MIEVWE ySt Nieuws- en Advertentieblad yjjf voor do Provincie Utree lit. |3| No. 27. Woensdag 3 April 1318. 47e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG: BERICHT AAW ONZE LEZERS! ONZE WAARDEVOLLE PREMIE DE OORLOGT BINNENLAND. Plaatselijk Nieuws. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ingezonden stnkkenin te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Lange.traat 77. Telephoonn. 69. AD VER1 ENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsrnimte. Wij ontvangen van de Directie van het Geïllustreerd Weekblad «PAK- ME-MEE" de mededeeling, dat zij, door de enorme papierprijzen en ver hoogde drukkosten, zich tot haar leed wezen genoodzaakt ziet, een tijdelijken toeslag te borekenen zoodat Diet ingang van het tweede kwartaal de prijs van op 8 Cents per week gesteld is. De prijs voor niet-abonné's op ons blad, bedraagt 10 Cents per No. zoodat onze abonné's zeker geen bezwaar zullen hebben tegen dezen tijdelijken toeslag. Waar de Directie van «PAK-ME- MEE", door bet gratis verkrijgbaar stellen van een groot getal loten van de Staatsloterij, het uitschrijven van Prijsvragen, enz. toont haar taak breed op te vatten, roeenen wij op de wel willendheid van onze lezers te mogen rekenen. DE UITGEVERS. Open Brief van den „Nederlandsche Anti-Oorlog Raad" aan den Duit- schen Rijkskanselier. Aan Zijn Excellentie den Rijkskanselier Br. Graaf von Hertling. Naar aanleiding van het feit, dat de Duitsche Rijksdag op 23 Maart 1.1. de vredesverdragen met Rusland en Finland heeft aangenomen, veroorlooft het Bestuur van den tNederlandsche Anti-Oorlog Raadt zich thans met betrekking lot deze vredesverdragen bet volgende bescheiden aan da aan dacht van Uw Excellentie te onder werpen. De vredes, welke Duitschland achter eenvolgens met de Oekraine, Rusland, Finland en Roemenië heeft gesloten, hebben niet alleen in Duitschland zelf niet die vreugde verwekt, welke men aldaar als gevolg van het beëindigen van den strijd over geheel bet Oostelijk front zou hebben verwacht, maar ook in de neutrale landen en in het bijzonder bjj de neutrale vredesorganisaties heerscht over deze vredesverdragen groote teleurstelling. Deze teleurstelling geldt in de eerste plaats de wijze van het tot stand komen van deze verdragen immers Duitsch land heeft gebruik kunnen maken van de buitengewone omstandigheden, waarin Rusland verkeerde en heeft aldus aan zijn tegenstanders een vrede kunnen opleggen gegrond op militaire overmacht, een vrede, die zeker niet enkel door overeenkomst is tot stand gekomen en niet ten ooreebte als »Schwertfriede« is bestempeld. Maar ook belangrijke onderdeelen van den inhoud tan deze aldus gesloten vredes vervullen ons, als neutrale vredesorganisatie, met groote zorg. Zonder dat bij deze vredes openlijk het beginsel van annexatie is aanvaard, kan men zich toch niet verwonderen, dat van verschillende zijden iu deze verdragen gezien is een verlangen en wil tol veroveren. Doordat bij die ver dragen verschillende regelingen zijn getroffen, waarvan ge vreesd moet worden, dat zij in strijd komeD met het zelfbeschikkingsrecht der volkeren en met het voor ons neutralen vanzelf sprekende beginsel zooals dit ook in punt 1 van ons Minimum Programma is neergelegd dat geen overgang van grondgebied mag plaats bebben, zonder dat rekening wordt gehouden met de wenschen en belangen der betrokken bevolkingen. Het Bestuur van den »Nedei landsche Anti-Oorlog Raad» aanvankelijk met groote vrees in deze richting vervuld, heeft nu