NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Ne. 46 Zaterdag 9 Juni 1917. 46e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. DE OORLOG. SCHETSEN UIT BE RECHTSZAAL ryM'- y Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.16. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephooun. 69. t!)VEH1 ENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Engelsche vredesdenkbeelden. Het eerst dezer dagen hier te lande aangekomen nummer van de iMan- ebester Guardian* van 13 Mei bevat een uitvoerige, van zin tot toenadering blijk gevende beschouwing naar aan leiding van de laatste vredesdebatten in het Lagerhuis. Oe «Manchester Guardian* schrijft o.a. »Wij bekennen, dat het ons ver heugd zou bebben, wanneer Lord Robert Cecil een gezaghebbende uit legging had kunnen geven van bet antwoord der geallieerden aan Pre sident Wilson, waardoor deze Nota zich meer zou hebben aangepast aan de eischen van bet oogenbltk. Het is aan geen twijfel onderhevig, dat de oitdrukkiog «bevrijding* van ver schillende volkeren in Oostenrijk- Hongarije, waarvan de Nota spreekt, in ruime mate door onzen vijand is uitgelegd in de beteekonis, die Mr. Snowden er aan gaf. Volgens deze uitlegging zou biermede bedoeld zijn sdismenberment* van Oostenrijk-Hon- garije, want, wanneer men een kaart van Oostemijk-Hongarije voor zich neemt en nagaat welke volkeren ach tereenvolgens worden opgesomd, zal men zien, dat te beginnen met Bo- herne in bet Noord-Westen, en ver volgens rondgaande door Galicië en Transylvania in bet Oosten tot aan Trentino in bet Zuid-Westen zoo ongeveer het geheele grensgebied van Oostenrijk zou worden weggeuomen, terwijl men alleen overlaat een kern van Germanen en Magyaren, ten ge tale zoo ongeveer van de helft van de geheele bevolking over een uitge strektheid van minder dan de helft van bet gebied, waarover Keizer Karei thans heerscbt. Als dit de bedoeling van de nota zou zijn, dan zou men inderdaad mogen spreken van »dis- membermen* en wij gelooven, dat bet oogenblik nu is gekomen om duidelijk te maken, dat dergelijke bedoelingen niet worden gekoesterd*. Zoowel met betrekking tot Oosten rijk als tot de andere vijandelijke landen, is het oogenbltk gpkomen, om het oorlogsdoel van de geallieerden opnieuw vast te stellen, waardoor alle misverstand van de zijde van onzen vijand zoude worden voorkomen, ter wijl de geallieerden des te vaster aan elkaar verbonden zouden worden, door elkaar duidelijker te verstaan. Zoowel de politieke als de militaire toestand is door de Russische Revolutie ge wijzigd. De militaire toestaod is moei lijker geworden voor de Westelijke Geallieerden, maar gelijktijdig zijn de politieke moeilijkheden geringer ge worden. Zoolang Constantinopel nog het oorlogsdoel van Rusland was, was het duidelijk, dat er nog veel moest gebeuren. Maar het vrije Rusland ver klaart nu, dat wat baar zelf betreft, noch voor annexatie, noch voor schade vergoeding oorlog voert. Voor zoover Rusland betreft, is het duidelijk, dat de weg open ligt voor vrede met Oostenrijk en in ieder geval wil Rus land geen aanspraak doen gelden op Galicië. Maar het vrije Ruslaud vraagt niet alleen geen groudgebied voor zich zelf, maar schijnt te willen opperen, dat alle Geallieerden zouden overeen komen, om alle annexatie en schade vergoeding te verwerpen. Dit ligt geheel in den geest van een demo- cratiscben vrede, maar de letterlijke toepassing van deze formule is niet beelemaal zoo eenvoudig voor sommige van Rusland's bondgenooten, als voor Rusland zelf. Er zal geen vniet-verlost* Rusland meer zijn, zoodra de Duit- scbers