NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor do Provincie Utrecht. No. 22. Zaterdag 16 Maart 1818. 47e jaargang. VERSCHIJNT W0ENSDA6 EN ZATERDAG. DE OORLOG. BINNENLAND. EENE Ricf ilLLIANCE Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden X. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afionderlij ke Nummers 5 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 69. AD VER 1 ENTIËN: Van 16 regels f 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent. Qroote letters en vignetten naar plaatsrnimte. Een uiting in Duitschland tegen een Al-Duitschen Vrede. Op 7 Maart I I. heeft te München een bezochte vergadering plaats ge had van de „Deutsche Friedensgesell- scbaft", waar Prof. Dr. L Quidde, lid van den Beierschen Landdag, sprak over het onderwerp „Geen slechte vrede". Spreker betoogde uitvoerig, dat vóór alles gestreefd moet worden naar een vrede, die de grootst moge- ijke waarborgen voor duurzaamheid in zich zal dragen en dat een vrede, zooals de Al-Duitschers dien wen- schen, groote gevaren voor de toe komst zou medebrengen. - Na verschillende eischen besproken te hebben, die van de zijde van Duitschland bij de vredesonderhande lingen moeten worden gesteld ten aanzien van de koloniën en van het handelsverkeer, herdacht spreker met voldoening, hoe de Duitsche Rijks kanselier zijn instemming met de vier grondbeginselen van President Wilson heeft uitgesproken. Prof. Quid de voegde hieraan toe ,,Om den weg tot een werkelijken duurzarnen vrede te vergemakkelijken, moet Duitschland nu ook openlijk verklaren, dat het België weder geheel zal vrij geven. En ten aanzien van ElzadrLotbaringen moet men verklaren, dat dit na den oorlog een autonome bondsstaat zal worden". Na afloop van deze rede werd de volgende motie aangenomep „De vergadering bijeengeroepen door de „Deutsche Friedensgesell- schafi", bijgewoond door ongeveer 2000 personen, veroordeelt zoo streng mogelijk alle pogingen, die gericht zijn op veroveringsplannen en alle dubbelzinnigheden, die de mogelijk heid voor dergelijke pogingen open laten. De vergadering eischt, dat de Regeertng van het Rijk en de Rijks dag bij de doorvoering van den vrede in het Oosten en bij de onderhande lingen over den algemeenen vrede zullen vasthouden aan do grondbe ginselen van een vrede door overeen komst en verzoening, waai mede Re- gi ering en Rijksdag beide herhaalde lijk hun instemming hebben betuigd. De vier algemeeno beginselen, waar over de Rijkskanselier Graaf Hertling en President Wilson het eens zijn. vormen geschikt uitgangspunt voor onderhandelingen over een algemeenen vrede. Men moet deze beginselen ech ter ook aan beide zijden nauwkeurig volgen bij de toepassing op bijzon dere vragen. In het bijzonder moet ten aanzien van grondgebieden die naar een andere staat overgaan met het zelfbeschikkingsrecht der bevol king, dat op breeden democratiscben grondslag tot uiting moet komen, rekening worden gehouden. Wij zijn van oordeel, dat de staat waar verschillende nationaliteiten naast elkander wonen evenzeer recht van bestaan heeft als de staten die uit één bepaalde nationaliteit bestaan, mits een dergelijke gemengde staal aan de nationale minderheden buo nationale grondrechten waarborgen. De algemeeno vrede moet voor de toekomst verzekeid worden door de verecniging van alle staten in een wereldvredesbond, waarbij de staten zich verplichten alle internationale geschillen langs vreedzame weg te beslechten en zy gelijktijdig overgaan tot algemeene ontwapening te land en ter zee. Op dezen grondslag moet