HIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor do Provincie Utrecht.
Amsferdamsche Manufacturenhandel
GROOTE JANUARI UITVERKOOP BEGINT HEDEN ZATERDAGMIDDAG 2 UUR
hs allen uur de AISTiBDiHSCHI lAHDFAGTDKlHHAffilEL UHTIMT 98.
LANGESTRAAT 98 AMERSFOORT
Zaterdag 3 Januari 1320.
49e jaargang.
VRBSMT WOENSDAG W ZATERDAG.
Zoo'n uitverkoop als wij zullen houden hebt gij nog nooit hier meegemaakt.
Duizende lappen zullen wij u tegen spotprijzen aanbieden.
Een ieder kan profiteeren van katoen, keper, flanel, pool bonten, schouderbonten, japonstofïen, blousesflanellen,
wordt ook afgemeten van volle stukken.
Onze uitverkoop niet te vergelijken met zoo vele, daar onze goederen uitsluitend seizoengoederen zijn, en niet
vuil of verlegen of beschadigd.
UITSLUITEND a CONTANT
GEEN ZICHTZENDING OF RUILEN.
JAARWISSELING.
Plaatselijk Nieuws.
i\o. 1.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlpke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stnkkenin te zenden niterlpk Vrijdag.
Tijdelijk slechts Zaterdags.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER
Burean: Langestraat 17. Telephoonn. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Om den nevel te verdrijven, die
onwillekeurig bij iedere jaarver
wisseling over ons komt, bij het
mijmeren over de vergankelijkheid,
tè het goed te bedenken, dat eigen
lijk niets vergaat, alles voortduurt.
Ons verleden duurt voort Lente,
zomer, herfst gingen voorbij, maar
de oogst is ingezameld. Jeugd en
mannelijke leeftijd zijn vervlogen,
maar de lessen, die zij ons brach
ten, zijn geleerd. Het verledene is
eerst het onze, wanneer het voorbij
is. Wij verstaan de beteekenis
onzer jeugd, onzer vreugde, onzer
droefheid niet, doordat wij ze op
zekeren afstand bezien. Wij ver
liezen ze, om ze in dieper betee
kenis terug te erlangen. Het ver
ledene is onze ware rijkdom, dien
niets ons ontnemen kan. De heilige
waarheden, die het ons inprentte,
de reine genegenheden, die het in
ons wekte, zijn voor altijd de onze.
Alleen de vernietiging van ons
wezen zou ze ons kunnen ont-
rooven.
De door den dood ontbonden
betrekkingen duren voort. Als het
verhaal ten einde is, gaan de
woorden en klanken wel voorbij,
maar het verhaal zelf is onuit-
wischbaar in ons hart gedrukt.
Zoo zijn ook zij, die ons ontvielen,
ons niet waarlijk ontvallen, en
misschien zijn zij eerst waarlijk
de onzen, als wij ze verloren. Hun
geduld, hun liefde, hun wijsheid
zijn ons nu heilig en leven binnen
ons. Alle groote denkers zijn veel
meer ons eigendom, dan zij het
waren van het geslacht dat hen
leven zag. Zij spreken tot ons,
nadat zij gestorven zijn.
Wij zeiven duren voort en wij
zijn wat het verleden ons heeft
gemaakt. De voorbijgaande aan
doeningen en de telkens slechts
een oogenblik vullende handelin
gen van vervlogen jaren zijn, als
het ware, de steigers waarmee wij
opbouwden wat wij thans zijn. De
boom wordt vruchtbaar gemaakt
door zijn eigen afgevallen bladeren
en alzoo groeit door zijn verval.
Zoo groeit en ontwikkelt zich
's menschen ziel uit teleurgestelde
hoop en verstorven genegenheden.
De wet van het heelal is ook de
wet onzer menschelijke natuur
leven uit den dood, schoonheid uit
verval. Eerst als de bruisende
hartstochten der jonge jaren tot
stilte zijn gebracht, eerst als het
oog zijn onrustige schittering en
de wang haar gloeienden blos
heeft verloren, kan Gods liefelijk
heid ons deel zijn, de liefelijkheid
van een hart, getemd, gelouterd
en gereinigd door verlies.
Ons werk duurt voort. Gevoe
lens, gedachten, inbeeldingen,
droomen gaan voorbijhet werk
blijft. Door alle eeuwigheid zijt gij
wat gij deedt. Men zegt, dat geen
geluid ook ophoude te trillen in
de ruimte, dat geen rimpel ook
teniet gaat op den oceaan. Veel
meer nog is het waar, dat geen
ware gedachte, geen zuiver voor
nemen, geen daad der liefde ijdellijk
daarheen ging.
Laat ons dan hiermede elk
levensjaar besluiten. Te midden
der ernstige roepstemmen, die de
reiziger verneemt, als hij voort
schrijdt door een natuur, die met
doffe reuzenschreden in het winter-
graf afdaalt, en onder het plechtige
luiden van de klok des tijds, die
verkondigt, dat alweder een jaar
ontvlood, willen wij het oor leenen
aan de stem, niet van den zinne-
lust, die daar zegt: «geniet zoo
lang gij kunt" niet van een zieke
lijke gevoeligheid, die spreekt
«Treurt, want niets is bestendig,"
maar van het geloof in een hooger
wezen dat ons toeroept: Werkt,
werkt met. blijdschap! Niets ver-
gaat.
