NIEUW E
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
I
No. 84.
Zaterdag 20 October 1017.
46e Jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG RN ZATERDAG:
ONZE ARBEID.
DE OORLOG.
BINNENLAND.
SCHETSEN UIT DE RECHTSZAAL
Amersfoortsche Courant.
t
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk f 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever OJ. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephooun. ft*.
IDVER1 ENTIËN:
Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Zien «ij om ons hoen in de woelige,
bedrijvige wereld van hel heden, waar
alles zich in koortsachtige haast vet-
dnngt om een of ander stofTeljjk doel
na te jagen, dan valt ons oog ook op
de grootsche werken tot stand gebracht
door het geslacht, waarvan wij doel
uitmaken en van eenige weinige, die
die daaraan zijn voorafgegaan. De
oiidsiemonomeiiten van menschilijken
aibeid. die nog staande zijn gebleven,
dagteekenen van een getal eeuwen,
dat met een enkel cijfer is uit te
drukken, en wat van het nog
bruikbare aangaat voor de geschiedenis
besiaat het sinds gisteren. Van al die
scheppingen, dat welen wij, zal niet
veel meer aanwezig wezen over vier-
of vijfhonderd jaar: een heel, zeer
klein deel zal zijn plaats gevonden
hebben in een museum als materiaal
voor de historie, al het andere zal
zijn verbrijzeld, vernietigd, waardeloos
gemaakt, in bet gunstigste geval om
gewerkt in vormen, die aan toekom
stige vormen zullen voldoen. De arbeid
der menschcn is gelijk aan dien van
Penelope: wat de dag ziet voltooien,
wordt den daaropvolgenden nacht
weer ongedaan gemaakt.
Trotsche zeekasteeleD loopen van
stapel en zij doorklieven, door de
ademhalingen van het sloommonster
gedreven, her de golven, als waren zij
voor de eeuwigheid gebouwd. Ach,
laten wij het zeer ruim nemen: over
boudeid jaren is er geen enkel meer
aanwezig; eenige zullen zijn wegge
zonken in den oceaan en leveren later
wellicht eonig materiaal voor toe
komstige oudheidkundige onderzoekin
gen, van de overige zal geen klink
nagel meer bet vroegere bestaan in
herinnering brengen.
Er is in dezeti voorstelling iets
ontmoedigends. Zij doet de vraag
lijzen waarvoor wij dao toch eigenlijk
werken en wat nut het heeft, dat wij
onze krachten inspannen. Velen leggen
zich neer bij de dagelijkscbe ervaring,
volgens welke wij beurtelings maken
en breken om in ons levensonderhoud
te voorzien, doch dit is geen oplossing.
We wenscben iets meer dan de vrucht
van een dag, van een uur. Dat de
geslachten heengaan zonder iets meer
na te laten dan, na verloop van zekeren
tijd, zwakke sporen van bun vroeger
bestaan, die ook bestemd zijn om aan
de vernietiging te worden prijsgegeven,
want zelfs aan een museum van oud
heden is geen oeowige duur gewaar
borgd, dat bevredigt ons niet; we
verlangen te weten, wat er duurzaam
is in datgene, waaraan de menschelijke
werkkracht zich wijdt.
Die behoefte aan weten, die drang
naar het absolute, zullen zij ooit ge
heel worden voldaan
Intusschen, we moeten de hoop niet
opgeven, bet antwoord op onze vragen
te vinden. Natuurlijk, ook terwijl we
nog zoekende zijn, gaan we voort inel
arbeidenhet komt niet in ons op,
bet werk te onderbreken zoolang tot
onze overpeinzingen er het doel van
bebheD doen ontdekken. Maar er zijn
toch ook oogenblikken, waarin we den
gedachten den vrijen loop laten
waarom zouden we dan niet zoeken
tot klaarheid te brengeu, wat nog in
het duister schuilt? Als we slechts
een tipje van den sluier kunnen op
lichten en van bet groote doel slechts
een flauw begrip krijgen, dan zal dat
immers in niet geringe mate onzen
ijver aanvuren?
