NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 16. Zaterdag 12 April 1919. 48e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Aan onze Lezeressen. UIlie bet doel wil, moet ook de middelen willen. BINNENLAND. Plaatselijk Nieuws. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ingezonden stnkken in te zenden uiterlijk Vrijdag. Tijdelijk slechts Zaterdags. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 59. ADVEB1 ENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsrnimte. Nu het voorjaar aanbreekt en de dames weer moeten gaan zorgen voor aardige nieuwe toiletjes voor zich zelf of de kinderen, vestigen wij er de aandacht op, hoe wij in alles met onze abonné's meelevend, ook die telkens terugkeerende zorg onzer lezeressen voor smaakvolle kleeding, niet maar zoo onopgemerkt aan ons laten voorbij gaan, doch haar gaarne ook daarin onze hulp ep voorlichting geven. Wij hebben daartoe bij onze admi nistratie tegen goedkoopen prijs (95 cents per 3 maanden, f 1.05 per post) verkrijgbaar gesteld HET NIEUWE MODEBLAD. Dit modetijdschrift is ongetwijfeld het bette, dat in ons land verschijnt, het bevat het grootste aantal modellen voor Dames- en Kinderkleeding, nuttige eB fraaie handwerken, onderkleeding enz., wordt practisch geredigeerd, heeft een gratis knippatronenbladen stelt van alle modellen geknipte pa tronen ver krijgbaar. Wie zich op Het Nieuwe Modeblad abonneert blijft op de hoogte van de nieuwste mode en kan gemakkelijk zijn kleediDg zelf vervaardigen. Wij kunnen dan ook onze dames- lezeressen niet genoeg aanraden zich op dit zoo uitstekende Modetijdschrift, hetwelk tweemaal per maand verschijnt, te abonneeren. Men richte zich tot de administratie van ons blad, alwaar ook op aanvraag gratis proefnummer verkrijgbaar is. DE UITGEVERS. Deze uitspraak is eigenlijk een algemeenheid, die zelfs in dezen vorm eenig voorbehoud noodzake lijk maakt. Vooreerst moet op de middelen in zedelijk oogpunt beschouwd, niets zijn aan te merken; door het doel worden zij noch gewettigd, noch geheiligd. Rein zij de voet, die het pad bergopwaarts bewan delt en geen blos van schaamte bedekke het gelaat, dat frank en vrij zich wenden moet naar het licht der zon. Ten tweede behoort er tusschen doel en middel een nauw verband te zijn; men moet gevoelen, dat elke poging een schrede voorwaarts is, ai beletten vaak de omstandig heden in rechte lijn op het doel af te gaan ook de schipper, die bij tegenwind laveeren moet, zwaait maar niet op goed geluk af, maar houdt wel degelijk het eindpunt zijner manoeuvres voor oogenkan hij niet langs de basis van zijn driehoeken voortschrijden, hij komt toch waar hij wezen moet als moet hij zijn weg over de beide andere zijden kiezen. Vervolgens is het noodig, dat al de menschen, die, elk voor zich, hetzelfde doel trachten te bereiken, met elkander in overleg treden over de aan te wenden middelen. Want, kan van velen gezegd'wor den, dat zij inderdaad doeltreffend zijn, zij zijn het niet in gelijke mate: het is de zaak, de beste te kiezen, om krachtverspilling te vermijden. Ook is het terrein, waarop wij ons bewegen moeten, niet altijd zoo ruim, dat elk maai zijn eigen richting kan volgen beproeft men zulks, dan dreigt altijd het gevaar van botsingen. Wie het pas aangehaalde gezegde bezigt, denkt daarbij niet zelden: Wie het doel wil, moet ook de middelen willen, die ik wensch te bezigen en het is duidelijk, dat deze botsing noodlottige gevolgen kan hebben of tenminste tot on zekere uitkomsten leidt. Het laatste nu wordt dikwijls heel slecht in het oog gehouden. Zoolang er alleen sprake is van een te bereiken doel, zijn wij zeer mild met het betuigen van overeen stemming. De teekening van het gebouw, dat wij zullen optrekken, vinden wij allen goed, maar daarna moet het plan van den arbeid worden vastgesteld en dan loopen de meeningen uiteen. Zeker, het is ons recht en onze plicht, een eigen opinie te hebbenmaar blijft het dan ook, wanneer blijkt, dat het ons niet zal gelukken, voor ons bestek de noodige samenwer king te verkrijgen? Moeten wij dan niet, in het belang der goede zaak, onze inzichten wijzigen met vol komen behoud van ons oordeel, dat indien de anderen zich hadden kunnen of willen vereenigen met wat wij voorstellen, de