde wel een uur voordat ze
scheidden.
Hermans ging onmiddellijk naar huis
hij droeg Betje op, dien dag verder
op de zaak te passen. Pa had zeer
gewichtige aangelegenheden. Hg
schommelde in ijzeren geldkistje met
bevende handen. Het moest.
Wordt tertolgi).