NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Complete Meubileering
-^JUIKHHOÜWER HOF 46
No. 40.
Zaterdag 20 September 1019.
48e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
ONZE TIJD.
ZATERDAG 2? SEPTEMBER 1919, des middags i uur.
zal worden-geopeiïd een
BINNENLAND.
Amersfoortsc
ouran
ABONNEMENTSPRIJS)
Per 3 maanden f 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelijk slechts Zaterdags.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
BureauLangestraat 77. Telephoonn. 69.
ADVER1ENTIËN:
Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent.
Glroote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Iedere tijd heeft iets eigenaar
digs, iets kenmerkends, waardoor
hij zich van een vroegeren tijd
onderscheidt. Ieder mensch is in
zekeren zin een kind van zijn tijd,
in zooverre hij in zijn tijd leeft
en aan den invloed van dien tijd
onderworpen is. Daarom zou het
vrij overbodig kunnen schijnen
iemand op te wekken om kind
van zijn tijd te zijn. Maar indien
men meende dit niet te mogen
doen, dan zou men buiten de
werkelijkheid omgaan. Immers wij
treffen in de samenleving in onzen
kring menschen aan, die wel niet
geheel en al vreemdelingen zijn
in den tijd, waarin zij leven, die
weliswaar zich niet geheel aan
den invloed van hun tijd kunnen
onttrekken, maardie dit wel beproe
ven, wier neiging, lust en streven
daarheen gericht zijn om zoo min
mogelijk gemeenschap te oefenen
met het hedendie dan ook, waar
zij maar eenigszins kunnen, als
lofredenaars van het verleden, dien
goeden ouden tijd, optreden En
bovendien niet ieder, die zich van
lofredenen op het verleden ont
houdt, is daarom reeds kind van
zijn tijd.
Maar is dan voor ieder de tegen
woordige tijd altijd zooveel beter
dan het verleden? Zeker nietwie
echter de geschiedenis van ont
wikkeling en vooruitgang bestu
deert, zal niet ontkennen, dat in
iederen tijd, die uit een vroegeren
tijd geboren is, iets betrekkelijk
goeds gevonden wordt, dat al de
achting en liefde van tijdgenooten
waardig is. Wij gelooven immers
aan 'den vooruitgang de ervaring
dringt er ons toe, ook al zouden
wij op een gegeven oogenblik,
naar den schijn oordeelende, kun
nen meenen, dat er eerder aan
stilstand moest gedacht worden.
Wees kind van uw tijd, is
waarlijk geen overbodige verma
ning. Maar hoe moeten wij haar
verstaan? In welken zin moeten
wij haar opvatten Is het de be
doeling, dat wij gelijk kinderen,
blindelings moeten volgen degenen,
die ons wenschen te leiden? Neen,
dat zal niemand ons ooit aanbe
velen, maar wel, dat wij onzen
tijd moeten leeren kennen, door
gronden, begrijpen, dat wij er met
onzen geest in moeten leven. Wij
moeten onzen tijd doorzien, wij
moeten er in thuis zijn, maar dat
beteekent niet, dat wij hem on
voorwaardelijk behoeven te be
wonderen. Neen, wij mogen niet
blindelings met alles ingenomen
zijn, wat onze tijd voortbrengt
het goede kunnen wij waardeeren,
maar wij moeten den moed hebben
ons tegen het kwaad te verzetten
en het leelijke te veroordeelen.
Wij mogen ons vooral niet laten
meeslepenlaten wij zelfstandig
zijn in ons oordeel, krachtig in
ons handelenlaten wij onze
neiging, onzen lust beheerschen
laten wij meester zijn over onzen
tijd door ons goede voorbeeld, door
onze goede daad, door onze krach
tige opwekking tot het goede. En
zoo zal de tijd, waarin wij leven,
werkelijk onze tijd worden.
Er wordt in onzen tijd veel
nieuws aangeboden en dat niet
alleen op stoffelijk, maar ook en
vooral op' geestelijk gebied. Wij
zouden onze dagen die der nieuwe
denkbeelden kunnen noemen, want
bijria over alle zaken worden
nieuwe beschouwingen geleverd,die
naast de oude en tot nog toe gel
dende geplaatst worden. Als men
schen, die met hun tijd mee willen
gaan, moeten wij dus een keus
doen tusschen shet oude houden"
en nhet nieuwe aanvaarden".
Wanneer een nieuwe opvatting
wordt verkondigd, stelt een groot
deel van het publiek zich terstond
vijandig daar tegenover, omdat
zij zoo nieuw is. Men geelt zich
niet eens de moeite ernstig te
onderzoeken, maar houdt zich
angstvallig aan het oude, de oogen
opzettelijk sluitend voor het goede,
dat mogelijk toch in dat nieuwe
ligt. Nieuw en verkeerd zijn voor
dit gedeelte Jvan 't menschdom ge
lijkluidende woorden.
Maar ook een groot deel der
menschen begroet aanstonds alles,
wat nieuw is, met uitbundig ge
juich. Dit geschiedt dan eenvoudig,
omdat het anders is dan het oude.
Ook zij denken niet na en peilen
vooraf de diepte van het nieuwe
denkbeeld niet. Voor hen betee-
kenen goed en nieuw ongeveer
hetzelfde.
