NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad ijÊg
voor de Provincie Utreclit.
No. 56.
Zaterdag 14 Juli 1817.
46e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
VERGELDING.
DE OORLOG.
SCHETSEN UIT DE RECHTSZAAL
'U-'X* ''!if
Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langeetraat 17. Telephoonn. <19.
ADVER1 ENTIËN:
Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Door de omstandigheid, dat de ver
volging der Nemesis weieens wat laat
kwam en zich over eenige menschen
geslachten uitstrekte, waren er reeds
in de oudheid mannen, die aan de
macht der godin niet geloofden en
die slechts vertrouwden op kracht,
succes, brutaliteit, op de macht van
het voldongen feit en op de lafheid
hunner medemenscheo. Tyrannen, zoo
als men ze noemde, was de macbl voor
hen de hoogste deugd. »Weinigkomt
het er op aan, zoo zei Athene in haar
bloeitijd, of de landgenooten onrecht
lijden, als Athene maar het sterkst
is.» Het openlijk en bij monde zijner
beste staatslieden uitspreken »an deze
machtspolitiek, heelt bet niet een
uiterst modernen klank? Is het niet
de leuze van elke mogendheid, die zijn
grondgebied tracht te vergrooten?
Er ligt in de verheerlijking van het
brutaal geweld een geweldige misre
kening verscholende geheele ge
schiedenis is daarom dit waar te maken.
Slechts de gerechtigheid verhoogt een
volk, zei reeds de oude spreuken
dichter, en een monarch kan nóg zoo'n
goed legeraanroerder zijn, bij kan nóg
zoo goed in zijn persoon de eerzucht,
de trots en het verlangen van zijn volk
belichamen, van den dag af, dat hij
niet langer eerbied heeft voor de
oveiwonnenen, de zwakken en ver
drukten, van het oogenblik af, dat hij
vergeet, dal beginselen van eer en
gerechtigheid ook iets in do wereld te
zeggen hebben, van dat oogenblik af
is zijn ondergang besloten. Niet langer
zal het succes zijn ondernemingen be-
kionen en na de ure der overwinning
zal de ure der vergelding zekerlijk
komen I Napoleon heeft na zijn on
rechtvaardiger! en harteloozen veld
tocht tegen Rusland terdege onder
vonden, dat de zedelijke wereldorde
geen hersenschim is, maar de grootste,
de machtigste wet kelijkheidBorodino,
wiens eeuwfeest de Russen niet lang
geleden hebben gevierd, is zijn Nemesis
goweest. Van dien dag af is zijn geluk
ster gedaald, om in Waterloo geheel
ten onder te gaan.
Wat voor de geschiedenis der wereld
op gaat, is ook waar voor het leven
van ieder onzer. De menscb is een
wereld in het kldiu en de wereldge
schiedenis is, in groote trekkon be
schouwd, weinig anders dan de ontwik
kelingsgeschiedenis van ieder mensch
in het bijzonder. Neem b.v. iemand
zonder moreele beginselen, bedriegelijk,
kwaadsprekend, afgunstig, maar die in
zijn uiterlijke gedragingen nog den
schijn van godsdienst en zedelijkheid
heeft bewaard. Gelooft ge, dat zoo
iemand bet lang kan volhouden zijn
omgeving te bedriegen Wel neen, dat
is onmogelijk. Hij kan nog zoo veel ter
kerkegaan,eer> honingzoete taal voeren,
een uitgestreken gezicht zetten, eens
valt bij toch door de mand. Al is de
leugen oog zoo snel, de waarheid
achterhaalt haar wel.
De zedelijke wereldorde bestaat,
ziedaar het onloochenbare feit. Evenals
de natuurwetten straft zij haar mis
kenning en schending met leed en
ellende en hoeveel tijd er ook moge
verloopen tusschen de slechte hande
ling en de straf, toch blijft de stelling
overeind: Wie kwaad doet, kwaad
ontmoet. Alle kwaad straft zichzelf!
Maar, zal men allicht beweren, wjj
willen weliswaar graag en grif toe
geven, dat do zedelijke wereldorde
inderdaad bestaat en dal alle schen
ding dier orde zichzelf straft.