Van wat de geslachten der oudheid
bebbeu tot stand gebracht, is inder
daad niet veel overgebleven zelfs bun
grootste werken zijn waardeloos ge
worden. De steden die zij bouwden,
liggen in bet stof, te nauwernood is
er de plaats van aan te wijzen. De
kaoalen, waarmede zij hun woonplaats
in verbinding brachten met de zee,
zijn dicht geslibd of onder aardstor
tingen bedolven; hun havens zijn ver
zand. Hebben zij door kracht van
arbeid bun land gemaakt tot een
voorraadschuur van allerlei nuttige
Weer een profetie.
Asquith heeft te Londen weer
een rede over bet oorlogsdoel der
Entente gehouden en daarin ge
zegd, dat eerst na de tastbare en
beslissende overwinning, met den
vijand over vredesvoorwaarden zou
worden gespioken. Hij meende echter
te kunnen verzekeren, dat wij nog
slechts een korte spanne lijds van die
overwinning en van bet einde ver
wijderd zijn.
Militaire dictatuur in Duitsebland!
De Weensche Arbeiterztg. schrijft
in een artikel, getiteld sMilitaire dic
tatuur Ia een Berlijnscben brief,
die in verschillende Duitscbe partij
bladen gepubliceerd werd, lezen wij
o.a.: «Hetgeen in de laatste dagen
te Berlijn en in het hoofdkwartier ra
de omgeving van den keizer bekend
is geworden, laat geen twijfel mogelijk,
dat de bedoeling bestaat om tegen
den wil van de Rijksdagmeerderheid
de voortzetting van den oorlog af te
dwingen met het doel veroveringen
te maken en schadeloosstellingen te
verkrijgen. Het is kenteekenend voor
don algemeenen toestand, dat tegen
woordig alle politieke beslissingen in
het hoofdkwartier worden genomen.
Niet de rijkskanselier, de verantwoor-
delijke leider,spreekt uit eigen politieke
overtuiging het beslissende woord,
waarnaar zich ook de militairen be
hoorden te schikken. Het is een
onhoudbare toestand, dat de keizer,
als drager van de hoogste regeerings-
macht, voortdurend ver van bet poli
tieke ceDtrum vertoeft te midden van
generaals, zoodat de rijkskanselier
voortdurend tusscben Berlijn en het
hoofdkwartier heen en weer moet
trekken. Op die wijze kan hij geen
tijd vinden, de belangrijkste zaken af
te doen. Het behoorde den keizer
eindelijk eens duidelijk gemaakt te
worden, dat in hoofdzaak zijn plaats
te Berlijn is, ais zijnde de zetel der
regeering. Het regeeren tegelijkertijd
met het heen en weer reizen heeft
reeds vroeger onheil genoeg gesticht."
zaken, de demon van den oorlog is lover het drijven van militaire kringen stellen
gekomen en heeft het tooneel hunner
vlijt geslagen !met onvruchtbaarheid.
Maar die arbeid heeft niet alleen
stoffelijke voordeelen van tijdelijkeu
aard opgeleverd, hij heeft tpvens bet
zedelijk, hel verstandelijk peil dor
werkenden verhoogd. Zoodra de menscb
begonnen is zijn gedachte?» op een
bepaald punt te richten, is ook aan
hem een arbeid der veredeling aan
gevangen, die steeds is voortgegaan
en gelijken tred hield met de veredeling,
de verbetering van zijn werk zelf.
Er zijn in de natuur planten, die
niet slechts bruikbare gedeelten op
leveren in den »orm van bladeren en
vruchten, maar bovendien den grond
verbeteren, waarin zij wortelen, zoodat
een volgend gewas in gunstiger con
ditie verkeert dan een vroeger;welnu,
daar hebben wij juist een beeld van
den invloed op de meDschheid van
onzen arbeid, dat van meer blijvenden
aard is dan dat hij ons en wellicht
aan vele aDderen een levensonderhoud
verschafte.
Het Haagsche Correspondentie-
bureau meldt:
Naar wjj vernemen zal eerlang by
den Raad van State aanhangig worden
gemaakt het eenigen tijd geleden reeds
aangekondigde wetsontwerp tot het
aangaan eener geldleening groot 500
millioen gulden, met inbegrip van bet
in een 4'/i percents leening te con-
verteereD nog niet afgeloste gedeelte
der 5°/« staatsleening van 1915.