Een ander, maar gewoonlijk
kleiner tal menschen staat tusschen
de genoemden in. Die tot dit ge
deelte behooren, leeren het nieuwe
eerst zoo grondig mogelijk kennen,
denken rijpelijk over de gevolgen
na, en houden zich zóó lang nog
aan het oude, als noodig is, om
geen oud schoeisel weg te werpen,
vóór men een bruikbaarnieuw heeft.
Laten wij ons best doen om
kinderen van onzen tijd te worden,
maar tevens laten wij over ons
zelf heerschen dan arbeiden wij
niet tevergeefs, dan komen de
welvaart, de vooruitgang, het waar
achtig geluk voor allen nadei hij.
In de vereenigde zitting van de
beide Kamers tot opening van de
gewone zitting der Staten-Geoeraal
is door 11.M. de Koningin, die zicb
vergezeld van haar Gemaal op de
gebruikelijke ceremonieele vyijze naar
het prinsenhof bad begeven de na
volgende troonrede uitgesproken:
De omstandigheden, waaronder ik
mij thans weder in uw midden be
vind, zijn in menig opzicht gelukkiger
dan in de laatste jaren bet geval was.
Mij vervult innige dankbaarheid jegens
God dat Hij ons vaderland voor de
verschrikkingen van den oorlog heeft
willen sparen. Leger en vloot hebben
pal gestaan om onze onzijdigheid te
handhaven. De diepgevoelde erkente
lijkheid der natie blijve verzekerd aan
de manneD, die bij de vervulling van
hult plicht jegens bet vaderland zicb
groote opofferingen hebben inoeteu
getroosten.
De gedachte, dat na de wereld
beroering de toekomst op voet van
vriendschap met de andere mogend
heden wordt ingegaan, stemt tot
dankbaarheid en tot voldoening.
Alleen werd bij de regeling van de
uitkomsten van den oorlog ons land
gewikkeld in een geding waarvan onze
verhouding tot België de invloed
onderging en waarbij ik geroepen
werd voor de rechten en dé belangen
van den staat en voor Zijne zelf
standigheid met nadruk op te komen.
In innige gemeenschap met mijn
ganscbe volk gaan mijne gedachten
uit naar Limburg en Zeeuwsch-
Vlaanderen, in wier trouw en aan
hankelijkheid de hechtheid en de
kracht onzer nationale eenheid on
dubbelzinnig tot uitdrukking kwamen.
Nadat de totstandkoming van den
Volkerenbond zal zijn verzekerd, zal
de toetreding van Nedeiland aan uwe
goedkeuring worden onderworpen.
Vertrouwd mag worden, dat de
overzeesche aanvoer der meest nood
zakelijke producten voor afzienbaren
tjjd verzekerd is.
De levensmiddelenvoorziening blijft
intusschen, in verband met de be
langrijke prijsstijging, mijoe volle
aandacht eischen.
Ofschoon in belangrijke mate de
werkloosheid is afgenomen, zal toch
het noodige. verricht worden om door
het uitvoeren van werken en het
bevorderen van ontginningen, de ar
beidsgelegenheid te vergrooten.
De uiterst kostbare maatregelen,
welke de verzorging van de geestelijke
en stoffelijke belangen van mijn volk
vordert, en de bij voortduring booge
stand van de prijzen stellen eischen
aan 's lands schatkist, die mij met
groote zorg vervullen. Ondanks de
bevredigende opbrengst van 's Rijks
iiinlilelen en den invloeit -au de uiei
uwe medewerking bereids tot stand
gebrachte maatregelen tot versterking
van inkomsten, wijst de ramiug voor
d»n komenden dienst een belangrijk
tekort aan. Bovendien zijn regelingen
in voorbereiding, die geen uitstel kun
nen lijden, en eene aanzienlijke ver
meerdering van uitgaven noodig maken.
Afgescheiden van deze onvermijdelijke
uitzetten van uitgaven, is met bet oog
op den financieelen druk, dien de be
lastingen reeds op ons volk leggen en
nog zullen leggen, noodzakelijk, dat
h«t doen van nieuwe uitgaven tot het
uiterste beperkt worde.
Tot verkrijging van de dringend
noodige versteiking der middelen
zullen in de eerste plaats do te dien
einde bij u ingediende wetsontwerpen
uwe aandacht blijven vragen. Verdere
voorstellen worden in gereedheid ge
bracht en zullen u binnenkort worden
aangeboden. Hierbij staan op den
vooigioml e«,.e beid- log up uneven
vari weelde, eene li cale herziening van
het tarief van invoerrechten, eene
belasting op tabak, sigaren en siga
retten en eene uitbreiding van de
zegelbelasting.
Een wetsontwerp tot wijziging van
eenige bepalingen van bet Burgerlijk
Wetboek betreffende het wettelijk
erfdeel zal u worden aangeboden.
Wettelijke bepalingen tegen het
raakeu van woekerwinsten zullen u
worden voorgesteld.
Een wetsontwerp tot regeling vari
den rechtstoestand der amblenaien zal
worden ingediendhet overleg omtrent
de administratieve rechtspraak zal
worden hervat.
Met de uitvoering van hel gewijzigde
artikel 192 der Grondwet, in het vorig
zittingsjaar aangevangen, zal ter vei-
kiijging van bevrediging op onderwijs
gebied wordeu voortgegaan Nevens
de reeds aanhangig gemaakte ODt-