Dit neemt ecbter niet weg, dat wij
herhaaldelijk zien, hoe die straf neer
komt op do hoofden van onschuldigen,
althans niet op die van de bedrijveis
vati het kwaad. De zonden der vaderen
worden bezocht aan de kinderen en
kindskinderen maar zjjn die nu ook
schuldigen te noemen, al stammen zij
van schuldigen af? Dan weer wordt
ongeluk gebracht over de hoofden van
wezens, die aan het bedreven kwaad
part noch deel hadden. Een onrecht
vaardige en lichtzinnig uitgesproken
staking heeft baar terugslag bij de
verst verwijderde volken en veroor
zaakt daar armoede, ellende en mis
daad, ja, zelfs zien we zoodoende de
sombere stelling bewaarheid, dat
kwaad steeds kwaad baart tot in het
oneindige toe.
Dat alles is waar, maar doet aan
het bestaan der zedelijke wereldorde
niets toe of af. Al die feiten bewijzen
slechts, dat de wet der zedelijke wereld
orde, evenwijdig loopt met een andere
wel, die van den samenhang. Als een
lid lijdt, lijden alle andere leden mede.
Die wet van den samenhang, ook wel
de wet van de sympathie of van de
solidariteit geheeten, baheerscht vol
ken zoowel als enkelen. Het familie
leven is wel het typische voorbeeld
van samenhang tusschen de leden des
gezins, en ook een volk is een geheel,
bestaande uit het complex, uit de
massa der nforeele eigenschappen der
burgers, van het genie en de weten
schap zijner leden zoowel als van buo
ondeugden en onkunde.
Niettegenstaande er nog steeds
groote verschillen bestaan in kleur,
ras en taal, staat onze tijd iu het
teekeri der internationaliteit en kan
hetgeen bij onze tegenvoeters geschiedt,
ons niet langer, zooals vroeger on
verschillig laten, daar het kwaad
ergens op deze aarde bedreven, zijn
weerklank vindt daar, waar men bet
niet zoeken zou. Beter nog dan ooit
tevoren zijn wij in staat don weg,
door bet kwade op aarde afgelegd, te
bepalen en na te speuren. Statistieken
en oeconomiscbe beschouwingen zijn
bepaaldelijk gewijd aan de naspeuring
der oorzaken van sociale rampen.
Welnu, mocht dan soms de nawijzing
van de vergelding, die het kwade on-
«eibiddelijk volgt, niet te leveren zijn,
moeten wij dan aan de wet der ver
gelding zelve twijfelen? Gesteld al
eens, dat de straf steeds terstond op
het misdrijf volgde, wat zou dan daar
van het gevolg zijn? Dat deugd en
plichtsbetrachting, van in hooge mate
willekeurig, een absolute noodzakelijk
heid zouden worden, wilde men leven.
Dat het te eenenmale onmogelijk zou
wordeD, van belangeloosheid en zelf
opoffering te spreken, daar ieder er
het grootste beiang bij zou hebben,
braaf en deugdzaam te zijn. Wat zou
deugd beteekenen, als op ondeugd
onmiddelijk de zwaarste straf was
gesteld? Het zou dan moeilijk zijn
tusschen deugd om zichzelve en schijn
deugd om de straf te ontloopen, ook j
maar eenigermate te onderscheiden j
Neen, bet is goed, zooals het is. Het
is goed, dat ondeugd en boosheid een
tijdlang den schijn van een triomf
hebben: het is goed, dat het kwaad
niet onmiddelijk gestraft wordt, noch
het goede onmiddelijk naar verdienste
beloond alleen op deze voorwaarde
kunnen goen en kwaad naast en tegen
over elkaar bestaan.
Besluiten wij dus met de stelling,
dat er is een zedelijke wereldorde,
evengoed als er een stoffelijke wereld
orde bestaat. Schending dier wereld
orde wordt stellig en, zeker gestraft,
't zij vroeg, 't zij laat. Wanneer we
onsgoecl van de waarheid dezer stelling
hebben doordrongen, dan zullen wij
ook de onvermijdelijke gevolgtrekking
aanvaarden, dat w\j in ons persoonlijk
leven die zedelijke wereldorde hebben
te gehoorzamen evengoed als we dit
reeds de stoffelijke wereldorde doen.