plannen waarschijnlijk beter ten uitvoer zouden gelegd worden? De gemeenschapszin vraagt van ons vaak zeer vele offers en wij zijn volstrekt niet ongeneigd die te brengen. Is eenmaal waarlijk onze geestdrift gewekt voor een goed doel, dan willen wij er veel van het onze aan ten koste leggen; alleen, ais van ons wordt gevraagd afstand te doen niet van ons geld ot van onzen tijd, maar van een persoonlijke meening van iets dus, dat wij als een deel van ons verstandelijk kapitaal aanmerken, dan trekken wij ons terug, want dat offer valt ons te zwaar. Om onzen aftocht te dekken, spreken wij dan van onze «beginselen" en ja, zijn die in het spel, dan houdt alle redeneering op. Halt even, waarde vriend, die gereed staat met het verwijt, dat we de beginselloosheid gaan pre diken weet wel, wat ge zegt en tracht, om billijk te zijn, goed te onderscheiden. Als beginsel achten wij het raadzaam alleen die overtuigingen in het geding te brengen, die betrekking hebben op het doelmen gaat te ver, wan neer wij die quaiificatie ook toe passen op eerlijke middelen. Er zou, wij allen weten het bij ondervinding, oneindig veel meer gedaan worden, als de menschen wat meegaander waren, niet steil op een eenmaal ingenomen stand punt bleven staan, minder geneigd tot strijdvoeren om gelijk te heb ben. Er moest een niet-zichtbare maar wel voelbare leiding zijn, die de plaats vervult van den aan voerder in het leger. Wij behooren, om flink voorwaarts te komen, in één richting te gaan, één en het zelfde middel krachtig aan te wenden. Zouden wij dan, met onzen maatschappelijken arbeid niet beter op schieten? Nieuwe Minister van Marine De benoeming is te verwachten van nor. H. Bijleveld Jr., advocaat te Am sterdam, tot Minister van Marine. Mr. Hendrik Bijleveld werd 31 Juni 1885 te Amsterdam geboren en heeft dus thans den 33-jarigen leeftijd be reikt. Zijn vader was de bekende paedagoog. H. Bijleveld, in leven di- iecteur der Ger. Kweekschool voor Onderwijzers te Amsterdam, van '1902 1905 door de anti-revolulionnairen van Amsterdam IX afgevaardigd naar de Tweede Kamer. Mr. Bijleveld voltooide zijn studiën aan de Vrije Universiteit te Amster dam, promoveerde 18 December 1908 op een proefschrift sCoöperatie en socialisme» en associeerde zich kort daarna met rar. S. de Vries Czn., den tegenwoordigen Minister van Ftuan- ciën. De nieuwe functionaris trad de laat ste jaren in de anti-rev. pat tij op den voorgrond als woordvoerder van de jongere richting, die haar tegenzin tn de autocratische partijleiding van dr. Kuyper openlijk deed kennen. »Tel.« Bij de ontvangst van het Pro vinciaal Comité «Limburg bij Neder land" door H.M. de Koningin ten Paleize in het Haagsche Bosch, werd door eenige dames en heeren van het Comité het verlangen te kennen ge geven de Prinses te zien. Daar dit toen onmogelijk was, aan gezien de Prinses niet ten Paleize was in vetband met Haar schoollessen, heeft Hare Majesteit de dames en heeren van het Comité, die gister ochtend nog in de Residentie aan wezig waren, in de gelegenheid gesteld de Prinses in het Paleis Noordeinde te ontmoeten. Daarna vertoefde de Prinses eenige oogenblikken ten huize van den Mi nister jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck, ten einde daar den Staatsraad en oud- Commissaris der Koningin in Limburg, jhr. mr. G. L. M. H. Ruys de Beeren brouck, eëre-voörzitter van hetConnté, te begroeten. Groote aanvoer van thee! In den lijd van 2 maanden zullen ongeveer 60.000 kisten thee uit Java in Nederland aankomen, een hoeveel heid gelijk aan de geheele behoeften over genoemd tijdvak. Er bevinden zich trouwens dergelijke groote voor raden in onze Oost-Indische koloniën dat daaruit de geheele behoeften ge durende één jaar gedekt worden. Op 16 dezer zal te Amsterdam weereen veiling plaats vinden van Java thee, waarna de veilingen weer geregeld zullen geschieden. Voorjaarsboden In Friesland, waar tot dusver de kieviten oog schaarsch waren zijn in de laatste dagen geheele groepen van die vogels overgekomen ook vele tureluurs, kemphanen, scholeksters en andere vogelsoorten zijn teruggekeerd. Deze terugkeer is, volgens eier- zoekers en natuurliefhebbers, een vrij Zeker teeken, dat de winter ons heeft verlaten en bet voorjaar een aan vang