■IE UWE
00
Nieuws- en Advertentieblad
voor do Provincie Utrecht, |j||
No. 66.
Zaterdag 18 Augustus 1917.
46e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG]
DE OORLOG.
BINNENLAND.
Plaatselijk Nieuws.
SCHETSEN UIT DE RECHTSZAAL
1'r-1-1
Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk f 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 69.
ADVERT ENTIËN:
Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Belgische havens.
In het te Maastricht verschijnende
Belgische blad «Nouvellesv schrijft
Teugels de Vos: »Er zal weldra van
de belangrijkste Belgische havens
niets meer overblijven. Teneinde de
Duitschers uit Ostende en Zeebrugge
te verdrijven, moet het in 1914 be
gonnen weik der vernietiging daar
volbracht worden. De veiligheid van
de Engclscho kusten vergt dezen
droeven arbeid. Brugge, de reparatie
haven voor de duikbooten, blijft het
aanvalsdoel der Engelsche vliegers;
Gent heeft eveneens herhaalde malen
blootgestaan aan luchtaanvallen. Hot
lot van Antwerpen blijft onrustbarend.
Het geldt als de concurrent van Ham
burg en daarom zullen de Duitschers
het zooveel mogelijk schade toebren
gen. In welken toestand zullen de
binnenhavens van Gent en Brugge
zich na de ontruiming door de Duit
schers bevinden Men siddert bij deze
gedachte I
Bij den dood van onze landslieden
door de bommen der Entente-vliegers
hebben wij ons neergelegd, omdat dit
behoort tot de onvermijdelijke oorlogs-
noodzaak. Maar het vooruitzicht op
nieuwe verwoestingen in België ten
gevolge van de aanslaande militaire
operaties, doet ons de toekomst vari
België zeer donker inzien.
Laten wij onszelven niets wijs ma
ken niet alleen onze vijanden en de
neutralen zullen ons na den ooi log
concurrentie aan doen ook onze borid-
genooten zullen hieraan meedoen. In
alle landen worden gioote voorberei
dingen gemaakt voor den komenden
economischen oorlog, en België om
geven door mededingers, zou, geheel
in beslag genomen door den weder
opbouw zijner ruïnes, het slachtofler
worden van zijn offervaardigheid jegens
zijn vrienden Men schuwt het, aan
een dergelijke ongerechtigheid te
gelooven! België heeft recbt op vol
komen en spoedige schadevergoeding,
opdat het niet ten onderga in don
economischer) wereldsti ijd, de eenige
bron van zijn toekomsligen opbloei!"
Vrcdeeverlaiigen in Beieren.
Op Beierscbe krijgsgevangenen zijn
brieven gevonden, die een treurig
beeld geven van den toestand in
Duitschland. Een dezer brieven luidt
aldus: «Onze grootste vijand is de
hongersnood. Wat moet het arme
Duitschland al niet dragen I De inen-
schen lij Jen honger en hebben kolen
noch brandstoffen. Zou de Almachtige
God niet eindelijk medelijden met ons
kiijgen en een einde maken aan die
vreeselijke ramp?"
Een andere brief behelst o.a. het
volgende: «Indien eenig land in naam
van God de hand mocht uitstrekken
tot den vrede, zou Duitschland zeer
zeker niet weigeren concessies te
doen."
8 Januari 1918 vrede?
Een Bijbelvast lezer van de «Deutsche
Nat.Ztg.s heeft in Daniel 12:11 en 1'2
en in Openbaringen 13:5twee wonder
wel met elkaar overeenkomende voor
spellingen gevondan, waaruit blijken
zou, wanneer de oorlog eindigen zal.
In Daniel 12 wordt-gesproken van een
groot oorlogsleed, dat over de wereld
zal komen en 1290 dagen duren zal.
Gerekend van den moord te Serajewo
af, zou de oorlog dus 8 Januari 1918
moeten eindigen, gerekend van het
eerste bloedvergieten op 2 Augustus
1914 af zou de vrede den 12 Febtuari
1918 moeten gesloten worden. In den
genoemden tekst uit de Openbaringen
wordt gesproken van een groot zee
monster met tien koninklijke hoeden
en een naam van Godslastering op zijn
hoofden. (De «National Ztg.« meent
Engeland, dat voor Reuter's agentschap
spreekt, hier met het zeemonster te
mogen vergelijken I) welk monster
berenvoeten had, (hier vindt de «Nat.