I Tot werkloosheid zijn wij zeker
niet gedoemd, tot onvruchtbaren
'arbeid evenmin. Ons weten zal
weliswaar altijd klein blijven en
immer zullen wij hulpbehoevend
tegenover de toekomst staan. Al
kunnen wij de wetten en regelen
naspeuren, waarnaar het leven van
het groote heelal is ingericht,
waarop het berust en zich voort
beweegt, het geheel en zijn samen
hang blijft voor ons een groote
verborgenheid en met allerlei vra
gen staan wij voor het groote
doel, waar alles heen drijft.
In die onzekerheid leven wij
voortdurend en, aan den morgen
van iederen dag, ja, elk oogenblik
staan wij voor haar, maar bij de
jaarwisseling zien wij haar op
zettelijk onder de oogen. Doch wij
kunnen aan alles gewennen; ook
in die onzekerheid, wat de toe
komst betreft, moeten wij ons
leeren schikken.
Is die onzekerheid, welbezien,
niet een weldadige beschikking?
Hoeveel licht, waarin wij ons ver
heugen, zou voor ons verdonkerd
worden, indien op ons pad van
tevoren alreeds de schaduw viel
van het dreigend gemis, van de
naderende smart! En hoeveel
levensvreugde zouden wij moeten
missen, zoo de onzekerheid aan
gaande de toekomst geen plaats
liet voor een blijde verrassing!
Klaag er niet over dat gij zoo
weinig was, en van zoo weinig,
ja, wel beschouwd van niets eigen
lijk zeker zijtWaardeer het veel
eer als een zegen, dat hij dit alles
plaats is gelaten voor de hoop
volle berusting, voor het ver
trouwend afwachten.
Het gerucht loopt dat er plan
nen bestaan om op het onlangs van
den heer H. W. van Esveld aange
kochte terrein »Nederberg<r een nieuw
stadhuis te bouwen.
Met het oog op den berooiden toe
stand der gemeente-financiën geloo-
ven wij daarvaD niet veel, ofschoon
soms wel eens raar met de dubbeltjes
der belastingbetalende burgerij wordt
omgesprongen.
Op initiatief van de Cbr. Be
sturenbond, beeft zich eenigen tijd
geleden, een voorloopig comité ge
vormd, hetwelk zich ten doel beeft
gesteld, zooveel mogelijk centralisatie
te brengen in het werk onder de
jeugd en die arbeid uit te breiden.
Deze week was door dit comité een
vergadering belegd in «Eben-Haëzer»,
waar van dé 17 verschillende corpo
raties aan wie uitnoodigiDg waren
gezonden 13 vertegenwoordigd waren.
Na eeoige bespreking bleek dal om
trent grondslag en doel eenstemmig
heid bestond. Er werd een commissie
benoemd tot bet ontwerpen van een
conceptstatuut. Iu Januari hoopt men
weer te vergaderen ter bespreking
daarvaD. Dagbl.
Op de den len Kerstdag te
Dordrecht gehouden vergadering van
den Nederl. Zionisten Bond werd de
heer H. P. van Raalte benoemd tot
lid van den Bondsraad.
De heer H. van Holland slaagde
voor bet diploma Boekhouden der
Vereen, van Leeraren.
De beer Smeenk, lid der Tweede
Kamer, zal Vrijdag 9 Januari a s. in
«de Keizerskroon» voor de leden van
Patrimonium eene voordracht houden.
Tot tekst zijner rede beeft hij gekozen
«Begeerte beeft ons aangeraakt».
Voor noodlijdend Oostenrijk.
In een Maaudagavorid gehouden
bijeenkomst van besturen van ver
schillende organisaties van overheids
personeel is een plaatselijk comité
gevormd tot steun van Oostenrijk.
In dit comité hebben zitting de heeren
J. Muilwijk, voorz., J. Mulder, secr.,
K. Vos, penningm., J. H. Schoof en
C. Kollewijn.
Men heeft de hoop uitgesprokeo,
dat de overheid eenzelfde bedrag als
door de ambtenaren opgebracht, be
schikbaar zal stellen.
Tweede Abonneménts-Concert.
Op het 2e der door het Concert
bureau Hans Augu9tin in Amicitia
georganiseerde Concerten Donderdag
8 Januari zal optreden de Primadonna
der Berliner Staatsopera de groote
Deensche zangeres Birgit Engell, ge
noemd de Deensche nachtegaal. Het
Vaderland schreef bij gelegenheid van
haar optreden in den Haag: De Deen
sche nachtegaal Birgit Engell, kwam,
zong én overwon.
Dinsdagochtend omstreeks half
elf werd de politie gealarmeerd voor
een brand, welke was uitgebroken in
het lompenpakhuis van de firma de
Liever, aan de Kamp. Oorzaak was
het vlamvatten van lompen bij de
kachel in een sorteerplaats.
Met eigen kracht kon men het vuur
bedwingen.
De bouwpolitie heeft tegen de firma
proces-verbaal opgemaakt wegens het
niet voldoen aan de gestelde eischen
wat de inrichting betreft.
Het uitrukken der biandspuiten
lokte veel publiek naar de Kamp,
docb allen moesten teleurgesteld terug-
keereD, daar er niets te zien viel.