NIEUWE
TÊt Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Wien te stemmen?
Mr. A. VAN TRAA,
V I
No. 15
Woensdag 9 April 1919.
48e jaargang.
■^ra
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
No. 2 yan Lijst 8.
BINNENLAND.
EEN LEVENSTAAK.
Amersfoortsche Courant
■r-rrf-'iA ufriffTi
-V
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.
Franco per poet door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelijk slechte Zaterdags.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 11. Telephoonn. 09.
AUVER1ENTIËN:
Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Een laatste woord van opwekking tot de Vrijzinnige Kiezers.
De stemplicht dwingt U op 10 dezer Uw stem uit te brengen voor de verkiezing van
de leden der Provinciale Staten. Beschouwt dit niet als formaliteit!
Zie toe wien Gij kiest! Zorg dat Uw stem tot haar volle waarde komt en zorg dat
Gij daarmede uitdrukt welke richting Gij wenscht dat in de publieke colleges zal worden
gevolgd. Wat ons advies is? Dit. GEEN STEUN aan die partijen die openlijk op revolutie
aansturen, of aan hen die zich niet vierkant plaatsen tegenover revolutie. Ook GEEN STEUN
aan hen die door toegeven meenen de revolutie te kunnen voorkomen. GEEN STEUN aan
hen die meenen dat de belangen van slechts ééne klasse moeten worden behartigd. Maar
KRACHTIGE STEUN aan de partij die ELK wil geven waarop hij recht heeft. KRACHTIGE
STEUN aan. de partij die onze gemeenschap weder vrij zal maken van alle maatregelen die
handel en nijverheid belemmeren en verdrukken. KRACHTIGE STEUN aan de partij die
meent dat vóór alles moet worden aangestuurd op alles wat onze oeconomische opbloei zal
bevorderen, de noodzakelijke voorwaarde voor loonende arbeid voor ons GEHEELE volk. Op
met hAAr tegen Staatssocialisme! Dat de middenstander bij het uitbrengen van zijn stem
bedenke dat bij Staatssocialisme de middenstand ten doode is opgeschreven!
Laat de vrijzinnige kiezer door zijn stem toonen dat hij wenscht: Vooruitgang op
sociaal en oeconomisch gebied, Vrijheid van handel en nijverheid, Behartiging van de belangen
van ALLEN.
Dit alles kunt Gij zonder voorbehoud verwachten van de Vrije Liberale Partij. Stemt
daarom met ons
Slechts het hokje voor zijn naam zwart maken, daarmede behartigt Gij het algemeen
belang, wat ook Uw belang is!
Huldeblijk aan de Koningin.
In een Zaterdagmiddag ten gemeente-
huize te 's Gravenhage gehouden bij
eenkomst van het Haagsche comité
tot aanbieding van een huldeblijk aari
H. M. de Koningin werd medegedeeld,
dat het in de bedoeling ligt om het
huldeblijk te doen bestaan in een
schilderij, te vervaardigendoor den
kunstenaar Hoynk v. Papendrecht.
voorstellende een episode uit de bulde-
betooging op 18 November in de
Maliebaan aan de'Koningin gebracht.
lie aanbieding zal plaats hebben op
31 Augustus a.s. terwijl do eventueel
ovei blijvende gelden zullen worden
overgedragen aan bet Nationaal comité
tot stichting van een rredesfonds,
waarvan de renten bestemd zijn vooi
sociale en maatscbappelijkedoeleinden.
Bij de Tweede Kamer is een
voorstel ingediend om voor don bouw
van een vast Jaarbeursgebouw te
Utrecht een hypothecaire geldleening
toe te staan van één millioen gulden.
Rentetrekkers volgens Ongevallen
wet 1901.
Het Kon. Nat' Steuncomité he-ft in
overleg met den Minister van Arbeid
besloten aan de weduwpn- en weezen-
trekkers en de definitieve rentetrek
kers tot wederopzegging, een bijslag
van 25 pCt. op hun rente toe te ken
nen met ingang van 1 Januari j.l.
De neutrale vakbeweging.
In een Zaterdag te Utrecht gehou
den vergadering van bet bestuur N. V.
v. N. V. en bet comité van Neutrale
Vakvereenigingen is besloten om te
zamen een groote besturenconferentie
uit te schrijven op 21 April, om te
komen tot de definitieve samenwerking
van alle neutrale organisaties. Over
eenstemming werd bereikt ten op
zichte van de te volgen werkwijze
zoodat als vaststaand kan worden aan
genomen dat bet neutraal vakverbond
een zeer groote uitbreiding zal onder
gaan en voorloopig 60 a 70 000 ge-
organiseerden omvatten zal.