Ztg.n overeenkomst met Rusland)
Twee-en-veertig maanden lang bracht
dit monster onheil over de wereld.
Moeilijkheden der N. O. T.
Naar aanleiding van de loopende
geruchten, volgens welke alle betrek
kingen tusschen de N. O T. en de
Engelsche regeering zouden zijn af
gebroken, vernemen wij van welinge
lichte zijde het volgende
Het gerucht is niet geheel juist. Er
zijn op het oogenblik moeielijkheden,
die voornamelijk voortvloeien uit het
feit, dat de N. O. T. haar taak tegen
over handel en nijverheid bier te
lande niet behoorlijk kan vervullen.
Ongeveer 70 Nederlandsche schepen,
waarvan ongeveer 40 beladen met
levensmiddelen, grondstoffen enz. wor
den in verschillende havens opge
houden, niettegenstaande de N. O. T.
zich strikt aan haar overeenkomsten
heeft gehouden.
Bovendien zijtl er nog andere
moeielijkheden in den laatsten tijd
ontstaan.
Aangezien ons land in groote eco
nomische ellende zou komen, indien
hier niet weer ten spoedigste geregelde
aanvoeren kunnen plaats hebben, zijn
van de zijde der N. O. T. ernstige
pogingen in het werk gesteld om er
zich van te vergewissen, ofdeN. O.T.
haar laak tegenover den Ned. handel
zal kunnen blijven vervullen.
Er beslaat reden om aan te nemen,
dal de Britsche regeering de moeie
lijkheden beseft en tot eeri bevredigende
regeling zal medewerken.
Azotla.
Het «nieuwe ktoosa begint zoo
langzamerhand de nachtmerrie te
worden van ieder die wat met het
water te maken heeft, en dat zijn er
velen in ons vochtig landje, van de
visschers en schippers af, tot de huis
moeder op het platte laud toe, die een
emtneilje slootwater rnoet scheppen,
om daarin haaraardappeleuengroenten
te wasscbeu.
Het vorige jaar waren er streken,
vooral in do provincie Noord- en Zuid
Holland en Utrecht, waar het Ameri-
kaansche watervarentje decimeters dik
op de watervlakte lag gespreid en liet
het zich in het voorjaar van 1917 aan
zien, dat de buitengewoon strenge
winter, dien we achter den rug hebben,
alle azollaplantjes had gedood. Dit blijkt
jammer genoeg niet het geval geweest
te zijn. Overal duiken uit de diepte de
nieuwe plantjes weer op. Uit de in bet
najaar gezonken sporen ontwikkelt zich
thans weer de voorkiem, die straks het
aanzijn geeft aan tallooze nieuwe kroos
planten. En, wanneer er geen paal en
perk aan wordt gesteld, staan westraks
weer voor hetzelfde geval als in 1915
en 1916. Nog is het tijd, maar er is
haast bij! Alleen bij een eendrachtig
ingrijpeu van alle belanghebbenden is
er kans, bet kwaad in zijn begin te
stuiten.
De Nederlandsche Heidemaatschappij
richtte in 1916 het verzoek tot ver
schillende gemeente-en polderbesturen
om hun invloed aan te wenden, ten
einde tot een doeltreffende bestrijding
van het kwaad te komen. Aan dit
verzoek werd in verschillende streken
gaarne voldaan, en mede tengevolge
van dit ingrijpen weid hier en daar,
met name in Aalsmeer, Dordrecht en
Gorkum een verordening in bet leven
geroepen, om den str ijd met het kleine
watervarentje aan te binden. Doch
zulke op zich zelf staande gevallen zijn
niet voldoende. Alleen wanneer ieder
een in het geweer wordt geroepen, is
er kans op succes. Algemeen moet het
plantje woi den verwijderd, anders helpt
het niets. En niet alleen moet over de
gebeele linie aangepakt worden, maar
't moet ook spoedig gebeuren. Want
rusteloos gaat de gioei door en daar,
waar zich nu nog slechts enkele exem
plaren verloonon, zullen over een
maand de slooten wemelen van azolla-
planten. Hier ligt voor gemeenten, voor
polder- en waterschapsbesturen, ook
voor gezondheidscommissies, een ruim
arbeidsveld.
