NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Geldvergoding! EENE MÉSAILLIANCE. No. 50 Zaterdag 6 Juli 1018. 47e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG'. Uitzending van =fc 25000 Neder= landsche kinderen naar buiten. DE OORLOG. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afaonderlgke Nummers 5 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag. Tijdelijk slechte Zaterdags. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Rureau: Langestraat 77. Telepboonn. 09. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. NamenshetPlaatselijk Comité „Voor de uitzending van zwakke kinderen naar buiten" komen ondergeteekenden een dringend beroep doen op den geldelijken steun van die weldadige stadgenooten, die met hen gevoelen, dat hier een goed werk te doen is. Zooals uit mededeelingen der bladen reeds bekend zal zijn, heeft zich in Den Haag een Centrale Commissie ge vormd, die zich ten doel stelt met steun van Rijk, Gemeenten, Vereenigingen en Particulieren een groot aantal kin deren, die lij den onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden en dringend be hoefte hebben aan versterkend voedsel en gezonde lucht, uit de groote steden naar buiten te zenden. H. M. de Koningin heeft reeds een bijdrage geschonken van /'15.000, ter wijl verschillende gemeenten (w.o. ook Amersfoort) voor elk nit de gemeente uit te zenden kind een bijdrage van 25 cent per dag hebben toegestaan. Ook is door enkele stadgenooten al financiëele steun geschonken of toe gezegd, o.a. door iemand, die onbekend wenscht te blijven, ƒ100, op voor waarde dat minstens 5 anderen zijn voorbeeld volgen. Zal echter het grootsche plan uit gevoerd kunnen worden, dan is gelde lijke steun van zeer velen dringend noodig. Het Plaatselijk Comité, waarvan Eerevoorzitster is Mevrouw C. H. Gravin Van RandwijckDe Jonge, Voorzitter Dr. G. A. Prins, (Secretaris nog nader aan te wijzen) en Penning meester de Heer G. H. Kolff, stelt zich voor alle kinderen nit deze gemeente, waarvoor uitzending gevraagd en door de Commissie van Onderzoek (bestaande uit de Heeren Dr. G. A. Prins, Dr. M. v. d. Hoeve en A. B. v. d. Klein) noodig geoordeeld wordt, minstens 6 weken en desnoods langer naar een gezonde streek te zenden. Ze worden daar gehuisvest in ge zinnen, die zich hetzij belangeloos of tegen vergoeding bereid verklaren één of meer kinderen op te nemen, staan onder geregeld toezicht, bezoeken de scholen, terwijl zooveel mogelijk met de godsdienstige gevoelens der ouders bij de keuze der gezinnen rekening gehouden wordt. Ondergeteekenden vertrouwen, dat zeer vele stadgenooten sympathiseeren zullen met het doel en de Commissie gaarne zullen willen stennen, opdat zooveel kinderen, als maar eenigszins mogelijk is, kunnen profiteeren van beter voedsel en de frissche buiten lucht. Zij stellen zich voor de volgende week een lijst te doen presenteeren en hopen, dat talloos velen daarop zullen willen teekenen of hunne giften recht streeks zullen toezenden aan het adres van den Penningmeester, Van Persijn- straat N°. 10. Elke bijdrage zal in dank worden aanvaard. De Financiëcle Commissie uit het Plaatselijk Comité voornoemd: Mevrouw v. d. BERGH Barcsse v. Itteesdm. G. H. KOLFF. E. LINDENHOVIUS. Amersfoort6 Juli 1918. Van de oudste tijden af is ge waarschuwd tegen de ontzettende gevolgen, niet van geldverachting, waarlijk niet; we weten maar al te goed, dat het in de werkelijk heid daarmee zoo'n vaart niet loopt, doch van geldvergoding en men zou haast zeggen, dat, naar gelang die opgeheven vingers talrijker worden en meer naar de hoogte gaan, het getal slacht offers van den al- of niet-bevredig- den gouddorst grooter wordt. Is het uit een levendig gevoel van de onmetelijke diensten, die men door middel van geld zich- zelven en anderen kan bewijzen, dat verreweg de meeste menschen al hun geestkracht wijden aan pogingen om hun geldelijk ver mogen te verhoogen? Of is er, in het gemunte edele metaal, zelfs in de voorstelling er van door min of meer onzindelijke stukjes papier, een geheimzinnige, ma gische kracht, heeft, volgens zekere middeleeuwsche legende, de duivel er een lokaas zoo nauw mee ver bonden, dat de bekwaamste schei kundige er niet in zal slagen, die verbinding op te heffen? Men zou het bijna zeggen. Voor geld verkoopen de menschen het allerhoogste van hun wezen, de man zijn karakter, de vrouw haar eer. Terwille van het geld ballen bloedverwanten tegen elkander de vuisten en er zijn