zich zullen hebben terug ge trokken binnen de grenzen van 1914. Maar er is nu eenmaal een niet-verlost Frankrijk en een niet-verlost Italië en met Mr. Asquith eo Lord Robert Cecil twijfelen wij er aan of het juist is den term annexatie toe te passen op de bevrijding van grondgebied, dat door een vijand is geannexeerd en niet tengevolge van den wil der bevolking aan dien vijand beboort. Voorts is er de kwestie van de Armeensche pro vinciën, welke nu door Rusland wor den bezet. Men zou het tecbniscb gesproken annexatie kunnen noemen als Rusland deze provinciën bield, maar om de Armeniërs aan de Tur ken terug te geven zou gelijk staan mot het teruggeven van een lam aan een wolf. Zelfs wanneer men de sou- vereiniteitsrecbten op de meest aca demische wijze zou willen doorvoeren, zou hiermede toch niet gerechtvaar digd worden de teruggave van de overgeblevenen van een vermoord volk aan ben, die bet zoo mishandeld beb ben. Ook schadevergoeding is in het algemeen een ijdel begrip en meer een kwestie van trots dan van wer kelijk voordeel. Maar eenvoudige rechtvaardigbeidsoverwegiogen vragen eenige vergoeding voor België, voor de misdaad, welke zoo ruw tegenover haar is begaan. Aan deo anderen kant zou de leer, dat grenswijzingen ook uit strategische overwegingen mogen worden gewenscbt, zooals eveneens werd voorgesteld, de deur openen voor alle mogelijke hebzucht. Juist deze leer was de grond, waarop Duitscbland in 1870 Elzas-Lotbaringen annexeerde. Zoo blijkt wel, dat bet verwerpen van annexatie en schadevergoeding niet beelemaal zoo eenvoudig is, als het op het eerste gezicht scbijnt. Dit neemt echter niet weg, dat deze leus toch weergeeft den geest van demo cratische politiek. Deze eiscb is ge formuleerd geworden door den leider van de Russische Revolutie en instinc tief bebben de Duitsche socialisten er op geantwoord. De Duitsche Rijks kanselier durft den eisch niet nadruk kelijk verwerpen. Alle Regeeringen zijn verplicht hun standpunt ten aan zien er van te bepalen. Onze eigen democratie, die misschien aarzelend en onzeker wordt omtrent den loop der gebeurtenissen, zal met meer zekerheid willen weten, waarvoor wij nog vechten behalve voor het hand haven van de volkeren, welke door Duitscbland zijn aangevallen. Geen van de democraliën, geen van de volkeren der militaire Keizerrijken, zijn geneigd om in liet oneindige door te gaan met onbeperkt moorden voor een onzeker doel. De lijd is voorbij, waarin men genoegen nam met als eenige leuze: xDuitschland, de vijaDd.« Het Engel sche volk, zoowel als de andere vol keren, zullen des te beter en in des te grooter eenheid samen vechten, wanneer het oorlogsdoel volkomen duidelijk is en precies wordt aan gegeven op een wijze, die niet alleen spreekt tot het strijdinstinct, maar vooral ook tot het verlangen naar vrede en vrijheid. Wij zijn het er allen over eens, dat onze Bondgenooten wederom in het bezit moeten worden gesteld van het gebied, dat zij vroeger bezaten, van hun vroegere grenzeD en vari hun vroegere onafhankelijkheid. Wij zijn allen oveituigd, dat er geen vrede op de wereld zal kunnen zijn, wanneer niet met betrekking tot de vragen van Elzas-Lotharingen en van «Italia- Irredentaa een schikking wordt ver kregen. Wij zouden geen van allen toestaan, dat de Armeniërs aan Turkije werden teruggegeven. Wij kunnen ons moeilijk voorstellen, dat op dergelijke punten eenig groot meeningsverschil tusschen de Russische leiders en de Westelijke Bondgenooten zou kunnen blijken te bestaan. Maar dit moet onderzocht worden. Wij wenscheu in gezaraelijk overleg te handelen