Zijo wij wel ingelicht dan is te
verwachten dat de regeering zal voor
den Staat voor een bedrag
vau f 7.500.000 te doen deelnemen
in het kapitaal benoodigd voor de
oprichting van een hoogoveubedrgf
bier te lande.
Van betrouwbare zijde werd ver
nomen dat in verband met de reeds
aangekondigde wetsontwerpen (supple-
toire begrootingen van landbouw),
waarbij voor de leveusmiddelenver-
strekking hooge bedragen wordeD
aangevraagd, bij de regeering in over
weging is een wetsvoorstel strekkende
om op ieder der beide verdedigings
belastingen I en II 150 opcenten to
hellen.
Goederenvervoer op de spoorwegen.
De directie dor Staatsspoor heelt
aan bet personeel medegedeeld dat in
verband met het verbod om sommige
goederensoorteu als: bestel-, ijl- of
vrachtgoed per spoorweg te vervoeren,
er voor behoort te worden gewaakt,
dat zoodanige koop- en handelswaren
niet als bagage worden vervoerd en
dat het bagagevervoer' tot reisbenoo-
digdheden beperkt blijft. In geval van
twijfel kan bet personeel opening van
koflers, kisten e.d. eischen. Mochten
misbruiken zich op eenigszins uitge
breide schaal beginnen voor te doen,
dan is daarvan terstond melding te
maken.
Beperkt goederenvervoer per trein t
Met ingang van 15 October zijn
door de spoorwegmaatschappijen de
volgende artikelen voor het vervoer
van bestel-, ijl- en vrachtgoed in
binnenlandsch verkeer uit gesloten:
aardewerk (geen bouwmaterialen),
beenderen, beetwortels, braodhoui
(ook takkebossonj, dranken, alcoho
lische (behalve bier), glas (geeu bouw
raat erialen), kermis wagens, krarnerijen,
landbouwwerktuigen, metalen (afval
vanj, meubelen, rij- en voertuigen,
rijwielen en rijwielonderdeelen, sigaren,
strookarton, tabak, turf. turfstrooisel,
winkelwaren (niet vallende onder
door MaItbb Cobbbaü.
8) Gentleman".
.Misschien weet ik nog een middel-
vaderl" zei Gerrit. En de oude man
greep toen een van zijn handen tus-
schen zijn bevende, kille, gerimpelde
vingers. Keek hem aan met een glans
van hoop in de met tranen gevulde
oogen. Keek hem, over zijn bril heen,
aan met zóó onuitsprekelijke dank
baarheid, dat 't Gerrit was of iemand
hem de keel dichtsnoerde.
Toch ging hij naar den onden
patroon.
Hij wist, hoe de zaken er bij stonden
op kantoor. Dat was niet mooi. De
buitenwacht had er nog geen begrip
van, maar Gerrit wist beter. De
oude patroon had ook zijn groot ver
driet. Sinds jaren gingen de zaken
achteruit, zelfs hoe sterk. En de
verhouding tnsschen den ouden patroon
en zijn zoon was slecht, gespannen.
Meneer Ferdinand hield er een speciaal1
.systeem" op na; hield apartjes met
allerlei lugnbre fignren, wilde beden
kelijke tranaaotiën probeereu. De onde
verzette er zich tegen. Begreep, dat
't tóch eenmaal als hij de tengels
niet meer in handen had dien koers
nit zou gaan. Maar woü den ouden
eerlijken weg niet verlaten. Toen zat
Gerrit, al twaalf jaar in de zaken
bij hem op het onderwetsche muffe
kantoortje. Vertelde van het droevige.
Hoe het leven van zijn vader ervan
afhing. .Vijfhonderd gulden" mom
pelde de oude patroon rik behoef
voor jou geen geheimen te hebben.
Van Dalen, je weet
En hij bladerde in papieren. No
teerde de data, waarop wissels ver
vielen.
Cijferde, rekende na. En Gerrit
praatte zacht, bang dat meneer
Ferdinand thuis zou komen en alles
onmogelijk maken.