Aan het werk dus, voor het weer
te laat is, en moge in den nazomer
van dit jaar een zoo grondige opruiming
onder deze Amerikaanscbe indringers
worden gehouden, dat we voor goed
van deze plaag dor wateren worden
verlost.
Warmwatervoorziening.
Het bestuur van de Commissie voor
de Centrale Keuken en de warm
watervoorziening maakt bekend dat
vanaf heden bij de navolgende win
keliers warm water verkrijgbaar is
tegen 3 cent per emmer en 1 cent
per ketel
1. De Graaf, Hellestraat 79.
2. J. v. Winterswijk, Koestraat 34.
3. W. te Kloese, L. Beekstraat 23.
4. Wed. A. Prins, Bisschopsweg 47.
5. N. Kok, Soesterweg 195.
6. R. v. d. Linden, KI. Spui 64.
7. Merkeny, Bolderstraat 13.
8. H. Verhoef, Teutstraat 16.
9. W. Waterkooi t, Eemslraat 3.
10. Wed. G. Meyer Koningstraat 137.
11. H. Dijkhuis, Soesterweg 47.
12. G. A. Machielse, St. Janskerkhof 41.
13. v. Egdom, Scherbiaistraat 6.
14. P. v. Veenscboten.Leusilervveg 122.
De Voorzitter,
J. W. JOR1SSEN.
De Secretaris,
H. W. v. MECHELEN.
De Burgemeester der Gemeente
Amersfoort maakt bekend, dat de
distributieregeling van IJzor en Staal
voor belanghebbenden ter inzage ligt
aan het Levetïsmiddelenbureau, Val-
kestraat (laatste loket).
Petroleum.
Aan hen, die wegens totaal gebrek
aan petroleum zich direct tot de Tou-
wijzingscomnnssie voor petroleum in
Den Haag gewend hebben, met het
verzoek, hun op de een of arideie
wijze aan petroleum te helpen is door
genoemde commissie geantwoord, dat
door MaItre Corbeau.
Duur „leergeld".
3)
«Z Zou" bracht hij er eindelijk
uit, «Zou ik 't niet in twee
twee helften m mogen aan
zuiveren?"
't Dwarrelde in zijn hoofd. Hij wist
eigenlijk zelf niet wat-ie zei.
«Als ik vermoed had" zei directeur,
na een lange pauze, »dat wij met
u dergelijke beslommeringen zouden
hebben, ik zou er mij wel voor
gewacht hebben, u voor te dragen aan
den Raad van Commissarissen. Maar
enfin, nu is 't ten slotte uw schuld,
dat ik een mal figuur moet slaan,
daar ik natuurlijk vermoed had dat
u alles behoorlijk in orde hadt
De pendule knarstikte. Directeur
scheurde een blaadje papier van bloc
note. Krabbelde er haastiglijk iets op.
Smeet 't voor Pieter neer. «Gaat U
naar dit adres. En u kunt zeggen, dat
ik u Verstaat u mij goed? Heb
vergund u daar aan te melden. Wanneer
u daar komt, precies drie uur van
middag, geen seconde later I dan zal
de meneer van dit adres tijding van
mij hebben ontvangen. Ik wenscb er
nog bij te voegen, dat wat ik voor U
doe, iets heel buitenge woods is. U
moogt mij daar wel zeer dankbaar voor
wezen. En ik doe 't eerlijk gezegd
niet voor u. Dat verdient u niet, maar
terwille van mijn figuur tegenover
Commissarissen
Pieter boog heel diep. Stamelde
woorden van innigen dank. Nam het
papiertje met adres in zijn bevende
hand. Maakte dat bij klokslag drie
uur bij den «redder» was.
Die hem zeer stuursch en norsch
ontving. Ja, hij had bericht gekregen.
