NIEUWE *Ét Nieuws- en Advertentieblad IÉT voor de Provincie Utrecht, No. 70. Zaterdag 1 September 1017. 46e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG! WAAROM DE VREDE K1ET KOMT. DE OORLOG. SCHETSEN HIT DE RECHTSZAAL Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rjjk 1.16. Afzonderlijke Nummers 6 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Langentraat 77. Tclephooun. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. In de Daily «News" behandelt de beroemde Engelsche schrijver den toe- komstigen vrede, rule vrede van een redelijk mensch" zooals bij die noemt. Hij zegt o.a.: »De internationale loestaud is op bet oogenblik ongetwijfeld vreemder dan de wereld er ooit een gekend heeft. Er is geen land ter wereld waar de overgroote meerderhr id der ver standige lieden niet hartstochtelijk naar vrede verlangt, naar een duur- zamen vrede en toch duurt de oorlog voort. Men kan op het oogen blik reeds vredesvoorwaarden opstel len, die ieder redelijk mensch te Berlijn zoowel als te Parijs of Londen, of Petrograd of Constantinopel zou kunnen aanvaarden. Geene veroverin gen, geene overbeersching van weer spannige bevolkingeti, geen verbitterd, aandringen op wraakzuchtige schat tingen eti dan iets als een de gebeele wereld omvattend Verbond van Vol keren die in den toekomst den vrede zal verzekeren, de «wereld veilig maken voor de democratie" en inter nationale rechtvaardigheid zal hand haven. Tot dit algemeen .begrip is de wereld thans gekomen. Maar waarom duren dan de ver nieling en het moorden voort? Waarom houdt dan nu niet reeds de vredes conferentie zitting? Het is duidelijk dat dit zoo is omdat een kleine minderheid van lieden die zich in eeno bijzondere voordeelige positie bevinden, die ambten van vertrouwen en gezag bekleeden de bijeenkomst beletten of vertragen. Het antwoord dat in alle Eotente- landen volkomen voldoende schijnt te zijn is, dat de Duitsche Rijksregeenng, en zij alleen, in den weg staat, dat hare traditie eerie onveranderlijke traditie is van verovering en aanval, dat er, zoolang bet Duitsche milita risme niet omvergeworpen is, en:, enz. Slechts weinigen in de geallieerde landen zullen bestrijden dat dit in het algemeen waar is. Maar is het da geheele on volledige waarheid Moeten wij van onze zijde Diets meer doen? Laat ons eens eene vraag stellen die het hart van de quaestie raakt «Waarom houdt de groote massa van het Duitsche volk nog zoo hard nekkig vast aan zijn ongeneeselijk oorlogszuchtige regeerrng?" Het antwoord op deze vraag is niet zoo overweldigend moeilijk. Het Duit sche volk is aan zijn militaristisch imperialisme gebecbt zooals Maseppa aan zijn paardomdat hij er aan vastgebonden was en de wolven beiden acbteroa zetten. Wie de propaganda literatuur van Duitscbland nauwkeurig leest zal begrijpen dat de redeneering waardoor het Duitsche imperialisme zich handhaaft, het voornaamste argu ment waarmede het de macht weet te behouden dit is, dat de geallieerde regei ringen ook imperialistisch zijn, dal zij ook veroveringszuchtig en aggreSsief zijn en dal er voor Duitscb land geen andere keuze overblijft dan wereldheerschappij of totale onder gang. Dit is hel argoment die het geheele volk krachtig bijeen houdt. Het zou ook voor ds meeste lieden in de meeste landen een overtuigend motief zijo, sterk genoeg om alle overwegingen van recht of onrecht tot zwijgen te brengen. Ik zelf denk ook wel dat onver schillig of Engeland in het verleden goed of slecht heeft gehandeld en ik heb mijn vaderland soms zeer bitter aangevallen ik toch niet zou dulden dat hel zou nearliggeu aan de voeten van een overwinnende vreemde natie. En dat zal ook geen Duitscher van eenige beteekenis willen. Men zou weinig eerbied hebben voor een Duit scher die dat wel zou willen. Maar van geallieerde zijde kan aan gevoerd worden dat dit krachtige argument waarmede de Duitsche re- geering thans hel Duitsche volk vast houdt en tegenover hare vijanden tut volhouden beweegt, onwaar is. De Geallieerden verklaren dat zij het Duitsche volk niet willen vernietigen of verlammenzij willen slechts enkele door Duitscbland geslagen gapende wonden geheeld zieu en bovendien willen zij volkomen verzekerd zijn tegen een agressief optreden vaD Duitschla rid. Is dit waar? Onze leiders zeggen het en wij gelooven hen. Wij zouden hen niet steunen als wij het niet ge loofden. En als bet waar is, hebben dan de staatslieden der Entente dat het Duitsche volk zoo helder on over tuigend duidelijk gemaakt als mogelijk is? Dit is een der voornaamste vragen van dezen tijd. Wij kunnen die niet ernstig genoeg overwegen, omdat in het antwoord de reden ligt