ook de vrijheid der zee verzekerd worden". Frankrijk en Nederland. Men weet dat de leden der Neder- landsche kolonie van Parijs en de vrienden van Nederland zich onlangs vereenigd hebben te Parijs, om den terugkeer in Frankrijk van den Eerw. Pater Raymond te vieren. Bij de opening dezer vergadering heeft de heer René Bazin, van de Académie Franpaise, die haar présideerde, een toespraak uitgesproken om de vriend schap tusschen Frankrijk en Neder land te huldigen. Wij ontleenen daar aan het volgende „Sedert bet begin van den oorlog beeft het Nederlandscbe volk zich oneindig liefdadig getoond. Het heeft ware menigten ontvangon, gevoed, en als 't noodig was, verpleegd. Hol land bereiken, de Hollandsche grens overschrijden, dat is altijd geweest en is nog de droom van zóó vele on- gelukkigen bevolkingen van België of Frankrijk, vluchtende voor de in vasie; Belgische ofFranscbe kinderen, die Duitschland verklaarde niet iri staat te zijn te voeden en die uitge put aankwamen ontsnapte gevange nen, gewonde of door den mist ver dwaalde vliegers, trachtende op goed geluk af te landen. Voor hen allen is de Hollandsche liefdadigheid niet alleen edelmoedig, maar entboesiast en tee- der geweest. Hier zelfs, te Parijs, kunnen wij er b.v. over oordeelen in dat hospitaal van Pré-Catelan, met groote kosten opgericht en in stand gehouden, dat toch nooit een beroep op steun heeft behoeven te doen, om dat een vriendschappelijke gedachte onvermoeid waakt en zóóveel geeft als noodig is voor de Fransche ge wonden. Een enkele weldoeoer, Ne- derlandscb onderdaan, is, in Augustus 1916, begonnen met aan 'l hospitaal een som van 25.000 frs. per maand te storten. In 1917, ziende dat de oorlog voortduurde, deed hij het tegendeel van degenen, die het moê worden bewondeienswaardig te zijn, en verbond zich om 30 000 frs. per maand te storten tot aau het eind der vijandelijkheden. De getuigen van bet drama, ziet ge, bestaan uit verscheidenesoorten.La ten we niet wantrouwen degenen, die weinig spreken. Laten we naar hun handeo zien als 'hun oogen ons met ontroering aanzieD, als hun ban den zich uitstrekken om te geven, of zich opheffen om te bidden, is zulk een vriendschap de andere wel waard. Wij weten ook, en zullen nooit vergeten dat, om ons te verdedigen, 1300 Hollanders zich in dienst ver bonden hebben bij het vreemdelingen legioen, dat zij hebben gestreden, en nog strijden onder het vaandel, dat thans met hel Ootlogskruis met zes palmtakken en met bet kruis van het Legioen van Eer is gedecoreerd. Zij hadden ingezien dat het Recht aan onze zijde was; dat wij in 1914 niet de aanvallers waren geweestdat, sedert lange jaren, tot de invasie be sloten was en dat ze als struikroo- verspolitiek, als regeeringsdoel gold, dat men zeker dacht. God zij dank waren er eenige hinderpalen. Zonder twijfel bestond er, hier en daar, in Holland, en bestaan er nog wel, ofschoon heel wat minder, dank zij de propaganda, die pater Raymond en verscheidene andere Fr anschen ge maakt hebben, zekere vooringenomen heid tegen Frankrijk. Men dachl.dat het oogodsdienstig was, lichtzinnig, met weinig eerbied voor de familie, weinig in staat tot discipline. Als men een of ander laDd beoordeelt vooral het onze- naar bet leven, ge hoord in zijne vergaderingen en zijn schouwburgen, en de gesprekken af geluisterd op straat of in de salons, die het doet er niet toe wie of wat ontvangen, begaat men vreemde dwa lingen. De oorlog laat den wezenlijken ondergrond zien, en daarnaar valt te oordeelen." Kamerontbinding in 't zicht? Uit