voorbeelden van huisgezinnen, waar broeders en zusters steeds in de meest ge- wenschte harmonie hebben geleefd, die in een kamp van onverzoen lijke strijders zijn veranderd op het oogenblik dat geldelijke be langen de oorzaak werden van werkelijke of schijnbare verkorting van de rechten van eenige der leden. In den tegenwoordigen tijd, nu zelfs in sommige kringen van uitverkorenen, geroepen om de hoogste belangen, zedelijke zoo wel als stoffelijke, van de volken te behartigen, nu ook daar de gouddorst zijn verwoestingen heeft aangericht, is het niet overbodig de oude waarheid nu en dan te prediken, dat geld alleen niet ge lukkig maakt, allerminst wanneer het op onrechtmatige wijze ver-j kregen wordt. Dat het, tot een zegen bestemd, in een vloek kan verkeeren. Men behoeft zelfs, in zijn ijver voor eigen financieel voordeel, niet eens zoo ver te gaan als de groote en kleine O. W.-ers, om dat te ondervinden. Wij weten hoe menigeen zich afbeult en af jaagt »om geld te maken" zooals dat genoemd wordt in Amerika, j waar die hartstocht het hevigst (woedt en zijn slachtoffers bij honderden en duizenden telt: artne menschen die zich letterlijk geen rust gunnen, omdat elke verade ming een zeker aantal dollars zou doen missenarme dwazen, die, ook al is er meer bijeengegaard dan noodig zou zijn om aan alle begeerten, ook aan die van den nobelsten aard, ten volle bevredi ging te schenken, toch daarmee voortgaan, tot aan des levens einde toe, gelijk sommige roof dieren maar altijd buit bijeen sleepen, al moeten zij ook, niet bij machte om het veroverde te verteren, het laten verrotten in hun hol. De vraag, of hun dat nu waarlijk gelukkig maakt, wordt niet eens gesteld. Het zou ook bezwaarlijk zijn er een antwoord op te geven. Het is, alsof zij slechts een instinct volgen, een aandrift van lagere orde. Er is in de physieke wereld een toestand dien wij evenwicht noemen. Hij ontstaat wanneer twee krachten met gelijk ver mogen in tegeugestelde richting werken. Naar evenwicht in ons geestelijk leven zoeken ook wij. Hetgenoegen, dat het bezit schenkt, moet in balans gehouden worden door de voldoening, ook anderen behulp zaam te zijn in het verkrijgen. Individualisme tegenover solidari teit, verwerven tegenover géven. Wanneer wij als eerlijke koop lieden het geld weten te gebruiken tot hagelkorreltjes, om de schalen gelijk te maken en te zorgen, dat de tong van het geweten in »het huisje" blijft, dan geven wij het zijn ware bestemming. En dan zullen wij het noch vergoden noch het min achten, maar op zijn juiste waarde schatten. De Amerikanen in Frankrijk. Du munster van oorlog der Ver- éenigde Staten deelde de volgende cijfers aan president Wilson mede, betreffende het transport van soldaten uit Amerikaansche havens. Het eerste schip vertrok 8 Mei 1917 met leden van den verplegingsdienst en hospitaalmateriaal. Generaal Pers- hing en de generale staf vertrokken 20 Mei 1917. Gedurende de maanden Mei en Juni 1917 werden 12.261 man infanterie, in Juli 12 988, Augustus 18.323, September 32.523, October 38 259, November 23 016, December 48 848, Januari 1918 46.776, Februar i 48.027, Maart 83.811, April 117.212, Mei 244.345, Juni 276 3 72 naar Frank rijk vervoerd. Deze cijfers geven met de 146.444 man marine-troepen een totaal van 1.019.115 man. Hetaanial van overzee teruggekeerde manschap pen bedraagt met de verliezen op zee en te land 8560, waarvan slechts 291 op zee omkwamen De proviandeering en uitrusting is voor alle naai'Fr ank- rijk gezonden troepen voldoende. Van Duitsrhe zijde tracht mei. zich over dat Amerikaansche l'*ger van meer dan een mnlioen geiust te siellen met te wijzen op de groote vei liezen, die de Eniente troepen, door wat er in het oo-ten gebeurd is, geleden hebben en beweert men, dat, zelfs al zond Ametika 10 millioen manschap pen, dezen alleen zouden noodig zijn FETJILLETOIT. 