met vreugde gezien, boe bij de debatten in den Duitscben Rijksdag stemmen van het Duitsche volk tot uiting zijn gekomen, die blijk geven van volledige erkenning van de begin selen van den duurzamen vrede. Zoo heeft het ons in de eerste plaats aangenaam getroffen ons, die als een der eiscben voor de duuizaamheid van den loekomstigen vrede o.a. op lossing van internationale geschillen door arbitrage op ruimere scbaal, dan thans het geval is, op ons programma voor de toekomst bepleiten dat overeenkomstig het voorstel van den Hauptausschussdeze arbitragegedachte door den Rijksdag nadrukkelijk op den voorgrond is gesteld met betrekking tot deze en toekomstige vredesverdragen. Maar bovenal beeft het ons verheugd, dat de Duitsche Rijksdag door het aannemen van de resolutie, voorgesteld door de Rijksdagmeerderheid, de wen- schelijkheid beeft uitgesproken, dat met hel zelfbeschikkingsrecht van ver schillende randstalen rekening moet worden gehouden. De meerderheids partijen hebben door het indienen van deze gemeenschappelijke resolutie ge toond, dat zij nog steeds een zekere eenheid vormen en dat zij nog steeds gezamenlijk vasthouden aan den wensch naar een vrede door overeen komst, zooals deze in de resolutie van 19 Juli 1917 tot uiting kwam. De verklaring van den Vicekanselier Von Payer, dat de Rijksregeering deze resolutie over het algemeen kon be schouwen als een bekrachtiging van de tot dusverre door haar gevoerde poli tiek, is ons een bewijs, dat ook de Duitsche RegeeriDg zich nog steeds op betzelfde standpunt stelt. Wij wagen het de hoop te koesteren ook nu nog, nadat deze vredes verdragen zijn aangenomen dat Duitschland zich bewust blijft van de gevaren, welke voor den toekomstigen vrede zouden ontstaan, niet alleen uit openlijke annexaties, maar ook uit aan sluitingen of afscheidingen die als een bedekte vorm van annexatie zouden moeten wordeD beschouwd. In velschillende opzichten is het lot van de randstaten nog niet beslist, de vrede met Roemenië is zelfs nog slechts een voorloopige vrede. In hoeverre de thans gesloten vredes inderdaad bet karakter van een gewelddadigen vrede zullen dragen zal dan ook voor een groot deel afhaDgen, in welken geest deze verdragen zullen worden uit gevoerd. In de verschillende verdragen wordt bij herhaling uitgesproken, dat de beide partijen, die het verdrag sluiten, besloten zijn in het vervolg in vrede en vriendschap met elkander te leven, maar men vergete dan niet, dat voor het behoud van vriendschappe lijke verhoudingen de volledige door voering van het zelfbeschikkingsrecht van het allerhoogste belang is. Als neutrale vredesorganisatie spre ken wij dan met diepe overtuiging de hoop uit, dat de Duitsche Regeering thans, nu zij over zal gaan tol de uit voering van de in de vredesverdragen neergelegde bepalingen, aan de be zwaren tegen deze bepalingen inder daad zooveel mogelijk zal tegemoet komen door toepassing van de ware beginselen van bet zelfbeschikkings recht, zooals deze bij verschillende gelegenheden door Uw Excellentie zelf zijn verkondigd. Maar onze wenschen gaan nog verder; waar in zoo ruime kringen twijfel bestaat of de inhoud van deze vredesverdragen in het algemeen wel overeen te brengen is met deze be ginselen, daar hopen wij, dat de Duit sche Regeering te zijner tijd zal toonen bereid te zijn de thans gesloten vredes verdragen opnieuw in overweging te nemen en mede te werken aan een her ziening van deze verdragen in den geest van bovengenoemde Rijksdagresolutie. Het Bestuur van den »N.A.O.R.