Er is een ruime laak, die ons wacht:
laten we ze met moed ter harid
Schema van vredesvoorwaarden
van de „Union of Democratie control"
De in het begin van den oorlog in
Engeland opgerichte nUniou of Demo
cratic Control* heeft onlangs een ver
klaring bekend gemaakt, waatin zij
een schema van vredesvoorwaarden
heeft ontworpen.
In de eerste plaats wordt hierin het
recht voor België bepleit op bijzondere
ondersteuning van de zijde van Duitsch-
latid, als gevolg van de omstandigheden,
waaronder België tot den oorlog werd
gedwongen. Ten aanzien van schade
loosstelling, zegt de verklaring, dat
men geen schadevergoeding moet
vragen, als vergoeding voor de on
kosten iri den oorlog gemaakt, maar
er zou door alle oorlogvoereude vol
keren een gemeenschappelijk Fonds
gevormd moeten worden, om die ge
deelten van de wereld, die van den
oorlog het meest geleden hebben, be
hulpzaam te zijn in den wederopbouw.
De «Daily News» van 2 Juli geeft
voorts hel volgende verkorte overzicht
van deze vredesvoorwaarden.
België: volledig herstel van zijn
souvereine onafhankelijkheid en iute-
griteit en volkomen economisch herstel.
Frankrijk: ontruiming van de be
zette provinciën.
Servië, Monieuegro en Roemenie:
ontruiming en herstel van buu onaf
hankelijkheid.
Elzas-Lotharingenbeslissing der
bevolkitig omtrent haar eigen lol:
dezelfde regel ook toe te passen op
Trenlino of andere iiredente gebieden.
Polen vrij en onafhaukelijk.
Oostenrijk-Hongarijezelfbestuur
voor de nationaliteiten, waaruit dit
Rijk is samengesteld.
Turkije: iuternationaliseering van
Constantinopel en de Dardanelleri,
internationale controle ovor het Turk-
sclie Rijk.
Duitscho Kolonie'sgeen annexaties
op grond van het veroveringrecht, het
geen echter nog niet insluil den terug
keer tot den status quo. Neutraliseer mg
van tropisch Afrika onder internatio
nale waarborgen.
Wat verdere waarborgen betreft
het recht van economische expansie
voor Duitscbland en Oostenrijk. Om
dit te verzekeren, zouden de volkeren
moeten overeenkomen in hun kolonie s
en gebieden, waarin zy invloed heb
ben, voor elkander gelijke handels
mogelijkheden te openen, n.l. in te
voeren de politiek van do open deur.
door MaÏtke Coebeau.
3) „Wanbof."
De Bruin, in razende wanhoop,
trachtte nog aan te honden. Maar de
klerk wetend wat er gebeuren kon als
patroon, na tegenslag, in znlk een
stemming was, duwde hem zachtjes,
maar tevens met energiek volhouden,
de gangdeur, het trapje afTotdat
de schreiende man weer op straat
stond
Den Rechter-commissaris had de ver
dachte pogen te verduidelijken, waarop
zijn vvermoedenv steunde, dat hij het
bedrag, uit de brief voor Dordt,
die hij met Kees had moeten zenden
naar 't postkantoor om te doen aan-
teekenen, ontvreemd "eerlijk zou
kunnen teruggeven."
De rechter-commissaris had De Brain
laten uitpraten. En deze koesterde reeds
eenige hoop, dat men iets gevoelen zou
voor de «verzachtende omstandighe
den.'
Toen Z.E.A. plotseling uitbarstte:
>En denk je nu in ernst, verdachte
riep rechter-commissaris vergramd uit,
«en denk je nu werkelijk den rechter
met zulke bakerpraatjes te kunnen
sassen en om den tuin te leiden!?'
De Bruin had er nog iets willen
bijvoegen. Maar de minachtende woede,
sprekend uit de oogen des rechters,
deden de verdachte de woorden in de
keel steken. En denkend aan zijn eerste
ontmoeting mst aannemer, toen deze
in «goede bui« verkeerde, boog hij het
hoofd. Beseffend, dat er voor hem,
verdachte geen hoop meer restte
In den val. Scherp zwaard.
In den vroegen ochtend zaten ze
met hun beiden te wachten. Hij had
wat er nog in z'n portemonnaie was,
op tafèl uitgespreid. Twee dubbeltjes,
zes centen eu een halfje. Daar moesten
zij zien de dag mee door te wurmen.