waarom gisteren zoovele mannen zijn gedood op het oostelijk en op het westelijk front, en waarom dit dooden en ver nielen morgen en overmorgen, en misschien nog vele maanden zal voortduren. In menig opzicht heeft deze oorlog het gebrek aau aanpassingsvermogen van den mensch aan het licht gebracht. De militaire geschiedenis van den oor log rooet nog worden gescbreveo, bet wreede verbaal van onbegrepen ma chinerieën, van bot ophouden van verbeteringen, van het hardnekkig volhouden aan verouderde methoden maar het publiek begrijpt reeds de feiten in hunne algemeenheid. Na drie jaren oorlogvoering wordt nog slechts gepraat over een luchloflensief, den eenig mogelijken beslissenden slag. En minstens even merkwaardig is het gebrek aan aanpassingsvermogen bij de Europeesche staatslieden. Het on vermogen der ministers en staatslieden om aan de meest in het oog vallende noodzakelijkheden te voldoen, valt duidelijk in bet oog. Zij schijnen zelfs niet in staat te zijn te begrijpen, hoe aaft den oorlog een einde kan wordpn gemaakt. Zij schijnen niet in staat te zijn tot dat duidelijk sprekeu tot een wereldgeboor, dat toch bet eenige middel is om aan den oorlog een einde te maken. Zij gaan voort met de trucjes en scbijo- stooten van een tijdperk dat voorbij is, met bureaupolitiek. Zoowel aan de zijde der Geallieerden als aan die van Duitscbland blijven de algemeene politieke verklaringen kin derlijk vaag en onscberpzinnig, kinder lijk «diplomatiek*. Zij kletsen als gelukkige imbecielen, terwijl de be schaving doodbloedt. Dat kan men misscbieo verwachten. Slechts weinige mannen van boven de vijf en-veertig kunnen zich volkomen aanpassen aan veranderde omstandigheden, boe nieuw en in het oog vallend de veranderingen ook mogen zijn en bijna alle leidende persoonlijkheden zijn bejaarde mannen, opgeleid in eene overlevering van di plomatieke onbekwaamheid en thans zoozeer overwerkt dat zij alle veer kracht missen. Zij doen alsof het nog in 1913 ware. Is er iets tastbaarders onbevredigends, een meer seniele, zwakke slimmigheid denkbaar dan de jongste uitingen van den Duitschen Rijkskanselier? En dan aan onze zijde. Laat ons de drie voornaamste punten van dit vredesvraagstuk nagaan, waarbij die afgedankte handigheid het meest in bet oog valt. Wordt vervolgdj. Ainerilia's oorlogs-toebereidselen. De correspondent te New York van de Daily Mail" schrijft: «Gedurende de afgeloopen week heeft het oproepen van recruten voor de nieuwe legers goedo vorderingen gemaakt. Het aantal redenen voor vrijstelling is verminderd en scherpe maatregelen zullen worden genomen tegen hen die aan den oproep geen gehoor geven of valscbe opgaven doen. Men verwacht dat in het begin van September ongeveer 100.000 in de kampen zullen zijo bijeen gebracht. In iedere stad en ieder dorp zal bet vertrek der recruten feestelijk worden gevierd. Reeds nu worden de door New York trekkende troepen met grootere belangstelling gade geslagen dan eenige weken geleden. Terwijl ik dit scbrjjf marcheert een bataillon flinke, kranig uitziende sol daten met het muziekcorps voorop langs Fifth Avenue. Aan bijna alle vensters verschenen toeschouwers en langs den weg blijven vrouwen en mannen in rijen staan, in wier oogen de schijn van den roem glanst, die mystieke glans van den wenscb, te bewijzen dat ook zij zich opofleringen kunnen getroosten voor hun vader land. Tot dusverre ziet men nog slechts weinig mannen in khaki in de Ameiï- kaansche steden. Het publiek dat spoedig geweud was geraakt aan de exercitie in de parken, slaat er bijna geen acht meer op. Maar siaarmate het groote leger groeit begint de natie te begrijpen, en zij zal dit steeds duidelijker begrijpen dat zij een deel van den last der vrije menschbeid heeft op zich genomen en dat niets eenige beteekenis heeft, zoolang de vijanden der vrijheid niet zijn neer geslagen. Dan zal de natie dankbaar zijn en eer bewijzen aan de manoen die Amerika ten oorlog voorbereiden met helder inzicht van wat noodig is, niet alleen dit jaar, maar ook in volgende jaren. De beperking van den uitvoer naar de neutrale landen, die de President gelast heeft, maakt den vijand reeds ongerust. Reeds zijn plannen ontwor pen voor don bouw van vliegmachines op een schaal als die de Duitscbers zal doen betreuren, dat zij luchtaan vallen hebben ondernomen tegen bur ger-bevolkingen. De scheepsbouw maakt thans groote vorderingen, nu er mannen aan bet hoofd zijn geplaatst, die met elkander door MaItbe Corbeatj. „Verbleekte Film." 1) 't Was den vorigen avond wat later geworden in de soos. En de nog jeug dige rechter lag na te denken over de toasten, die gewisseld waren ter eere