«, hoezeer beseffend de geweldige be- teekenis der vragen, die bet waagde aan te roeren, heeft het als zijn plicht beschouwd het bovenstaande kenbaar te maken aan de Duitsche Regeering, omdat het hier niet slechts betreft feitelijke problemen omtrent de gebieds- regelitig welke buiten zijn oordeels- terrein liggen, maar omdat bij gelooft, dat de mogelijkheid van een spoedigen duurzamen vrede, die de geheele metischheid raakt, bierbij rechtstreeks in het spel is Immers het is ons bekend boe de inhoud en de wijze van het tot stand komen van deze vredesverdragen in de landen der Entente bij velen twijfel hebben opgewekt aangaande bet standpunt door Duitschland in genomen tegenover het zelfbeschik kingsrecht en bet beginsel van geen annexatie. Door hetgeen in bet Oosten geschied, is helaas verzwakt de iüdruk, welke anders zou zijn uitgegaan van Uw rede van 25 Februari, waarin Uw Excellentie instemming betuigde met de vier algemeene beginselen van President Wilson. Aldus hebben deze vredes in bet Oosten een ongunstigen invloed geoefend op de mogelijkheid van toenadering tusschen de oorlog voerenden, welke juist in de laatste weken voor bet odensief aan hit toe nemen was. Maar in de tweede plaats hebben wij niet willen zwijgen, omdat wij neutralen evenals de oorlogvoerende volkeren als ideaal voor ons zien, dat deze oorlog zal worden beëindigd door een werkelijken volkerenvrede, die berustend op onderlinge overeenkomst voor de toekomst het gebruik maken van oorlogsgeweld uitsluit en omdat wij derhalve tneenen onze stem te moeten verheffen tegen ieder vredes verdrag, dat een gevaar zou kunnen zijn voor de duuizaamheid van den toekomstigen vrede, welke ook aan Uw Excellentie ter harte gaal. Namens bet Bestuur van den bN.AO.R.I (w.g.) H. C. DRESSELHUYS, Voorzitter. H.M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik, maakten len Paasch- dag in een victoria met twee schim mels bespannen, welke door den Prins werden gemend, een rijtoer door Apeldoorn en omgeving. Zaterdagavond brachten H.M. de Koningin en Z K. H. de Prins met Z. K. H. Prinses Juliana een bezoek aan mej. Marting, de vroegere ver pleegster der Prinses, thans mevr. Scbeuter. De broodvoorziening. Het Bureau voor Mededeelingen in zake de Voedselvoorziening berichtte, dat de Regeering er toe had moeten besluiten, den duur van de broodkaart te verlengen lot 14 dagen en aldus bet broodranlsoen te verminderen tot 200 gram per dag. Dit Bureau vei meldde aan bet slot van zijn uiteen zetting een advies, gegeven in de bijeenkomst van de Commissie van Bijstand voor de uitvoering der Distri- butiewet met de vertegenwoordigers van eenige gemeentebesturen en van de Vereeniging van Nederland. Het bericht zegt niet, of in deze bijeenkomst ook een advies is uit gebracht ten opzichte van de verlaging van bet broodrantsoen en hoe dit advies luidde. Het zegt alleen, dat bet een door de Regeering gevolgd advies ontraadde, om banketbakkerijen en biscuitfabrieken stop te zettenhet doet dit echter op een wijze, die den indruk zou kunneD wekken, alsof de besparing van graan, die zou verkregen worden door hetstopzetten van banket bakkerijen en biscuitfabrieken, voor de broodbereiditig van belangrijke betee- kenis zou zijn geweest, wellicht zelfs de verlaging van bet broodrantsoen zou hebben kunnen verschuiven Zulk een indruk zou gebeel onjuist zjjn en dient te worden voorkomen. De hoeveelheid grondstoflen voor broodbereiding, die aan banketbakke rijen, koekbakkerijen