parlementairen kring vernemen wij, dat Minister Cort v. d. Linden zich zeer stellig heeft uitgelaten in dezen zin, dat hij, indien de Tweede Kamer bij het ievensmiddelendebat aan een voorstel of motie haar goed keuring mocht scheuken welke den Minister van Landbouw tot aftreden zou nopen, voornemens is H. M. de Koningin io overweging te geven de Kamer te ontbinden. Dat zou algemeene verkiezingen geven onder zeer buitengewone, ja men mag zeggen wonderlijke omstan digheden Voor de eerste maal onder de nieu we Kieswet met een aan stemplicht onderworpen, anderhalf maal vergroot kiezerskorps, met een nog maar half voltooide reorganisatie van de oude en een nog nauwelijks begonnen or ganisatie van de nieuwe politieke partijen, zouden dan, bij verrassing de kiezers geroepen worden uitspraak te doeü overeen bijzonder onderwerp als de levensmiddelenvoorziening. En dat nog wel, voor het eerst, met toe passing van het evenredig kiesstelsel dat minder dan eenig ander stelsel ge schikt is om eeo zuivere beslissing, onafhankelijk van politieke paitij- indeeling, op te leveren over een concreet vraagstuk. Nieuwe Cl. Nieuw voedingsmiddel. Na de opening der Landbouwhoo- geschool is de Minister van Landbouw te Wageningen gebleven tot Zondag namiddag. Aan den lunch had Z. Ezc. gele genheid kennis te maken met liet nieuwe voedsel, dat thans in Duitsch land in zoo booge mate de aandacht trekt, de gerstmelde Chenopodium Quinon, waarvan het zaad in kleine hoeveelheden thans kosteloos voor proefnemingen door bet Rijksproef station voor Zaadcontróle te Wape ningen wordt verspreid. Oin voor menschelijke spijs te kun nen dienen, woideu do zaden op zeer eenvoudige, en door een elk gemak kelijk toe te passen wijze, ombitterd en dan gekookt. Zy kunnen vei der op verschillende wijze worden toebe reid. In dit geval was de bereiding zoo eenvoudig mogelijk gekozen de voorgeweekte en ontbitlerde zaden waren met een weinig boter gestoofd, FEUILLETOIT. 8) Te huis komende, deed hij zijne vrouw verslag, van 't geen hij waar genomen had. Zij hielden het er voor, dat Filip op het mooie jodinnetje ver liefd wasmaar zij dachten er in de verste verte niet aan, dat het voor le bon motif kon wezen, en hij het zoo ernstig meende, om er zijne wet tige vrouw van te willen maken. Of het meisje gevaar liep ten val gebracht te worden, bleef bij hen bniten consideratie, naar hunne be grippen, zou hun zoon te veel in strijd met godsdienst en zedelijkheid handelen, om hen oogluikend in eene dergelijke minnehandel te doen be rusten. Zij waren het volkomen eens, Filip allen omgang met die lieden, ten strikste te ontzeggen. Nochtans ver meende mevrouw van Hermelo, er zich aanvankelijk bij te kunnen be palen, hem onder 't oog te brengen, dat zijn onders, en bijgevolg hij, op een te hoogen trap in de maatschap pij geplaatst waren, om zich met lie den aftegeven, die naar stand en af komst, zoo zeer hunne minderen wa ren, en daarenboven tot een gods dienst behoorden, waarvan de belij ders, op enkele voorname bankiers na, niet in hunne kringen, als huns ge lijken opgenomen werden. Filip had zijne meerderjarigheid nog niet be reikt, nochtans had hij het vrije be heer, over het geld dat hij, als cor respondentiehouder bij een voornaam handelshuis verdiende. Bij zijn ouders in huis wonende, waren de uitgaven die hij van die inkomsten te bestrij den had, gering. Hij had er dan ook een zeker gedeelte van ter zijde ge legd, want zeer bekwaam in vreemde talen, inzonderheid de engelsche zijnde, werd zijn arbeid ruim genoegbetaald om hem, zijns