en daarvoor moeten wij eerst zekerheid hebben, dat wij in overeenstemming met elkaar denken. De vroegere grond slag van onze samenwerking is door den zondvloed weggevaagd geworden en er is nog niet een nieuwe stevige grondslag gelegd. Wij moeten dezen zoo leggen, dat de democratieën er door verbonden worden en, als wij dat doen, al moge het blijken, dat wij de eenvoudige formule van de Russen niet kunnen aanvaarden, dan zullen wij zeker in staat zijn aan de wereld te bewijzen, dat het oorlogsdoel van de Geallieerden niet is noverheersching en verovering*. De Duitsche en Oosten- rijksche democratische partijen zulleu bet dan op baar beurt mogelijk vinden, wederstand te bieden aan vredesvoor waarden, die berusten op politieke beginselen, waarmede zij zelf overeen stemmen. Er is geen reden waarom de Geallieerden zouden voortgaan met de Duitsche socialisten vaster aan hun Regeering te verbinden en hetzelfde te doen ten aanzien van Oostenrijk en Duitscbland, zooals tot nu de niet bedoelde uitwerking van hun diplo matie is geweest. Het oogenblik is gekomen om de voorwaarden opnieuw vast te stellen, hetgeen dan met meer zorg zou moeten geschieden dan de vorige maal en waarbij dan beter uiting zou moeten worden gegeven aan den geest van de nieuwe Democratieën die zich bij de Entente hebben gevoegd. Japansch dreigement tegen Rusland. De «Matin* verneemt uit New-York, dat Dr. Jenaga, de leider der Japansche propaganda in Amerika, een openlijke verklaring aflegde, die onbedekte dreigementen tegen Rusland inhield, voor 't geval dit land geneigd zou zijn een afzonderlijke vrede met de centrale mogendheden te sluiten. Niet alleen Japan, maar ook Gbina, dit laatste land onder invloed van Japan, zouden zich in dit geval vijandelijk tegenover Rusland plaatsen. Europa's Lott Gedurende de zeven weken, dat Amerika nu aan den oorlog in Europa deel neemt, heeft het reeds 750 millioen dollar aan de geallieerden voorgeschoten, wat neerkomt op bijna twee duizend miliioen gulden. Bovendien staan de geallieerden al geducht bij de Veteentgde Staten in 't krijgt vanwege de ontzaglijke leveran ties aan munitie tijdens den oorlog, door MaItbe Corbiaü. 2) „Fantasie." 'tlsa potgoedkoop. Ik doe 't waarachtig, op m'n eerewoord, enkel en alleen voor U En nog een kleinigheid in de hand. Misschien wel zestig, zeven tig gulden, afijn, dat zou wel in orde zijn gekomen. Maar Uw man weigert. Ik dacht nog, dat U hem misschien zoudt hebben overgehaald. Ik zie, dat U nu eenmaal gesteld bent op die meubeltjes, En ze zijn mooi, prachtig mooi. Ik begrijp, dat een dame van smaak ze wil hebben» Koopman keek met zijn slimme kool zwarte oogjes mevrouwtje aan. Hij verstond zoo fijntjes de kunst om de menschen in hun zwak te tasten »Ik moet U eerlijk zeggen» ging hij voort, »dat ik me niet kan begrijpen, hoe Uw man zoo'n aardig vrouwtje Neen, heusch, in meen 't; ik maak U geen complimenten Hoe Uw man zoo'n aardig vrouwtje iets kan wei geren a En met welgevallen bespeurde hij het van toorn schitteren in de kokette oogjes. Mevrouwtje zat te trippelen met de punt van een harer muiltjes. En zij beet nu op haar zakdoek. Afijn» zei koopman nogmaals, »de dames zijn vindingrijk. Wie niet sterk is, moet slim zijn. Denkt U er nog maar eens bedaard over na. Ik zal het ameublementje nog een week voor U zien op te houden Mooier kan ik toch niet doen. Er zijn al drie koopers voor. Maar langer gaat 't in geen geval. Denkt U daar vooral aan! Dag, mevrouwte!» Zij liet hem allerhoflijkst uit. En hij merkte, hoe onstuimig haar ver langen was om de transactie te zien Blagen. 