van den collega, die verrassende pro motie had gemaakt; bespeurend in- tnsschen dat hij zich minder frisch gevoelde dan anders in het ochtend uur het geval was, jeugdige edel achtbare was een toonbeeld van be- zadigd-soliden levenswandel, toen er getikt werd aan de deur van zijn slaapkamer. Dat was iets ongewoons. Hospita had order, meneer precies halfacht te wekken, 't Gebeurde dan wel, dat hij een kwartiertje bleef lig gen, maar na het gewone wek-signaal kwam hospita niet terug. -Ja? Wat is er?" vroeg hij. -Een brief met -spoed" meneer" zei hospita achter de deur. -Wil ik 'm hier maar even neerleggen?" -Ja, dat ingoed." In een wip het bed uit. Spoedbrief van collega, die van ochtend als rechter-commissaris had te fungeeren in een paar zaken. Was door onverwachte, zeer dringende familieomstandigheden genoodzaakt geworden op reis te gaan. Volgens den rooster van eventueele waarneming was hij mr. Karei aangewezen om in te springen. Hij was er heele- maal niet op verdacht geweest. Had collega gisteren nog gesproken. -Verdraaid vervelend!" dacht rech ter, uit zijn genoeglijke overpeinzing gerukt. En hij overdacht of 't niet mogelijk zou wezen om zich van het zaakje af te maken. Onmogelijk was 't niet. Maar President was van de knorrige soort. Was in staat om op zeker oogenblik iets stekeligs te zeg gen. Hem tegen te werken bij de sollicitatie, die rechter voorbereidde. President was van de ouderwetsche, stugge soort. Rechter voelde zekere kregelheid van humeur opkomen. En gaf zich in de nerveuse stemming onder het scheren een jaap in de wang. Brak een overhemsknoopje en tikte onder het mondspoelen barst in een glas. Kwam zonder eetlust aan het ontbjjt. Vond de thee ellendig-lauw en be speurd een -lichtje" aan het ei. Schelde hospita. Maakte op brusk-nijdigen toon standje. Zoodat hospita, die als bloed eigen znster van iemand, die broeder in de orde van den Nederlandschen Leeuw was, zich zooiets niet kon laten welgevallen. -Gunst meneer" zei hospita 'tis heusch verbeelding. Ik geef u niet anders dan kersversche eieren, zoo van de kip. Als 't niet waar is, zal ik op stel en sprong -Dat ei stinkt I" viel rechter haar in de rede, -'t scheelt niet veel of er zit 'n kip in. Neemt u 't maar asje blieft mee." De -jaap" van het scheren bleef nog schrijnen. Edelachtbare werd al ner- venser. Dacht aan de zaken, die hij straks, in het Paleis van Justitie had te instrueeren. 't Scheelde een haartje, of hospita had hem beduid, dat zij, in dezen tijd, om haar kamers niet verlegen was. Maar ze bedacht zich. Mr. Karei was een deftige lodger, iemand van de rechterlijke macht, prompt van betalen, in elk opzicht solide. Ze berustte -hij heeft de bokke- prnik op" zei ze beneden tot haar man -dat spoedbriefje heeft 't 'm zeker gedaan. Misschien een standje van z'n President I" -As je 't maar snapt, mensch 1" be aamde man-van-hospita. In den loop des tijds waren ze ook een beetje -an courant" geworden van hetgeen er -intra muros" aan het Paleis van Justitie omging. Het ochtendblad oogde Z. E. A. in zonder eigenlijk iets te lezen. En wel drie kwartier vroeger dan anders ging hij de deur nit. -Er is wat aan 't handje I" fluisterde ze in de kenken. Zagen rechter haastig, met nijdig rood gezicht, wegstappen. Zoodat reeds tikje ongerustheid in hart van hospita begon te ontkiemen. En hij kwam aan het Paleis. Liep bij officier binnen. -Jal" zei deze -dat is een historie ineens. En n boft er niet mee, meneer! Een heele collectie!" 't Was een dikke, zware handel pape rassen. Waar rechter zich in een minimum van tijd moest zien in te werken. De dingen, waar bepaald haast bij was, zij hadden toch al te wor stelen met overstelpende drukte en uitstel van het geheel was beslist on mogelijk waren er door griffier, na overleg, nitgekozen. Een viertal zaken restten dan ten slotte voor rechter commissaris. En hij ging zitten blade ren, lezen, rapporten vergelijken, de aanteekeningen van collega raadplegen. Al-maar glazen water drinkend. Dat zoo-iets na jnist iemand op het lijf valt na een avond van genoeg'lijk fuifje ter eere van collega, die ver rassende promotie heeft gemaakt. Enfin, aanpakken was 't eenige. Maar rechter-commissaris had heel weinig gebruikt bij 't ontbijt. Hjj voelde 't nu duidelijk. Het holle, leege in z'n maag verergerde zijn prikkel baarheid. Maar hij spande zich in met het sterke zelfbedwang, dat hem eigen Griffier, die meer met mr. Karei had gewerkt, kende hem als een -au fond" goedhartig man. Wat brunsk soms van toon, wat norsch en wrevelig van doen, maar al heel gauw spijt voelend over z'n hardheid. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 1