Er lag al een strook papier klaar.
Pieter, d.w.z. de onderneming, waar
hij zou worden aangesteld, kon de
vijfhonderd gulden krijgen. Onder die
en die voorwaarden. Mits Pieter binnen
vier-en-twintig uur zorgde voor een
borg. En alvast honderd gulden «af
betaling» stortte. Dan kon de zaak
toch nog in orde komen. Meneer de
redder deed 't enkel en alleen wijl z'n
boezemvriend, de directeur, Pieter bad
aanbevolen.
Toen is Stevens gegaan naar den
winkel van Klaartje d'r moeder. De j
oude vrouw deed haar dutje. Er waren
geen klanten. Hij zat baar te vertellen,
uit te leggen, te verduidelijken. Alles
kón in orde komen
En hij haalde bet strookje papier
voor den dag. En zij zette daar baar
naam op, met (zooals de «redder» op
een ander stukje papier had voorge- j
schreven) met «voor aval» erboven. I
En zij haalde uit een ijzeren kistje
geld voor den dag. Pieter had zelf
veertig gulden overgespaard. Zij legde
er zestig bij. De rekening, waar 't voor
bestemd was, zou eerst over zes weken
gepresenteerd worden. Dan kon Pieter
van zijn salaris, gevoegd bij watKlaartje
nog van baar spaarbankboekje kon
losmaken in dien tijd als 't moest,
in elk geval die zestig gulden worden
aangezuiverd. In het stille, muffe
winkeltje terwijl Moeder lag te
snurken in bet kamertje erachter
gaven zij elkaar een zoen. W au trouwen
kwam niet op in bet gemoed van de
naïeve menscbjes. En Pieter Stevens
haastte zich, met de honderd gulden
en bet «voor aval» geteekende accept
naar de «redder».
Noch was de zaak er door I
Broêr Gerrit heb ik zien terechtstaan
wegens vrij ernstige mishandeling.
Op zekeren ochtend was Pieter Ste
vens al vrij gauw na zijn definitieve
«aanstelling» gekomen voor eeD ge
sloten deur toen hij zich aan bet «cen
traal kantoor» wilde vervoegen.
De Directie was met de noorderzon
vertrokken.
Hij en Klaartje hadden al 't een
en ander uitgezocht met het oog op
bun rijpende trouwplannen. Toen kwam
de debiele. En de «redder» begon met
ziju accept van vijfhonderd gulden te
«werken». Was eerlijk-loyaal genoeg
om te erkennen dat hij al honderd
ontvangen had.
Maar de restl
Klaartje bad voor-aval geteekend.
De «redder" dreigde met faillissements
aanvrage.
En om de schande voor de familie
te keeren, betaalde broer Gerrit.
Maar toen hij op een Maandagmid
dag Pieter Stevens ontmoette werd
't hem «rood vóór de oogen". Toonden
de borrels, van tien tot twee uur op
eersten werkdag verschalkt, bun in
vloed. Had hij den kerel, die zijn
zuster bad overgehaald 't teekeneu
voor-aval en nog geld te leenen op-
den-koop-toe, beetgepakt, getrapt,
geslagen, gestompt, 't Was een wonder,
dat de zaak niet nog erger verloop bad
genomen.
Het O. M. den ondergond ietwat
kennend, was tamelijk clement.
Maar een korte vrijheidsstraf werd
toch tegen broêr Gerrit gevorderd.
In het stil-muffe winkeltje zit
Klaartje nn suffig voor zich uit te
staren. Zij is heelemaal grijs gewor
den, ziet er haaBt even oud als
moeder. Zij beeft wanneer broêr Ger-
rit's tred in de straat weerklinkt. Zij
draagt de spotternijen over de «praebt-
vrijage", die zij met «dien oplichter"
heeft gehad, met gelatenheid.
Alleen zij is wantrouwend ge
worden. Ongelooflijk wantrouwend.
Zoodat ze geen simpel guldon-zilver
bonnetje inwisselt, zonder 't betast,
bevoeld, bekeken te hebben, dat de
menschen er kriegel door worden.
Maar zal men toegeven Zij
heeft leergeld betaald!