heeft genomeü. De vorige week kreeg de heer Huisman, wonende aan het Rijneveld te Boskoop, een dreigbrief. De inhoud daarvan luidde, dat onder bepaalden vlonder aan den Goodscherijweg den volgenden avond f 350 gedeponeerd moest zijn. Wanneer daar geen ge volg aan zou gegeveo worden, dan zou de woning van den heer H. in de vlammen opgaan. Natuurlijk werd de politie gewaar scbuwd en deze hield een oog in het zeil, niettemin werd iri den nacht van Dinsdag op Woensdag door 3 per sonen getracht de woning in brand te steken. Op de komst der politie namen de 3 personen de vlucht. Het begin van brand kongebluscht worden. Het is de politie nog niet mogen gelukken, de daders in handen te krijgen. Dinsdagmorgen deed het 1ste Regiment Huzaren, voor het eerst in zijn geheel bier in garnizoen, een ommegang door de stad Aan den wenk om de vlag uit te steken ten teeken van sympathie, hadden velen gevolg gegeveu, zoodal de binnenstad een feestelijken indruk maakte. Toen juist 10 uur de kop der colonne bij «Rusioorda aankwam, wachtte een deputatie van de afdeeling Amersfoort van het Landstormcorps N. H. W., bestaande uit de heeren P. J. Tiggers, le Luitenant, H. A. Vierdag Jr., Ser geant, Wildeman, korporaal, en de soldaten L. H. Serré en N. Meilink, den stoet op om den Kolonel Ne'der- meijer Ridder van Rosenthal,Comman dant van bet 1ste Regiment Huzaren een krans te overhandigen. De soldaat L. H. Serré sprak hierbij den Kolonel als volgt toe volgens het Amersf. Dagblad: Kolonel Het zij mij vergund U namens de afdeeling Amersfoort van het Land stormcorps N. H. W'. op den dag van Uwofficieele terugkomst in Amersfoort eenige woorden van welkom, dank en hulde toe te spreken. Ruim vier jaren heeft een schrikkelijke oorlog rondom ons land gewoed en al dien tijd zijt ge van hier geweest teneinde over Nederlands neutraliteit te waken, een taak zoo groot en moeilt)k als geen onzer had kunnen verwachten. Steeds zijt ge paraat geweest om zoo noodig goed en bloed te offeren voor de ons zoo heilige zaak n.l. onze onafhanke lijkheid. Dank zij de tact en bezadigdheid onzer regeering en militaire autori teiten, isdit laatste niet noodig geweest. Ook wij hebben in angstige tijden gevoeld, dat het noodzakelijk was de kracht en paraatheid van ons leger zooveel mogelijk op te voeren en hebben hieraan dooronze vrijwillige verbintenis uiting gegeven. Vergeleken bij uwe opofferingen zijn de onze klein geweest, een daad wei ke- lijk optreden is van ons niet geëischt. De afdeeling Amersfoort wenscht dan uiting le geven aan haar gevoelens van dank eo hulde aan het vereenigde Amersfoortsche garnizoen, zoowel Cavalerie als Infanterie. Ons heeft nelaas de gelegenheid ont broken de Infanterie te huldigen. Ik verzoek u, Kolonel, namens de afdeeling Amersfoort van het Land stormcorps N. H. W. dezen krans te willen aanvaarden als een blijk van welgemeenden dank voor de langdurige beproevingen van het Amersfoortsche garnizoen. In zijn antwoord zeide dn Kolonel gaarne dit bewijs van sympathie te willen aanvaaiden. Hij deed een beroep op de goede samenwerking tusschen het militair en burgeiltjk gezag. Spr. besloot met een driewerf hoera uit te brengen op onze geëerbiedigde Koningin. Hierna stelde de colonne zich weer in beweging terwijl zij den volgenden weg volgde hij den omgang door de stad, waar de belangstelling van het publiek zeer groot was: Utrechtscbe- weg, Utrechtschestraat, Zuidsingel, Langestraat, We^tsingel, Koppel, Weijeisstraat. Beukenlaantje, Arnhem- scheweg, Julianaplein. Bij bel passeeren van bel Regiment langs bet stadhuis, stonden de burge meester, met ambtsketting, en de gemeente-secretaris in de geopende deur. Op het Julianaplein werd de stoet ontbonden, en keerden de eskadrons, nadat aan den standaard bij bet uit treden de gebruikelijke eerbewijzen waren bewezen, afzonderlijk naar hunne kwartieren terug. Met ingang van 1 Mei wordt Kolonel J. H. van der Hegge Zijnen tot Generaal-Majoor benoemd, Com mandant van de IVe Divisie. De reserve-sergeant J. H. Koolhoven bij het 16e reg. inf. is beooemd tot vaandrig bij het 17e regiment. De nieuw benoemde reserve 2e luit. J. Fuzee is ingedeeld bij het le regiment infanterie.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1919 | | pagina 1