3- »Hé!» riep hij uit, van z'n kantoor thuis komend en ziende wat er op tafel gereed stond. Zij konden er komen. Met zuinigheid en beleid. En hij hield met vaste hand de koorden van de beurs vast, van 't eerste begin af. Hij wist dat Lena eigenlijk nog maar een kind-vrouwtje was, een dartel popje, een wildzang. Toen 't bekend werd dat Henri met Lena zou gaan trouwen, hadden de vrienden de hoofden geschud. Zijn moeder was een stugge, gesloten figuur. Die liet hem begaan en had tot rasten stelregel, dat »de menschen maar zelf de gevolgen van hun daden moesten dragen.» Ze was van een koud egoistische natuur. Tusschen moeder en zoon had nooit eenige innigheid bestaan. De eenige voor wie Henri z'n hart kon uitstorten was zijn zuster. En Marie had hem gewaarschuwd. Toen hij haar en Jan, z'n zwager, was komen vertellen dat 't er met hem en Lena door was, had Marie gezegd: »Han, je bent je eigen baas, maar je moet niet boos zijn dat ik je met dat besluit niet feliciteer. Lena Wouters is geen vrouw voor jou.» Jan, de zwager had zich aanvankelijk tot de zwijgende rol bepaald. En dat was eigenlijk ook verstandig, want Henri was echt nijdig geworden. Had gezegd, dat Marie altijd op iedereen »wat had aan te merken.» Zijn drift was gestegen, en hij had zelfs beweerd, dat ze zeker opzagen tegen een huwelijks-cadeautje of dat ze hem wilden laten potten, sparen, totdat hun kinderen nog een duitje van oompje zouden erven.... Zwager Jan, gemoedelijke kerel, had vruchteloos getracht olie op de kokende golven te werpen. Zus Marie was ten slotte zóó nijdig geworden, dat zij uitriep: »Voor mijn part zetten jelui jij en dat malle nest, geen voet hier over de vloer. Juffies als die Leen Wouters kan ik missen als kiespijn hoor!» Henri was toen woedend, zonder zus of zwager te groeten, weggeloopen. Later was 't weer bijgelegd. Zelfs waren Jan en Marie na lang soebatten van een tante op de bruiloft gekomen. Maar 't was nooit «dat» geweest, Marie had den raad van haar man gevolgd en zich verder met niets bemoeid. Maar wél hoorde zij genoeg om te beseffen, dat haar voorspelling werd bewaarheid. Lena was verkwistend, spilziek, slordig. En Henri zag alles door de bril der liefde. Verafgoodde z'n «kind-vrouwtje.» Werkte dubbel hard om hare grillen zooveel mogelijk te kunnen bevredigen. Waakte tegen schulden maken, waar hij doodsbang voor was. Op zekeren dag was schoonzus Lena bij Marie gekomen, 's ochtends al heel in de vroegte. Zij draaide een poosje om de werkelijke bedoeling van haar vreemde visitie heen. Toen kwam de aap uit de mouw. Of Marie haar ook bijgeval voor hoogstens veertien dagen aan twintig gulden kon helpen Henri mocht er niets van weten. En er kwam een lang, zeer ingewikkeld verhaal van een edele daad, door Lena verricht. Zij had een doodziek vrouwtje, eene teringlijdster, die op 't punt stond wegens huurschuld op straat te worden gezet, geholpen. Maar nu wist ze geen raad. En zij durfde 't Henri niet be kennen, dat zij het geld van de huis houding had afgenomen, j »Dan zal ik het hem wel zeggen» zei Marie, zich met moeite bedwingend, want zij voelde hoe schoonzus haar zat te beliegen, »ik dacht anders niet, Lena, dat jij zoo bang was uitgevallen. Maar als je 't goedvindt, dan zal ik, dat zaakje wel met m'n broer bepraten, hoor i Lena wilde daar niet van hooren. Soebatte om de twintig gulden. Kreeg nul op 't rekest. Marie verzekerde op I 't oogenblik geen riks in huis te hebben. Met groote moeite weerhield Jan haar om de zaak niet dadelijk aan Henri te gaan vertellen. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 1