inziens, in staat te stellen, op eenvondigen voet zelfs zonder toelage van zijn ouders, des noods met eene vrouw van Saartje's stand, een huwelijk aan te gaan. Op hunne korte avondwandelingen, als hij Saartje uit het Paleis voor Volksvlijt huiswaarts bracht, had hij haar van zijne plannen gesproken en alreeds hare toestemming verworven, zijn ouders over hun voornemen te onderhouden. Hij wachtte slechts op eene daar toe geschikte gelegenheid, toen me vrouw van Hermelo hem, over zijn omgang met den joodschen effecten handelaar aansprak. «Filip", zeide zij, «ik hoor met groot leedwezen, dat gij je met lieden afgeeft, die zeer beneden je stand zijn. Alle Zondagen zit je in het Paleis voor Volksvlijt, bij het gezin van een joodschen effectenhandelaar. Ik zou het nooit van je vermoed hebben, als het mij niet van eene geloofwaar dige zijde medegedeeld was geworden. Het past Filip van Hermelo niet, met zulke lieden om te gaan. Ik verzoek je dan ook, daar een einde aan te maken." Filip had haar laten uitspreken, maar hij wilde niet iets beloven, wat hij niet van zins was na te komen. In plaats dan ook de verlangde be lofte afteleggen, kwam hij er rond voor uit, Saartje te beminnen. «Gij vraagt mij wat ik niet beloven kan, lieve moeder," zeide hij. «Weet, dat bij den heer Zomer een meisje logeert, dat ik toevallig heb leeren kennen. Zij heeft zich van mijn hart meester gemaakt, en het is mij on- mogelijk, van haar af te zien. Het meisje is even lieftallig als schoon, ik bemin haar en zij beantwoordt mijne liefde. Gij zult toch mijn ongeluk niet willen, en dat sou het geval zijn, als ik van haar afzag." 1 Ofschoon hij niet dadelijk zijn wensch er op liet volgen, zich aan haar te verbinden, dacht hij er niet aan, dat zijne moeder hem eene andere bedoe ling kon toedichten. Zoodra hij ech ter zweeg, begon mevrouw van Her melo over het ongeoorloofde van eene onwettige verhouding nit te wijden. Br werden tranen bij gestort, want zij verklaarde alles te hebben aange wend, om zedelijke, godsdienstige menschen van hare kinderen te maken. «Ik zal het niet overleven," zeide sij, «als je de opvoeding die je geno ten hebt, en het voorbeeld dat je ouders je gegeven hebben, te schande maakt. Laat je niet door den harts tocht wegslepen, Filip, keer tot de .deugd terug en laat dat meisje haar eigen weg gaan. Later zal je mij er dankbaar voor zijn, je in tijds gewaar- j Behuwd te hebben I" «Gij dwaalt, moeder. Ik verzeker u, dat het geenszins in mijne bedoe ling ligt, eene ongeoorloofde liefdes betrekking met Saartje Saffier aan te knoopen. Neen, die band moet hecht zijn, die mij aan haar verbindt. Het geldt het geluk van geheel mijne toekomst. Ik bemin haar te oprecht, om haar aan een ongelukkig en eer loos leven bloot te stellen. Ik weet, dat zij naar den maatstaf dien gij ge bruikt, mijne mindere is, maar is niet de liefde de hoofdzaak in het huwe lijk De man verheft ook buitendien de vrouw tot hem, uit welken stand zii isdoor haar zijn naam te geven, wordt zij zijns gelijke. En wat einde lijk de godsdienst betreft, dat is een punt van persoonlijke overtuiging, waarbij het verschil, niets tot de meerdere of mindere zedelijke waarde van den persoon afdoet. Er zijn zoo veel Christenen die dat slechts in naam zijn 1" Maar al wist zij zijne argumenten niet voldoende te bestrijden, waren zij bij mevrouw van Hermelo van geen invloed, haar op zijn hand te krijgen. Wellicht had zij er innerlijk wel spijt van, dat Filip zoo deugd-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1918 | | pagina 1