en biscuit fabrieken te samen per maand wordt verstrekt, bedraagt ongeveer 1200 ton. In de 4 maanden (begin April tot einde Juli) zou door bet stilleggen dezer bedrijven een hoeveelheid grondstoffen worden uitgespaard van circa 4800 ton. De boeveelheid grondstoffen voor de broodbereiding beneodigd op den voet van bet tot 30 Maart geldende brood rantsoen van 250 gram per dag, be- dtaagt ongeveer 1700ton. Debesparing, over deze 4 maanden verkregen, zou dus Diet ten volle toereikend zijn, om gedurende 3 dageri brood te levereD Bij het verlaagde broodrantsoen tot 200 gram zou deze besparing ongeveer voor 3'/, dag broodlevering toereikend zgn. Er blijkt uit deze cijfers, dat, indien het juist is, dat de noodzakelijkheid bestond om het broodrantsoen te ver lagen, deze noodzakelijkheid evengoed bleef bestaan, wanneer de banket bakkerijen en biscuitsfabrieken werden stilgelegd, dan wanneer ze nog bleven werkeD. Kleiaardappels I De Groninger Maatschappij vari Landbouw en Nijverheid heeft zich tol den Minister van Landbouw ge wend met het dringende verzoek de klei-aardappels in ontvangst te nemen, omdat anders de velden, waarop zich de aardappelkuilen bevinden, niet bezaaid kunnen worden. Mr. W. H. de Beaufort, f In den ouderdom van 73 jaar is te 's-Gravenhage plotseling overleden de oud-minister van buitenlandsche zaken mr. W. H. de Beaufort, lid der Tweede Kamer voor bet kiesdistrict Amersfoort. De oud-minister mr. W. H. de Beaufort in 1845 te Leusden bij Ameis- foort op het fauuliegoed »De Treek» geboren, was van 1877 tot 1883 lid van de Tweede Kamer voor het kies district Ttel, in 1884 werd hij lid der Eerste Kamer voor de provincie Zuid- Holland. In ditzelfde jaar echter weid bij door Amsterdam opnieuw totTweede Kamerlid gekozen, welke stad hij bleef vertegenwoordigen tot 1897, toen hij tot minister van buitenlandsche zaken werd benoemd. In deze kwaliteit was de heer De Beaufort eere-voorzitter der Haagsche Vredesconferentie van 1899. Hij was eorste gedelegeerde van Nederland en onder-voorzitter der Haag sche Vredesconferentie van 1907. In 1905, 1909 en 1913 werd de h^er De Beaufort door Amsterdam VI op nieuw tot Kamerlid gekozenbjj de laatste verkiezingen tevens door Amers foort, voor welk district hij zitting nam. Vele jaren was hij lid van de redactie van »De Gidst, waarin menig ar tikei van zijn hand is verschenen. Vooris zijn van hem bekend zijn »Ge>chied- kundige Opstelleot en «Staatkundige Opstellen». De godsdienstoefening in de Remonstrantsche kerk zal Zondag ochtend te 10'/> uur woiden geleid door Dr. L N. de Jong uit Utrecht. Vrijdag 12 April a.s, wordt door eenige oud-leden van «Tnalia», de bij velen onzer stadgenooten zoo gunstig bekende dillettan ten-tooneel vereeni ging, in »Amicitia* eeu weldadigheids- vooistelling gegeven ten bate der Smoking club (huisvesting gezinnen van B.dgiscbe geïnterneerden) opge voerd Zal worden tin den Mist», klucht in 3 bedrijven van J H Dainley. Zondagnacht is ingebroken bij den heer Wöhrman aan de Van Maerlantlaan. Vermist werden twee nieuwe rij wielen, een winterjas en demisaison, twee gouden manchetkooopen een aantal sigaren, terwijl bovendien door de dieven alle broodkaaiten werden meegenomen. Een rijwieldief die bij den Hertenkop de (iets van den veehouder V. ontvreemdde werd door den rijks veldwachter Boscb in een bosch aan den Woudenbergschen straatweg aangehouden. Het rijwiel was nog in zijn bezit.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1918 | | pagina 1