Gisteren had ze het naaiwerk naar het
magazijn gebracht. Maar wanneer zij
't waagde om v<5<5r overmorgen «ant
woord» te gaan halen, dan werd ze
afgesnauwd; had zij kans, dat de juf
frouw van de afdeeling, waar zij voor
werkte, haar gedaan gaf. Eén keer was
't gebeurd toen zij geen cent en geen
stuk brood meer in huis'hadden dat
de juffrouw haar zei: «Dien last kun
nen we hier niet hebben. Het goed
moet eerst gecontróleerd worden; dat
weet je nu eenmaal. Ik wil 't voor dit
keer door de vingers zien, maar de
eerstvolgende maal is 't nit. Onthoud
dat nu asjeblieft.»
Zij zaten elkaar met de hleeke,
hangerige, afgematte gezichten aan te
kijken. Straks zou Jantje beneden
komen. De jongen moet om negen uur
op school zijn. Ze had van den vorigen
dag nog een paar oudbakken boter
hammen bewaard. Ze moest zien een
klein pakje margarine te krijgen. Mis
schien zou de bakker op den hoek nog
een broodje poffen?
«Om me te laten schandaliseeren
waar al de menschen bij zijn!» riep
juffrouw de Groot uit, «neen, dan
liever krimp lijden, hoor. Probeer jij 't
Doris begon zijn papieren boord om
te doen. Er was van vroeger altijd iets
meneerigs in hem over. Waar Ka, zijn
vrouw, lak aan had. Ze hadden haar
indertijd genoeg gewaarschuwd. Trou
wen met zoo'n pennelikker was het
zelfde als op stroo willen sterven. Ze
had haar zjn doorgezet. Vond'tinder-
tijd wel leuk een man te hebben, die
zeven dagen van de week een hoed
droeg en een halfhemdje met strikdas.
De collega's van Doris noemden haar
mevrouw, stel je voor
Haar zuster Lena had er zich op een
Zondagavond, toen zij in het café zaten
halfdood om geërgerd. Daar was me
waarachtig zoo'n vent van Doris z'n
kant langs het tafeltje gekomen, waar
zij advocaatjes zaten te smullen. Had
heel diep gesalueerd. En gezegd, met
zoo'n geaffecteerd keelstemmetje: »Hé,
mevrouw De Groot, U hier Mag
ik U even mijn vriend Lang voorstel
len? Lang, mevrouw de Groot, de
echtgenoot van mijn collega, je weet
wel
Nieuwe strijkages.
»U permitteert?» vroeg collega, en
ging bij de dames zitten. En toen had
Ka haar zus Lena wel moeten voor
stellen als mevrouw Bonger. En de
juffrouw uit het sigarenwinkeltje, wier
man bode was bij een begrafenisfonds,
als mevrouw Zwart. De juffrouwen
waren er vuurrood van. Zij begonnen
van den weeromstuit, toen maar met
elkaar te mevrouwen." Zulke dingen
vond Ka wel «echt'. Maar de firma
bij welke Doris de Groot in betrekking
was, had hare betalingen gestaakt. De
curator had de menschen met een'
sohijntje aan den dijk moeten zetten.»
't Was een schrikkelijke »déblftcle«,'i
waar Doris en Kaatje nog bovendien'
'hun spaarduiten een vierhonderd;
gulden bij inboette. Van de heela l
som was ten slotte een paar gulden
terechtgekomen. Doris had dag aan
dag gesolliciteerd. Iets verdiend met
adressen schrijven. Een maand boek-j
houder gespeeld bij een slager, rnsarj
de baas kon 't goedkooper gedaauj
krijgen ran een neefdie «Gemobiliseerd» j
was. Ka naaide voor een magazijn. En
zij leden met hun Jantje honger. Zus
Lena sprong wel eens bii en verzuimde
bij zoo'n gelegenheid nooit om te zin-,
spelen op de groote waarheid, die
schuilt in het "hoogmoed komt voor
den val». Dat is 't eind van het liedje!
als een mensch zooveel houdt van j
mooie titel». Zij, Lena, had zich nooit
mevrouw laten noemen. Maar nu kon
ze tenminste haar zuster helpen, he 1
Zij zaten dan dienochtend te wachten.
Waarop wisten zij zelf niet.
Er werd gescheld.
»De post l« zei Ka.
(Wordt vervolgd), jj