Deinobilisatievoorzieningen I
In de Memorie van Antwoord aan
de Tweede Kamer deelt de R' geering
o a. het volgende mede
Woidt bet voornemen vei wezenltjkl
om over te gaan tot trapsgewijze
verlaging van bet tijdens viijwillig
verblijf onder de wapenen genoten
vergoedingsbedrag, dan komt bet
voorshands bet meest doelmatig voor,
alle wegens zoodanig verhlijf genoten
bedragen met ingang van eenzelfden
Wij spreken dikwijls van een
ideaal, van een levenstaak; het
eerste staat tot de laatste onge
veer in de verhouding van theorie
en praktijk. Aan een verheven
voorstelling van hetgeen goed is
en waar en schoon hebben wij
niets zoo wij niet in onszelve den
drang gevoelen om de werkelijk
heid van ons bestaan, met haar in
overeenstemming brengen, en vol
doende kracht ontwaren ten einde
in die richting vorderingen te ma
ken. Omgekeerd is het een hopeloos
arbeiden en tobben, wanneer wij
niet geleid en getrokken worden
door hetgeen daar hoog boven ons
schijnt te zweven als de ster der
Magiërs uit het Oosten, zoo schit
terend, dat wij alles zouden willen
verlaten, om den weg te bewan
delen, waar dat licht ons tegen-
straalt.
Nu hebben de handelingen des
dagelijkschen levens gewoonlijk niet
dit idealistisch karakter. Wij moe
ten werken voor het gewoon levens
onderhoud, en ons daartoe bezig
houden met vaak zeer prozaïsche
dingen, de maatschappelijke ar-
beidsverdeeling veroorlooft ons
niet, slechts datgene te verrichten,
wat op den eersten aanblik den
stempel vertoont, onzer hoogere
roeping Toch ligt er aan hetgeen
den nederigste en minst ontwik
kelde wordt opgedragen als een
aandeel in het gemeenschapsleven
een beginsel ten grondslag; het is
het besef, dat ieder mensch ge
roepen is zijn plicht te doen, die
hem door den aard van zijn werk
kring en door zijn geweten is
voorgeschreven. Als iemand zou
verklaren, dat hij zich het hoofd
niet breekt met wijsgeerige stel
lingen, zich niet kwelt met de
begeerte om uit te vorschen, waar
toe het leven hem eigenlijk ge
I
schonken is, maar dat hij een
voudig zijn best. wil doen om
tegenover de maatschappij, zijn
huisgezin en zijn eigen persoon
zijn plicht te volbrengen, dan ge-
looven wij niet, dat er aanleiding
zou wezen om van hem te zeggen,
dat hij zich in een te engen kring
beweegt om van een levensdoel
te kunnen spreken. Want laten wij
erkennen, de wereld zou spoedig
van gedaante veranderen, indien
het geslacht dat na ons komen
moet, om verder te brengen wat
wij hebben voortgezet, uitsluitend
bestond uit mannen en vrouwen,
die hun leven hadden opgebouwd
op den eenvoudigen grondslag van
den plicht.
Want ziet men niet, dat alle
arbeid, met moed opgevat, met
trouw volgehouden en na ijverige
inspanningvoltooid.een opvoedende
kracht bezit, die op elk punt nauw
keurig kan aanwijzen, maar die
zich toch zeer duidelijk openbaart.
Immers het is de hard-werkende
mensch, die aanving zich een schuil
plaats te houden in de rots en
voedsel te ontlokkpn aan den bodem,
de mensch, zijn brood etende in
het zweet zijns aanschijns, aan
ruwen arbeid zijn spieren leenende,
uit wien de genieën zijn geboren,
wier geest de wereld der zichtbare
dingen omvat, en die der zichtbare
pracht te doordringen vragen?
Laat iemand eens trachten te ver
klaren, hoe die ontwikkeling ge
komen is, ten in welk verband die
werkzaamheid van spieren en pezen
aan de verfijning van hersenen en
zenuwen is ten goede gekomen;
zou hij dan ook niet moeten wijzen
op de verheffende invloed die het
overwinnen van moeilijkheden ge
had moet hebben en voortgaat te
hebben op het karakter, op het
zelfbewustzijn van elk individu?
Wij vragen slechts, zonder te
willen beslissen; maar dit durven
wij beweren, dat er geen ernstig
mensch is te vinden, die niet de
ervaring heeft opgedaan, dat de
arbeid verheft, door het gevoel,
dat men in staat is dien te vet-
richten. En die verheffing van
personen, van groepen van ge
slachten al hooger, wij moeten
haar erkennen als het doel van
ons gemeenschappelijk leven, ter
wijl dan de arbeid, de gezamenlijke
plichtsbetrachting, het middel zou
zijn. Is er in die erkenning eenigq
juistheid, dan ligt er nog een
gevolgtrekking in opgesloten, en
wel dezeVerbetering van de
middelen maakt het bereiken van.
het doel gemakkelijker en zeker;
wie dus van den arbeid de
onaangename zijde weet te ver
minderen het neerdrukken en
eentonige van sommige werkzaam
heden weet te temperen, de op
gewektheid des arbeiders te ver-