22) Hoe meer hij met haar omging, hoe meer hij betreurde, niet meer vrij te zijn, bare hand te vragen. De liefde die hij Clara van Terlinden toedroeg, maakte dat bij met kltmmenden tegen- zin zich aan Saartje gekluisterd ge voelde. Hij werd onbillijk tegenover haar, want zijn ongeluk verweet hij baar alleen. Zij bad hem tot de schaking overgehaald, maar bij, en dat vergat hij, had zich tegen zijn ouders verzet, in plaats van toen het nog tijd was, en hij voor de gevolgen van zijn voor nemen gewaarschuwd was geworden, zich terug te trekken. Al bad bet hem moeite gekost, het gezelschap van Saartje te laten varen, in koelen bloede moest hij erkennen, dat bij er aan gewend zou zijn geraakt, haar niet meer te zien. De verliefdheid zou wel voorbijgegaan zijn, als hij van haar verwijderd was, nu was die, met baar zijode, immers wel uitgedoofd! Die vrouw uit de volksklasse, de zijne die woekeraarster, zijne schoonmoeder te moeten noemen; o! wat stond hem dat tegen, als hij aan het scboone meisje dacbt, dat bem beminde, en dat tot zijne maatschappelijke klasse behoorde. Met haar verbonden, zou bij alle die onaangeDaambeden niet ondervinden, die bij van Saartje's slechte humeur te verduren had. Hij zou zich met baar in de wereld kuDnen ver- toonen. en zich niet voor ongetrouwd laten doorgaan, zoo als nu bet geval was. Het was echter te vergeefs ge klaagd en gezucht. Saartje was nu eenmaal zijne vrouw, eD hij was niet bij machte, het meisje dat bekeüd had zijne liefde te beantwoorden, aan zich te verbinden. Na de gewisselde betuiging der ge voelens, die zij voor elkander koester den, verwachtte Clara, van den eenen dag op den anderen, dat Filip's vader zich officieel tot haar broeder, om hare band zou wenden, die zij, bem alreeds baar hart toegewijd hebbende, geens zins vaD plan was bem te weigeren. Daar dat aanzoek, zooals van zelf spreekt, achterwege bleef, maar zijn gedrag tegenover baar aanleiding gaf, ben voor in stilte verloofd aan te zien, deelde Clara baar broeder George, baar vertrouweling, den zonderlingen toestand mede, waarin zij zich ge plaatst vond. Deze laakte ten zeerste van Hermelo's handelwijze, en gaf haar te kennen, Filip over die wan verhouding te zullen aanspreken, opdat er een einde aan kwam. Wel kwam bare jonkvrouwelijke kieschheid er tegen op, dat door haar broeder alzoo van haar kant op een huwelijksaanzoek aangedrongen werd; maar George verklaarde dat bet niet zoo blijven kon. Filip van Hermelo moest zich tot hem, het hoofd van 't gezin wenden, of zij moest van hem afzien en allen omgang met hem op geven. Zij beminde hem, en kon dus niet tot het laatste besluiten. Zij ver zette zich dan ook niet langer en gaf baar broeder vrijheid, naar eigen inzicht te bandelen. George bad meer de eer van hun naam, dan het geluk van zijn zuster voor oogeu. Hij verschafte zich het adres van Filip, en daar bij de zaak liefst niet schriftelijk behandelen wilde, besloot bij bem in persoon te gaan bezoeken, om hem ter verantwoording van zijn gedrag te roepen. Hij was zeer over de handelwijze van Filip gebelgd, die zoo zeer met de gewoonte, in bun kring in gebruik, streed. Een jong man, mocht zich niet van de genegenheid van een meisje verge wissen, zonder ten spoedigste, de buwelijksaanvrageerop te laten volgen, dat moest van Hermelo ongetwijfeld weten. Waarom dat dan niet gedaan? Met eene jonkvrouw van Terlinden is het niet veroorloofd, op die wijze een spel te spelen. Hij was vast besloten, hem dat op ondubbelzinnige wijze aan 't verstand te brengen en er op aan te dringen, alsnog aan dat verzoek gevolg te geven. Deed bij dat niet goedwillig, onder 't behoorlijk vragen van verscbooning, dan zou bij Clara aanraden, bem den rug toe te keereo. Dat was nochthans geenzins Clara's bedoeling; ook re kende zij er op, dat Filip eene ge gronde reden zou weten aan te voeren voor zijn verzuim. Hij beminde haar, dat had bij verklaard en door zijne oplettendbeden tegenover haar, door dien hij steeds baar gezelschap zocbt, leed bet bij baar geen twijfel, of zijne genegenheid was oprecht en welge meend. Zij dacht er niet aan, dat Filip weigerachtig zou zijn, aan haar broeder's aandringen te voldoen, en bouwde zij reeds luchtkasteelen van hunne verbinding. Het huis dat zij met George betrok, was zij voornemens metFilip te blijven bewonen. Haar broeder zou zich elders gaan installeeren. Zij zou aan zijn arm overal kunnen verschijnen. Reeds was zijn gezelschap baar zoo welkom dal zij er ternauwernood aan denken kon, dat zij het zou moeten ontberen, zoo als George haar voorspiegelde, indien zijn bezoek bij Filip niet bet gewenscbte resultaat hadwant dat zou kunnen gebeui eti, als beider trots zich toonde. George was hoogmoedig op den naam dien bij droeg en wellicht dat Filip zich niet veel liet zeggen. Tocb bield de verwachting op eene goede uitkomst bij haar do bovenhand. De middelen die Filip ten dienste stonden, veroorloofden hem niet, een vertrek uitsluitend tot salon af te zonderen. De beer van Teründen, werd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1918 | | pagina 1