Zij cijferden samen. Ze maakten een
.stukje" op. Gerrit zou het geld in
die-en-die termijnen afdoen.
Kreeg het voorschot.
Wist, hoe groot het offer was, dat
patroon hem bracht. Bezwoer hem,
dat hij nooit zou vergeten, onder
welke omstandigheden ook, wat hij
voor hem gedaan had. Bracht vader
't geld. Redde den ouden man van het
faillissement-schandaal. En drie weken
later, toen hij aan zijn lessenaar zat
te werken, kwam Arie, de loop
knecht het lokaal binnenvliegen.
.Meneer Van Dalen I Ganw,
gauw IDe oude meneer
In het kantoortje lag de onde
patroon. Men had een dokter getele
foneerd. Maar 't was te laat. Een aan
val van beroerte had dit brooze leren
vernield
Een dag of wat later werd hij ge
roepen bij den zoon, den nieuwen
patroon. Die het .stukje" waarbij
Gerrit zijn schuld erkende en in de
wijze van afdoening der vijfhonderd
gulden toestemde, in de hand hield.
.Ik heb altijd wel vermoed," zei
meneer Ferdinand" dat die bereid
willigheid van jon, die treffende
toewijding, waar mijn vader zaliger
zoo dikwijls over sprak, bijzondere
drijfveeren hadden."
En patroon keek hem aan met zijn
koude, spottende oogen. Hij sprak met
het pedaDt-afgemeten, krakende keel
geluid, dat Gerrit zoo antipathiek was.
Hij verteld* van bet doel, waarvoor
hij 't geld gebruikt had. In bet aller
uiterste geval, en alléén om zijn vader
te redden, had hij den ouden
meneer gevraagd
.Jawel, jawel," zei meneer Ferdi
nand met zijn sarrend glimlachje
.dat kennen we. Jij hebt zeker wel
aan liefhebberij-comedie gedaan hé?"
Gerrit wist zich te beheerschen.
.Enfin" hernam patroon, «wij zul
len zien. Nous verrons IKijk eens
even hier."
En hij vertelde Gerrit van een listig
plan. Verzwijgend de al te-gevaarlijke
finesses. Wit hij losliet, was schijn
baar net even toelaatbaar, althans
«voor de Wet." Maar d* ander be
greep de rest
En hij waagde een opmerking. Wees
op het moreel bedenkelijke van 't
zaakje
Toen verdween plotseling het spot
tende uit de oogen van nieuwen macht
hebber. Hij keek bediende aan met
den blik van een, die eens-voor-al wil
laten voelen, begrijpen heel scherp,
heel diep waar 't voortaan op aan
komt. Hij ging voor Gerrit staan.
»Ik zal jou eens wat vertellen," zei
de tergende kraaksters, .en ont
houd dat goed, Van Dalen. Je hebt
hier, zoolang mijn vader leefde, een
rolletje gespeeld van den braven kerel,
om bij den oude in den pas te blij ven.
Dat snap ik heel goed. Maar nou ben
ik hier de baas, en mij zul-je om den
drommel niet vernikkelen. Ik heb hier
een paar brieven van je, waarin
je mijn vader je eeuwige dankbaarheid
bezwoert. Die praatjes lap ik aan mijn
laars. .Maar" en de kraakstem
werd snerpender, dreigender vau klank
.maar als je mij tegenwerkt; mij
niet volkomen, blindelings, zon Ier boe
of ba te zeggen, gehoorzaamt in mijn
zaken, dan jaag ik je. weg en vor
der onmiddellijk op wat mijn vader,
in zijn onnoozele zwakheid je geleénd
heeft. Mijn advocaat zegtdat is
mogelijk. Dat kan. Heb-je de vijf
honderd gulden plus wat ik nu al aan
rente krijg, des te beter. Andera
zullen wij zien, of er bij Jan, en des
noods bij je vader op-den-koop-toe,
niet hoe dan ook wat nit te
halen is. Dan laat ik je vader althans
aanschrijven, op z'd plicht wijzen. Nou
weet je 't, Van Dalen I"
Wordt vervolgd.)